Maandelijkse archieven: juli 2014

Organisatievernieuwing: Neem eens een kijkje in de dierentuin!

Stel jezelf eens de volgende vraag:

Wat is het verschil tussen een dierentuin van 20 jaar geleden en veel organisaties in het heden?

De kans is groot dat je na het lezen van deze blog het volgende antwoord geeft:

In nog (te)veel gevallen niets!

De dierentuinen van vroeger

In de dierentuinen van vDierentuinroeger waren dieren letterlijk en figuurlijk gekooid. De trotse leeuw liep als een verveelde geestelijk afgestompte patiënt in een te klein hok iedere keer dezelfde route. Fletse vogels zaten opgesloten in kleine kooien, waarin vliegen feitelijk onmogelijk was. Apen leefden op een saaie rots met hieromheen water zodat ontsnappen niet mogelijk was en ga zo nog maar even door. Op vaste tijden werd gevoederd en de ‘oohs’ en ‘aahs’ van het publiek waren niet van de lucht wanneer de zeehond in het te kleine bassin aan de oppervlakte kwam om een visje te halen. Kortom, zoveel mogelijk dieren op een te kleine oppervlakte in krappe hokken en kooien zonder enige uitdaging en toekomst. De dierenverzorgers waren feitelijk opzichters en veel klanten hadden het eigenlijk na één keer wel gezien.

Overleven

Hoe anders is dit nu! Veel dierentuinen hebben een omslag gemaakt en ruimte en uitdaging gecreëerd voor de bewoners. Minder dieren op dezelfde oppervlakte in een ruimere behuizing is de nieuwe norm. Het dierenwelzijn staat voorop en het faciliteiten voor de ontwikkeling van natuurlijk gedrag wordt waar nodig en mogelijk geboden. Dit laatste met behulp van gerichte professionele ondersteuning en faciliteiten. Fokprogramma’s voor bedreigde diersoorten zijn meer regel dan uitzondering en samenwerking over de organisatie- en landsgrenzen heen is de normaalste zaak van de wereld. En de klant? Die wordt iedere keer opnieuw verbaasd met innovatieve ontwikkelingen, attracties en educatieve inzichten, waarbij vooral extra aandacht wordt gegeven aan jonge en  nieuwsgierige (toekomstige) klanten! Op dit alles wordt ook ingespeeld middels doelgroepmarketing met als achterliggende visie de klanten te blijven boeien en binden voor het genereren van de benodigde cash. Dit alles is natuurlijk ook noodzaak om als dierentuin te overleven. Zie hier dus hoe het ook kan!

Klant staat niet op 1

Nu vanuit de dierentuinblik even een beeld zoals het er nog in te veel (traditionele) organisaties aan toe gaat. Het is dat tralies zetten rondom medewerkers niet is toegestaan want anders zouden hordes met managers en formele leiders hier nog steeds invulling aan willen geven. Dit bij voorkeur door het realiseren van een zo klein mogelijke geestelijke en fysieke ruimte, wat het makkelijker maakt om toezicht te houden en fouten te voorkomen. Althans, dat laatste is de gedachte! Uitdaging en ruimte geven en nemen om natuurlijk gedrag te vertonen en eventuele talenten te ontwikkelen is uit den boze. Dit wijkt namelijk af van de standaard en kan zorgen voor onnodige complicaties. Kortwieken dus en zorgen dat er geen mogelijkheden zijn om echt te gaan vliegen en andere werelden voor de medewerkers zelf of de organisatie te gaan verkennen.

Waar het uiteindelijk op neerkomt, is dat medewerkers het voorgeprogrammeerde kunstje moeten vertonen en daarna teruggaan in hun hok. In plaats van het eerder genoemde visjes krijgen de medewerkers hiervoor iets met de naam salaris, wat ook wel eens wordt gezien als de comfortabele ‘gouden ketenen’. En de andersdenkenden, die hier om moverende redenen niet aan meewerken of andere paden proberen te bewandelen, zijn te bezien als bedreigde diersoort maar dan in de organisatie zelf. Door dit alles oftewel de interne command & control-focus en het gebrek aan visie en vernieuwing komt het klantbelang niet op 1 te staan. Althans, wel in woord en in documenten maar niet in daad!

HNW als ondersteuning voor klantgerichte verandering

Panklare oplossingen zijn niet voorhanden maar initiatieven zoals Het Nieuwe Werken (HNW) of andere initiatieven met vaak drieletterige afkortingen kunnen wel degelijk een bijdrage kunnen leveren aan de benodigde ontwikkeling van organisaties en dus ook medewerkers. Neem nu HNW. Dit gaat niet slechts om het faciliteren van een thuiswerkplek voor de elite van organisaties of het inrichten van een nieuwe betonnen blokkendoos langs de snelweg met flexplekken en glazen wanden. Nee, het begint met leren en vooral durven loslaten door leidinggevenden en medewerkers oftewel een gedragsverandering die zijn weerga niet kent. Niet meer denken in traditionele patronen en juiste wel ruimte creëren voor innovatief en klantgerichtheid. Vergaderingen beperken en hiervoor gebruik maken van de nieuwste technieken en social media. En sowieso  talentontwikkeling en leiderschap niet koppelen aan functies met titels als ‘Manager’, ‘Executive’, etc. want leiderschap is persoonsgebonden en niet functiegebonden.

Deze veranderingen vanuit de bottom-up gedachte doorvoeren stimuleert in ieder geval de benodigde afbraak van muren in en tussen organisaties en draagt bij aan transparantie. Dit alles met de koppeling met roldenken en zelfsturende projectteams in vloeibare organisatievormen, waarbinnen andersdenkenden toegevoegde waarde kunnen bieden. Binnen deze vloeibare organisatievormen worden medewerkers en freelancers met de benodigde talenten op het goede moment ingezet, met een duidelijk relatie naar de vraag uit de markt. Denk hierbij qua vorm aan Barbapapa, die zich ook constant kon aanpassen aan de omstandigheden.

Deze verandering van denken en doen begint op de werkvloer en niet bij de bestuurders of stafunit in de ivoren toren die aan het afbrokkelen is! Verandering vanuit de top-down mindset is namelijk heel vaak geprobeerd en vrijwel even zo vaak niet geslaagd.

1 + 1 > 3

Uitgaande van dit alles is op het gebied van waardecreatie voor klant, werknemer en organisatie uiteindelijk ‘meer’ te bereiken met ‘minder’. Ontwikkelingen zoals HNW worden dan niet meer gezien als de ordinaire intern gerichte bezuinigingsoperatie maar juist een geweldige ondersteuning voor het realiseren van de noodzakelijke verandering. HNW in optima forma staat gelijk aan 1 + 1 > 3. En dit alles met als uitgangspunt de klant! Kortom, laat je inspireren! Ga eens naar de dierentuin en denk na over verandering, waarbij de vraag wel is wie nu eigenlijk wie bekijkt!

Geplaatst in Professioneel inhuren, Toekomst van Werk | Tags , | 5s Reacties

De toekomst van online media, privacy en controle?

92000000206832261984, maar dan vrijwillig. De Cirkel van Dave Eggers is een boek dat denk ik dezelfde impact zal hebben als 1984 van George Orwell.

De Cirkel is de toekomst van online, social media. Het heeft Google gekocht, de archieven van het inmiddels gestorven Facebook en doet nog veel meer. De Cirkel verenigd een beetje alles van al deze bedrijven. De oprichter lijkt op een Mark Zuckerberg, maar nog slimmer. De Cirkel maakt geweldige tools, geweldige programma’s en doet geweldige dingen. De Cirkel verbindt mensen… en verblindt mensen.

Het is een roman, in tegenstelling tot de boeken die we hier normaal bespreken, maar het geeft ook een inkijkje in de wereld die langzaam ontstaat. Of deze er gaat komen? Ik hoop en denk het niet. Fascinerend om te lezen is het wel.

(meer…)

Geplaatst in Boeken | 1 Reactie

“The Contingent Workforce Technology Revolution”. Hoe technologie inhuren professionals op zijn kop gooit (video).

Op 26 juni 2014 stond Bryan Peña op het VMS MSP event van Nétive. Die dag werden diverse presentaties gegeven rondom het thema ‘Aardverschuivingen in de Flexbranche’. Bryan Peña, Vice President of Contingent Workforce Strategies and Research – Staffing Industry Analysts, hield een inhoudelijk sterk verhaal. Over hoe het landschap rond inhuur professionals radicaal aan het veranderen is.

“We staan aan vooravond van revolutionair andere manier van organiseren van werk” stelt Peña. Dus wordt – of moet – er ook anders gekeken worden naar ‘inhuur’. Inhuur is niet meer iets wat inkoop of recruitment er ‘even bij doet’. Het vakgebied professionaliseert, waarbij Peña een trend ziet dat organisaties het management van flex zelf doen en slechts onderdelen daarvan uitbesteden. Omdat die organisaties inzien dat ‘flex’ een strategische concurrentie voordeel is. En omdat technologie het meer en meer mogelijk maakt die regie ook in handen te nemen.

Een boeiende 45 minuten:

Geplaatst in Professioneel inhuren | Tags , , , | Laat een reactie achter

Tijd voor meer trots bij ZP’ers

flexbrancheGoed nieuws hebben we inmiddels wel verdiend: na een aantal moeilijke jaren komen er steeds vaker berichten voorbij over voorzichtig economisch herstel. Goed nieuws dus, hoewel het ook steeds duidelijker wordt dat we niet meer teruggaan naar hoe het ooit was. Dit is de nieuwe realiteit en organisaties zijn daarom heel hard bezig met het bedenken van manieren om innovatiever en wendbaarder te worden. Het is belangrijk dat ze mee kunnen bewegen met alle veranderingen om zo van meerwaarde te blijven. Om dat voor elkaar te krijgen zijn zelfstandige professionals (zp’ers) cruciaal. Het wordt daarom tijd dat organisaties dat eens écht door gaan krijgen en dat zp’ers wat meer op hun strepen gaan staan.

Flexibiliteit

Recent onderzoek van FastFlex (2014) onder ruim 1.000 zelfstandige professionals laat zien dat zp’ers een duidelijk beeld hebben over waarom zij zo belangrijk zijn voor organisaties. Ruim 90 procent geeft aan dat organisaties met name kunnen leren van de flexibiliteit van zp’ers. Andere punten waar zp’ers vooral hun meerwaarde in zien, zijn het feit dat zij vanwege hun objectieve kijk eenvoudiger de pijnpunten van een organisatie kunnen doorgronden (94%) en dat externen voor concrete veranderingen zorgen binnen organisaties (75%).

Passie

Ik ben het helemaal met ze eens: organisaties kunnen leren van zelfstandige professionals, zowel van hun flexibiliteit als van hun kennis, innovatiekracht en expertise. Ik hoop daarom dat bedrijven actie gaan ondernemen en hun structuur hier proactief op inrichten. De juiste organisatiecultuur speelt hierbij een belangrijke rol. Een hiërarchische cultuur werkt averechts op innovatie en de kwaliteit van de output van zelfstandige professionals. Een professional-vriendelijke bedrijfscultuur draait veel meer om passie en zingeving. De ‘bevlogen’ professional is iemand die vanuit een intrinsieke motivatie voor zijn expertise gekozen heeft en voor wie passie een belangrijke rol speelt. Deze trend noemen wij de zogenaamde ‘flexorg’. In deze organisatiecultuur denken professionals zelf na, nemen zij besluiten, werken zij samen en ontwikkelen zij zichzelf en de organisatie.

Communities

Naast een zp-vriendelijke bedrijfscultuur is het ook belangrijk dat organisaties zich steeds meer als een netwerk profileren, waar professionals zich aan kunnen binden. In de toekomst zullen professionals in verschillende communities, netwerken, apps en op platforms kennis en expertise met elkaar delen en zich verbonden voelen met het netwerk van de organisaties waar ze voor werken. Ik verwacht ook dat professionals gebruik gaan maken van nieuwe netwerkvormen om andere professionals aan opdrachten te helpen. Hiervoor kunnen zij dan onderling beloond worden. Professionals zullen zich steeds meer verenigen en worden uiteindelijk zelfsturende organisaties die bijvoorbeeld ook als team ingezet kunnen worden.

Hoewel dit voor sommigen misschien nog als verre toekomstmuziek klinkt, is het binnen innovatieve organisaties al aan de gang. Zij hebben inmiddels door dat hun flexschil niet alleen bedoeld is om piek en ziek op te vangen, maar juist een onmisbaar onderdeel van hun organisatie is. Toch merk ik dat zp’ers zich vaak nog veel te bescheiden en voorzichtig opstellen. Ze beseffen soms nog nauwelijks hoe onmisbaar ze zijn voor organisaties die wendbaar en innovatief willen worden. Tijd voor wat meer trots dus!

Clemens Huis in ’t Veld, directeur FastFlex

 

Geplaatst in ZP en Ondernemen, ZP en Politiek | Tags , , | 2s Reacties

Europees manifest voor ZP’ers slaat niet aan

Het European Forum for Independent Professionals (EFIP) heeft al sinds maart van dit jaar online een manifest staan, waarvoor ZP’ers uit heel Europa worden opgeroepen om dit manifest digitaal te onderschrijven. Het EFIP wil hiermee een vuist maken naar de beleidsmakers in Brussel om toch vooral te luisteren naar de wensen van ZP’ers en om rekening te houden met hun belangen.

Op zichzelf geen gekke gedachten vind ik. Het manifest bestaat uit onderdelen als ‘Erken ZP’ers, schaar ons niet onder het MKB, behandel ons met eerlijke contracten en betaal op tijd’. De laatste categorie vind ik zelf wat vreemd, immers het gaat toch niet om de EU als opdrachtgever, maar om als facilitator voor een eerlijker Europees speelveld voor bedrijven en ondernemers.

EFIP2

Ondertekenen

Hoewel het manifest oorspronkelijk bedacht was voor de Europese verkiezingen, is ondertekening nog steeds mogelijk. Ik heb dat dan ook maar gedaan, maar daarmee ben ik wel een van de weinige ZP’ers die dat gedaan heeft. Op het moment van schrijven van dit artikel, hebben slechts 95 Nederlanders het manifest ondertekend. Het land met de meeste ondertekenaars is Duitsland met 1.341 handtekeningen. Kroatië is 2e met 1.251 ondertekenaars. In heel Europa zijn het er nu iets meer dan 5.000.

Het EFIP bestaat uit samenwerkende landelijke organisaties voor ZP’ers. Voor Nederland zijn PZO en KIZO betrokken bij het EFIP. Het laatste Nederlandse bericht wat ik over dit manifest kan vinden dateert van maart van dit jaar, toen het manifest werd gelanceerd.

Mijn conclusie is dan ook dat het nog een hele lange weg is om in Europees verband een goede samenwerking tussen nationale belangenbehartigers op te zetten die tot daadwerkelijke verbeteringen leidt van ZP’ers op de (inter)nationale arbeidsmarkt. Maar ook dat de gemiddelde ZP’er geen interesse heeft in Europese pogingen om zijn of haar positie te versterken. En voor Nederland is dat eigenlijk best jammer…………

 

Geplaatst in ZP en Ondernemen, ZP en Politiek | Tags , | 1 Reactie

De professionalisering van sociaal ondernemerschap in Nederland: hoe een sector van binnenuit gestimuleerd kan worden

25944854_sSociaal ondernemers ondernemen met als doel de wereld te verbeteren. De afgelopen jaren vindt deze vorm van bedrijfsvoering steeds meer aftrek in Nederland. Femke Lotgerink deed een half jaar lang onderzoek naar de rol van sociaal kapitaal in de professionalisering van sociaal ondernemerschap in Nederland. Sociaal kapitaal, ofwel het voordeel dat een individu kan halen uit zijn of haar persoonlijke netwerk, is van essentieel belang voor iedere ondernemer, maar voor sociaal ondernemers speelt het een nog grotere rol. Femke kwam tot de conclusie dat sociaal kapitaal het fundament is voor het vormen van een duidelijk afgebakende, sterke sector voor sociaal ondernemerschap in Nederland.

Femke dingt met haar scriptie “The professionalization of social entrepreneurship in the Netherlands” mee naar de ZiPconomy Scriptieprijs 2014.

Een nieuw perspectief

Voor mijn afstudeeronderzoek in het kader van de master Culture, Organization & Management aan de VU in Amsterdam heb ik in samenwerking met Social Enterprise NL een half jaar lang onderzoek gedaan naar sociaal ondernemerschap in Nederland. Social Enterprise NL is een platform dat social enterprises in Nederland verbindt, vertegenwoordigt en ondersteunt, met als doel de sector te versterken en zo maatschappelijke impact te vergroten. Bestaand wetenschappelijk onderzoek naar sociaal ondernemerschap is vaak gebaseerd op economische, politieke of organisatorische perspectieven. Een ondergewaardeerde wetenschappelijke invalshoek in het kader van sociaal ondernemerschap is die van de sociale wetenschappen. Onterecht, naar mijn mening, want ik vind het juist heel logisch: sociaal ondernemerschap uitleggen met behulp van sociaal wetenschappelijke theorieën. Daarom heb ik mij in mijn onderzoek juist gericht op de “social sciences” kant van sociaal ondernemen.

Kansen liggen vaak buiten eigen social netwerk

Mijn thesis vertrekt vanuit de vooronderstelling dat er weinig tot geen cohesie bestaat tussen sociaal ondernemers in Nederland. De reden hiervoor is dat er zoveel onderlinge verschillen bestaan. Social enterprises varieren van buurtinitatief tot internationale organisatie, van groene ICT tot duurzaam beddengoed tot slaafvrije chocolade. Dit maakt het lastig om een afgebakende, eenduidige sector te vormen en om een eenduidig geluid te laten horen richting de overheid en het algemeen publiek.

Het doel van mijn onderzoek is daarom geweest uit te vinden hoe er een eenduidige sector voor social enterprises gevormd kan worden. De wetenschappelijke theorie die ten grondslag ligt aan mijn onderzoek is sociaal kapitaal. Heel kort gezegd: sociaal kapitaal betreft de voordelen die een individu haalt uit het hebben van zijn of haar persoonlijke sociale netwerk. Elke ondernemer, sociaal of niet, heeft sociaal kapitaal nodig in de start-up van zijn of haar enterprise. Denk bijvoorbeeld aan morele steun van familie, financiële support van welgestelde vrienden, of een club kennissen die de handen uit de mouwen steekt om te helpen met de laatste loodjes van de verbouwing. Maar in een later stadium van de social enterprise verandert de rol van het sociaal kapitaal.

Als een sociaal ondernemer erg vast zit in zijn of haar specifieke sociale netwerk, is de kans groot dat er kansen voor verdere groei of ontwikkeling gemist worden, omdat deze kansen buiten het sociale netwerk liggen. Deze paradox van sociaal kapitaal en sociaal ondernemerschap heb ik geprobeerd op te lossen aan de hand van de volgende onderzoeksvraag: Hoe kan sociaal kapitaal ingezet worden voor de professionalisering van sociaal ondernemerschap in Nederland?

Uit de comfortzone

Na een uitgebreid ethnografisch onderzoek met onder andere interviews en observaties werd mij duidelijk dat het antwoord op die vraag te vinden is in een niche binnen social capital theory. De term “structurele gaten” werd in het jaar 2000 geïntroduceerd door de wetenschapper Ronald S. Burt, een Amerikaanse socioloog die bekend staat om zijn uitgebreide onderzoeken naar sociale netwerken en sociaal kapitaal. Structurele gaten komen voor wanneer het sociale netwerk juist niet zo hecht is. Dan ontstaat er een toegang – een gat – naar mogelijkheden en kansen die buiten het sociale netwerk liggen. Met andere woorden, ook buiten het sociaal netwerk bestaat sociaal kapitaal.

Je kan het een beetje vergelijken met je eigen comfort zone: over het algemeen biedt het leven meer kansen als je bereid bent buiten je comfort zone te treden. En dat is precies wat nodig is om de sector van sociaal ondernemerschap beter te maken. Uit de interviews kon ik duidelijk opmaken dat sociaal ondernemers het moeilijk vinden om tijd te maken voor deelname aan activiteiten en evenementen die door bijv. Social Enterprise NL georganiseerd worden. De prioriteiten liggen anders. En dat is ook de link tussen de theorie van Burt en de professionalisering van sociaal ondernemerschap in Nederland. Blijkbaar vinden de events van Social Enterprise NL plaats buiten de comfortzone of het sociaal netwerk van sociaal ondernemers, terwijl ze wel kansen en mogelijkheden bieden.

Zodoende heb ik geconcludeerd dat sociaal kapitaal onder sociaal ondernemers zal ontstaan daar waar zij actief deelnemen aan de activiteiten die Social Enterprise NL organiseert. Als de evenementen van Social Enterprise NL strucutureel beter bijgewoond worden zal dat uiteindelijk leiden tot meer cohesie en sociaal kapitaal onder sociaal ondernemers in Nederland. In de praktijk betekent dat dat Social Enterprise NL de professionalisering van sociaal ondernemerschap meer intern moet zoeken dan extern. Eerst focussen op de eigen leden, voordat er gelobbyd kan worden richting de overheid. Nina Koopman, programmadirecteur bij Social Enterprise NL, zei het al: “Existing social enterprises should come together. Building a sector starts from identifying the common ground and moving forward from there”. Er moet dus eerst meer cohesie onder sociaal ondernemers zelf komen, voordat er volgende stappen qua wetgeving gezet kunnen worden. En deze redenering is precies waar het om draait bij sociaal ondernemerschap: verbeter de wereld, begin bij jezelf.

Geplaatst in Professioneel inhuren | Tags , | 1 Reactie