"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Wetten arbeidsmarkthervorming Rutte IV: de inkt is bijna droog, de handtekening blijft uit

Het kabinet Rutte IV is gevallen en ook de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is demissionair. Wat blijft er over van haar forse agenda met arbeidsmarkthervormingen? Wat is de status van de wetten die bijna klaar zijn?

Minister Karien van Gennip (CDA) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) loopt een half jaartje achter. Een groot deel van haar wetsvoorstellen om de arbeidsmarkt te hervormen had voor deze zomer bij de Tweede Kamer moeten liggen, maar dat zou september/oktober worden. Nu gooit de val van het kabinet die planning natuurlijk flink in de war. En dat terwijl politiek, polder en praktijk het unaniem hoog tijd vinden voor actie, na jaren van debat en gedoe.

Wat gaat door, wat niet?

Het is een politiek besluit of het demissionaire kabinet doorwerkt aan een plan of niet. Ten eerste kan het kabinet zelf besluiten niet verder te gaan. Daarnaast kunnen de Eerste en Tweede Kamer bepaalde wetsvoorstellen ‘controversieel’ verklaren. Als een deel van de Kamer vindt dat een onderwerp te politiek gevoelig is om demissionair te behandelen, dan stopt de voortgang. Het volgende kabinet mag dan opnieuw beginnen. 

Aanvankelijk wilde Tweede Kamer voorzitter Bergkamp al op 27 juli besluiten welke  onderwerpen controversieel verklaard worden. Dat wordt 12 september. Daarvoor is er een procedurevergadering van de vaste kamercommissie SZW om de meningen te inventariseren. 

Tot nu toe flinke vorderingen

Van Gennip begon aardig op stoom te komen. Tijdens de laatste overleggen met de Tweede Kamer bleek dat het vertrouwen in haar plannen groeide. Ook belangenorganisaties werden enthousiaster over de invulling van de details van de wetsvoorstellen. Als de ambtenaren deze zomer flink doorwerken, zouden concrete nieuwe voorstellen direct na de zomer klaar kunnen zijn voor commentaar.

Van Gennip wil zelf in elk geval doorgaan met de hervormingen, schrijft ze op Linkedin. “Het kabinet is gevallen. Desondanks zijn en blijven de maatregelen die ik als minister van SZW – sámen met werkgevers en werknemers – heb afgesproken over de hervorming van de arbeidsmarkt keihard nodig. […] Daar blijf ik mij, demissionair of niet, vol voor inzetten.”

Welke wetten waren/zijn in de maak?

De minister van SZW en haar ambtenaren waren bezig met de onderstaande wetsvoorstellen:

Certificeringsplicht voor uitzendbureaus

Van Gennip is bezig met een certificeringsplicht voor alle bedrijven die in Nederland aan terbeschikkingstelling van arbeid doen zoals beschreven in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi). De wet moet zorgen dat uitzendbureaus en andere uitleners (ook bepaalde intermediairs) al hun medewerkers goede arbeids- en leefomstandigheden geven. Zodra de wet ingaat, mogen werkgevers alleen nog mensen inlenen van gecertificeerde bureaus. Doen ze toch zaken met een partij zonder certificaat, dan krijgen ze een boete.

De wet moest op 1 januari 2025 ingaan, maar liep vertraging op omdat de Raad van State forse kritiek had op het huidige plan. Volgens de adviseur van de regering is er een ‘integrale aanpak’ nodig om misstanden op de arbeidsmarkt te bestrijden. Zo moeten bijvoorbeeld de eisen rondom huisvesting van arbeidsmigranten gelden voor alle werkgevers, niet alleen voor uitzenders en detacheerders. De minister zou na de zomer met een aangepast voorstel komen.

Het verplichte certificeringsstelsel is een van de belangrijkste aanbevelingen van het Aanjaagteam Arbeidsmigranten (commissie Roemer). Er is veel steun voor het wetsvoorstel in de Kamer. Dat blijkt ook uit een paar recente moties om de wet uit te breiden, die met een ruime meerderheid werden aangenomen.

  • Lees in dit nieuwsoverzicht meer over de certificeringsplicht en hoe die ook werkgevers zoals detacheerders raakt.

Nieuwe regels voor de aanpak van schijnzelfstandigheid

De minister wil de wet om te bepalen wanneer een werkgever een zelfstandige mag inhuren verduidelijken. Ze is van plan het criterium ‘gezag’ te verhelderen en komt met een extra aanwijzing voor een arbeidsovereenkomst, namelijk of iemand ‘ingebed’ is in de organisatie. Daarnaast komen er contra-indicaties die te maken hebben met de mate van ondernemerschap van de werkende. De invulling van die criteria en de onderlinge samenhang (wat weegt het zwaarst?) zijn allesbepalend voor de impact van die nieuwe criteria.

Het is goed mogelijk dat Kamerleden dit wetsvoorstel controversieel verklaren. Het is namelijk een lastig onderwerp binnen de coalitie, bleek tijdens een recent debat. De VVD en D66 dwongen minister Van Gennip toe te zeggen dat zij meer ruimte zal creëren voor de contra-indicaties van ondernemerschap. Waar er een broos compromis binnen de coalitie ligt, willen de linkse fracties juist striktere regels. Net als VVD en D66, wil JA21 juist meer ruimte voor zzp’ers.  

Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen

Er komt ook een wet die zelfstandigen verplicht een arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) af te sluiten. Dit is een van de manieren om de verschillen in sociale zekerheid tussen werknemers en werkgevers te verkleinen. De verzekering zal zo’n 225 euro kosten.

De wet die zo’n verplichte aov voor zelfstandigen regelt, moet in het eerste kwartaal van 2025 ingaan, maar zal pas jaren daarna beschikbaar zijn. Een ‘eenvoudige aov’ zonder uitzonderingen waarschijnlijk in 2027, een complexere wet met opt-out-mogelijkheid vanaf 2029. De minister verkent nog of zo’n complexere regeling haalbaar is.

In het plenaire debat over arbeidsmarkthervormingen was de aov voor zelfstandigen een van de meest besproken onderwerpen. Kamerleden hadden volop vragen over de kosten en uitvoerbaarheid. Kan het UWV dat wel aan? En waarom geen regeling voor alle werkenden?

Dit wetsvoorstel is zeker omstreden. Partijen zoals VVD, CDA, PVV en Forum voor Democratie (FVD) vinden dat het mogelijk moet zijn voor ondernemers om een alternatief te regelen. GroenLinks en PvdA zijn juist tegen zo’n opt-out. Toch is er een kans dat Kamerleden dit wetgevingsproces doorzetten. De wet moet er namelijk sowieso komen, want dat heeft Nederland beloofd aan de Europese Unie. De verplichte aov was een voorwaarde van de Europese Commissie voor het krijgen van 4,7 miljard euro uit het corona-herstelfonds. 

Crisisregeling Personeelsbehoud

De minister stuurde vorige week nog haar plan voor de Crisisregeling Personeelsbehoud (CP) naar de Tweede Kamer. De CP is bedoeld voor uitzonderlijke situaties: crises waarop ondernemers geen invloed hebben en waarop ze zich niet hebben kunnen voorbereiden. Denk aan de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne.

Op dit moment kunnen ondernemers in uitzonderlijke omstandigheden aanspraak maken op de regeling Werktijdverkorting (Wtv), maar die voldeed niet tijdens de pandemie. Toen kwam het kabinet met de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), maar dat was een tijdelijke oplossing. Het kabinet beloofde daarom in het coalitieakkoord een completere regeling, een ‘budgetneutrale deeltijd-WW’.

De regeling wordt nog verder uitgewerkt. De minister heeft het voornemen het ontwerpwetsvoorstel aan het eind van deze zomer in internetconsultatie te laten gaan. De regeling is zo nieuw, dat lastig in te schatten is of er bezwaar is tegen verdere behandeling.

Rechtsvermoeden van werknemerschap

Wie als zelfstandig ondernemer werkt tegen een laag tarief, kan straks sneller en makkelijker claimen dat hij een arbeidscontract moet hebben. De bewijslast wordt dan omgedraaid: als een werkgever het er niet mee eens is, moet die werkgever bewijzen dat de werkende toch zelfstandige is. Er ontstaat dus niet automatisch een arbeidsovereenkomst als een zzp’er werkt onder dit uurtarief, maar het wordt makkelijker voor kwetsbare schijnzelfstandigen om aan te tonen dat zij een dienstverband moeten hebben.

Het kabinet denkt nu aan een tariefgrens van 30 á 35 euro per uur, op basis van advies van de Sociaal-Economische Raad (SER). Het is nog niet duidelijk of dit nu ook geldt voor zzp’ers die voor particulieren werken. Juist dit type zzp’ers werkt vaak met lage tarieven. Alleen werknemers zelf en vakbonden kunnen zich straks beroepen op dit rechtsvermoeden. De Belastingdienst en Arbeidsinspectie kunnen het niet gebruiken om te handhaven, want het is civiel recht.

Tegen dit wetsvoorstel is weinig weerstand, wellicht omdat Kamerleden niet goed weten wat de impact wordt. Tot nu toe hebben ze het voorstel nauwelijks besproken. Dat kan komen omdat het een voorstel van de SER is met brede steun in de polder. Dat maakt het mogelijk minder controversieel.

Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie

De behandeling van de Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie is bedoeld om arbeidsmarktdiscriminatie te voorkomen. Deze wet is al goedgekeurd door de Tweede Kamer. PVV, PvdA, JA21, Groep Haga en de SGP stemden tegen. De behandeling in de Eerste Kamer is zo goed als afgerond. 

Bij deze wet wordt het vooral interessant hoe de BBB zich opstelt. Dit is de grootste partij in de Eerste Kamer. Tot nu toe heeft BBB niet deelgenomen aan het debat over de wet.

Oproep- en nulurencontract wordt basiscontract

Om werknemers meer zekerheid te geven, verdwijnen nuluren-, min/max- en oproepcontracten. In plaats daarvan komt er een basiscontract waarmee mensen zekerheid krijgen over het minimum aantal uren dat zij werken. Zo weten zij zeker dat ze in een periode minstens een bepaald inkomen ontvangen. Daarbij zijn ze wel verplicht om een bepaald aantal uur boven dit minimum beschikbaar te zijn (maximaal 130 procent van het minimum aantal uren).

Voor dit onderdeel van het hervormingsplan is de Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten gemaakt. Opvallend genoeg is de internetconsultatie van deze wet op zondagavond 9 juli begonnen. Experts en belangenbehartigers kunnen er nu op reageren.  

In deze wet staat ook dat uitzendkrachten eerder een contract met meer zekerheid krijgen. Fase A gaat van 78 weken naar 52 weken en fase B van 6 contracten in 4 jaar naar 6 contracten in 2 jaar. Na deze periode moet de uitzendkracht een vast contract krijgen bij het uitzendbureau. Dit staat overigens al in de uitzend CAO.

Tot nu toe lijkt er weinig weerstand tegen dit voorstel, dat een uitwerking is van een eerder SER-akkoord. In recente debatten hadden Kamerleden vooral vragen over de details, zoals de uitzondering voor scholieren. De VVD maakt zich er wel hard voor dat werken op flexbasis een vrije keuze blijft voor werkenden. 

  • Meer weten over de bovenstaande voorstellen? Luister de laatste aflevering van onze podcast ZiPtalk op Spotify of Youtube

Sectorale aanpak van schijnzelfstandigheid

Tot slot heeft het kabinet besloten het toezicht en de handhaving op schijnzelfstandigheid te versterken en te verbeteren. Het zogenaamde handhavingsmoratorium op de Wet DBA wordt per 2025 helemaal opgeheven. Ondertussen doet de Belastingdienst stapsgewijs meer tegen schijnzelfstandigheid, staat in het Handhavingsplan arbeidsrelaties 2023.

De Belastingdienst moet daarbij prioriteit geven aan de handhaving in de sectoren zorg, kinderopvang en onderwijs, vindt de Tweede Kamer. Daarvoor dienden PvdA en Groenlinks een motie in en die is met ruime meerderheid aangenomen. Van de grotere partijen stemden alleen VVD en D66 tegen.

Voor die sectorale aanpak zijn geen wetswijzigingen nodig. Het kabinet en de Belastingdienst willen vooral samenwerken met brancheorganisaties. Dat doen ze zelfs al: eind vorige week maakten ze bekend dat het kabinet, de Belastingdienst en zes brancheorganisaties in de zorg samen schijnzelfstandigheid aanpakken. Zij werken aan een beheersingsmodel Zorg en een fiscaal kader ZZP Zorg. Of het kabinet nu demissionair is of niet, daar kunnen ze gewoon mee doorgaan.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

4 reacties op dit bericht

  1. Het is hopen op een D66 minister op dit dossier. Fingers crossed

    • Er gaat nog een boel gebeuren en verschuiven in het politiek landschap tot de verkiezingen. Maar zoals het er nu voor staat, dan lijkt me de kans vrij klein dat D66 überhaupt terugkeert in een nieuw kabinet.

  2. Het wordt onderhand tijd dat opgestapte kamerleden gelijk gesteld worden als de werkende mensen in Nederland. Waarom wachtgeld 3 jaar? En WW 2 jaar? Ze zorgen goed voor hen eigen boterham en die van de werkgevers. 12 jaar Rutte veel sociale wetten afgebroken maar oplossing voor grote problemen hadden ze niet.

  3. Hugo-Jan,

    Enorm bedankt voor dit handige overzicht. Fijn dat iemand tussen de bomen het bos nog ziet en dat deelt.