Nominaties scriptieprijs bekend: Onderzoek onder ZZP’ers; Oplossingen arbeidsschaarste; Gebruik van twitter. Geplaatst 31 oktober 2012 door Hugo-Jan Ruts Welk percentage van ZZP’ers kiest (zelf)bewust voor het eigen ondernemerschap? Wat is de beste, gestructureerde aanpak met het oog op de dreigende schaarste van personeel? Hoe kunnen organisaties twitter inzetten voor het bouwen van hun merk op de arbeidsmarkt? Deze drie onderzoeken zijn volgens de jury de beste inzendingen van de ZiPconomy Scriptieprijs 2012. Op woensdagmiddag 21 november wordt tijdens het Seminar Anders Werken & Organiseren de uiteindelijke winnaar bekend gemaakt. Scriptieprijs succesvol In het begin van dit jaar lanceerden wij onze jaarlijkse ZiPconomy Scriptieprijs. Om jongeren meer te betrekken bij de discussie over de enorme veranderingen die plaats vinden op de arbeidsmarkt. En om goed onderzoek naar die veranderingen te stimuleren. Dat leverde een flink aantal aanmeldingen op. Met onderwerpen die uiteenliepen van onderzoeken naar drijfveren van ZZP’ers tot werving van topbestuurders in de publieke sector; van verschillen tussen zelfstandige organisatieadviseurs en adviseurs in vaste dienst tot de gevolgen van kleinschalig organiseren op de motivatie van professionals. Een breed scala aan onderwerpen, vanuit verschillende vakgebieden en vanuit zes verschillende universiteiten. Wat ons betreft is de ZiPconomy Scriptieprijs in dit eerste jaar al een succes. Drie genomineerden De jury, Linde Gonggrijp (voorzitter FNVZelfstandigen en lid van de SER), Ronald Dekker (arbeidseconoom verbonden aan Reflect/Tilburg University) en Arjan van den Born (hoogleraar Creatief Ondernemerschap, Tilburg University), heeft zich de afgelopen maand gebogen over de inzendingen. Ze nomineerden de volgende drie ‘masters’ en hun onderzoek: Yvonne van den Broek onderzocht hoe organisaties om kunnen gaan met (toekomstige) schaarste op de arbeidsmarkt. Ze zette verschillende aanpakken op een rij en deed onderzoek naar de meest effectieve methodes. Zo kwam ze tot een helder vijf stappen plan hoe organisaties met een mix van planning en maatwerk kunnen anticiperen op het tekort aan kwalitatieve medewerkers. Werner Liebregts onderzocht de verschillen in economisch succes tussen ZZP’ers die (zelf)bewust gekozen hebben voor het ondernemerschap en ZZP’ers die zich meer gedwongen voelden om als ZZP’er te gaan werken. Daarvoor was het natuurlijk eerst nodig om te kwantificeren hoe groot beide groepen zijn. Om vervolgens te bekijken of, en hoe groot, die verschillen in omzet dan zijn. Carlijn Frunt deed onderzoek naar het gebruik van twitter bij ‘employer branding’. Ze bekeek of en hoe de 50 ‘aantrekkelijkste werkgevers’ twitter inzetten bij hun arbeidsmarktcommunicatie. Ze analyseerde de tweets van deze bedrijven en onderzocht vervolgens de effectiviteit van de gebruikte employer branding strategieën. Toelichting onderzoek tijdens Seminar Anders Werken & Organiseren Op 21 november organiseert ZiPconomy rond de prijsuitreiking van de scriptieprijs het Seminar ‘Anders Werken & Organiseren’. Menno Lanting deelt zijn inzichten van zijn nog te verschijnen boek ‘De Slimme Organisatie’ laat zien hoe organisaties in binnen- en buitenland reageren op de fundamentele veranderingen in de arbeidsmarkt. Ook de nieuwe SER voorzitter Wiebe Draijer zal zijn visie over ‘Anders Werken en Organiseren’ met de zaal delen. De drie genomineerde studenten zullen tijdens dit seminar elk hun onderzoek presenteren. Ze gaan vervolgens met de jury en met de zaal in gesprek over de uitkomsten van dat onderzoek. Mede op basis daarvan wordt bepaald wie in aanmerking komt voor de eerste prijs (€ 2500,-) van de ZiPconomy Scriptieprijs 2012. Het wordt een feestelijke maar ook interactieve middag, waarbij het publiek (opdrachtgevers, ZZP’ers, vertegenwoordigers uit de branche en studenten) wordt uitgedaagd om deel te nemen aan het debat. Daarbij beslist het publiek in de zaal welke genomineerde de Publieksprijs (een pakket managementboeken) wint voor de beste presentatie. Marien Kwant van AIM4, hoofdsponsor van de ZiPconomy Scriptieprijs, kijkt al uit naar de presentaties. “We merken als netwerkorganisatie dagelijks dat het aantal zelfstandigen groeit en steeds jonger wordt. Er komt een nieuwe generatie aan met een andere kijk op werk, met andere behoeften. Dat vraagt wat van organisaties. En dus is het belangrijk dat daar goed onderzoek naar gedaan wordt. Ik ben benieuwd naar de presentaties van de Master studenten én hoe organisaties en interim professionals daar tijdens het seminar op reageren”. Meer informatie en het volledige programma van het seminar Anders Werken & Organiseren is hier te vinden. Samenvattingen van een aantal inzendingen worden gebundeld in een eBook, met daarin ook een voorpublicatie van het boek van Menno Lanting en reacties op de onderzoeken van verschillende experts. Het eBook wordt gratis uitgereikt aan de deelnemers aan het seminar. Geplaatst in Professioneel inhuren | Tags scriptieprijs | Laat een reactie achter
ZZP-ers zijn GeldGrabbelaars! Of toch niet? Geplaatst 30 oktober 2012 door Gastblogger In mijn vorige blog betichtte ik overheden van misbruik van ZZP’ers (klik hier). Daar horen natuurlijk ook cijfers bij. Hard cijfermateriaal is moeilijk te vinden maar uit een paar bronnen komen we een aardig eind. Kosten van een ambtenaar Om te beginnen: wat kost een ambtenaar eigenlijk? Gelukkig helpt het ministerie van Financiën ons daar ieder jaar weer bij met haar rapport “Handleiding overheidstarieven”. Klik hier om zelf te lezen. Financiën berekent per schaal wat een ambtenaar zou moeten kosten om kostendekkend te zijn op basis van loonkosten en overhead. Uurtarief van een ambtenaar op schaal 13: € 89, exclusief BTW en eventuele opslag. Zonder opslag dus! Waarom is dat belangrijk? Opslag is nodig om risico’s te dekken. Geen opslag, dan geen reserves om tegenvallers op te vangen. Dit uurtarief is derhalve kaal en er is geen onderneming die het in haar hoofd zou halen op deze wijze te calculeren. En dan hebben we het niet over het feit dat zzp’ers, als onderdeel van het vak, regelmatig thuis zitten zonder opdracht… Kosten van een zzp’er Oké. Als we een schaal 13 functie als voorbeeld nemen, een redelijk gemiddelde voor ZZP’ers, wat kost dan een zzp-er? Meer dan de €89 per uur van hierboven? Kan, maar in slechte tijden ook minder! Ik zie regelmatig €60 per uur voorbij zien komen! Maar… het uurtarief voor een zzp’er is misschien niet zo belangrijk. Een zzp’er moet ook leven Wat belangrijk is voor die zzp’er is het gemiddelde jaarinkomen. Een zzp’er moet omgaan met verschillende factoren die daar invloed op uitoefenen zoals tarief, aantal dagen per week, tijd tussen opdrachten, tijd voor ziekte, vakantie en opleiding en tijd voor administratie & acquisitie. En natuurlijk magere en vette jaren. Een zzp’er kan daar zelf een inschatting van maken maar mijn ervaring is dat het niet ongebruikelijk is een opdracht te hebben voor drie dagen per week (ons is zuunig en de zzp’er kost zo ook al zat), een aantal weken tot maanden tussen opdrachten en voor acquisitie, administratie en opleiding één tot anderhalve dag per week. Ik heb in 2010, op basis van de gegevens die ik toen ruimschoots voorhanden had, een berekening gemaakt. Natuurlijk zijn er zzp’ers die goed verdienen. Maar zzp’ers die gemiddeld over een periode van enkele jaren goed verdienen … dat zijn er heel, heel erg weinig. Als een zzp’er een flinke opdracht heeft met een vet tarief dan stroomt het geld binnen, dat is waar. Maar hij doet er verstandig aan daar een substantieel deel van opzij te zetten voor magere tijden, pensioen, opleiding, ziekte, verzekering en fiscus. De verstandige zzp’ers bouwen een reserve op voor één tot anderhalf jaar. Dus laat die nieuwe Ferrari nog maar even wachten! En het is ook nog eens zo dat zzp’ers van vandaag op morgen kunnen worden weggestuurd … je bent nooit zeker van je opdracht, hoe goed je het ook doet (leve de gevolgen van politieke besluitvorming). Schrikken geblazen: gemiddelde interim manager verdient minder dan een ambtenaar Wat mijn berekeningen in 2010 aantoonden was schrikbarend. Over een periode van vijf tot tien jaar was het gemiddelde inkomen van de gemiddelde interim-manager lager dan dat van een vergelijkbare ambtenaar. LAGER! En de zzp’er werkt harder omdat hij allerlei zaken die de ambtelijke organisatie voor een ambtenaar regelt zelf moet doen – veelal in de avond-uren en/of in het weekend. En slapen in moeilijke tijden? Lukt dat? Of is de nachtrust in de Ferrari weggescheurd? Inderdaad… Zwakzinnigen Zonder Pensioen. Of Zware Zorg Pakketten … Want welk weldenkend mens zou dat doen? En erger … het kan zomaar voorkomen dat een zzp’er aan het einde van zijn reserves nog een paar maanden zonder opdracht zit. Ik ken er voldoende die hun pensioen voortijdig laten uitkeren zodat hun kinderen nog een dak boven het hoofd hebben. En dat zijn de gelukkigen … ik ken er ook die geen pensioen opbouwen (!) en dus niets voortijdig kunnen laten uitkeren. Waarom zijn er nog zzp’ers? Ik hoor veel bij overheden dat je, voor het grote geld, zelfstandig moet worden. Maar als u vindt dat het bovenstaande enigszins hout snijdt dan weet u wel beter. Zzp’er wordt je niet voor het geld maar voor het beroep. Omdat je je werk leuker vindt dan de organisatie waarin je werkt. Omdat je nieuwe uitdagingen zoekt en daadwerkelijk een toegevoegde waarde wilt hebben. Omdat je jezelf voortdurend wil ontwikkelen. Die nieuwe Ferrari … neuh … die komt er toch niet. Mijn volgend blog (volgende week dinsdag): Wat kunnen zzp’ers eraan doen? Geplaatst in Professioneel inhuren, ZP en Ondernemen | Tags zzp | 12s Reacties
Het geheim van een wervende website van een interim professional Geplaatst 29 oktober 2012 door Saskia Postma Een tijdje geleden sprak ik met een kandidaat die ik coach over de website die hij wil bouwen. Laten we hem Ron noemen. Uiteraard is de bedoeling dat deze website Ron gaat helpen bij het genereren van nieuwe klanten en opdrachten. Zelf is Ron klant bij mij geworden vanwege mijn blog en mijn website, vertelde hij. Dus vroeg ik hem wie hij allemaal op internet had bekeken. Tenslotte heb ik diverse concurrenten in dit vak en ik was benieuwd waar hij zijn keuze op had gebaseerd. Ron had inderdaad gedegen onderzoek verricht en diverse bekende aanbieders in mijn vakgebied bekeken. Wat maakte dat Ron overstag ging en wat kan jij daarvan leren? Als jij veel geld en tijd steekt in het bouwen van jouw website, wil je natuurlijk niet dat iemand na een korte blik op de webpagina gapend wegklikt. Daarom is het goed wat meer over de do’s en don’ts te weten die maken dat een site succesvol is of juist niet. Welke fouten maken dat iemand afhaakt als hij jouw website bezoekt? En welke elementen maken jouw website boeiend voor jouw klant? Wat maakt dat hij klant wordt? Wat zijn veelgemaakte fouten die je op websites aantreft? 1) De klant staat niet centraal Een fout die je echt op heel veel websites tegenkomt, is dat de aanbieder niet de klant centraal stelt maar zichzelf. Negen van de tien websites zijn als volgt opgesteld: wij zijn; wij doen; onze aanpak. Wij zijn een heel succesvol bureau en we hebben heel veel expertise over… Wij doen de volgende dingen… We zijn overigens ook al heel lang in de markt en we leveren uiteraard ook altijd maatwerk… Ons product (of onze dienst) wordt gekenmerkt door… Onze werkwijze is als volgt… Onze training gaat over… Denk je dat jouw klant geboeid raakt door een dergelijk zouteloos verhaal? Welnee. De klant wil helemaal niet lezen over jouw aanpak. Hij wil lezen over jouw resultaten. En die resultaten boeien hem alleen maar als die gaan over een probleem dat hij graag op wil lossen. Of over een ambitie waar hij nu eindelijk echt werk van wil maken. Jouw klant wil weten: Hoe hij succesvol(ler) of gelukkiger wordt; Hoe hij aan klanten komt; Hoe hij tijd/geld kan besparen; Hoe hij zijn doelen kan bereiken (op welk vlak dan ook). Als jouw klant begint met lezen op je homepage, moet hij meteen gepakt raken omdat hij denkt: ‘Hee, dit gaat over mij!’ Daarom is het zo ongelooflijk belangrijk dat je duidelijk in kaart hebt, wie jouw klant is voordat je begint met het bouwen van je website. Als jij je met je diensten gaat richten op ongeveer iedereen, voelt niemand zich aangesproken. Pas als je goed in beeld hebt wat jij te bieden hebt, en voor welke klant (jouw niche) je wilt gaan werken, kun je gericht aan je marketing gaan werken. Pas dan kun je boven water krijgen welke problemen deze klant heeft waar jij de ultieme oplossing voor kunt bieden. En dan komen de klanten naar jou toe omdat ze zich begrepen voelen en het gevoel hebben dat jij echt iets voor hen kan betekenen. Dan hoef jij niet meer achter klanten aan te jagen. Dat is prettig werken, kan ik je uit de praktijk melden… 2) Te korte teksten Een van de meest gemaakte fouten die gemaakt wordt op websites is het gebruik van korte, weinig zeggende teksten. Veel vormgevers zijn van mening dat een site met name een sfeer moet weergeven en dat je de lezer vooral niet moet vermoeien met lange teksten. Dit is al een heel oud misverstand waar ik al in het begin van mijn loopbaan als marketeer mee te maken kreeg. Wist je dan een van de meest succesvolle direct mailbrieven ooit, zeven kantjes lang was?! Als het interessant voor hem is, leest je klant echt wel door! Bij mijn mailings heb ik destijds de kern van het verhaal in de brief verwerkt die inderdaad een A4-tje lang was. Omdat de voordelen van het ingewikkelde ICT-product echter niet in een enkele pagina uit te leggen waren, heb ik hier bij mijn mailings een (zeer goedgelezen) bijlage voor gebruikt. Ook jij kunt in de vormgeving van je webpagina’s rekening houden met mensen die in eerste instantie afgeschrikt raken door lange teksten. Dat doe je door de kern van je tekst, dat waar het echt om gaat, in de eerste twee a drie alinea’s te verwerken. En wanneer de klant meer wil weten kan hij doorklikken bij -lees verder-. 3) Onpersoonlijke site Het is, zeker voor jou als ZZP-ers, een gemiste kans als je op je website nalaat iets over jezelf te vertellen. Juist jij bent je eigen merk! Vertel iets over je achtergrond en zet er ook een goede portretfoto van jezelf bij. Dit wordt door jouw klant zeer gewaardeerd. Mensen willen een goed gevoel hebben over de persoon met wie ze zaken gaan doen. Ik vind het altijd grappig als je al vrij snel constateert dat je op de site van een eenpitter bent beland en dan toch voortdurend vage teksten in de wij-vorm voorgeschoteld krijgt. Het is dan vaak niet geheel duidelijk wie er nu eigenlijk achter de site zit en dat is niet handig. Laat gewoon zien wie je bent. Juist jouw kwaliteiten en eigenschappen, dat wat jou uniek maakt, maakt dat de klant kiest voor jou. Laat zien wie je bent. Als je bang bent dat een klant geen zaken wil doen met een eenpitter, kun je op je site ook nog een aantal vaste samenwerkingspartners presenteren, in een apart hoofdstuk bijvoorbeeld. Zo kun je duidelijk maken dat je ook grotere projecten kunt oppakken. 4) Zorg voor een call to action Het is echt zonde als mensen jouw site bezoeken en dan geen gegevens achterlaten. Ik bied zelf op mijn site het gratis Ebook over Personal Branding aan – In drie stappen naar een sterk merk-. Mensen geven hun emailadres op om dit Ebook op te vragen en komen dan in mijn mailinglijst. Ik stuur hen regelmatig informatieve artikelen en krijg via deze weg het merendeel van mijn nieuwe klanten binnen. Het is absoluut de moeite om serieus na te denken over een Ebook, checklist of iets anders dat je aan kunt bieden om te zorgen dat klanten hun adres achter laten als ze jouw site bezoeken. Je kunt dan regelmatig iets van je laten horen. Zo leren ze jou dan beter kennen en worden ze, als je het goed doet, na verloop van tijd klant. 5) Maak van je site geen creatieve zoekpuzzel Laat mensen niet op zoek moeten gaan op jouw site naar de informatie die voor hen relevant is. Zorg voor een duidelijke indeling. Zet jezelf op de kaart en maak een succes van je bedrijf. Geplaatst in ZP en Ondernemen | Tags personal branding, zipper | 3s Reacties
Onderzoek: Kwart zzp’ers is dat uit noodzaak, maakt lagere omzet. Geplaatst 25 oktober 2012 door ZiPredactie Met de groei van het aantal zzp’ers in Nederland groeit ook de diversiteit in die groep. Daar waar in het verleden zelfstandigen veelal tot de meest kansrijke groepen op de arbeidsmarkt behoorden, is dat beeld niet meer zo eenduidig. Gelukkig is het nog steeds zo dat verreweg het merendeel van de nieuwe zzp’ers zelfstandig wordt vanuit een positieve keuze. Voor een deel zijn het echter ook ‘zzp’ers uit noodzaak’. Mensen die, om verschillende redenen, geen andere keuze zien dan zzp’er te worden. Werner Liebregts deed tijdens zijn stage bij Panteia/EIM en in het kader van zijn masterstudie onderzoek naar eventuele verschillen tussen de ‘opportunity zzp’ers’ en de ‘necessity zzp’ers’. De uitkomsten van zijn onderzoek laten zien dat het aantal uit noodzaak gestarte zzp’ers wel eens hoger kan zijn dan algemeen wordt aangenomen. Tevens laat hij zien dat ze significant minder succesvol zijn dan hun collega’s die vanuit een kans zzp’er zijn geworden. Werner Liebregts hoopt met deze scriptie de ZiPconomy Scriptieprijs 2012 in de wacht te slepen. Literatuur De belangstelling voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) is de laatste jaren sterk toegenomen. Dit is voornamelijk het gevolg van de gestage groei die deze groep tussen 2001 en 2009 heeft doorgemaakt, van 2,7 procent tot 4,8 procent van de Nederlandse werkzame beroepsbevolking. Dit komt neer op ongeveer 360.000 zzp’ers in 2009. Andere studies wijzen op een veel groter aantal – tot wel 690.000 zzp’ers in 2009 – maar hierbij gaat men uit van een ruimere definitie, zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS beschouwt een persoon als zzp’er wanneer deze zelfstandig ondernemende activiteiten uitvoert en wanneer deze geen personeel in dienst heeft. De definitie zoals gehanteerd in deze studie stelt enkele aanvullende voorwaarden. Zo moet de persoon in kwestie voornamelijk zijn of haar arbeid aanbieden in plaats van goederen. Het is met name deze voorwaarde die voor een groot deel het genoemde verschil in de aantallen zzp’ers verklaart. Het stellen van deze voorwaarde is relevant omdat de afgebakende groep zzp’ers hiermee sterk lijkt op werknemers, op het ontbreken van een (niet-fictieve) dienstbetrekking na. We richten ons hiermee vooral op de ‘nieuwe’ zzp’ers, welke een belangrijke rol spelen in de beleidsdiscussies over zzp’ers, en niet zozeer op de ‘klassieke’ zzp’ers, die vaak substantiële kapitaalinvesteringen hebben gedaan, zoals de bakker, de slager en de kruidenier. Het is vanuit beleidsmatig oogpunt interessant om eventuele verschillen in de economische prestaties van zzp’ers te onderzoeken, waarbij er onderscheid wordt gemaakt op basis van het initiële startmotief. Hiertoe introduceerden Reynolds, Camp, Bygrave, Autio en Hay (2002) in de Global Entrepreneurship Monitor (GEM) van 2001 de concepten opportunity entrepreneurs (kansbewuste ondernemers) en necessity entrepreneurs (uit noodzaak gestarte ondernemers). Volgens hen zijn opportunity ondernemers personen die gebruik hebben gemaakt van een unieke marktkans, terwijl necessity ondernemers een onderneming zijn gestart omdat dit toentertijd de beste beschikbare optie op betaald werk was. In feite komt het onderscheid dus neer op de mate van vrijwilligheid waarmee men als ondernemer is gestart. Als blijkt dat een van de twee groepen beter presteert dan de ander, dan kan de efficiëntie van overheidsprogramma’s die ondernemerschap stimuleren (verder) worden verbeterd. Zo kunnen er aanvullende eisen worden gesteld aan factoren die het succes van zzp’ers bepalen. Sinds het GEM rapport van 2001 is de dichotomie ook in veel andere studies over ondernemerschap toegepast, maar de exacte interpretatie en operationalisatie van de concepten opportunity en necessity ondernemer verschilt per studie. Desondanks kunnen er enkele belangrijke conclusies worden ontleend aan de bestaande literatuur. Ten eerste vormt de groep necessity ondernemers vaak een minderheid. Dit varieert van een kleine zeven procent tot ruim 46 procent, afhankelijk van welke definitie men hanteert. Ten tweede is ongeveer twee derde van de ondernemers van het mannelijke geslacht en dit aandeel verschilt niet of nauwelijks tussen opportunity en necessity types. Ten derde blijken necessity ondernemers significant ouder dan opportunity ondernemers. Dit hangt vermoedelijk samen met het feit dat ouderen in het algemeen moeilijker aan een baan in loondienst kunnen komen. Met betrekking tot de verklaring van de economische prestaties van opportunity en necessity ondernemers doen Block en Sandner (2009) een beroep op de human capital theory (theorie van het menselijk kapitaal). Deze stelt dat personen met meer kennis of met kennis van hogere kwaliteit beter in staat zijn om productief en efficiënt te zijn. Ze beargumenteren vervolgens dat dit met name opgaat voor opportunity ondernemers, onder meer omdat zij zich naar alle waarschijnlijkheid beter hebben voorbereid op de stap naar het zelfstandig ondernemerschap. Hun studie wijst echter uit dat opportunity ondernemers niet significant langer zelfstandig ondernemer blijven dan necessity ondernemers wanneer zij controleren voor het opleidingsniveau van de ondernemer in zijn of haar specifieke vakgebied. Echter, opleidingsniveau is slechts een van de aspecten van menselijk kapitaal. Het bestaat bijvoorbeeld ook uit praktijkervaring en ondernemerschapsvaardigheden. Denk hierbij aan het vermogen om ondernemerskansen te benutten. Wanneer necessity ondernemers al ondernemende de daarbij behorende vaardigheden leren – met andere woorden, er treedt een leereffect op – dan speelt het initiële startmotief op lange termijn mogelijk geen rol meer. Het is dus op voorhand niet duidelijk of de twee types ondernemers daadwerkelijk verschillen in hun economische prestaties. Aanvullend bewijs op dit vlak is gewenst. Kwart zzp’ers ‘necessity’ zzp’ers In deze studie is gebruik gemaakt van data afkomstig van het zogenaamde zzp-panel van Panteia/EIM. Dit is een tweejaarlijkse telefonische meting onder een representatieve groep Nederlandse zzp’ers, zoals eerder gedefinieerd. Tot dusver hebben er vijf metingen plaatsgevonden, waarvan de eerste in 2009 en de laatste in het najaar van 2011. Daarmee is informatie verkregen van 3.131 zzp’ers. De dataset bevat drie variabelen op basis waarvan het onderscheid tussen opportunity en necessity zzp’ers kan worden vormgegeven. De eerste daarvan is unemployed. Deze indicator variabele identificeert zzp’ers die voorafgaand aan het zzp-schap werkloos of arbeidsongeschikt (en dus uitkeringsgerechtigd) waren. Op basis van deze variabele is 6,1 procent van de steekproef aan te merken als een necessity zzp’er. De tweede variabele (necessity1) kan het beste worden omschreven als een indicator voor zelfbenoemd necessity zzp-schap. Respondenten die aangaven dat het zzp-schap de enige mogelijkheid was op geschikt betaald werk worden door deze variabele aangemerkt als necessity zzp’ers. Op basis van deze variabele blijkt 26,5 procent van de steekproef een necessity zzp’er. De derde indicator variabele (necessity2) is gebaseerd op een handmatige indeling van alle redenen van respondenten om zzp’er te worden. Ook deze variabele merkt ongeveer een kwart van de steekproef (25,2 procent) aan als necessity zzp’er. Flink verschil in omzet Om de economische prestatie van opportunity en necessity zzp’ers te vergelijken is gekeken naar hun jaarlijkse omzet. Er is gekozen voor deze indicator, omdat omzet louter dat wat zzp’ers in een jaar tijd verdienen omvat. De jaarlijkse omzet is om deze reden erg geschikt als te verklaren variabeleHet is bijvoorbeeld een zuiverde graadmeter dan het netto maandinkomen, omdat hier onder meer verschillen in het recht op belastingaftrek een rol spelen. Uit de vergelijking blijkt dat necessity zzp’ers een significant lagere omzet genereren dan opportunity zzp’ers, ongeacht de gebruikte definitie van necessity zzp-schap. Marginale effecten geven verschillen in de grootte van het effect weer. Het grootste effect vindt men bij zzp’ers die zijn gestart vanuit een uitkeringssituatie. Dit type zzp’er heeft ruim tien procent (10,1 procent) minder kans op een jaarlijkse omzet van meer dan 50.000 euro in vergelijking met een opportunity zzp’er. Zelfbenoemde necessity zzp’ers en handmatig ingedeelde necessity zzp’ers hebben respectievelijk 7,4 en 5,5 procent minder kans op een omzet van meer dan 50.000 euro op jaarbasis. Andersom geldt dat de kans op een jaarlijkse omzet van minder dan 10.000 euro juist significant hoger is voor necessity zzp’ers. Dit varieert van 1,6 tot 3,6 procent, afhankelijk van de gehanteerde indicator variabele. Andere interessante bevindingen hebben betrekking op het geslacht en opleidingsniveau van de zzp’er. Vrouwelijke zzp’ers hebben een significant lagere jaarlijkse omzet dan mannelijke zzp’ers, terwijl zzp’ers die hoogopgeleid zijn een grotere kans op een relatief hoge omzet hebben. Conclusies en beleidsimplicaties De gevonden verschillen in de economische prestaties tussen opportunity en necessity zzp’ers kunnen niet worden verklaard door een groot aantal persoons-, bedrijfs- en organisatorische kenmerken, zoals leeftijd, geslacht, sector en het aantal uren per week dat men aan de onderneming besteedt. Al deze kenmerken hebben hooguit een klein mediërend effect gehad. Daarnaast controleerden de modellen voor opleidingsniveau en bestaansduur van de onderneming, waarbij laatstgenoemde kan worden gezien als een benadering van praktijkervaring met ondernemerschap (in ieder geval met het runnen van het huidige bedrijf). De resultaten spreken dus deels de redenering van Block en Sandner (2009) tegen dat verschillen in de prestaties van opportunity en necessity ondernemers gelegen kunnen zijn in hun verschillende niveaus van menselijk kapitaal. Het feit dat er, na gecontroleerd te hebben voor al deze kenmerken, nog steeds een structureel verschil overblijft in de prestaties van opportunity en necessity zzp’ers suggereert dat mogelijk andere factoren (mede)bepalend zijn voor het succes van de onderneming. Dit heeft belangrijke beleidsimplicaties. Wanneer men als overheid zzp-schap zou willen stimuleren – wat overigens niet vanzelfsprekend is – dan zou men zich vooral moeten richten op het type zzp’er met een grotere kans op succes. Niet uitgesloten mag worden dat andere factoren, die in deze studie niet zijn meegenomen, de waargenomen verschillen in prestaties van opportunity en necessity zzp’ers kunnen verklaren. Mocht bijvoorbeeld blijken dat verschillen in ondernemerschapsvaardigheden hier (deels) aan bijdragen, dan zou men als overheid meer eisen kunnen stellen aan het niveau van deze vaardigheden alvorens de betreffende zzp’er in aanmerking komt voor overheidsprogramma’s die hulp bieden bij het opstarten van een onderneming. Dit zou de efficiëntie van dergelijke programma’s ten goede komen. Of verschillen in ondernemerschapsvaardigheden (of andere mogelijke verklarende factoren) daadwerkelijk een verklaring vormen voor het verschil in economische prestatie zal toekomstig onderzoek moeten uitwijzen. Auteur: W.J. (Werner) Liebregts MSc (samenvatting van: Explaining Economic Performance of Solo Self-Employed from a Motivational Perspective. Empirical Evidence from Dutch Micro Data) Geplaatst in ZP en Ondernemen | Tags maatschappij, onderzoek, scriptieprijs 2012, zzp | 5s Reacties
Zelfstandige Interim Professionals de dupe van plannen commissie Van Dijkhuizen Geplaatst 24 oktober 2012 door PZO De formatie is nog in volle gang en lijkt zijn eindstation te gaan bereiken! Woordvoerders van de VVD en PvdA hebben aangegeven dat er nog voor 29 oktober een akkoord op tafel zal komen te liggen tussen beide partijen. Om dit te bewerkstelligen zullen de partijen elkaar waarschijnlijk snel vinden binnen (delen van) de plannen tot hervorming van het Nederlandse belastingstelsel. In het interim-rapport van de commissie Van Dijkhuizen zijn een aantal maatregelen gepresenteerd die ingrijpende gevolgen met zich mee zullen brengen voor heel Nederland. Vanuit diverse hoeken is commotie ontstaan over de gepresenteerde plannen. Vanuit PZO is gereageerd op het rapport nu vooral de rekening eenzijdig bij de zzp’er lijkt te worden neergelegd! Doel van het rapport is allereerst om het Nederlandse belastingstelsel te vereenvoudigen. Een plan waar PZO in eerste instantie niet negatief tegenover staat. Het idee bestaat om met een nieuwe structuur te gaan werken en wel de twee schijvenstructuur. Er zullen, na invoering van het nieuwe plan, slechts twee belastingtarieven worden gebruikt en wel het tarief van 37% in de eerste schijf en het tarief van 49% in de tweede schijf. De tweede schijf gaat daarbij uit van inkomsten beginnend bij € 67.000. Nu circa 90% van de Nederlandse bevolking een inkomen heeft beneden deze grens, zal de meerderheid belast gaan worden vanuit de eerste schijf. Een achteruitgang voor veel Nederlanders in de laagste inkomensklasse nu het oude tarief in de eerste schijf met 4% zal gaan stijgen. Ondernemersfaciliteiten onder vuur In het rapport worden verder de ondernemersfaciliteiten onder vuur gelegd. Zo zal de zelfstandigenaftrek de komende periode afgebouwd worden om deze vervolgens in 2017 geheel af te schaffen. Daarnaast is er volgens de commissie geen plaats meer voor ondernemersfaciliteiten voor startende ondernemers, zoals de extra zelfstandigenaftrek (van drie jaar), willekeurige afschrijving en startersaftrek voor arbeidsongeschikten. Er zou een einde komen aan de stakingsaftrek en meewerkaftrek, de Fiscale Oudedagsreserve zal aan banden worden gelegd door bestraffing van oneigenlijk gebruik middels revisierente en de pensioenpremie zal alleen nog maar aftrekbaar zijn voor de inkomens boven de € 67.000 (start van de voorgestelde tweede belastingschijf). Allemaal maatregelen die zzp’ers hard in de portemonnee zullen treffen. Er is in het rapport geen concrete tegenmaatregel te vinden die de groep zzp’ers houvast biedt. In het voorjaar van 2013 zal een definitief rapport door de commissie worden gepresenteerd, waarin hopelijk de gevolgen voor zzp’ers wél door het CPB zijn berekend. Vooruitlopend hierop is er binnen Stichting Kennisinstituut Zelfstandig Ondernemerschap (KIZO) een werkgroep Belastingen opgericht onder leiding van prof. dr. Victor van Kommer, hoogleraar tax policy aan de Universiteit Utrecht en directeur van IBFD. Binnen de werkgroep wordt onderzoek verricht naar het voorgestelde belastingstelsel en wordt aandacht besteed aan de implicaties van het rapport van de commissie Van Dijkhuizen voor zzp’ers. PZO onderschrijft het uitgangspunt van de werkgroep; een eenvoudiger belastingstelsel waarbinnen ook aandacht wordt besteed aan de belangen van zzp’ers. Te gemakkelijke parallel tussen werknemer en kleine ondernemer In de plannen, zoals die er nu liggen, vergelijkt de commissie de voordelen voor kleine ondernemers nog te veel met die van de werknemer, wordt er te weinig rekening gehouden met de wens om loondienst te combineren met het ondernemerschap (hybride zzp’ers) en de groeiende groep zzp’ers. Daarnaast wordt in de plannen vergeten dat zelfstandigen zich onder meer moeten verzekeren tegen inkomstenderving bij ziekte en dat zij een buffer op moeten bouwen voor slechtere tijden. De zzp’er onderneemt voor eigen rekening en risico en zonder genoemde ondernemersfaciliteiten zouden zelfstandigen ofwel in loondienst ofwel in een BV gedwongen kunnen worden omdat dat fiscaal aantrekkelijker is. Dit is een kant die zij veelal niet op willen. Zzp’ers kiezen er bewust voor te ondernemen, met alle risico’s van dien. De gepresenteerde plannen maken het zzp’ers bijna onmogelijk om te ondernemen. PZO is van mening dat een hervorming van het belastingstelsel op zijn plaats is. Dit stelsel kan inderdaad eenvoudiger en transparanter, maar de belangen van zzp’ers dienen daarbij dan wel ondervangen te worden. De rekening van de overheidsbezuinigingen dient niet eenzijdig bij de zzp’er te worden neergelegd, zoals nu uit de plannen naar voren lijkt te komen. Het zijn namelijk juist deze groeiende groep ondernemers die de economie de nodige veerkracht kunnen geven en de economie uit het slop kunnen trekken! Geplaatst in ZP en Ondernemen, ZP en Politiek | Tags nieuws, zelfstandigheidsaftrek, zipper | Laat een reactie achter
De overheid maakt misbruik van zzp’ers! Geplaatst 23 oktober 2012 door Gastblogger “Bezuinigen, dus alle externen eruit”. “Via marktplaatsen kunnen we goedkoper aan externen komen”. “Externen zijn duur – zij verrijken zich ten koste van de publieke middelen”. Is dat echt zo? Ik betoog dat het omgekeerde waar is. Overheden maken misbruik van zzp’ers en knijpen de laatste druppel uit hun inzet en kwaliteiten. Ten koste van gezin, pensioen en nachtrust. Overheden hebben boter op hun hoofd Overheden hebben, wat zzp’ers betreft, boter op hun hoofd. Zij willen morgen een zzp’er op de werkvloer (hij moet direct beschikbaar zijn, dus iemand die nu geen opdracht heeft en zonder inkomen zit) voor een tarief dat liefst lager is dan de kosten van een ambtenaar. Hij moet wel veel expertise, kennis en kunde meenemen die liefst is opgedaan bij verschillende andere organisaties want “we willen toch waar voor ons (publieke) geld!”. En dan roepen dat de tarieven omlaag moeten. Want zij vergelijken het uurtarief van een zzp’er met hun eigen salaris en denken dan “die vent verdient in één week wat ik in een maand verdien!”. Verdeel en heers Zzp’ers zijn niet of nauwelijks georganiseerd. Er zijn organisaties die zzp’ers willen vertegenwoordigen maar de zzp’er wordt daar kennelijk niet graag lid van. Een lage organisatiegraad dus. Overheden hebben zo vrij spel en kunnen zzp’ers tegen elkaar uitspelen. Welke beroepsgroep laat haar klanten zo negatief over zich spreken? Zelfs de advocatuur niet. En de register accountants niet. Want zij hebben een hoge organisatiegraad (verplicht, dat dan weer wel) en daardoor een sterke vertegenwoordiging. Facturen kun je niet eten Het wordt nog erger als het op betalen aankomt. Het lijkt alsof de meeste ambtenaren zich niet realiseren dat Albert Heijn geen “ik heb gefactureerd maar nog niet betaald gekregen maar echt … ze zeggen dat ik morgen wordt betaald”-briefje accepteert. Een betalingstermijn van dertig dagen vindt men normaal maar ik ken overheden die vijfenveertig dagen ook goed vinden. En dan nog moet je als zzp’er mondig zijn als de betaling niet op tijd komt want anders wordt het zestig dagen of langer. De mond vol van maatschappelijke betrokkenheid en de zorg voor de burgers. Maar zzp’ers … daar lijken andere regels voor te gelden. Strategisch personeels- en inhuurbeleid? Het repetitieve liedje van overheden is altijd hetzelfde: we moeten het zonder externen kunnen, externen zijn duur en het is beter je kennis in je eigen organisatie op te bouwen omdat zzp’ers toch weer weggaan. Jaar in jaar uit is het liedje: we moeten minder inhuren. Jaar in jaar uit wordt het alleen maar meer. Boter dus. Dus overheden … een tip. Als je toch niet zonder de diensten van zzp’ers kunt, ga er dan strategisch mee om. Denk na over wat zzp’ers je brengen, wat je ervan verwacht en neem het op in je begroting. Volgende blog (dinsdag a.s.) in reeks van drie: kosten en inkomen van zzp’ers. Geplaatst in Professioneel inhuren, ZP en Politiek | Tags inhuur | 14s Reacties