"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Tjebbe van Oostenbruggen (NSC) wil tempo met wetgeving hervorming arbeidsmarkt. “Beter is de grootste vijand van goed”

Als woordvoerder arbeidsmarkt namens Nieuw Sociaal Contract staat Tjebbe van Oostenbruggen voor stevig ingrijpen in de flexbranche. Hij wil de arbeidsmarkt verder hervormen, zegt hij in een uitvoerig interview met ZiPtalk.

“Vast minder vast, flex minder flex. Het is een gevleugelde uitspraak, waar we nu echt werk van moeten maken.” Dat zegt Tweede Kamerlid Tjebbe van Oostenbruggen tijdens de podcast ZiPtalk. Van Oostenbruggen is woordvoerder arbeidsmarkt namens Nieuw Sociaal Contract.

“Nieuw Sociaal Contract staat voor eerlijke, solidaire en inclusieve arbeidsmarkt”, vertelt hij. “Meer mensen aan het werk, want werk is de kortste en breedste route naar bestaanszekerheid.”

Nieuwe wetten op basis van Borstlap

Daarnaast maakt hij zich hard voor minder verschillen op de arbeidsmarkt. “We vinden het echt heel belangrijk dat uiteindelijk in Nederland het vaste contract weer de norm wordt.” Er ligt al een plan klaar om dat te bereiken, benadrukt hij: het advies van de commissie Borstlap. “Dat is de blauwdruk voor een toekomstbestendige, dynamische arbeidsmarkt waar ruimte is voor iedereen.” 

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) Karien van Gennip heeft een flink deel van dat advies al vertaald in concept wetgeving. Ondanks haar demissionaire status is ze nog volop actief om die wetgeving te realiseren. Een goede zaak, vindt Van Oostenbruggen. “Het feit dat er veel maatschappelijke en politieke steun is voor de voorstellen maakt dat zij de vrijheid voelt om flink door te pakken”.

Toelatingsstelsel hard nodig

Een van de wetten die klaar liggen is de Wet Toelating Terbeschikkingstelling Arbeidskrachten (Wet TTA, overigens lijkt het er op dat de behandeling en invoering van de wet wordt uitgesteld, zo blijkt uit nog onbevestigde berichten die we ontvingen na de opname dit artikel). Het toelatingsstelsel voor uitzendbureaus en detacheerders is volgens Van Oostenbruggen hard nodig om misstanden rond arbeidsmigranten aan te pakken.

“Zij worden uitgebuit door ondernemers die niet het beste voor hebben met de mensen die zij in dienst hebben en daarmee met Nederland”, zegt hij. “Er is al jaren gepoogd om dat tegen te gaan met de uitzend-cao, de NEN4400-norm, de Arbeidsinspectie en het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten onder leiding van Emile Roemer. Maar het werkt allemaal onvoldoende.”

‘Wij zijn niet voor uitzonderingen’

Binnen de flexbranche is kritiek op de Wet TTA, bijvoorbeeld dat deze wet de regeldruk verhoogt voor ondernemers die niets te maken hebben met arbeidsmigranten. Maar Van Oostenbruggen heeft veel vertrouwen in de Wet TTA en ziet weinig aanleiding om het voorstel aan te passen. “We pakken de kern ermee aan, namelijk de ondernemers die zich niet aan de wet houden”, zegt hij. “Hoe meer verbetervoorstellen je doet in de politiek, hoe langer het duurt en het wordt er niet altijd beter op. Beter is de grootste vijand van goed.”

Hij vertelt dat hij allerlei verzoeken krijgt van partijen die een uitzondering willen of een aparte behandeling. “Ik denk dat we dat niet moeten doen. Dat maakt de uitvoerbaarheid van de wet ook slecht. Het zorgt voor ongelijkheid. Dus nee, wij zijn niet voor uitzonderingen, tenzij er een hele goede reden voor is.” 

Het NSC-Kamerlid let wel goed op de praktische uitwerking en tijdslijn van de Wet TTA. “Er zit een enorme druk op, maar we moeten goed opletten dat de wet uitvoerbaar is. In Nederland hebben we al te veel ervaring met wetgeving die een paar jaar later vervelende gevolgen blijkt te hebben.”

Nieuwe zzp-wetgeving

Dat brengt het gesprek op zzp-wetgeving. Het huidige voorstel voor nieuwe wetgeving rondom schijnzelfstandigheid heeft te weinig steun van politici en werkgevers. Daarom is de demissionaire minister van SZW is nog aan het broeden op aanpassingen van de Wet Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelatie en Rechtsvermoeden (VBAR)

Van Oostenbruggen noemt het huidige voorstel ‘een pragmatische oplossing voor een groot probleem omtrent schijnzelfstandigheid’. Hij is het meest enthousiast over het rechtsvermoeden van werknemerschap voor werkenden met een uurloon van minder dan 32 euro. Hij verwacht dat dit bedrag een minimumtarief wordt en vindt dat een goede zaak.

Bindende Europese afspraken

Daarnaast werkt de minister aan meer duidelijkheid over de arbeidsrelatie met werkenden met een hoger tarief. Van Oostenbruggen weet hoe ingewikkeld dit langlopende dossier is en laat zich voorzichtig uit over hoe het verder moet.

“Wij hebben in Europa een aantal bindende afspraken, onder andere over wat een arbeidsrelatie is. Dat betekent dat Nederland bijvoorbeeld niet zomaar kan zeggen: voortaan is iedereen met een blauw shirt in loondienst en iedereen met een geel shirt een zzp’er. Dat mag niet.”

Oordeel van de Hoge Raad

Van Oostenbruggen kijkt uit naar het oordeel van de Hoge Raad over werken als zzp’er. Het gerechtshof Amsterdam heeft namelijk gevraagd of het arbeidsrechtelijk mogelijk is dat werknemers en zzp’ers hetzelfde werk in een organisatie doen. “Als het antwoord ‘ja’ is, dan hebben we echt heel erg behoefte aan de wet VBAR”, zegt het NSC-Kamerlid. “Als de Hoge Raad ‘nee’ zegt, dan is het glashelder. Dat betekent dat je voor alle reguliere loondienstfuncties geen zzp’ers kan inzetten. Kortom: als de Hoge Raad zegt dat een werknemer en een zzp’er niet hetzelfde werk kunnen doen, denk ik dat we klaar zijn.”

Van Oostenbruggen weet dat er partijen zijn die ondernemers hoe dan ook meer vrijheid willen om te werken met zzp’ers. Zij zullen een oordeel van de Hoge Raad willen aanpassen met nieuwe wetgeving. NSC wil dat niet, zegt hij. “Ik denk dat duiding van de rechter deze discussie enorm kan helpen (…). In het rapport van Borstlap staat ‘we hebben drie rijbanen nodig en de rijbaan zzp moet helder en duidelijk afgekaderd worden’. Ik vind het eigenlijk wel een goed idee dat de Hoge Raad dat nu voor ons kan doen.”

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

5 reacties op dit bericht

  1. “het rechtsvermoeden van werknemerschap voor werkenden met een uurloon van minder dan 32 euro.” Nee, want gaat volledig voorbij aan online werk, platformeconomie, etc. Het idee dat iedereen onze werkgevers in NL fysiek zijn is achterhaald.

  2. Lijkt me stug dat het hoogste rechtscollege zo’n politiek-inhoudelijke uitspraak zal doen. Deden ze ook niet in de uitspraak wanneer zp’er werknemer is (naar alle omstandigheden van het geval kijken). Maar mochten ze stellen dat werknemer en zp’er niet hetzelfde werk kunnen doen in een organisatie, dan zie ik al wat olifantenpaadjes. Zp’er doet dan vaak toch net niet hetzelfde werk, of net op een wat andere manier. En ‘in een organisatie’ biedt ook veel ontsnappingsmogelijkheden …

  3. Als je vindt dat werkenden, ongeacht de vorm van arbeidsrelatie, recht hebben op een deugdelijke ArbeidsOngeschiktsheidVerzekering, een behoorlijk pensioen naast de AOW en een redelijk dagelijks bestaan. Dan is bruto 32 euro een farce. Waar dat bedrag van 32 euro nu weer vandaan komt is mij overigens ook een volstrekt raadsel. Volgens mij werd steeds gesproken over 35,5 euro.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *