"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Gaan PVV, NSC en VVD elkaar vinden qua arbeidsmarktbeleid en zzp?

Misschien is het nog veel te vroeg, maar toch maakt ZiPconomy hoofdredacteur Hugo-Jan Ruts alvast een analyse van de arbeidsmarktstandpunten van de drie mogelijke onderhandelingspartijen.

Nederland is naar de stembus geweest en dat heeft een forse verschuiving in het politieke landschap veroorzaakt. Partijen moeten nu hun positie de komende dagen nog gaan bepalen. Het meest denkbare scenario is toch dat PVV, NSC en VVD op zijn minst gaan verkennen of gezamenlijk een kabinet te vormen is. 

Het is erg vroeg en speculatief. Toch ook interessant om eens te bekijken hoe deze drie partijen zich tot elkaar verhouden als het gaat om arbeidsmarktpolitiek. Dat op basis van wat de drie partijen in hun programma’s hebben geschreven en wat het stemgedrag geweest is de afgelopen twee jaar. Immers, minister Van Gennip had een fors pakket in ontwikkeling. Een vertaling van de adviezen van de commissies Roemer (arbeidsmigranten) en Borstlap. Waarvan de laatste dan weer uitgewerkt zijn in een breed gedragen polderakkoord (het SER MLT advies). 

NSC: Borstlap leidend

Voor de partij van Pieter Omtzigt dient het advies van de Commissie Regulering van Werk – onder leiding van Hans Borstlap – leidend te zijn het arbeidsmarktbeleid. De partij is in haar programma ook het meest uitgesproken over haar wensen ten aanzien van arbeidsmarkthervorming. Anders dan het huidige kabinet – en de SER – wil NSC wel het ontslagrecht hervormen en de loondoorbetaling bij ziekte voor het MKB inkorten naar één jaar. Daarnaast moet er een persoonlijk ontwikkelbudget komen voor alle werkenden, zo vindt NSC (Borstlap noemde dat een individuele leerrekening). 

Ook moeten er scherpere regels komen voor het onderscheid tussen werknemers, flex en zzp (de drie rijbanen). Fiscale verschillen tussen zzp en werknemers moeten verdwijnen. Uitzendwerk moet beperkt blijven tot 26 weken (fase A, dat was 78 weken, nu 52). Eerder stemde Omtzigt al voor een motie in die strekking, VVD en PVV stemden daar toen tegen. 

De VVD zal zich zeker herkennen in een flink deel van deze wensen. De PVV minder. In hoofdlijnendebatten over het rapport Borstlap, keerde de PVV zich, vaak zij aan zij met de SP, bijvoorbeeld tegen de hervorming van het ontslagrecht.

ZZP-beleid

NSC volgt ook rond het zzp-beleid nadrukkelijk Borstlap. De VVD minder. Het PVV standpunt is wat onduidelijk. 

De drie partijen zien in ieder geval niets in het conceptwetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelatie en Rechtsvermoeden (VBAR). Nadat ook werkgeversorganisaties en andere belangenbehartigers zich in de internetconsultatie tegen die wet gekeerd hebben, lijkt de toekomst van dat voorstel van Minister Van Gennip ongewis. 

Maar wat dan wel? De PVV houdt het simpel in haar programma: zzp’ers dienen geen onnodige extra regels of verplichtingen te hebben. De VVD stelt zich op het standpunt dat de beoordeling van de individuele zelfstandig ondernemer centraal moet staan, bijvoorbeeld door ondernemerscriteria bij wet vast te leggen. NSC kiest voor een duidelijke andere lijn. Niet de persoon, maar de opdracht moet beoordeeld worden. Duurt deze te lang, kost deze veel uren per week of is deze te laag betaald, dan zou die opdracht niet door een zzp’er gedaan moeten worden.

Over het ‘rechtsvermoeden bij laag tarief’, waarmee zzp’ers die onder de 32 euro per uur werken makkelijker hun recht kunnen halen om als werknemer gezien te worden, laten de drie partijen zich niet uit. Het politiek, maatschappelijk draagvlak onder dit onderdeel van de VBAR lijkt groot. 

Op het terrein van een arbeidsongeschiktheidsverzekering vindt de VVD het prima om met een collectieve publieke voorziening te komen voor zzp’ers, mits er een opt-out regeling is. NSC wil – met Borstlap – juist wel een verplichte regeling, maar dan wel eentje die voor alle werkenden hetzelfde is. Dat is een forse stelselwijziging waar bijvoorbeeld de vakbonden fel op tegen zijn. 

Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten

Een andere wet die het huidige kabinet – met steun van de polder – al heeft voorbereid is de Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten.

Daarin staan onder meer voorstellen voor de afschaffing van het nul-urencontract, inkorten van de fase A uitzendtermijn en een bredere toepassing van de inlenersbeloning. De behandeling daarvan is eerder ‘niet-controversieel’ verklaard. Dat lijkt nu niet direct te gaan veranderen, waardoor het proces van behandeling van de wet mogelijk gewoon doorgaat. Met natuurlijk de mogelijkheid dat de nieuw samengestelde Kamer wijzigingen gaat aanbrengen. 

Migratiebeleid

Het huidige kabinet viel over het migratiebeleid en het lijkt ook voor kiezers een belangrijk onderwerp te zijn. De drie partijen vinden elkaar in het algemene sentiment dat er een rem op migratie zou moeten komen. Maar er zijn verschillen.  

De PVV wil tewerkstellingsvergunningen voor arbeidsmigranten binnen de EU invoeren, iets wat nu alleen geldt voor arbeidsmigranten van buiten de EU. Ook wil ze een ‘opt-out’ voor EU-regelgeving rond migratie. Ook studiemigratie moet beperkt worden. 

Ook NSC wil een forse beperking van het aantal arbeids- en kennismigranten. De partij weet dat beperking van arbeidsmigratie binnen de EU niet snel te realiseren is en wil daarom ‘onderzoeken’  hoe daar meer grip op te krijgen is. NSC is van mening dat lidstaten enige controle moeten krijgen in het verkeer van personen binnen de Unie. 

Arbeidsmigranten buiten de EU wil NSC controleren door middel van een puntenmodel naar het Canadees model, waarbij onder andere leeftijd, opleidingsniveau, ervaring en talenkennis worden meegewogen. Ook de instroom van expats wil de NSC verminderen, onder andere door de fiscale voordelen van expats te verminderen. 

De VVD is stevig van toon als het gaat om asiel, maar minder uitgesproken als het gaat om arbeidsmigratie van binnen de EU. Immers, die arbeidsmigranten zijn op dit moment essentieel voor het draaiende houden van een aantal economische sectoren. De VVD vindt wel dat de eisen voor de arbeidsmigrant van buiten de EU moeten worden aangescherpt en is voor stimulering van terugkeer. 

Aanbevelingen Commissie Roemer

In het verlengde van de arbeidsmigratie liggen er nog de aanbevelingen van de Commissie Roemer over het verbeteren van de werk- en woonomstandigheden van arbeidsmigranten. Die aanbevelingen gaan ook over strengere controle op uitzendbureaus. 

De VVD wil – in lijn met de aanbevelingen van de Commissie Roemer – door met het aanpakken van malafide uitzendbureaus. De VVD wil dat er een bestuursrechtelijk verbod komt voor malafide uitzendondernemers die herhaaldelijk zijn bestraft. 

NSC spreekt zich nog wat meer uit. De partij wil strikte eisen gaan stellen aan de arbeidsvoorwaarden, -omstandigheden en huisvesting van arbeidsmigranten. Zij pleiten daarnaast voor een betere regulering van de uitzendsector en een “harde aanpak van malafide uitzendconstructies.” 

De PVV heeft zich in woord en gebaar (stemming moties) nooit erg enthousiast getoond over beleid dat gericht is op betere bescherming van arbeidsmigranten. 

Minister Van Gennip heeft ondertussen wel al de “Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA)” ingediend bij de Tweede Kamer. Daarin staat onder andere de certificeringsplicht voor alle bureaus die vallen onder de Waadi (dus ook detacheerders). Gezien de brede steun voor die wet, en de standpunten van NSC en VVD, is het goed denkbaar dat de behandeling van deze wet doorgaat. 

Pensioen

Rond het pensioen heeft de PVV het meest afwijkende standpunt. De partij wil de nieuwe Pensioenwet terugdraaien. Deze is in hun woorden ‘onverantwoordelijk’ en ‘extreem onzeker’. De AOW-leeftijd moet wat de PVV betreft verlaagd worden naar 65 jaar. Deze partij heeft zich in debatten al jaren geprofileerd op dit onderwerp. Alleen, de financiële consequenties van beide punten zijn zo groot, dat het lastig denkbaar is dat de PVV deze punten zal kunnen verzilveren. 

Toch is ook NSC – met Omtzigt al inhoudsdeskundige – kritisch over het nieuwe pensioenstelsel. NSC wil vooral dat de pensioenafspraken alleen kunnen worden gewijzigd met instemming van de deelnemers (werknemers en gepensioneerden). De VVD benadrukt vooral het belang van scherp toezicht door de overheid bij de overstap naar het nieuwe stelsel. 

De conclusie: overbrugbare verschillen

Of VVD en NSC ingaan op de uitnodiging van Wilders (“De partijen moeten over hun eigen schaduw heen springen”) is nog niet duidelijk. Er liggen ook een aantal grote hobbels als het gaat om meer principiële thema’s. Maar waar het gaat om het arbeidsmarktbeleid lijken de verschillen overbrugbaar. 

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

2 reacties op dit bericht

  1. “…door middel van een puntenmodel naar het Canadees model, waarbij onder andere leeftijd, opleidingsniveau, ervaring en talenkennis worden meegewogen”. Elke provincie in Canada heeft eigen immigratieregels – het is geen nationale beleid. Bijv. Québec haalt liever Franstaligen binnen. Immigratieregels maken dat werkt voor alle regio’s in NL gaat niet want elke regio heeft andere immigranten nodig. Niet doorgedacht. Zie https://www.thecanadianencyclopedia.ca/en/article/immigration-policy

  2. Ik had gisteren een zeer inspirerend bijeenkomst met vakbroeders en -zusters. Dat gaf me veel inspiratie en energie.
    Daarom nog laat dit artikel gelezen.

    Enorm veel dank voor deze zeer handige en pragmatische samenvatting van ieder op zich best wel complexe onderwerpen. Ik word hier blij van.