Prinsjesdag 2018 en de flexibele arbeidsinzet, door de ogen van een fiscalist Geplaatst 22 september 2018 door Magnit Inkomensheffingen op arbeid als zelfstandige of ondernemer Het systeem voor de belastingheffing over het inkomen van werkenden wordt aangepast. Het kabinet kiest er voor om de belastingtarieven te verlagen, in combinatie met het verminderen van de grondslag waar de belasting over wordt geheven. Daarmee volgt het kabinet de trend om het belastingstelsel te hervormen naar een zogenaamde ‘vlaktaks’: belastingheffing waarmee inkomen voor de overheid voorop staat en zo min mogelijk andere doelen nagestreefd worden. In het kort zijn de volgende wetswijzigingen voorgesteld: Met ingang van 2020 wordt de ondernemersaftrek (de zelfstandigenaftrek, S&O-aftrek, meewerkaftrek, startersaftrek en stakingsaftrek) en de MKB-winstvrijstelling beperkt. Wettelijk gebeurt dit door het belastingtarief te verhogen met een percentage van de aftrekpost. In feite wordt er dus geen aftrek tegen het hoogste belastingtarief meer gegeven. Vanaf 2021 zijn er nog maar twee schijven voor het inkomstenbelastingtarief. Een basistarief van 37,05% voor het inkomen tot € 68.507 en een toptarief van 49,50%. In de tussenliggende jaren wordt het tarief stapsgewijs verlaagd. Het tarief van de vennootschapsbelasting daalt in 2019 van 25% naar 24,3% en vervolgens naar 23,9% en 22,25% in 2020 en 2021. Het verlaagde tarief van de vennootschapsbelasting voor winsten tot € 200.000 is in 2019, 2020 en 2021 respectievelijk 19%, 17,5% en 16%. De tariefverlaging van de vennootschapsbelasting wordt voor een belangrijk deel gefinancierd uit een verbreding van de grondslag waarover belasting wordt berekend. De renteaftrek en de afschrijving op gebouwen in eigen gebruik wordt beperkt. Straks zijn geleden bedrijfsverliezen na zes jaar niet meer verrekenbaar. Het tarief van box 2, voor houders van een aanmerkelijk belang, gaat in 2020 en 2021 omhoog van 25% naar respectievelijk 26,25% en 26,9%. Deze aanpassing is bedoeld om het verschil in belasting en premiedruk tussen een ondernemer met een eigen vennootschap (dga), een ondernemer zonder eigen vennootschap (‘IB-ondernemer’) en werknemers vergelijkbaar te houden. De tarieven voor de verschillende vormen van arbeid gaan er op lange termijn als volgt uit zien: Het zal inmiddels niemand ontgaan zijn dat de dividendbelasting op 1 januari 2020 wordt afgeschaft. In plaats daarvan komt er een bronheffing op dividenden, rente en royalty’s, als deze inkomsten worden betaald naar landen met een lage belasting hierop of in misbruiksituaties. De 30%-regeling voor werknemers uit het buitenland De maximale duur van de ‘30%-regeling’ wordt verkort van 8 naar 5 jaar. Deze wetswijziging gaat per 1 januari 2019 per direct in. Deze maatregel geldt dus ook voor werknemers die nu al gebruikmaken van de 30%-regeling. Voor schoolgelden is een uitzondering gemaakt op de directe werking van de wet. De 30%-regeling geeft werkgevers de mogelijkheid om een deel, tot 30 procent, van het loon voor werknemers uit het buitenland die tijdelijk in Nederland werken belastingvrij te betalen. Dit is een vergoeding voor de extra kosten die deze werknemers maken om in Nederland te kunnen werken, zoals reiskosten, huisvestingskosten en kosten van levensonderhoud. Daarnaast kan een onbelaste vergoeding voor bepaalde schoolgelden worden gegeven. De regeling is onder meer bedoeld om medewerkers uit het buitenland aan te trekken met een specifieke expertise die niet of nauwelijks in Nederland te vinden is. Miljoenennota 2019 De regering wil schijnzelfstandigheid tegengaan. Zzp’ers die bewust kiezen voor het ondernemerschap wordt niets in de weg gelegd. Dit is misschien voor de flexmarkt de meest in het oog springende passage in de troonrede. Wordt ondernemerschap een vrije keuze? In de miljoenennota wordt al snel duidelijk ook het woord ‘niets’ meerdere betekenissen kan hebben. Veelzeggend is de kanttekening in de miljoenennota dat een keuze voor ondernemerschap dan wel om de ‘juiste redenen’ moet worden gemaakt. Maatregelen moeten er voor zorgen dat oneerlijke concurrentie tussen vaste werknemers, flexwerkers en zzp’ers wordt beperkt. Het kabinet schrijft dat een zelfstandige zich nu, bij een gelijk netto-inkomen, goedkoper kan aanbieden dan werknemers. Dat kan een zelfstandige dankzij fiscale voordelen, zoals de zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Keuzes worden hierdoor veelal gemaakt op basis van kosten en risico’s. Bijvoorbeeld het bestaan van een loondoorbetaling bij ziekte, ontslagregels en cao-bepalingen. Het blijft niet de bedoeling dat mensen gaan werken als schijnzelfstandige en/of zich gedwongen voelen om als zzp’er tegen lage tarieven te werken. Deze opvattingen stonden al in eerdere beleidsdocumenten. We blijven wachten op concrete beleidskeuzes. De maatregelen die het kabinet (opnieuw) aankondigt zijn: De rechtspositie van payrollwerknemers wordt versterkt (Wet arbeidsmarkt in balans); De ketenbepaling wordt aangepast; In de toekomst is er eerder een voldoende reden voor ontslag en de opbouw van transitievergoeding wordt aangepast; De WW-premie wordt straks vastgesteld naar contracttype, niet meer naar sector; Maatregelen worden ook getroffen om duidelijkheid te geven over het bestaan van een dienstbetrekking. Aan de onderkant van de arbeidsmarkt kan werknemerschap verplicht worden. Voor de bovenkant van de arbeidsmarkt, bij hoge tarieven, komt er meer zekerheid; Het kabinet is met verzekeraars in gesprek om een beter verzekeringsaanbod te bevorderen, zodat zzp’ers zich kunnen verzekeren tegen bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid. De systematiek van pensioenopbouw wordt aangepast, zodat het voor zzp’ers aantrekkelijker wordt om pensioen op te bouwen; De financiële voordelen van zelfstandigheid nemen geleidelijk af. Beschouwing Brainnet Op het punt van helderheid over de fiscale kwalificatie van een arbeidsverhouding heeft Prinsjesdag weinig nieuws gebracht. Veel van de aangekondigde maatregelen zijn niet nieuw. Een eerste (financiële) stap is gezet om te stimuleren dat de keuze voor een bepaalde contractvorm wordt gemaakt vanuit economische overwegingen en minder vanuit fiscale overwegingen. Brainnet wil niet meewerken aan uitbuiting van zelfstandigen. Wij staan daarom positief tegenover maatregelen die oneerlijke concurrentie tegengaan. Nu moet alleen nog duidelijk worden welke betekenis de zinsnede ‘oneerlijke concurrentie tussen vaste werknemers, flexwerkers en zzp’ers’ krijgt. Een vervolgvraag is dan ook hoeveel contractvrijheid het kabinet zelfstandigen wil gunnen. In veel gevallen is ‘eerlijk’ eenvoudigweg de afspraak waar beide contractpartijen vrijwillig hun handtekening onder zetten. Als de handtekening wordt gezet onder een overeenkomst van opdracht, kunnen we ervan uitgaan dat de ondertekenaars een overeenkomst van opdracht willen. Geen arbeidsovereenkomst en werknemerschap. Misschien dat de (budgettaire) druk bij de overheid, om deze overeenkomst toch per se een arbeidsovereenkomst te laten zijn, wordt verminderd door een kleinere belastingkloof tussen zelfstandigen en werknemers. We zullen zien. Binnenkort zal blijken of zzp’ers echt vrij zullen zijn om eigen keuzes te maken. De koning kan zich wel vinden in die gedachte. Nu het kabinet nog. Jasper Commandeur, Fiscalist Brainnet Geplaatst in Professioneel inhuren, ZP en Politiek | Tags Rutte III, zelfstandigenaftrek, zzp-beleid | 3s Reacties
Next generation work: Creating Sustainable Careers Geplaatst 21 september 2018 door Hoofdzaken Mobiliteit is laag “Het loopbaanbeleid in België sluit niet meer aan”, steekt de Vos van wal. “Organisaties zijn vlakker geworden, waardoor mensen minder in beweging zijn. Ik ben van mening dat HR en professionals een gedeelde verantwoordelijkheid hebben in het creëren van een toekomstperspectief.” Het psychologisch aspect van een ‘contract’ is daarbij vaak lijdend. De Vos: “Wat kun jij verwachten? Welke loopbaankansen krijg jij? Wat doe jij in ruil daarvoor? Het antwoord op deze vragen staat in een opdrachtomschrijving, maar ligt vervolgens nergens vast. Het is belangrijk dat een organisatie dergelijke zaken niet alleen benoemd, maar ook daadwerkelijk waarmaakt. Wees eerlijk en transparant.” “Een opdracht claimen kan niet, deze is van de organisatie. Maar een loopbaan is van de professional zelf. Jij hebt er dus baat bij om zelf bij kansen stil te staan en hier bewust iets mee te doen.” Ans de Vos, Antwerp Management School Doorgevoerd beleid Volgens de Vos is niet alleen het loopbaanbeleid aan verandering toe, ook het beheren van flexibele krachten kan bij veel organisaties een frisse wind gebruiken. Dit toonde de Vos aan met haar onderzoek – in samenwerking met SD Worx – naar de factoren die bijdragen aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt en hoe bedrijven deze uitdaging aanpakken. Hieruit blijkt dat slechts een derde van de ondervraagde bedrijven een HR-strategie hebben voor freelancers, hoe Zelfstandig Professionals in België ook wel worden genoemd. “Veel organisaties kiezen ad-hoc voor freelancers, wat zorgt voor een veel hoger kostenplaatje.” Ans de Vos, Antwerp Management School “De belangrijkste oorzaak die hieraan ten grondslag ligt is dat de keuze voor een freelancer gemaakt wordt door afdeling inkoop. In de meeste gevallen het resultaat van het niet in kunnen vullen van een vacature of bij een ‘recruitment-freeze’. HR moet deze situaties met het management bekijken en vervolgens lering trekken uit het inkoopproces. De vraag ‘Hoe kunnen wij talent tijdelijk aan boord krijgen om ons echt verder te helpen?’ moet dan centraal staan”, aldus de Vos. “Kijk naar het gehele arbeidsvraagstuk, zodat er een goed onderbouwde strategie op losgelaten kan worden.” Ans de Vos, Antwerp Management School Motief voor freelancers De resultaten van het onderzoek laten zien dat snelle inzetbaarheid de voornaamste reden is om freelancers in te huren. In Nederland is ook de specifieke expertise die in huis gehaald kan worden een belangrijke drijfveer. “Het gaat in de meeste gevallen om korte-termijn projecten, waarvoor unieke – en dus niet dagelijks benodigde – kennis nodig is. Als hier niet strategisch naar gekeken wordt, ontstaan er beperkingen in de toekomst. Een ander probleem is dat er weinig tijd wordt besteed aan inbedding en overdracht. Dit gaat ten koste van de organisatie. HR moet zichzelf deze onderdelen toe-eigenen en pro-actiever zijn bij dergelijke projecten. Wij horen regelmatig dat organisaties hier nog te weinig mee doen. Hoogste tijd dus om de hoofden bij elkaar te steken”, aldus de Vos. Beluister de volledige radio-uitzending met Ans de Vos hieronder. https://www.zipconomy.nl/wp-content/uploads/2018/09/ZP-Radio-HoofdZaken-Ans-de-Vos-Antwerp-van-Management-School.mp3 Geplaatst in Toekomst van Werk | Tags Ans de Vos, boek, loopbanen, toekomst van werk | Laat een reactie achter
‘Driekwart organisaties staat qua inhuur nog aan het begin van professionalisering’ Geplaatst 21 september 2018 door Peter Boerman Ad hoc ingerichte processen, excel-bestandjes met freelancers, ontbrekend beleid, onvoorspelbare resultaten: in veel organisaties is het nog schering en inslag als het gaat om de inhuur van externen. Zelfs in grotere organisaties wordt nog vaak zo gewerkt, constateert Paul Oldenburg. De Business Development Manager voor de Publieke Sector bij Staffing MS houdt er dinsdag 25 september een webinar over, tijdens de ZiPconomy Webinar Week, onder de noemer ‘Professioneel inhuren, zelf doen of uitbesteden?’ (inschrijven kan nog steeds). Volgens hem is het tijd voor veel organisaties om de volgende stap te zetten. En daarbij vooral te leren van de 25 procent die zijn inhuurprocessen al meer op orde heeft. ‘Leer van dat kwart’, zegt hij. ‘Er is inmiddels voldoende praktijkmateriaal beschikbaar om het niet ook nog eens zelf te hoeven verknallen.’ Vijf fases van volwassenheid Het gaat bij een volwassen inhuur van externen er niet alleen om geld te besparen, zegt Oldenburg. Ook de governance, de bestuurbaarheid van je organisatie, is er zeer mee gediend als je de zaken op orde hebt. En de compliancy natuurlijk. Met andere woorden: weet je wel zeker dat je proces voldoet aan alle regelgeving, zoals die van de Wet DBA en de nieuwe privacyregels van de AVG? De ‘inhuurvolwassenheid’ wordt daarom ook wel opgedeeld in 5 verschillende fases. In de eerste fase vindt inhuur nog decentraal en ad hoc plaats, bepaalt de inhurende manager zelf wie hij of zij voor een opdracht vraagt, en zijn risico’s onbekend of geaccepteerd. Fase 5, aan de andere kant, kent ‘integraal management’ van vast én flex, een maatwerk proces en services level agreements, compliancy met alle wet- en regelgeving, maximale talentontwikkeling en Total Cost of Ownership-besparing, en ten slotte ook additionele productiviteit en procesbesparing. Samen antwoord formuleren Niet dat elke organisatie nu meteen naar die fase 5 zou moeten streven, benadrukt Oldenburg. ‘Het gaat erom uit te vinden wat bij jouw organisatie past. Waar zit je nu? Waar wil je naartoe? En wat moet je doen om dat gat te overbruggen?’ In zijn webinar wil hij niet alleen inzicht geven in de verschillende fases, maar ook samen met de kijkers op die vragen een antwoord formuleren. Ook wil hij de voor- en nadelen op een rijtje zetten van zelf doen of uitbesteden van de externe inhuur. ‘Ik zie in de praktijk steeds meer organisaties zeggen: dat gaan we zelf doen. Ze vragen dan hooguit een externe adviseur erbij. Maar deze discussie wordt in elke organisatie anders gevoerd. Zowel zelf doen als uitbesteden hebben allerlei voor- en nadelen. Ik heb er een aantal op een rij gezet, maar wil graag inventariseren of er nog meer zijn. Zodat organisaties die voor de keuze staan, in elk geval een bewuste keuze kunnen maken. En zodat ze geen spijt krijgen nadat ze eenmaal de keuze gemaakt hebben.’ Meer weten? Het webinar van Paul is ondertussen geweest. Het is terug te kijken in het artikel hieronder: Professioneel inhuren: uitbesteden of zelf doen? Geplaatst in Professioneel inhuren | Tags inhuurvolwassenheid, Paul Oldenburg, webinarweek | 2s Reacties
Staffing MS overgenomen door HeadFirst Source Group Geplaatst 20 september 2018 door ZiPredactie HeadFirst Source Group neemt inhuurexpert Staffing Management Services (Staffing MS) over. Staffing MS beheert als Managed Service Provider (MSP) voor ruim 100 miljoen euro aan inhuur van externe professionals voor diverse opdrachtgevers in Nederland. De organisatie gaat met ingang van 1 november 2018 onderdeel uitmaken van HeadFirst Source Group NV. Staffing MS wordt een zelfstandige business unit binnen de groep, waarmee het zijn eigen identiteit behoudt en de onafhankelijkheid, die als MSP essentieel is, wordt verankerd. Met de overname breidt de groep de diversiteit aan diensten rondom de inhuur van externe professionals uit: matchmaking, contracting, payrolling, global sourcing en MSP-dienstverlening. Marktleider breidt positie verder uit HeadFirst Source Group verstevigt met deze stap haar rol als marktleider op het gebied van inhuur van externe professionals. Recent maakte het bedrijf al bekend dat het branchegenoot Myler overneemt. De closing van deze overname wordt uiterlijk 1 oktober 2018 verwacht. Vanaf dat moment organiseren alle merken van HeadFirst Source Group – HeadFirst, Source, Proud, Myler en Staffing Management Services – tezamen de flexibele arbeidsrelatie tussen meer dan 8.000 professionals en hun opdrachtgevers. Staffing MS behoudt als merk nadrukkelijk zijn eigen identiteit binnen de groep. Gert-Jan Schellingerhout, CEO HeadFirst Source Group, licht toe: “Als Managed Service Provider is onafhankelijkheid de allerbelangrijkste kernwaarde. Een goede MSP treedt volledig vendor neutraal op. Dit borgen wij door Staffing MS als organisatie volledig zelfstandig te laten bestaan.” Eerste neutrale Nederlandse MSP Staffing MS is opgericht in 2008 en sindsdien actief als expert op het gebied van inhuur van flexibele arbeid. Het is de eerste volledig neutrale, onafhankelijke Managed Service Provider en staat vooral bekend als specialist in het marktplaatsprincipe. Zo is het een vooraanstaande leverancier van het Dynamisch Aankoop Systeem (DAS), waarmee (semi-)overheidsorganisaties conform de Europese aanbestedingsregels externe professionals kunnen inhuren. Staffing MS werkt voornamelijk voor gemeenten, onderwijs- en zorginstellingen in Nederland, maar ook voor grote internationale profit organisaties met vestigingen in diverse Europese landen. Het beheert voor ruim 100 miljoen euro aan inhuur van externe professionals voor deze opdrachtgevers. Overname strategie Bij het nieuws vorige maand dat de HeadFirst Source groep nieuwe aandeelhouders had gekregen werd al aangekondigd dat er nieuwe overnames zouden volgen. StaffingMS en Source werken momenteel al rond bepaalde klanten samen, ook in België. Wouter Waaijenberg, sinds 2008 actief als directeur bij Staffing MS, neemt met ingang van 1 oktober 2018 de rol van algemeen directeur bij Staffing MS over van Robert van Gasteren. Robert blijft nog tot 1 december bij de organisatie betrokken als adviseur, in welke hoedanigheid hij zich met name bezig zal houden met integratie aspecten. Geplaatst in Professioneel inhuren | Tags HeadFirst Group, nieuws, StaffingMS | 1 Reactie
Bemiddelaars over Miljoenennota: duidelijkheid rond zzp-inhuur neemt eerder af dan toe. Geplaatst 19 september 2018 door Hugo-Jan Ruts “We zijn er nog niet.” Dat is de reactie van Jurriën Koops, directeur van de ABU (de brancheorganisatie voor uitzenders), op de Miljoenennota die gisteren werd gepresenteerd. “Het is jammer dat er op Prinsjesdag niet meer duidelijkheid is gekomen rond de zelfstandigen”, zegt Rob de Laat, voorzitter van Bovib, die intermediairs en brokers vertegenwoordigt. “De economische rol van de zzp’ers wordt nog steeds gebagatelliseerd. Men wil het er niet over hebben.” Jaar van de waarheid “We zijn nog steeds in afwachting van de noodzakelijke hervormingen op de arbeidsmarkt. Dat moet er echt van gaan komen. De belangrijkste ervan, de Wet arbeidsmarkt in balans, komt er spoedig aan. Om van deze wet een succes te maken ziet de ABU graag een paar aanpassingen, onder andere voor payrolling“, vindt Koops. “Het kabinet neemt weliswaar de noodzakelijke maatregelen, maar merkt tegelijkertijd dat de hervormingen een soort Mikado-spel zijn met fiscale, arbeidsrechtelijke en sociaalrechtelijke gevolgen. Waar te beginnen zonder de rest in beweging te brengen?” Het kabinet lijkt de route van een minimum uurtarief helaas niet door te zetten. De Laat (Bovib) Duidelijkheid nodig, ook voor onderkant markt “Het is mooi dat het kabinet vasthoudt aan het idee om meer zekerheid te geven voor zelfstandigen met een hoog uurtarief. Dat schept duidelijkheid. Helaas zien we die duidelijkheid niet meer terug met een concreet minimumtarief. Er staat nu dat er ‘in bepaalde gevallen verplicht sprake is van een arbeidsovereenkomst’. Dat geeft weer alle ruimte voor interpretatie of sectorale verschillen. Dat moet je niet willen”, aldus De Laat. “De route van een minimum uurtarief zou veel duidelijkheid geven. Dat lijkt het kabinet helaas nu niet door te zetten.” Ook Koops pleit voor zo’n minimumtarief: “Dat scheelt een boel gedoe.” De ABU vindt bovendien dat het hoog tijd is om ons sociale stelsel om te bouwen naar een stelsel voor alle werkenden, met gelijke toegang, basiszekerheden en individuele keuzemogelijkheden qua niveau van bescherming. Voor pensioen, duurzame inzetbaarheid en ziekte. Koops: “Wij pleiten voor een nieuwe balans tussen solidariteit en vrijheid. Goed dat de kabinet een speciale commissie in het leven roept om dit verder uit te werken.” Lees ook: Aanpak scherpste kantjes van ‘flex’ moet werkgevers aanzetten tot meer ‘vast’ Miljoenennota 2019: belastingdruk omlaag, behalve voor bovenmodale zzp’er Geplaatst in ZP en Politiek | Tags wet dba, zzp-beleid | Laat een reactie achter
Aanpak scherpste kantjes van ‘flex’ moet werkgevers aanzetten tot meer ‘vast’ Geplaatst 18 september 2018 door Hugo-Jan Ruts “Werknemers, flexkrachten en zzp’ers zijn onbedoeld elkaars concurrenten geworden. Flexibiliteit is noodzakelijk voor het aanpassingsvermogen van bedrijven en de economie, maar te veel flexibiliteit kan op de lange termijn ook negatieve gevolgen hebben voor het verdienvermogen van de Nederlandse economie en bedrijven. De institutionele verschillen tussen vaste en flexibele werknemers dragen er (…) toe bij dat te veel keuzes worden gemaakt op basis van kosten en risico’s. “ Een paar fragmenten uit de Miljoenennota 2019 die duidelijk maken wat het kabinet voor ogen heeft met de (flexibele) arbeidsmarkt. De scherpe kantjes van flex moeten er af. Vooral werkgevers/opdrachtgevers zal het wat lastiger gemaakt gaan worden om af te wijken van het traditionele ‘vast contract’. Aanpak schijnconstructies, geen concurrentie via payroll Concurrentie op arbeidsvoorwaarden via payroll en schijnconstructies met zzp’ers benoemt het kabinet als de scherpste kantjes van flex. Dat zal dan ook centraal staan in het beleid, al wordt ook in deze kabinetsstukken nog niet echt duidelijk wat nu precies onder schijnconstructies verstaan wordt. Het kabinet wil in de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) rechtspositie van oproepkrachten en payrollwerknemers versterken. Hoe dat er precies uit gaat zien, staat nu nog niet uitgewerkt. Het kabinet wil de WAB dit najaar aan de Tweede Kamer voorleggen, met een beoogde ingangsdatum van 1 januari 2020. Gelijktijdig met de vervanging van de Wet DBA dus. “Ook maakt het kabinet het aantrekkelijker om een vast contract aan te gaan, onder andere door toevoeging van een cumulatiegrond aan de redelijke gronden voor ontslag, een verruimde proeftijd, meer balans in de opbouw van de transitievergoeding, en een gedifferentieerde WW-premie naar contracttype.” Daarnaast wordt de ketenbepaling aangepast om daarmee “ flexibele contracten beter te laten aansluiten bij de aard van de werkzaamheden”. Vervanging Wet DBA. Zonder minimumtarief? Over de vervanging van die Wet DBA schrijft het kabinet: “het maken van nieuwe wetgeving rond zzp is geen eenvoudige opgave. De afgelopen maanden is gestart met de uitwerking van maatregelen. Het kabinet is daarin verder gekomen, maar heeft ook nog werk te verrichten.“ Het kabinet houdt vast aan haar plannen voor verschillende per deel van de markt. “Om aan de onderkant van de arbeidsmarkt zelfstandigen vaker bescherming te bieden, is in de toekomst in bepaalde gevallen verplicht sprake van een arbeidsovereenkomst.” Opvallend dat hier het woord minimumtarief niet meer genoemd wordt, maar wel ‘in bepaalde gevallen’. Over de bovenkant van de markt schrijft het kabinet: “Tegelijkertijd wordt aan de bovenkant van de arbeidsmarkt meer zekerheid gegeven aan zelfstandige ondernemers die werken tegen een hoog uurtarief.” Eind oktober, begin november moet over de uitwerking meer duidelijkheid komen als minister Koolmees zijn hoofdlijnenbrief vervanging Wet DBA naar de kamer gaat sturen. ZZP-maatregelen Het kabinet gaat het inzetten van zzp’ers wat lastiger maken, gelijktijdig wordt er ook geknabbeld aan de financiële voordelen van zelfstandigheid. (Lees ook de analyse van Pierre Spaninks: Miljoenennota 2019: belastingdruk omlaag, behalve voor bovenmodale zzp’er). De fiscale voordelen kunnen alleen tegen het lage tarief verkregen worden. Met de Wet DBA wil het kabinet de onzekerheid voor zelfstandigen wegnemen. “ZZP’ers die bewust kiezen voor het ondernemerschap wordt niets in de weg gelegd.” Ambitieus, zeker in tijd Het kabinet heeft het over een “ambitieus plan voor een eerlijke arbeidsmarkt”. Ambitieus in tijd is het zeker. De doelstelling van het kabinet is vrij duidelijk. Hoe een en ander concreet wordt ingevuld moet nog voor het eind van het jaar duidelijk worden. Dat is nog een hele kluif voor de ambtenaren en het kabinet. Dan moet voor werkgevers een stukje duidelijker zijn wat nog wel en wat niet meer kan in het organiseren van de gewenste flexibiliteit. Tijdens de ZiPconomy/Werf& WebinarWeek geeft advocaat Hendarin Mouselli namens TCP op 25 september een webinar over Prinsjesdag, de arbeidsmarkt en de gevolgen voor inhuur flexibele arbeid. Zie hier voor meer informatie. Geplaatst in ZP en Politiek | Tags Miljoenennota, WAB, wet dba | Laat een reactie achter