Hugo-Jan Ruts 21 juni 2024 4 reacties Print Van Gennip stuurt nieuwe ZZP-wet naar Raad van StateMinister geeft slechts beperkt gehoor aan eerdere kritiek op Wet VBAR: het feit of iemand ondernemer is, blijft een marginale rol spelen. Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft vandaag – op de valreep – een nieuw concept van de wet VBAR naar de Raad van State gestuurd. De wet Verduidelijking Bewoording Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) moet het voor werkgevers, zelfstandigen en controlerende instanties zoals de Belastingdienst eenvoudiger maken om te beoordelen of een opdracht wel of niet ‘buiten dienstbetrekking’ kan worden uitgevoerd. Een tweede deel van de wet, het rechtsvermoeden, regelt dat werkenden die worden ingehuurd voor minder dan 33 euro per uur, eenvoudiger rechten als werknemer kunnen opeisen. Beperkte aanpassingen Het nieuwe voorstel wijkt op onderdelen af van een eerder concept, dat bij de internetconsultatie veel negatieve reacties ontving. In het eerste voorstel was uitgewerkt dat er apart gekeken werd naar de criteria ‘werkinhoudelijke instructies’ en ‘organisatorische inbedding’. Dit wordt eenvoudiger, en volgens de minister daarmee ‘meer in balans’. Er komen criteria die wijzen op ‘werknemerschap’. Daartegenover staan (contra)criteria die wijzen op ‘zelfstandigheid’. De elementen die wijzen op zelfstandigheid hebben allemaal te maken met zelfstandigheid binnen de context van de opdracht. Ze gaan niet over of iemand zelf ondernemer is. Op Linkedin geeft Van Gennip wat voorbeelden “Hoe word je aangestuurd en gecontroleerd? Heb je daar alle vrijheid in of sta je onder leiding van een ander? Doe je werk dat structureel gedaan wordt in een organisatie, een vaste plek in de organisatie heeft? En doe je hetzelfde werk als en met werknemers? Of werk je juist zelfstandig, voor je eigen rekening en risico? ” Alleen als werknemerschap en zelfstandigheid in evenwicht zijn, wordt er ook gekeken naar het feit of iemand ondernemer is, zo wordt duidelijk via bronnen. In een persbericht of het bericht van Van Gennip op Linkedin zegt daar niets over. Fundamentele bezwaren blijven overeind Minister Van Gennip lijkt er dus voor te kiezen om de toets op ondernemerschap pas te doen indien de elementen werknemerschap en zelfstandigheid in balans zijn. Dat idee was ook opgenomen in een eerdere variant van de VBAR. Juist dat stuk riep veel kritiek op bij zzp-organisaties, werkgevers en de flexbranche. Ook de VVD liet zich daar eerder kritisch over uit. Voor de liberalen dient de individuele positie van de ondernemer het vertrekpunt te zijn. De partij pleit – net als bijvoorbeeld zzp-belangenbehartiger VZN – voor een aparte rechtspositie voor zelfstandig ondernemers. Van Gennip lijkt die kritiek dus naast zich te hebben neergelegd. Lees ook: VVD kritisch op nieuwe zzp-wet: ‘Onevenwichtig en impact onduidelijk’ Vervolg Een adviesaanvraag bij de Raad van State is een gebruikelijke stap in het wetgevingsproces. Na het uitbrengen van dat advies, is het aan de minister om een – eventueel aangepast – wetsvoorstel in te dienen bij de Tweede Kamer. Dat is dus aan de nieuwe minister: Eddy van Hijum van Nieuw Sociaal Contract. In het hoofdlijnenakkoord ligt vastgelegd dat de vier partijen door willen met de wet VBAR. Maar daarin staat niet beschreven hoe om te gaan met de bezwaren die tijdens de internetconsultatie – maar ook door de VVD – zijn geuit. Duidelijk is wel dat het NSC enthousiaster is over de ‘lijn’ Van Gennip dan coalitiegenoten VVD en BBB. GroenLinks/PvdA en andere linkse partijen pleiten dan juist weer voor strengere criteria dan deze VBAR. Het is aan de nieuwe minister straks zowel in de Tweede als Eerste Kamer een meerderheid te vinden voor deze wet. Lees ook: Politieke meningsverschillen over nieuwe zzp-regels zijn groot Lees ook: (NSC) wil tempo met wetgeving hervorming arbeidsmarkt. “Beter is de grootste vijand van goed” Indien minister Van Hijum er voor kiest deze wet voor behandeling naar de Kamer te sturen en als deze daar mee akkoord gaat, dan zal deze in het meest positieve scenario niet voor 1 januari 2026 van kracht zijn. Een latere ingangsdatum ligt meer voor de hand. Ondertussen gaat de Belastingdienst per 1 januari 2025 wel alvast meer handhaven op schijnzelfstandigheid. Dat dan op basis van bestaande regels. Lees ook: Het einde van het handhavingsmoratorium op schijnzelfstandigheid is in zicht: wat nu? Wet VBAR, Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) Print Over de auteur Over Hugo-Jan Ruts Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts
Door al dat gedraai, weet ik inmiddels niet meer wat de huidige regels zouden moeten zijn. Misschien is het eens goed dat jullie dat voor eens en altijd uit de wereld helpen, door een een goed maar vooral duidelijk stuk te schrijven/publiseren waar de belastingsdient op gaat handhaven…
Beste Jos, Er is nu een nieuwe concept tekst (die niet openbaar is) naar de RvS gestuurd door een demissionaire minister. Het is aan een nieuwe minister om zijn – al dan niet met dit voorstel – iets te gaan doen of dat voorstel nog verder aan te passen (bijv na overleg binnen de nieuwe coalitie). Terecht geef je aan dat waar nu, en vooral ook na 1 januari 2025, op gehandhaafd wordt relevanter is. De aanleiding van een nieuwe wet (de V van VBAR staat voor ‘verduidelijking’) is dat de huidige regels niet duidelijke genoeg zijn. Immers het met vooral jurispudentie, en die ontwikkelt zich. De meest relevante uitspraak is de recente uitspraak van de Hoge Raad in de Deliveroo-casus. Daarin staat criteria die voor elke zelfstandige gelden. Zijn ze scherp en duidelijk? Beperkt… Zie dit artikel: https://www.zipconomy.nl/2023/04/de-betekenis-van-het-deliveroo-arrest-voor-intermediairs-en-opdrachtgevers-van-zelfstandig-professionals-zzpers/
Niet geluisterd, veel gedraai en niet transparant…….kleine samenvatting van bovenstaande reacties…….niets nieuws rondom dit dossier dus……!!! Laat mensen gewoon hun werk doen en wel op die wijze waar ze zelf voor kiezen…..we hebben al een ongelofelijk tekort……de bemoeienis van een overheid (zowel politiek als ambtelijk) zonder enige visie op het noodzakelijke arbeidsmarktbeleid helpt ons niet verder…….dus stoppen met dit gezever……