Het probleem is niet flexibilisering. Het probleem is slechte flexibilisering! Geplaatst 31 mei 2017 door Mark Bassie Self-employment is neither inherently good nor bad. It can represent entrepreneurial zeal and a highly desirable culture of self-reliance. It can also be deeply negative, allowing companies to evade responsibility for their workers’ wellbeing and increase their profits. Uit: Self-employment and the gig economy (april 2017- rapport UK Government) Kritiek op de vakbond Het zal met het weer te maken hebben. Toen de temperatuur ging stijgen, verschenen op ZiPconomy opeens kritische artikelen over de FNV, waar wij zzp’ers lid van zijn. Eerst een artikel waarin werd gesuggereerd dat de FNV een deal heeft met de werkgevers: ‘Houden jullie ze arm, dan houden wij ze afhankelijk’. Vervolgens een artikel van PZO-voorman Denis Maessen met als kop ‘Hoe sociaal zijn de vakbonden eigenlijk nog?’. In dit artikel doet PZO een oproep aan de bonden om gedwongen zelfstandigen te steunen bij het vinden van een vaste baan. Alsof bonden al niet automatisch kiezen voor alle werkenden die steun nodig hebben en in een underdog-positie zitten. Maar misschien was de aanleiding voor deze artikelen toch eerder een reactie op het interview in het AD met de nieuwe FNV-voorzitter Han Busker onder de kop ‘FNV: stop flexwerk, anders volgen acties’. Alleen ging het in dit interview nauwelijks over zzp’ers maar veel meer over de toenemende onzekerheid voor werknemers als gevolg van flexibilisering zoals onzekerheid over je loon en hoe lang je nog werk zult hebben bij je werkgever omdat je contract elk moment kan worden beëindigd. Flex als onontkoombare natuurwet? Menig discussie gaat uit van flexibilisering als een onontkoombare natuurwet, noodzakelijk in een onvoorspelbare wereld. Verfrissend was dan ook het pleidooi van arbeidssocioloog Fabian Dekker onlangs in Trouw met als kop ‘Te veel flexwerk maakt Nederland tot lagelonenland’. Hij wijst erop dat flexibilisering veel meer een sociale norm of een gewoonte is geworden in plaats van een economische noodzaak. In internationale vergelijkingen staat Nederland bovenaan in de zzp- en flexibiliseringsranglijsten. De Europese Commissie zet daar vraagtekens bij, net zoals de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) al eerder deed. Het is dus bepaald niet zo volgens deskundigen en instanties dat toenemende flexibilisering de oplossing is voor de toekomst van onze economie. Nog los van het gegeven dat nog steeds 65% (in 2014) van alle werkenden in dit land een vast contract heeft. Dat percentage daalt wel langzaam, maar het is dus niet vreemd dat een vakbond dit probeert te beschermen voor haar achterban. De sociale zekerheid komt onder druk komt te staan door de grotere aantallen onverzekerden, grotendeels zelfstandigen. Voor beide kanten van dit spectrum valt wat te zeggen en valt er wat op af te dingen. Er zijn dus nog veel vaste contracten. Maar de achterban van de vakbonden neemt af en vergrijst. Globalisering en andere economische trends zijn volgens hen debet aan de werkonzekerheid van werknemers. De looninkomensquote, het aandeel van de loonsom van werknemers in relatie tot de toegevoegde waarde van economische bedrijvigheid, neemt al decennia af in de geïndustrialiseerde landen. En de vakbond, en overigens niet alleen de FNV, ziet met lede ogen aan dat de sociale zekerheid onder druk komt te staan door de grotere aantallen onverzekerden, grotendeels zelfstandigen. Aan de andere kant wordt gesteld dat de vakbond met haar strijd tegen flexibilisering met de rug naar de toekomst toe staat en een achterhoedegevecht levert. Dat de markt onvoorspelbaar is en dat iedereen open moet staan voor meer flexibilisering. Positie van zowel werknemers als zelfstandig verslechtert Het grote probleem volgens ons is de precarisering – de grote mate van verslechtering- van de positie van de productiefactor arbeid. Dit geldt zowel voor zelfstandigen als de werknemers onder de CAO. Niet alleen de looninkomensquote daalt, maar ook de arbeidsinkomensquote daalt al decennia. De arbeidsinkomensquote is de verhouding tussen enerzijds de inkomsten van de productiefactor arbeid (werknemers én zelfstandigen) en anderzijds de toegevoegde waarde van bedrijven. De inkomens van werknemers en zelfstandigen zijn dus geen zero-sum game. Wat er bij de werknemers afgaat door flexibilisering komt er niet automatisch bij de zzp’ers bij. Beide groepen hebben last van precarisering. Heel begrijpelijk dat de FNV hier paal en perk aan wil stellen. Dit vreet aan de zekerheid van individuele werkenden (werknemers én zelfstandigen) en uiteindelijk die van de hele samenleving. In sommige sectoren worden werknemers ontslagen en met behulp van fiscale regelingen (zelfstandigenaftrek) goedkoper ingehuurd om hetzelfde werk te doen. Maar ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt zijn nieuwe precaire contractvormen ontstaan (nuluren-, oproep- en andere contracten) die de inkomenszekerheid van mensen aantasten. Werkgevers/opdrachtgevers gaan op zoek naar het laagste punt. Juist deze verwerpelijke vormen van flexibilisering zijn de afgelopen jaren het hardst gegroeid. Heel begrijpelijk dat de FNV hier paal en perk aan wil stellen. Risico flex niet in prijs verwerkt Met betrekking tot de positie van de zzp’ers valt bovendien iets op. Wanneer je een vliegticket of een hotelkamer boekt met een vaste vertrekdatum betaal je minder vergeleken met een ticket waarmee je later de vertrekdatum kunt bepalen. Voor flexibiliteit betaal je dus meer. Voor zzp’ers geldt dat zij elke dag leven met een stuk onzekerheid en dat daarvoor ook een hogere vergoeding mag worden gevraagd en ontvangen, nog los van het punt dat je als zzp’er geacht wordt je eigen pensioen, AOV e.d. te betalen. Dus, waarom geldt het principe dat je voor flexibiliteit meer betaalt niet voor alle lagen van de arbeidsmarkt? Vakbond hard nodig Natuurlijk zijn er genoeg zzp’ers die zich prima redden. De meerderheid zelfs, denken wij. Die kunnen lid worden van de FNV vanwege de uitstekende juridische dienstverlening, vanwege inkoopvoordelen of gewoon uit solidariteit met werkenden die minder succesvol zijn dan zij. Maar als het gaat om uitbuiting, dwang, lage tarieven, geen onderhandelingspositie of afbraak van verworven rechten, dan hebben veel zzp’ers hier helaas ervaring mee. Dan is krachtenbundeling in Den Haag en de polder toch nodig. Wij denken niet dat de meeste ingehuurde postbestellers bij PostNL, de schoonmaaksters of beveiligingsbeambten bij Schiphol of de zelfstandige tolken en vertalers in hun eentje in staat zijn om voor hun eigen belangen op te komen. Soms is het noodzakelijk dat een vakbond dat voor hen doet. FNV is de grootste vakbond van Nederland en heeft naast meer dan een miljoen werknemers ook tienduizenden zzp’ers onder haar leden. Dus kan de FNV arrangementen afspreken die de nadelige gevolgen van precarisering tegengaan, en ervoor zorgen dat alle werkenden – werknemers én zelfstandigen – daarin samen optrekken. Zorg ervoor dat alle werkenden gewapend zijn tegen de turbulente veranderingen op de arbeidsmarkt. Dat kan concreet door bijvoorbeeld afspraken in de CAO’s op te nemen, dat zzp’ers die dat nodig hebben of wensen, gebruik kunnen maken van de sociale arrangementen in sectoren. Laat hen daar dan ook aan bijdragen. En laat de zelfstandigen die dat niet nodig hebben hun eigen boontjes doppen, als ze dat graag willen. Laat hen dan buiten die arrangementen en maak duidelijk dat ze er dan ook geen gebruik van kunnen maken. Zorg ervoor dat alle werkenden gewapend zijn tegen de turbulente veranderingen op de arbeidsmarkt. Zorg dat iedereen ‘arbeidsmarkt-fit’ blijft. Dus blijven leren en je competenties bijhouden en aan de slag blijven om je pensioen gezond te halen. Het issue is dus niet de flexibilisering zelf, of meer of minder daarvan. Het issue is slechte flexibilisering… de onzekerheid die dat met zich meebrengt voor elk individu waarbij uiteindelijk de kosten worden afgewenteld op de samenleving. Mark Bassie schreef dit artikel met Etienne Lemmens. Geplaatst in ZP en Ondernemen, ZP en Politiek | Tags flexmarkt, zzp-beleid | 5s Reacties
Kameroverleg over Wet DBA uitgesteld Geplaatst 30 mei 2017 door Hugo-Jan Ruts De vergadering van de Tweede Kamer over de Wet DBA is uitgesteld. Donderdag 1 juni zou de commissie Financiën de derde voortgangsrapportage over de omstreden wet bespreken. Ook een rapport van een werkgroep van ambtenaren, waarin 10 verschillende mogelijkheden staan opgesomd om uit de impasse van de Wet DBA te komen, stond op de agenda. Dat overleg is nu uitgesteld tot 29 juni. De Kamerleden willen nu eerst meer tijd hebben om feitelijke vragen te stellen over dat lijvige rapport. Dit vraag-en-antwoordspel over deze voor de Kamerleden steeds complexere materie zal enkele weken duren. Discussie ondertussen over meer dan alleen schijnzelfstandigheid Het rapport van de werkgroep bestaande uit ambtenaren van vier betrokken ministeries, heeft de discussie over de Wet DBA mogelijk wat overzichtelijker gemaakt. Maar niet makkelijker. Veel van de uitgewerkte opties gaan over veel meer dan over het bestrijden van schijnzelfstandigheid. Met regelmaat betrekken de ambtenaren in hun opmerkingen de verschillen tussen werknemers en zelfstandigen op het terrein van de fiscus en van de sociale zekerheid. Daarmee gaat de discussie over de Wet DBA al lang niet meer sec om het kunnen bestrijden van (gedwongen ) zelfstandigheid. Mogelijk niet onterecht. Verschillende politieke partijen hebben, vooral in de Eerste Kamer, ook erop aangedrongen dat het Kabinet eerst met een integrale visie op zelfstandigen komt voordat één aspect via de Wet DBA aangepakt wordt. Omdat het Kabinet daar niet uitkwam en ook niet het debat over het IBO-zzp-rapport wilde, is van die route nooit iets terecht gekomen. De staatssecretaris kwam met een Wet, en stelde toen een commissie van wijzen voor die de Wet moest beoordelen (nadat deze al geïmplementeerd was). Een negatief oordeel van die commissie leidde tot de ambtelijke commissie die recent 10 beleidsopties op een rij zette. En die commissie verwijst tussen de regels door naar het IBO-zzp-rapport dat om een kabinetsvisie vraagt. Andersom was handiger geweest… Langere gedoogperiode, langer onzekerheid Ondertussen blijven we zitten met een impasse. De Wet is er, ook al wordt hij niet gehandhaafd. Die gedoogconstructie heeft grote institutionele inleners als beursgenoteerde ondernemingen en overheden er echter nog niet toe aangezet om hun terughoudendheid rond inhuur van zzp’ers te laten varen. Staatssecretaris Wiebes probeert in zijn rapportage te doen alsof de Wet geen effect heeft op zelfstandigen. Toch lijken er nog genoeg zelfstandigen die, naar eigen inzicht, onterecht de dupe zijn van de Wet DBA. Het verlengen van de periode van ‘niet-handhaven’ zal voor deze groep niet veel oplossen. Geplaatst in ZP en Ondernemen, ZP en Politiek | Tags Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie | 3s Reacties
Wet DBA: Failure is not an option Geplaatst 29 mei 2017 door ABU Een paar jaar geleden was ik met mijn gezin op vakantie in Amerika. Op het programma stond onder andere een bezoek aan het Kennedy Space Center (KSC). KSC is de lanceerbasis van de NASA. Vanaf deze lanceerbasis werden in het verleden onder meer de Apollo-vluchten voorbereid. Bij de Apollo-vluchten denk je al snel aan de beroemde redding van de Apollo 13, alsmede aan het bekende citaat ‘failure is not an option’. Hieraan moet ik denken als men mij vraagt hoe het nu verder moet met de Wet DBA. Falen is inderdaad geen optie. Er moet snel een oplossing komen. Een oplossing die recht doet aan het grote (economische) belang van deze groep van werkenden voor de BV Nederland. Niet meer: “werknemer, tenzij” Hoe ziet deze oplossing eruit? Op dit moment geldt dat alles een arbeidsovereenkomst is, tenzij. Dit uitgangspunt zal je moeten vervangen door een ander uitgangspunt: als je ondernemer bent, dan ben je geen werknemer. Hoe kan je dit nieuwe uitgangspunt in de wet tot uitdrukking brengen? Het civiele recht kent op dit moment al zogenaamde ondernemersovereenkomsten. Dit zijn overeenkomsten waarbij de diensten en/of producten van ondernemers centraal staan. Denk bijvoorbeeld aan de overeenkomst van opdracht. Voor de ondernemersovereenkomsten kun je bepalen dat als een overeenkomst als een ondernemersovereenkomst kwalificeert, de wettelijke bepalingen van de arbeidsovereenkomst niet van toepassing zijn. Evident misbruik bestrijden Een kanttekening is hier wel op zijn plaats. Het is van belang dat iedere werkende vrij is in zijn/haar keuze voor ondernemerschap of werknemerschap. Dat moet een bewuste keuze zijn en de werkende moet de gevolgen van deze keuze zelf goed kunnen overzien. (Evident) misbruik en oneigenlijk gebruik moet – net als nu – bestreden worden. Failure is inderdaad not an option. Ik hoop dat we voor het zomerreces een nieuw kabinet hebben. Een kabinet dat in staat is om snel en daadkrachtig te handelen en wel in het belang van alle werkenden, en in het bijzonder voor de groep zzp’ers. Geplaatst in ZP en Ondernemen, ZP en Politiek | Tags ABU, Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie | 1 Reactie
‘Wie niet openstaat voor hybride professionals, loopt zeker talent mis’ Geplaatst 29 mei 2017 door Peter Boerman Dat de vaste baan zijn hoogtepunt gehad heeft, dat is bekend. In 2004 had nog 73 procent van de werkenden een vast dienstverband, in 2010 stond de teller op 67 procent, en in 2016 daalde dit aantal verder, nu naar 61 procent. Tegelijkertijd groeide het aantal tijdelijke contracten, gedetacheerden, uitzendkrachten en zzp’ers. Die laatste groep neemt zelfs heel hard toe: jaarlijks met netto meer dan 40.000. Zo werd begin 2016 de grens van 1 miljoen zzp’ers bereikt. Een trend die nergens in de wereld zo sterk is als in Nederland. De generatie die nu de werkvloer betreedt heeft behoefte aan verschillende werkgevers, tegelijkertijd of na elkaar En dan is er nog een derde groep in opkomst: de tussengevallen, ook wel: de ‘hybride professional’ genoemd. Mensen die een vaste baan, al dan niet in deeltijd, combineren met het ondernemerschap. Een webwinkel in de avonduren, een adviespraktijk naast een kleine baan, de journalist die freelance werkzaamheden combineert met 1 of 2 dagen in de week vast werk op een redactie. Handig vanwege enerzijds de zekerheid, en anderzijds toch de vrijheid om een onderneming op te zetten. De baan voor het leven is achterhaald Het is een groep die meestal niet veel aandacht krijgt, vooral omdat ze eigenlijk niet in een hokje passen. Maar volgens een recent whitepaper van FastFlex zou het lot van die hybride professional wel wat meer aandacht mogen hebben. ‘De meeste organisaties zijn, vanuit de historie, nog erg gericht op lange dienstverbanden’, zegt Niels Huismans, business development consultant bij sourcing partner FastFlex en opsteller van de whitepaper. Maar die ‘baan-voor-het-leven’ is volgens Huismans in werkelijkheid allang achterhaald. ‘De generatie die nu de werkvloer betreedt heeft behoefte aan verschillende werkgevers, tegelijkertijd of na elkaar. De ‘gig economie’ ontwikkelt zich: Mensen werken steeds vaker op projectbasis of in kortstondige dienstverbanden, zowel opeenvolgend als parallel aan elkaar. Ook multi-jobbing, een uit Amerika overgewaaid fenomeen, rukt op. Nederland telde in 2015 al 500.000 multijobbers, zowel mensen die verschillende banen met elkaar combineren (baanstapelaars) als hybride professionals, mensen die een baan met ondernemerschap combineren.’ De hybride relatie is een blijvertje Volgens cijfers van de Kamer van Koophandel waren er begin 2016 zo’n 425.000 mensen die een onderneming draaiden voor minder dan 15 uur per week. Ten opzichte van het jaar daarvoor is dit een stijging van 4 procent. In 2015 deed meer dan 1 op de 3 startende ondernemers dat ondernemen slechts parttime. Over de afgelopen 5 jaar steeg het aandeel parttime ondernemers – onder wie relatief veel vrouwen maar liefst met 80%. Die hybride vorm is een blijvertje, aldus Huismans. Vandaar ook het whitepaper, zegt hij. Om bedrijven te laten zien hoe ze er het best mee kunnen omgaan. En om professionals te laten zien hoe je hierover afspraken kunt maken. ‘We willen de trend inzichtelijk maken. En duidelijk maken waar je op moet letten. Anders kunnen ook de nadelen van de hybride relatie, zoals belangenconflicten, de kop opsteken. Helaas worden die goede afspraken nog veel te weinig gemaakt.’ Onderzoek: slechts 15% tot hybride gedwongen FastFlex heeft voor de whitepaper eerst onderzoek gedaan, onder 285 respondenten. Daaruit blijkt onder meer dat de meeste ‘hybride professionals’ bewust hebben gekozen voor deze arbeidsvorm. Van hen doet 1 op de 3 dat vanwege de financiën, maar een twee keer zo grote groep vooral met het oog op de ontwikkeling, afwisseling en ‘employability’ die de hybride vorm met zich mee kan brengen. Als je het goed regelt, kun je profiteren van ‘the best of both worlds’ Slechts een kleine groep van zo’n 15 procent noemt zich min of meer ‘gedwongen’ tot de hybride vorm, omdat ze bijvoorbeeld bij hun werkgever geen fulltimebaan kunnen krijgen. Voor academisch geschoolden geldt dit overigens nog maar voor 6 procent, zo blijkt. Bij hen speelt naar eigen zeggen de kans op ontwikkeling een veel grotere rol. ‘The best of both worlds’ De groei van het aantal hybride professional verbaast Huismans overigens weinig. Als je het goed regelt, kun je dan namelijk profiteren van ‘the best of both worlds’, zegt hij. ‘Als werknemer ben je verzekerd van een uitkering bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid, je bouwt pensioen op en vaak krijg je als werknemer ook nog de kans om door de werkgever betaalde opleidingen te volgen. Aan de andere kant kun je als ondernemer zelf je tijd indelen, en zelf je tarieven vaststellen. Daarnaast kun je ook nog in aanmerking komen voor allerlei fiscale tegemoetkomingen, zoals de investeringsaftrek en winstvrijstelling.’ Bovendien ontstaat door banen te combineren meer afwisseling in het werk aldus Huismans. ‘Dat kan weer leiden tot meer frisse energie en motivatie.’ En dan staat zo’n hybride baan-combinatie ook nog eens goed op je CV. ‘Uit Brits onderzoek is gebleken dat banen combineren de mobiliteit op de arbeidsmarkt vergroot. Kunnen schakelen tussen diverse werksituaties en werkeisen wordt bovendien gezien als een zogeheten 21st century skill.’ Praktijk lang niet zo rooskleurig Toch, ondanks die mooi klinkende combinatie, is de praktijk lang niet altijd zo rooskleurig, dat weet Huismans ook. ‘Werknemers lopen bijvoorbeeld nogal eens aan tegen coördinatieproblemen en hebben moeite hun tijd eerlijk in te delen. Dat kan stress met zich meebrengen.’ In ons onderzoek geeft 74% aan dat een hybride arbeidsrelatie kan leiden tot integriteitsconflicten De hybride professional moet bovendien ervoor zorgen dat belangen van de werkgever en van zijn opdrachtgevers niet botsen. Daarom is het zaak dat vroegtijdig bespreekbaar te maken, aldus Huismans. ‘Als je vooraf geen goede afspraken maakt, kun je achteraf in de problemen komen.’ Vanuit werkgevers zijn de op de loer liggende belangenconflicten ook de grootste bron van zorg, zo blijkt. ‘In ons onderzoek geeft 74% aan dat een hybride arbeidsrelatie kan leiden tot integriteitsconflicten’, zegt Huismans. ‘Ook al heeft nog niet eens 20% zulke conflicten ooit ook daadwerkelijk ervaren.’ Uit het onderzoek blijkt wel dat 28% van de professionals weleens ‘wrijving’ ervaart bij het afwegen van diverse belangen. Waar ligt de loyaliteit: bij de werkgever, of toch bij de eigen business? ‘Zeker als de hybride professional in zijn eigen onderneming soortgelijk werk verricht als in loondienst, kan dit een probleem zijn.’ Ga het gesprek aan Maar dat betekent niet dat je als werkgever dan maar moet proberen om die eigen onderneming te verbieden, of moet proberen de werknemer te ontslaan, stelt Huismans nadrukkelijk. ‘Ga liever het gesprek aan, wees transparant tegenover elkaar en probeer duidelijke afspraken te maken.’ Volgens Huismans zijn de hybride professionals namelijk onmisbaar in de huidige strijd om talent. ‘Ze maken organisaties toekomstproof. En organisaties die hier goed mee omgaan, kunnen talent beter vinden en binden. Door de snelle technologische ontwikkelingen specialiseren professionals zich steeds verder op een afgebakend kennisgebied. Hierdoor vullen hun werkzaamheden steeds minder vaak een volledige werkweek binnen één organisatie.’ Nederland is hier ideale proeftuin voor Organisaties moeten hierop inspelen en een weg vinden in de mix van vaste en flexibele contracten, zegt Huismans. ‘Nederland is een ideaal land hiervoor. Organisaties en professionals kunnen dat hier op een goede manier faciliteren. Ondanks de politieke discussies en de impasse over bijvoorbeeld het DBA-dossier kunnen we een voorsprong nemen ten opzichte van andere Europese landen. Vooral dankzij onze diverse mogelijke contractvormen, het huidige sociale stelsel en de mate van flexibilisering die wij al hebben.’ Lees hier de hele whitepaper over de hybride professional Geplaatst in Professioneel inhuren, Toekomst van Werk | Tags hybride professionals | 1 Reactie
Joep Schrijvers: ‘Een narcistische leider is spannender dan een heilig boontje’ Geplaatst 26 mei 2017 door ManagementBoek.nl Eerst de Rat, nu ontspoorde leiders: Joep Schrijvers heeft iets met vervelende types. Zelf weet hij ook niet precies waar dat vandaan komt. ‘Ik heb een fascinatie voor het kwaadaardige, het duivelse en het irrationele. Daar ben ik ook gaandeweg achter gekomen. Ik ben een huidarts die meer geïnteresseerd is in een zwerende puist dan in een gaaf kinderhuidje. Waarschijnlijk heeft dat iets te maken met het taboe van het kwaad, met datgene wat er eigenlijk niet mag zijn. De narcistische leider vind ik ook spannender dan het heilig boontje dat iedereen tot ontplooiing brengt. Dat geloof ik wel.’ Daar komt bij dat het de hoogste tijd was voor een beetje tegengas in de leiderschapskunde, vertelt Schrijvers in zijn schrijfstudio in Amsterdam-West. Sinds James MacGregor Burns in de jaren zeventig het concept van het ethisch leiderschap introduceerde, leek het wel alsof er alleen nog in positieve termen over leiders geschreven kon worden. ‘Kwaadaardig leiderschap is geen leiderschap, vond Burns. Ontspoorde leiders zijn boeven en hoeven niet bestudeerd te worden. Sindsdien lijkt het wel alsof de leiderschapsindustrie aan suikerziekte lijdt, zo zoetig zijn alle verhalen. In de literatuur ontbreekt het onderwerp bijna volledig. Het gaat over persoonlijke effectiviteit, over ethiek en over transformationeel leiderschap. Honing en bloemetjes. Azijn lijkt niet meer te bestaan. Maar kwaadaardig leiderschap is er natuurlijk wel degelijk.’ Baksteen Aanvankelijk had Schrijvers niet eens in de gaten dat hij een vervolg op de Rat aan het schrijven was. Hoe raak je ze kwijt? komt voort uit de uitgebreide studie die hij doet naar de geschiedenis van het leiderschapsdenken, die over een jaar of vijf moet resulteren in een encyclopedie, de ‘baksteen’, zoals Schrijvers het zelf noemt. ‘Elke generatie heeft altijd mensen gehad – vooral mannen van middelbare leeftijd – die gaan opschrijven wat de toekomstige generatie leiders zou moeten doen’, vertelt Schrijvers. ‘De laatste honderd jaar is veel van dat soort werk toegankelijk gemaakt door wetenschappers. Eigenlijk laten die boeken zich altijd samenvatten in drie zinnen: doe dit, laat dat en denk erom! Alsof je de boze blanke man tegenover je hebt, maar dan in de Oudheid, de Middeleeuwen of de Renaissance. Geweldig bronmateriaal voor mijn studie. Waar ik de boormachine ook in de grond zette, spoot de olie omhoog. Iemand ergens in de Midwest van de VS heeft vijf jaar van zijn leven besteed aan een proefschrift over Theodulfus, een edelman aan het hof van Karel de Grote die het oudste anti-corruptiemanifest heeft geschreven. Dat is toch schitterend?’ Schrijvers is verrukt door de rijkdom van de oude teksten. ‘Ons managementdenken staat in een grote, eerbiedwaardige traditie. Die moeten we in ere houden.’ Hij heeft wel meer pareltjes bovengehaald, zoals bijvoorbeeld Étienne de la Boétie, de bedenker van de piramide der gunsten waarmee de leider zijn onderdanen koest hield. ‘De la Boétie beschrijft in de zestiende eeuw al heel scherp hoe je iedereen zo gek krijgt om mee te gaan doen. De baas maakt zijn hofhouding afhankelijk met gunsten, de hofhouding doet hetzelfde met de kring daaronder, en zo wordt iedereen helemaal dat systeem ingezogen. Het is de blauwdruk van een totalitair systeem, het is pure organisatiekunde. Het gaat niet meer om de rechtvaardiging van het bestuur, het gaat over de structuur. Dat vind je prachtig terug bij De la Boétie.’ Grote boze wolf In Hoe raak je ze kwijt? gaat Schrijvers met bijna satanisch genoegen in op acht verschillende typen ontspoorde leiders, van narcisten tot wegkijkers, van contactgestoorden tot leiders met een Messias-complex. Die laatste groep is het ergste, vindt hij: dat zijn leiders die appelleren aan het onbehagen en de verlangens van hun volgers en die deze gevoelens met hun charisma proberen te laten versmelten, zodat elke kritische distantie verdwijnt. Maar het gaat Schrijvers vooral ook om de vraag waarom leiders kunnen ontsporen. Net als in de Rat draait het om handelingskennis: wat moet je met die ontspoorde leiders? Hoe kom je eraf? Leiders kunnen alleen maar de fout ingaan als hun volgers dat toestaan, is zijn stelling. Wij zijn geneigd ons vrijwillig over te geven aan de nukken van de leiders. Dat is deels ingebakken, citeert hij de evolutionair sociaalpsycholoog Mark van Vugt. ‘Als je leiders wilt begrijpen, moet je de volgers snappen, heeft Van Vugt eens gezegd. Dat is een tegeltjeswijsheid waarop ik stikjaloers ben. Als kind volg je je ouders, want dat betekent dat je kans op overleven groter is. De kinderen die dat niet doen, worden opgegeten door de grote boze wolf. Voor het overleven van de groep is het handig als één iemand de coördinatie op zich neemt. De leider zegt: volg mij, dan loopt het goed met jou af. De volger gelooft hem en zegt: ik denk dat het goed met mij afloopt als ik jou volg. Maar wel altijd met een voorbehoud: tot nader order. Als ik merk dat het niet zo is, kies ik een ander. De democratie zoals wij die kennen, is daar misschien het beste voorbeeld van. Als wij genoeg hebben van onze leiders, laten wij ze vallen.’ In organisaties gebeurt dat omfloerster, door de leiders niet meer te steunen of te saboteren. ‘Medewerkers zijn niet machteloos, ze kunnen de boel behoorlijk verstieren. Denk maar aan de Belastingdienst, of aan organisaties in de zorg of het onderwijs. Daar kunnen zij behoorlijk veel invloed uitoefenen. Dat vind ik een goede zaak. Professionele ongehoorzaamheid is een groot goed wanneer de leider de missie van de organisatie uit het oog verliest. De Amerikaanse volgersgoeroe Chaleff vergelijkt het met een blindengeleidehond: die moet ook gehoorzaam zijn aan zijn baas, maar als die op het verkeerde moment een drukke straat wil oversteken, moet de hond dat toch echt weigeren. In ons professionele leven geldt daarom wel: comply or explain, gehoorzaam of leg uit. Wanneer je ongehoorzaam bent, moet je dat wel kunnen uitleggen.’ Kalasjnikov Wie een boek schrijft over kwaadaardig leiderschap, ontkomt er niet aan ook het ultiem slechte leiderschap te beschrijven, dat van Hitler, Stalin en andere tirannen. ‘Dat speelt op de achtergrond altijd een rol’, zegt Schrijvers. ‘Als we het over leiderschapsmythen hebben, over hoe je dat in de markt zet, kom je toch uit bij Joseph Goebbels. Daar zijn wij in Europa nog altijd door getekend. Het leiderschap van Hitler – en ook Stalin – is crimineel misdadig leiderschap geweest, maar mijn hemel: wat heeft Goebbels goed nagedacht over hoe hij Hitler als Messias neerzette. Als hij niet zo kwaadaardig was geweest, hadden we nu de jaarlijkse Goebbels Award voor pr en spindoctoring gehad. Die kwaadaardigheid in zijn ultieme, extreme vorm is natuurlijk afschuwelijk, maar ook fascinerend.’ ‘Ik heb ook over dit aspect van kwaadaardig leiderschap durven schrijven omdat John of Salisbury een van de aanleidingen was voor dit boek. Hij was een bisschop en diplomaat die in de twaalfde eeuw een boek schreef over het recht van de onderdaan om zijn leider te vermoorden. Het is het enige hoofdstuk waarin ik geen hyperbolen, ironie of sarcasme heb gebruikt. Maar de Kalasjnikov mag niet onbesproken blijven. Het is eng, maar het moet. Ik heb er een disclaimer aan toegevoegd: als er weer een politieke moord in ons land wordt gepleegd en de politie bij de dader thuis mijn boek op de keukentafel vindt, heb ik liever niet dat de vinger naar mij wijst. Het mag duidelijk zijn dat mijn voorkeur uitgaat naar andere methodes om van ontspoorde leiders af te komen.’ Joop den Uyl Na de stortvloed aan slechtigheid valt op hoe genuanceerd Schrijvers zelf is in zijn nawoord, dat hij de kop ‘coda’ heeft meegegeven. ‘Ik pleit voor een uitgebreid systeem van checks en balances ter voorkoming van ontsporing van het leiderschap: goed en professioneel toezicht, macht voor de medewerkers. Dat is de Joop den Uyl in dit boek: spreiding van macht werkt het beste. Het is een oude gedachte, die teruggaat op de Magna Carta uit de twaalfde eeuw, het verdrag waarmee de edellieden in Engeland Jan zonder Land in toom hielden, en op de Trias Politica, de scheiding der machten. Dat blijkt toch telkens weer het best te werken.’ Terwijl hij gestaag verder werkt aan zijn encyclopedie, verheugt Schrijvers zich nu al op zijn volgende tussenresultaat: een boek over de smerige trucs die vrouwen uithalen. ‘Die zijn er absoluut. Geen twijfel mogelijk. Ik wil veertig interviews doen met vrouwen aan de top, die ik vervolgens anoniem ga verwerken. Anders vertellen ze mij niet alles. Dit boek moet er absoluut komen, want nagenoeg alle adviesboeken voor leiders zijn geschreven door mannen, voor mannen en gemodelleerd naar mannen. De titel heb ik al: Wijvenstreken. Het komt over een jaar of twee. Dan is de trilogie die ik ben begonnen met de Rat compleet.’ Op 22 juni 2017 spreekt Joep Schrijvers op het Seminar: Nieuw leiderschap. Meer lezen? Zie het boek “Hoe raak je ze kwijt? Over ontspoorde leiders en slechte managers” (Tekst: Hans van der Klis, dit interview is eerder verschenen op ManagementBoek.nl) Geplaatst in ZP en Ondernemen | Tags boek, leiderschap | Laat een reactie achter
Klare wijn schenken over het lot van de zelfstandige Geplaatst 24 mei 2017 door Stef Witteveen Dagelijks hebben we bij Uniforce contact met freelance professionals, intermediaire partijen en met opdrachtgevers. Daarbij merken we dat er door de meeste partijen inmiddels een voorlopige methode is gevonden om met zzp’ers te werken maar dat de DBA-angst er bij de meeste opdrachtgevers nog flink in zit. En zolang de overheid geen duidelijkheid schept over de grens tussen zelfstandigheid en schijnzelfstandigheid, wordt die angst ook niet minder. De kwestie ligt vermoedelijk te gevoelig voor een demissionaire staatssecretaris, zoals ook bij de laatste voortgangsrapportage van Wiebes al duidelijk werd. Veel belanghebbenden rekenen desondanks op snelle helderheid. Risico 0 Vooral grotere opdrachtgevers (die met minstens tientallen zzp’ers samenwerken) nemen nu alleen genoegen met een ongeclausuleerde vrijwaring van werkgeversverplichtingen, voordat ze een professional inhuren. Als die vrijwaring niet door de Belastingdienst is geautoriseerd, gaat de opdracht voor de zzp’er vaak alsnog niet door. Een door de Belastingdienst goedgekeurde model- of voorbeeldovereenkomst is meestal niet voldoende, omdat die namelijk niet ongeclausuleerd is. Zeker als de feitelijke werksituatie zich zou kunnen kwalificeren als dienstbetrekking, beschouwen opdrachtgevers zo’n overeenkomst van opdracht terecht als onvoldoende veilig. Sinds de VAR is komen te vervallen, zegt de Belastingdienst dat deze werksituaties zullen worden gecontroleerd. Dit jaar richt de fiscus zich nog uitsluitend op zogenaamde ‘kwaadwillende’ opdrachtgevers, maar in 2018 wordt een bredere aanpak verwacht. Tenzij de nieuwe regering daar iets aan verandert. Sneller een dienstverband eisen Naast een fiscaal risico lopen opdrachtgevers ook arbeidsrechtelijke risico’s. Mede door de Wet Aanpak Schijnconstructies kunnen zzp’ers, als hen dat zou uitkomen, namelijk veel gemakkelijker een dienstbetrekking bij de opdrachtgever eisen. Ook belanghebbenden als pensioenfondsen, vakbonden of verzekeringsmaatschappijen kunnen dat namens de zzp’er doen. Zzp’ers die zonder inkomen komen te zitten omdat ze geen nieuwe opdracht kunnen vinden of omdat ze arbeidsongeschikt zijn geworden, kunnen door een dienstverband te claimen toch een inkomen krijgen. Achter brede schouders Al met al logisch dat opdrachtgevers alleen zonder deze risico’s met zzp’ers werken. Maar hoe zal de politiek hierop reageren? Niemand rekent erop dat de vrijwel ongeclausuleerde vrijwaring van de VAR ooit nog terugkeert. Voorlopig wachten veel opdrachtgevers en ook intermediairs de ontwikkelingen in Den Haag af. Ondertussen zorgen ze dat ze de situatie zo veilig mogelijk inrichten. In veel gevallen betekent dit dat alle zzp’ers achter de ‘brede schouders’ van een tussenpartij worden gebracht door hen uitsluitend via een intermediair in te huren. We zien ook dat er meer met een zogenoemde G-rekening wordt gewerkt, een geblokkeerde rekening die opdrachtgevers kunnen gebruiken om loonheffingen en btw van door hen ingehuurd personeel aan de Belastingdienst of aan onderaannemers te voldoen. Daarnaast huren opdrachtgevers zzp’ers ook korter in (in elk geval niet voorbij 1 januari 2018), zodat ze bijtijds van een eventueel risicovolle inhuursituatie af kunnen. Als dan blijkt dat zzp’ers evident in een schijnzelfstandige situatie werkten, is hun opdracht vaak al beëindigd. Of hen is te kennen gegeven dat ze het betreffende werk alleen kunnen blijven doen in een loondienstverband. In de praktijk betekent dit meestal dat ze moeten kiezen voor een dienstverband met de intermediair, in de vorm van payroll of detachering, of voor het loondienstverband met een Declarabele Uren B.V. volgens het Uniforce-concept. Administratieve rompslomp Omdat de overheid nog niet handhaaft en ook nog niet duidelijk maakt waar voor haar de grens ligt tussen zelfstandigheid en schijnzelfstandigheid, kunnen de meeste zzp’ers nu nog in hun opdracht blijven. Ze hebben wel moeten accepteren dat ze via een tussenpartij worden ingehuurd en ook dat er veel meer administratieve rompslomp bij komt kijken. Deze ergernissen zijn echter peanuts vergeleken met het risico dat een opdracht zomaar kan stoppen, tenzij ze in een dienstverband stappen. Zzp’ers met een eenmanszaak zullen dan wel hun fiscale faciliteiten verliezen (ondernemersaftrek, MKB-winstvrijstelling en startersaftrek) en bovendien sociale premies moeten afdragen. Daar staat tegenover dat ze dan wel in het sociaal stelsel vallen en niet zo’n dure, particuliere AOV hoeven af te sluiten, als ze dat al hadden gedaan. Doorpakken Ondertussen leven zzp’ers al sinds 2014 in onzekerheid. De overheid begon toen al te speculeren over de bestrijding van schijnzelfstandigheid. Eerst zou dat via een nieuwe webmodule gebeuren, daarna zou het de BGL (Beschikking geen loonheffing) worden en tenslotte kwam de Wet DBA. Hoe nu verder? De hele Tweede Kamer wil de schijnzelfstandigheid bestrijden. Maar de Belastingdienst worstelt enorm met het hoé. Mogelijk doordat het niet om het fiscaal recht gaat maar vooral om arbeidsrecht, of doordat er onvoldoende kwalitatieve en kwantitatieve controle capaciteit is. Of misschien geeft de politiek ook wel te onduidelijke en dubbelzinnige signalen af. Het zal uiteindelijk wel weer een combinatie van factoren zijn. Ondertussen blijven de nadelen van schijnzelfstandigheid bestaan en neemt de onzekerheid toe, net als de bureaucratie. Het is echt beter om klare wijn te schenken en door te pakken dan te proberen de kool en de geit te sparen. Geplaatst in ZP en Ondernemen, ZP en Politiek | Tags Uniforce, Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties | 2s Reacties