Kamerdebat over nieuwe zzp-regels vol frustraties en fundamentele verschillen. Geplaatst 29 juni 2019 door Hugo-Jan Ruts Het kabinet wil de Wet DBA vervangen door een drietal maatregelen. Maatregelen die al in het regeerakkoord stonden aangekondigd: Minimumtarief, voor bescherming van zzp’ers met een laag tarief. Zelfstandigheidsverklaring, als zekerheid over de arbeidsrelatie vooraf (geen werknemer) voor zp’ers die ingehuurd worden tegen een hoog tarief (boven 75,-), voor opdrachten van maximaal 1 jaar (de opt-out variant). Webmodule voor alle overige ‘inhuur’ situaties waarin een opdrachtgever duidelijkheid vooraf wil hebben over de arbeidsrelatie en dus of een opdracht door een zzp’er uitgevoerd kan worden. De verdere uitwerking van dit beleid en alle details zullen we binnenkort in een bijgewerkte ZiPconomy whitepaper nog eens toelichten. Het soms scherpe debat over deze voornemens van het kabinet liet zien hoe de meningen van de partijen, linkse oppositie versus de coalitiepartijen (de rechtse oppositie doet aan deze arbeidsmarktdebatten zelden mee), hier fundamenteel uiteen lopen. Kort gezegd: Mensen willen in toenemende mate zelf kiezen in welke arbeidsrelatie ze willen werken. Een deel kwam in problemen door de Wet DBA en verdienen nu meer zekerheden vooraf over wat nu wel en niet kan. De opt-out voor bepaalde groepen zp’ers is de bijl aan de wortel van de sociale zekerheid. Los van wat je hier inhoudelijk nu van vindt, raakt deze discussie nu wel precies de kern van het debat dat de afgelopen jaren eigenlijk zelden gevoerd is. Wat bepaalt nu wie een werknemer is en wie een ondernemer. Of sterker: wie bepaalt nu wie een werknemer is en een ondernemer. Een fundamentele discussie, die ook al snel ons sociaal en fiscaal stelsel raakt. Een discussie waarin betrokken politici voorlopig ook geen stap verder komen om te bepalen wat nu dan een ‘echte ondernemer is’. De verwijzingen naar de Commissie Borstlap wordt vervolgens veelvuldig gemaakt. Dan komen we gelijk op het punt van frustraties en dilemma’s. Strakke handhaving vraagt om heldere regels, heldere regels vragen om vernieuwing van definities, nieuwe definities vragen om discussie en nieuwe wetgeving en kosten dus tijd. De commissie Borstlap moet daar een aanzet toe geven, maar echte antwoorden volgen pas jaren later. Ondertussen moeten misstanden aangepakt worden. Het onderlinge begrip tussen Kamer en regering over de mogelijkheden en onmogelijkheden van handhaving van vaak onduidelijke regels wordt er niet groter op. Zo ook het minimumtarief. Veel wensen om dat tarief te verhogen, impliciet zegt het kabinet dat ook wel te willen, maar Koolmees voelt binnen het Europees Recht geen ruimte om dat te doen. Met als dilemma voor de linkse oppositie om of akkoord te gaan met dit lage minimum, of nog langer te wachten met bescherming van de kleine 100.000 zzp’ers die nu aangeven een uurtarief onder die 16 euro te krijgen. Na de zomer praat de kamer verder. Met ook meer informatie van het kabinet over de webmodule, die richting moet geven aan een grote groep zzp’ers die ingehuurd wordt voor tarieven tussen die 16 en 75 euro. Een samenvatting van het debat in een serie tweets en per thema. Zelfstandigenverklaring/opt-out “Zelfstandigenverklaring is om ondernemers aan bovenkant markt zekerheid te geven dat opdracht gedaan kan worden.” @wkoolmees #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Zelfstandigenverklaring voor max 1 jaar. Om te zorgen dat het verkapte werknemersconstructie wordt. Bij langer opdrachten kan je gebruik maken van webmodule, modelovereenkomst of vooroverleg met Belastingdienst’ legt @wkoolmees #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Bij opdrachtgeversverklaring houdt werkenden recht om via arbeidsrecht zekerheden achteraf te claimen” @wkoolmees #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Opt-out moet helpen onnodige onzekerheid voor echte ondernemers wegnemen.” zegt @wkoolmees terwijl @dijkvangijs denkt dat de happy few werknemerschap vaarwel zeggen. #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Kabinet misbruikt oude onrust #wetdba om het zzp’ers met hoog tarief wel erg makkelijk te maken” @dijkvangijs #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Zekerheid vooraf geven zoals kabinet wil staat op gespannen voet met arbeidsrecht” @dijkvangijs #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Veel echte interim-opdrachten duren langer dan 1 jaar. Daarom daarvoor geen zelfstandigenverklaring en moeten deze mensen dan 6 mnd tussentijds niets doen?” @Hilde_PM #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 Dat van aanwezige Kamerleden maar 1 iemand aanwezig waren bij #wetDBA debatten is best lastig bij debat over nw #zzpregels — Hugo-Jan Ruts (@hugojanruts) 26 juni 2019 “Als je mensen zelf laat kiezen of je zzp’er kan zijn, zonder arbeidsrecht toets dan is dat bijl aan wortel sociaal stelsel” @bartvankent #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Het trauma #wetdba hangt nog boven dit dossier die ook veel echte zelfstandigen raakte. Onderkant aanpakken en ook ruimte geven is lastige zoektocht” @svanweyenberg #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Veel echte interim-opdrachten duren langer dan 1 jaar. Daarom daarvoor geen zelfstandigenverklaring en moeten deze mensen dan 6 mnd tussentijds niets doen?” @Hilde_PM #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 Webmodule “Kabinet misbruikt oude onrust #wetdba om het zzp’ers met hoog tarief wel erg makkelijk te maken” @dijkvangijs #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Het kost in praktijk steeds meer moeite om met schaartje verschil te maken tussen werknemer en zelfstandig. Dat vraagt om fundamentele andere regels” @svanweyenberg #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Uitstel invoering webmodule is zorgelijk. En kan max duur optout opdracht niet wat langer” @DennisWiersma #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 Minimumtarief Met minimumtarief bevinden we ons binnen Europa op geheel nieuw terrein. Dat doet nog niemand.” @wkoolmees #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Min tarief zzp is generieke bodem. Hogere tarieven met sector is aan sector. ACM komt binnenkort voorstellen hoe dat kan qua mededinging” @wkoolmees#zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “We kunnen het risico niet nemen dat hoger min tarief is door Europese rechters wordt afgeschoten. Dan staan we helemaal met lege handen” @svanweyenberg #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Als je al met tarievengrenzen wilt werken, kan je beter per sector bepalen. Bodem moet zo zijn dat loonkosten voor werkgever niet goedkoper zijn” @bartvankent#zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) June 26, 2019 “Let op kabinet dat er geen constructies komen om de minimumtarief te omzeilen, die liggen nu al klaar’ @svanweyenberg #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “40% zzp’ers betalen geen belasting omdat ze te weinig verdienen. Gaat dat veranderen met minimumtarief?” vraag @CvanBrenk van @50pluspartij aan @wkoolmees — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “We willen best meedenken over modernisering sociaal stelsel. Maar wel met solidariteit als basis. Optout past daar nooit in” waarschuwt @dijkvangijs (kabinet heeft voor #zzpregels 1 oppositiepartij nodig in Eerste Kamer) — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “We moeten juist misstanden aan onderkant hard aanpakken, ook om duidelijkheid voor echte ondernemers te scheppen, Geen vaag beleid en vage handhaving. In gelul kan je niet zelfstandig zijn”. @DennisWiersma#zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “Vanaf 1 september geldt dan niet navolgen van aanwijzing Belastingdienst dan ben je dus kwaadwillend” @Menno_Snel #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 “We zitten op point of no return. Groei zzp loopt uit de hand, met gedwongen en schijnzelfstandigen. Dus geen uitstel “handhaafmoratorium” @PaulSmeulders #zzpregels — ZiPconomy (@ZiPconomy) 26 juni 2019 Geplaatst in ZP en Politiek | Tags Koolmees, minimumtarief, wet dba, Zelfstandigenverklaring | 1 Reactie
Tegen de tweedeling Geplaatst 28 juni 2019 door Jurriën Koops Vorige week presenteerde de Commissie Regulering van werk zijn eerste – zeer zorgvuldige – analyse van de arbeidsmarkt in Nederland. Rode draad van het verhaal: er is een tweedeling in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Of in de woorden van voorzitter Borstlap: “Er is iets scheefgegroeid op onze arbeidsmarkt waardoor we onszelf én sociaal én economisch schade berokkenen. Er dreigt een tweedeling in onze maatschappij tussen degenen die hoog zijn opgeleid, goed beschermde banen hebben en gezond zijn, en anderzijds een groep voor wie dat niet geldt.” Ofwel: de tweedeling op de arbeidsmarkt splijt de samenleving. Borstlap zet de waarde van werk voor mens en maatschappij centraal en presenteert ook eerste denkrichtingen over hoe dit te bereiken: flex en vast dichter bij elkaar brengen, een bodem onder de sociale zekerheid voor iedereen die werkt, en scholing als gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van overheid, werkgevers én individu. Uitdaging Ik moest denken aan de rondetafelgesprekken die wij vorig jaar voerden met onze belangrijkste stakeholders: vertegenwoordigers van ministeries, vakbonden, werkgevers en beleidsmakers. Centraal stond de vraag wat de toegevoegde waarde van uitzendwerk is volgens hen. Vrijwel unaniem en stellig was het antwoord: uitzendwerk kan de tweedeling op de arbeidsmarkt tegengaan. Onze allocatie- en opstapfunctie is van waarde. Zo blijkt ook uit recent representatief onderzoek onder 1600 uitzendkrachten. Voor 57% van de uitzendkrachten is uitzendwerk dé opstap naar werk, met kans op die felbegeerde vaste baan. Uit hetzelfde onderzoek blijkt ook dat uitzendkrachten het minst tevreden zijn over de opleidingsmogelijkheden die uitzenders bieden. Hier ligt een mooie uitdaging voor de uitzendbranche om meer werk te maken van scholing, ook een belangrijk punt in de analyse van de commissie. Er zijn meer feiten die de betekenis van uitzendwerk voor de Nederlandse arbeidsmarkt en samenleving aantonen. Uitzendwerk kan dus onderdeel van de oplossing zijn waarnaar de commissie op zoek is. We nemen de uitnodiging om mee te denken en te praten over een sociale en toekomstbestendige arbeidsmarkt dan ook graag aan. Geplaatst in Toekomst van Werk | Tags ABU, Borstlap | Laat een reactie achter
Is long-distance freelancen iets voor jou? Geplaatst 28 juni 2019 door Jellow Al helemaal als je in het buitenland werkt en ook nog eens 7 à 8 uur tijdsverschil hebt, maar dit kan ook wanneer de afstanden niet zo extreem zijn. Face-to-face afspraken lukken soms ook niet als die ene perfecte freelancer net vanuit de zolderkamer in het hoge noorden werkt, terwijl jouw kantoor gevestigd is in de randstad. Als jullie dan toch kiezen om samen te werken, hoe ga je dan eigenlijk om met die afstand? Als eerste denk je nu natuurlijk aan die hippe technologieën van tegenwoordig. Deze maken het vrij eenvoudig maken om eventjes snel contact te hebben bijvoorbeeld: mailen, bellen, whatsappen, facetimen, skypen, Google hangout etc., maar soms is die afstand nou eenmaal een barrière. Afhankelijk van wat jij en de freelancer/opdrachtgever fijn vindt, kan je het jezelf zo makkelijk (of zo moeilijk) maken als je zelf wilt. Het handigste is om duidelijke afspraken te maken over de communicatie en spreek vooral je verwachtingen uit. Het zou zonde zijn als veel werk wordt gedaan of veel tijd wordt besteed aan een project, terwijl er door ‘langs elkaar heen te communiceren’ heel iets anders verwacht wordt. Dit kost tijd en geld en dat willen we allemaal niet. Gezellig kopje koffie, een belletje of een hippe technologie? Tijdens een inhuur of een kennismakings koffie heb je veel met elkaar te bespreken. Over de invulling van het project, uurtarief, aantal uren etc. Vaak wordt het puntje communicatie vergeten. Voordat je straks twijfelachtig gaat bellen of een voicemail gaat inspreken, spreek gewoon af hoe vaak en wanneer je contact met elkaar opneemt. Voor hetzelfde geld hoeven jullie van beide kanten geen face-to-face contact en is een wekelijks telefoontje genoeg. Vertrouwen speelt daarbij een cruciale rol. Zeker wanneer je elkaar in sommige gevallen alleen kent van een foto en een stem aan de telefoon is het belangrijk dat je elkaar volledig vertrouwt. Een band tussen een opdrachtgever en freelancer zorgt niet alleen voor een prettige werksfeer, maar wordt zelfs voor opdrachtgevers belangrijker gevonden dan de prijs die betaald wordt. Goede onderlinge communicatie en duidelijke afspraken vormen de basis voor dit vertrouwen. Het kan zijn dat jij het prettig vindt om misschien wekelijks een videocall te hebben of misschien drie keer per week te bellen, terwijl de persoon waarmee je samenwerkt hier helemaal niet op zit te wachten. Als je hierover van tevoren duidelijk bent geweest kan dit een hoop frustratie voorkomen. De grootste ergernis op de werkvloer, schijnt namelijk ‘het slecht verlopen van de onderlinge communicatie’ te zijn, zowel op afstand als dichtbij. Daarnaast is het belangrijk dat je beschikbaar bent, of je nou de freelancer of de opdrachtgever bent. Nu hoef je natuurlijk niet dag en nacht je telefoon op volumestand 43 naast je hoofd te hebben zodat je direct kan opnemen wanneer de ander belt, maar het is wel prettig als je beschikbaar bent voor vragen en feedback. Houd je samenwerking alive! Dus, stuur dat mailtje, of nog beter: bel elkaar op. Dat wekt niet alleen vertrouwen, maar kan een fijne samenwerking echt stimuleren. Want iemand écht vertrouwen aan de hand van een LinkedIn profiel is nog best lastig. Daarnaast werkt het een stuk beter wanneer je regelmatig even contact opneemt, zo hoef je niet te gissen hoe ver het staat met je project, maar weet je welke veranderingen er spelen. Veranderingen waar je waarschijnlijk niet op de hoogte van bent wanneer je elkaar 1 keer per maand belt. Naast het feit dat het handig is om überhaupt af en toe hallo te zeggen, is het belangrijk om af te stellen welke communicatiemiddelen de juiste zijn voor jouw opdracht. Er is natuurlijk een ruime keuze aan allerlei kanalen die geschikt zijn voor diverse doeleinden. Het kan handig zijn om jezelf af te vragen of een simpele chat voldoende is, of dat het ook belangrijk is dat er bestanden kunnen worden gedeeld. Misschien vind je het ook handig om te zien hoe ver een freelancer is met een bepaalde to-do lijst, of misschien zelfs de mogelijkheid om elkaars agenda in te zien. Je kan het zo transparant maken als jij en je opdrachtgever/freelancer willen. Houd met het bepalen van een manier om te communiceren in je achterhoofd dat je een relatie in reallife waarschijnlijk niet zal redden met het sturen van een Whatsappje. Dit geldt ook voor op de werkvloer. Een praatje onder het genot van een kopje koffie komt toch heel anders over dan een mailtje naar een collega. Daarnaast zijn er wellicht zaken die je liever even bespreekt dan in een paar alinea’s typt. Wees je ervan bewust dat op het moment dat je voor één kanaal kiest om te communiceren, zowel off- en on-topic al snel door elkaar kan komen te staan. Zorg ervoor dat je de chaos voor bent en je geordend te werk gaat om later eventuele misverstanden te kunnen voorkomen. Een samenwerking tussen opdrachtgever en freelancer is natuurlijk altijd een gok, die soms wat minder uitpakt, maar in de meeste gevallen erg goed bevalt. Soms horen we van opdrachtgevers dat ze bijvoorbeeld alleen telefonisch contact hebben gehad met een freelancer die ze al voor meerdere opdrachten hebben ingehuurd. Zij weten dus eigenlijk helemaal niet welk gezicht bij de freelancer hoort, terwijl andere opdrachtgevers juist de freelancer bijna zoals een normale werknemer op de vloer hebben rondlopen. Uiteindelijk kies je zelf voor de invulling van een opdracht zoals jullie die beide fijn vinden. Samen op kantoor of eenzaam in de zon Hoe zorg jij ervoor dat een samenwerking slaagt? Misschien heb je wel eens gekozen voor een samenwerking op afstand waarbij je elkaar weinig sprak maar zou je het nu anders aanpakken, of misschien beviel het juist heel goed. We zijn erg benieuwd naar jouw ervaringen! Heb jij regelmatig contact met de persoon waarmee jij samenwerkt, of ben jij ook die freelancer die met een kokosnoot op het strand ligt en vanuit Verweggistan het werk doet? Geplaatst in ZP en Ondernemen | Tags freelancer, jellow, long-distance | Laat een reactie achter
PvdA wil platformeconomie heroveren: “Keer de bewijslast om” Geplaatst 27 juni 2019 door Claartje Vogel Tweede Kamerlid Gijs van Dijk overhandigde woensdag zijn initiatiefnota ‘Herovering van de platformeconomie’ aan minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De PvdA komt met oplossingen die Deliveroo-fietsers, Uber-taxichauffeurs en andere platformwerkers zekerheid moeten geven. Essentie: platform is per definitie werkgever De essentie van de nota is dat platformen per definitie werkgevers zijn. “Keer de bewijslast om”, zegt Van Dijk in een interview met ZiPconomy. “Tenzij een platform kan aantonen dat er geen enkele gezagsverhouding bestaat en het platform een bemiddelaar is, is zo’n platform werkgever. En dat betekent dat hij netjes zijn werkgeverstaak moet vervullen.” Platformen presenteren zich op dit moment als bemiddelaars tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Vaak onterecht, vindt de PvdA. Maar wie het nu oneens is met het platform, moet dat maar zien te bewijzen. “Het is voor een platformwerker vrijwel ondoenlijk om zelf zijn positie als werknemer aan te tonen”, zegt Van Dijk. “Vanwege deze scheve machtsrelatie keren we de bewijslast om.” Leuk zo’n FNV’er in de kamer 🙂 Op zich goede stellingen, maar natuurlijk hebben deze niets met platformen te maken en worden platformen gebruikt om een bestaande en relevante discussie te voeren. Die bewijslast omdraaien is natuurlijk juridisch onmogelijk. En terecht. — Martijn Arets (@martijnarets) 26 juni 2019 De bewijslast omkeren, is dat juridisch houdbaar? Platformexpert Martijn Arets noemt dat op Twitter alvast ‘juridisch onmogelijk’. “Onze onderzoekstak heeft het gecheckt in Europa en het kan”, zegt Van Dijk. “Het is wel een unicum, we moeten in Nederland durven vooruit te lopen.” ‘Platformeconomie zorgt voor werkgelegenheid’ Van Dijk vindt apps als Uber, Deliveroo en Helpling op zich niet verkeerd. “Digitale platforms zorgen voor meer gemak, meer banen en meer innovatie”, zegt de PvdA’er. “De platformeconomie is een soort nieuwe bedrijfstak die zorgt voor meer werkgelegenheid. Dat is mooi, maar het is helaas niet het hele verhaal.” In zijn brief beschrijft hij dat wie platformwerk doet, niet de voordelen heeft die werknemers in loondienst wel hebben. “Fietsers van maaltijdbezorg-app Deliveroo zijn niet verzekerd als hen onderweg iets overkomt. De schoonmaker van Helpling bouwt geen pensioen op en chauffeurs van Uber krijgen onvoldoende rust om veilig te kunnen rijden.” Vrij schokkende conclusies. Hoog tijd om de platformbedrijven te heroveren. Daarom lanceren we morgen een initiatiefnota met oplossingen. https://t.co/LxW1BcFWUZ — Gijs van Dijk (@dijkvangijs) June 25, 2019 Steeds meer fulltimers Gijs van Dijk (PvdA) Bij Deliveroo-bezorgers denk je al snel aan studenten die bijklussen. Net zoals de meeste krantenbezorgers of oppasstudenten, doen ze het tijdelijk en slechts een paar uur per week. “Een deel is inderdaad student, en dat is dikke prima”, zegt Van Dijk. “Maar een steeds groter aantal mensen werkt fulltime voor zo’n platform. Je ziet het veel in de taxi-, oppas- en schoonmaakbranche. Die mensen hebben meer bescherming nodig.” Ze zitten volgens hem in een kwetsbare positie. Ze hebben geen verzekering voor ziekte of arbeidsongeschiktheid, onvoldoende inkomen en geen onderhandelingspositie om bescherming af te dwingen. ‘Sociaal stelsel onder druk’ Van Dijk: “Dit ondermijnt ook de onderhandelingspositie van andere werknemers en de concurrentiepositie van fatsoenlijke werkgevers die hun werknemers wel bescherming bieden. De platformeconomie zet ons stelsel van sociale zekerheden onder druk.” Hij vertelt dat bedrijven zoals Thuisbezorgd.nl zich zorgen maken. “Zij zien zichzelf wel als werkgever en geven mensen een contract. Maar dat is financieel minder gunstig en gezien de concurrentie van platformbedrijven vrezen zij dat ze dit niet volhouden.” Tijd voor actie Van Dijk vertelt dat bedrijven als Uber en Deliveroo sinds het begin van deze kabinetsperiode op de agenda staan. Minister Koolmees schreef eerder dat hij de opkomst van de platformeconomie nauwlettend in de gaten houdt, maar nog geen maatregelen neemt. “Ik vind dat het wel tijd is voor actie”, zegt Van Dijk. “Vandaar deze nota. We willen de platformeconomie omarmen, maar ook laten werken voor de werkenden. Daarom kom ik met oplossingen die nodig zijn om platformwerkers meer zekerheid te bieden.” Dienstverbanden en eigen cao’s Platformwerkers moeten zeker kunnen zijn van een eerlijk loon, een goed pensioen en bescherming bij ziekte en arbeidsongeschiktheid. “De markt gaat daar niet zelf voor zorgen. Dus aan ons de taak om de platformeconomie te heroveren.” Hoe ziet dat er in de praktijk uit? “Ons systeem is al heel flexibel”, vindt hij. “Leg afspraken tussen platformen en werknemers gewoon vast in een nulurencontract. Dan behoud je de flexibiliteit in het aantal uren en zorg je toch dat een werknemer aanspraak kan maken op sociale zekerheid.” Hij pleit dus voor dienstverbanden. En een eigen collectieve arbeidsovereenkomst voor platformbedrijven. “Ik kan me voorstellen dat bijvoorbeeld de huidige cao van de transportsector niet past bij Deliveroo-bezorgers. Mijn advies is dus werken aan een eigen cao.” De nota wordt waarschijnlijk dit najaar besproken. Geplaatst in Toekomst van Werk | Tags platform, PvdA | Laat een reactie achter
Werk met liefde, juist in de ‘gig economy’! Geplaatst 27 juni 2019 door Magnit Iedereen heeft wel een competitieve collega op de afdeling. Liever streven ze anderen voorbij dan dat ze samenwerken. Ze willen de beste zijn. En klimmen vaak hoog in de organisatieladder. Je zou ze de ‘takers’ kunnen noemen. Ze ‘nemen’ liever dan dat ze ‘geven’. “Toch staan eigenbelang en andermans belang niet tegenover elkaar. Je kunt op beide scoren.” Aan het woord is organisatiepsycholoog Aukje Nauta. Tijdens een workshop op HR Horizon, het evenement voor HR- en inhuurprofessionals van Brainnet, ging zij in op het onderwerp ‘Werk met liefde’. Nauta: “Je hebt drie soort werknemers: givers, takers en matchers. Het klinkt tegenstrijdig maar juist ook de givers schoppen het uiteindelijk ver in de organisatie.” Werk is liefde Een giver op het werk is iemand die afspraken nakomt, ontwikkelingen bijhoudt, met nieuwe ideeën komt, betrokken is, collega’s helpt, altijd positief is, nooit ruzie maakt, veel energie heeft, een vraagbaak is voor anderen. “Een liefdesrelatie kan niet zonder ‘giving’. Maar als het om werk gaat is dat niet zo vanzelfsprekend. Zeker in de steeds groter wordende de deel- of gigeconomie worden arbeidsrelaties losser en daarmee zeker niet altijd ‘liefdevoller’. Digitale platforms zoals Deliveroo zien de mensen steeds meer als ‘middel’ voor productiviteit. Dus wie niet snel genoeg naar z’n volgende adresje fietst krijgt een appje: “Kan je het vinden?” Dat klinkt betrokken, maar betekent eigenlijk: Schiet eens op. Givers Een mooi voorbeeld van hoe het wel moet: Een hoveniersbedrijf die masseurs, diëtisten en psychologen inhuurt voor zijn medewerkers. Het idee: hoveniers doen fysiek zwaar werk dus moeten ze behandeld worden als topsporters. Het kost de ondernemer €25.000 per jaar, maar het ziekteverzuim is van 3,2% naar 0,8% gezakt. Bovendien groeide het hoveniersbedrijf flink de afgelopen jaren: van 35 naar 135 man. Ter vergelijking: tuinders die hun personeel minder goed behandelen. In een onderzoek werden 19 goede en slechte tuinders vergeleken. De minder goeie gaven korte contracten, een laag loon en werknemers werkten in onveilige omstandigheden. De goede tuinders deden precies het tegenovergestelde. De winst bij tuinders die minder investeerden in hun werknemers was lager. Op grote schaal Goed werkgeverschap is een keus. Niet altijd een makkelijke. Als bedrijf koop je immers ook werk in. Denk aan een gemeente die zorg of schoonmaakpersoneel inkoopt. En uiteraard is goed werkgeverschap eenvoudiger te regelen voor kleine bedrijven. Maar ook grote bedrijven kunnen met kleine aanpassingen beter voor hun mensen zorgen. Chemieconcern DSM helpt werknemers fysiek en mentaal sterker te worden door alle rookruimten te vervangen door stilteruimten. Nauta: “Als je iets weghaalt moet er iets voor in de plaats komen. Dus mogen rokers op cursus om van hun verslaving af te komen.” En nu doen Als duurzame inzetbaarheid zo belangrijk is, én het organisaties bovendien veel kan opleveren, staat het dan ook op de strategische agenda? Nog veel te weinig volgens Nauta. Eén factor die belangrijk is voor duurzame inzetbaarheid is autonomie van werknemers. Maar wie de onderzoeken van de afgelopen jaren erbij pakt ziet dat de autonomie van werknemers al jaren dalende is. Dus: waar te beginnen? Nauta: “Als psycholoog geloof ik in de kracht van het kleine”. Een mooi voorbeeld zijn I-Deals. Dat zijn unieke, individuele afspraken met een medewerker. Zoals een werknemer die graag surft en met zijn werkgever afspreekt dat hij een vrije dag mag opnemen bij windkracht 7. Of een medewerker die een dag per week thuiswerkt terwijl dat niet gebruikelijk is in de organisatie. Is I-Deal dan geen vriendjespolitiek? Of geldt hier niet het recht van de sterkste? Nauta: “De afspraak moet uiteraard wel transparant zijn. Je moet het aan collega’s kunnen uitleggen.” Volgens Nauta is een I-Deal is een simpele manier waarop we het werk kunnen aanpassen aan de mens in plaats van andersom. “Het unieke talent kunnen zien van onze medewerkers. De ander écht zien staan. We zijn immers afhankelijk van elkaar.” (tekst: Juliette de Swarte) Geplaatst in Toekomst van Werk | Tags Brainnet, HRHorizon | Laat een reactie achter
Wantrouwen in de platformeconomie: hebben we een “algoritme-accountant” nodig? Geplaatst 27 juni 2019 door ZiPredactie De overheid, het bedrijfsleven, de vakbonden: de platformeconomie raakt hen allemaal en iedereen vindt er iets van. Een paar dilemma’s komen steeds terug, juist omdat de partijen er geen echte discussie over voeren. Daar wil platformexpert Martijn Arets van de Universiteit Utrecht iets aan doen. Hij nodigt 40 stakeholders uit voor drie workshops over dilemma’s rondom de platformeconomie. Arets: “Zij komen uit allerlei vakgebieden. Tijdens de eerste sessie waren vakbonden als FNV, platformen als Roamler en Deliveroo en grote organisaties zoals TNO en KPMG aanwezig. Presentaties werden gegeven voor afgevaardigden van KPMG, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de UvA.” Constructief debat Tijdens de workshops leren ze elkaar kennen en gaan ze in debat. “Het moeten constructieve discussies worden”, benadrukt Arets. “Iedereen heeft een mening, maar de stakeholders praten nauwelijks echt met elkaar. Ze moeten uiteindelijk samen tot oplossingen komen, daar wil ik ze van bewust maken.” De eerste discussiedag ging over de transparantie van algoritmes. Of eigenlijk het gebrek eraan. Arets: “Het is onduidelijk hoe platformen nu precies een match maken tussen vraag en aanbod. Een algoritme is voor velen een mysterieuze blackbox en dat zorgt voor wantrouwen.” Urgentie van transparantie Openheid over het algoritme is om twee redenen lastig. Ten eerste omdat het algoritme essentieel is voor een platform: de app met het beste systeem om vraag en aanbod bij elkaar te brengen, wint. Het is dus concurrentiegevoelig. Ten tweede willen gebruikers vaak helemaal niet weten hoe dat algoritme precies in elkaar zit. Zo’n uitleg is veel te ingewikkeld en draagt niet bij aan het vertrouwen. De platformvertegenwoordigers uit het panel geven ook aan dat zij en de meeste van hun concurrenten best kunnen uitleggen hoe hun algoritme werkt als ernaar gevraagd wordt. Maar in de praktijk belt bijna nooit een gebruiker op om te vragen hoe het werkt. “Pas als er problemen ontstaan, wordt het urgent voor platformen”, zegt Arets. Hij vertelt dat taxi-app Uber bijvoorbeeld soms prijzen laat stijgen zodra het algoritme merkt dat je echt niet zonder kunt. Of FNV, dat in de rechtszaak tegen Deliveroo beweerde dat bezorgers benadeeld worden als ze vaak klussen afwijzen. “Deliveroo ontkende dit. En daarmee eindigde de discussie. Het viel namelijk niet te controleren. Resultaat: wantrouwen tegen het platform.” KPMG en de algoritme-accountant Het is verstandig om dit soort discussies vóór te zijn, vindt Arets. “Wees proactief met je uitleg. Consumenten worden zich steeds meer bewust van verantwoordelijkheid en privacy.” Hoe je dat het best kunt doen, daarover gaf onder andere Frank van Praat van KPMG een presentatie. Hij legt uit dat het vooral draait om uitlegbaarheid. Dat wil zeggen dat je niet je hele systeem uit de doeken hoeft te doen. Juist niet. Het gaat erom dat je vertelt welke keuzes gemaakt worden en wat dit betekent voor het individu. Op een platform voor oppassers is het bijvoorbeeld best logisch dat jouw rating omlaag gaat als je drie keer te laat komt. Maar daar moet je wel duidelijk over zijn naar de gebruikers. Bijsluiters Van Praat pleit dus voor een soort ‘bijsluiter’: een algemene toelichting van de risico’s met een simpele uitleg over welke keuzes een algoritme maakt en waarom. Die moet wel begrijpelijk zijn: gebruikers moeten zo’n uitleg ook daadwerkelijk lezen. Verder vindt hij een ‘algoritme accountant’ een goed idee, als de verantwoordelijkheid voor betrouwbare algoritmes maar bij de gebruiker ligt. Van Praat: “De taak van een accountant is dus vooral toetsen of de gebruiker van algoritmes op betrouwbare wijze (lees: conform wat er op de bijsluiter staat) te werk gaat.” Regeldruk en innovatie Niet iedereen is dat met hem eens. Controle kost tijd en geld. Platformondernemers vragen zich af of die regeldruk proportioneel is. Zeker als het gaat om apps die met minder gevoelige data werken. En de partijen zijn bang dat te veel controle innovatie tegenhoudt. “Er is nog weinig ervaring op het gebied van algoritmes en accountancy”, vat Arets samen. “Het is belangrijk om na te denken over de impact van algoritmes en wat het risico is dat er iets mis gaat. Op basis daarvan kun je bepalen welke algoritmes je moet controleren, en welke niet.” “Ook moet je je afvragen of je in regeldruk onderscheid moet maken tussen digitale en niet digitale tussenpersonen”, zegt hij. “Je hoeft niet iets te doen alleen omdat het kan.” Geplaatst in Toekomst van Werk | Tags accountant, KPMG, platformeconomie, transparantie | 1 Reactie