"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Hoe nu verder met VBAR? RIM, Bovib, NBBU, ABU en VvDN komen met oplossingen

Na een kritische analyse van de Raad van State is het wel duidelijk dat de voorgestelde nieuwe zzp-wet van tafel moet, schrijven belangenorganisaties ABU, Bovib, NBBU, RIM en VvDN delen hun visie.

Maak persoonlijke ondernemerscriteria niet onbelangrijker dan ze nu zijn in de beoordeling of werk uitgevoerd mag worden door een zzp’er. Daar wordt de wetgeving alleen maar onduidelijk en onuitvoerbaar door. Met deze boodschap pleiten de belangenorganisaties ABU, Bovib, NBBU, RIM en VvDN voor aanpassing van de conceptwet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelatie en Rechtsvermoeden (Wet VBAR).

Zij sluiten hiermee aan bij de kritische analyse van de Raad van State, die oordeelde dat het wetsvoorstel geen helderheid biedt en problemen op de arbeidsmarkt niet oplost.

Raad van State en juristen: ondernemerscriteria cruciaal in de beoordeling

De Raad van State constateert dat het wetsvoorstel vooral bestaande wetgeving codificeert, zonder verbeteringen aan te brengen. Integendeel: de criteria voor persoonlijk ondernemerschap worden minder belangrijk gemaakt, terwijl die juist cruciaal zijn voor het beoordelen van arbeidsrelaties.

Dit schreven ook arbeidsrechtdeskundigen Stefan Sagel (Universiteit Leiden), Barend Barentsen (Universiteit Leiden) en Irina Timp in het Nederlands Juristenblad. Ook zij vinden het onterecht dat het ondernemerschap van de persoon van de werkende nauwelijks meeweegt. Volgens hen speelt dit aspect al decennialang een belangrijke rol.

“Wij onderschrijven de conclusies van zowel de juristen als de Raad van State”, zegt Stef Witteveen, bestuurslid van de VvDN. “Volgens de Raad van State is het wetsvoorstel daardoor geen adequate oplossing voor de problemen die de regering wil aanpakken: het beschermen van kwetsbare schijnzelfstandigen en het behouden van de balans in het socialezekerheidsstelsel.”

Geen oplossing voor de problemen

Ook over het toetsingskader is de Raad sceptisch. Het zou de beoordeling van arbeidsrelaties in de praktijk niet eenvoudiger maken. “Het voorgestelde toetsingskader suggereert een mate van exactheid die moeilijk waargemaakt kan worden,” schrijft de Raad. Daarbij blijven de feiten en omstandigheden van elk individueel geval beslissend, zonder dat duidelijk is welk gewicht aan specifieke elementen wordt toegekend.

Bovendien leidt dit niet tot modernisering en een toekomstbestendig arbeidsmarktbeleid. De brancheverenigingen delen deze kritiek. Margreet Drijvers (ABU): “De Raad van State onderschrijft de zorgen die wij tijdens de internetconsultatie hebben geuit. Dit voorstel biedt onvoldoende oplossingen en maakt de situatie juist ingewikkelder.”

Splits de wet

Ondertussen is het essentieel om de werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt beter  te beschermen. De coalitie roept daarom op om de aangehouden motie van Nieuw Sociaal Contract, SGP en VVD snel in stemming te brengen. Met deze motie pleiten de Kamerleden ervoor het huidige wetsvoorstel te splitsen. De conceptwet bestaat namelijk uit twee onderdelen: een rechtsvermoeden van werknemerschap instellen onder een bepaald uurtarief (ongeveer 33 euro) en verduidelijking van de criteria om te werken als zzp’er.

Het rechtsvermoeden zou een mooie extra maatregel zijn tegen verkapt werknemerschap bij werkenden met een laag uurtarief, vindt de coalitie van brancheverenigingen. Als de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) het wetsvoorstel opsplitst, kan hij dit rechtsvermoeden als tijdelijke oplossing direct invoeren. Desirée Simons (RIM): “Zo worden kwetsbare werkenden extra beschermd, terwijl er meer tijd is om na te denken over de bredere hervorming.”

Een toekomstbestendige arbeidsmarkt met een sociaal basisstelsel voor alle werkenden
Tot slot wijzen de brancheverenigingen op een onderliggende boodschap van de Raad van State: de noodzaak van een sociaal basisstelsel voor alle werkenden. De coalitie steunt dit idee en vindt dat de regering snel naar zo’n stelsel moet toewerken, omdat de huidige maatregelen geen langetermijnoplossing zijn.

“Het moment is wat ons betreft gekomen dat de minister terug moet naar de tekentafel”, zegt Marco Bastian (NBBU). “Maak de huidige wetgeving niet complexer en begin met het schetsen van de contouren van een sociaal stelsel voor alle werkenden, ongeacht hun contractvorm.”

Blijven meedenken

Sem Overduin (Bovib) benadrukt dat de coalitie al langer meedenkt over mogelijke oplossingen om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken. Zo dienden zij in 2023 een position paper in en schreven een gezamenlijke brief aan de Raad van State over de VBAR.

“We zijn blij om te lezen dat onze standpunten en zorgen terugkomen in het advies van de Raad van State”, zegt Overduin. “Nu hopen we dat het kabinet aan de slag gaat met de aanbevelingen, waaronder een basisstelsel voor alle werkenden. Wij blijven graag meedenken met politici en de beleidsmakers over de volgende stappen.”

De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie

3 reacties op dit bericht

  1. Kliene bedrijven huren zzp’s in voor een paar maanden. Voor piek werkzaamheden. En daarna heeft het bedrijf geen vast personeel nodig. Het is toch zot dat deze bedrijven voor het helle jaar personeel in loondienst moet nemen. Er wordt daar niet vaak.naar gekeken. Waarom wordt er geen regeling gemaakt dat je zzper maar 5 maanden achter elkaar. Daarna wen paar maanden niet op het bedrijven.

  2. De Wet DBA houdt geen rekening met de specifieke risico’s of de coördinatiebehoeften in bepaalde sectoren, wat leidt tot een mismatch tussen de wet en de realiteit van het werk in bijvoorbeeld de beveiliging. Het zou inderdaad logisch zijn om een specifieke regeling of uitzondering te hebben voor beroepen waar gezag en coördinatie essentieel zijn vanwege het risico voor mensen of eigendommen, zo als de beveiligingssector IT & onderwijs.

    Mogelijke aanpassingen voor risicovolle sectoren zou geen slecht idee zijn.

    Er zijn enkele mogelijke richtingen die het kabinet of de Raad van State zou kunnen voorstellen voor een herziening van de Wet DBA voor risicovolle beroepen, zoals beveiliging maar ook onderwijs en de IT beveiligingssector.

    1. Specifieke vrijstellingen voor risicovolle sectoren:

    Er zou een speciale uitzondering kunnen komen voor sectoren zoals beveiliging, waar gezag en coördinatie cruciaal zijn om veiligheidsredenen, maar waar zelfstandige ondernemerschap ook van toepassing is. Dit zou de huidige onduidelijkheid over schijnzelfstandigheid voor zelfstandige beveiligers kunnen wegnemen.

    2. Afwijkende regels voor coördinatie en gezagsverhouding:

    In plaats van het rigide ‘geen gezagsverhouding’ criterium te hanteren, zou er een meer flexibele benadering kunnen komen voor beroepen waar gezag essentieel is voor het werk, maar waarbij geen sprake is van een klassiek dienstverband.

    Hierbij zou de nadruk kunnen liggen op de specifieke verantwoordelijkheden van de zelfstandige en de mate van vrijheid die ze behouden in hun werk, ondanks de gezagsstructuur.

    Betere erkenning van de zelfstandigheid in risicovolle beroepen:

    De wet zou zelfstandige werkers in risicovolle beroepen meer ruimte moeten geven om hun ondernemerschap aan te tonen, door bijvoorbeeld de nadruk te leggen op ondernemersrisico, meerdere opdrachtgevers en de wijze van samenwerking.

    De huidige Wet DBA biedt geen ruimte voor de specifieke behoeften van risicovolle beroepen zoals beveiliging, waar gezag, coördinatie en een hiërarchische structuur noodzakelijk zijn voor veiligheid en risicobeheer. Een herziening van de wet om een vrijstelling of uitzondering te creëren voor deze sectoren zou zeker nuttig kunnen zijn om zowel de rechten van zelfstandigen als de veiligheid van mensen en eigendommen te waarborgen. Tot die tijd is het belangrijk dat zelfstandige beveiligers actief hun ondernemerschap aantonen en contracten goed afstemmen om het risico op schijnzelfstandigheid te verkleinen.

  3. Als ik het zo lees wordt door deze wet een aantal rechtszaken uitgelokt die er uiteindelijk leiden tot het sneuvelen van de wet bij de raad van state. Ik heb zelden zo’n beroerd stuk wetgeving gezien en daar sorteert de RvS nu ook al op voor. Helaas zal dat nog wel even duren en is op deze manier een volgend “toeslagen” debacle in de maak. Belastingdienst heeft helemaal niets geleerd van hun rol in die toeslagenaffaire en gaat voortvarend aan de gang wat tot navorderingen, faillisementen en andere ellende gaat leiden. Totdat deze hele wet de nek om wordt gedraaid en er weer reparatie en compensatie maatregelen moeten komen. De oplossing? Nou, heel simpel, gelijke wetgeving voor werkenden of ze nou in dienst zijn of niet. Daarbij ophouden met dat ZZP gebeuren en ondernemen uitsluitend mogelijk maken binnen een rechtspersoon waarbij aan de onderkant een soort BV-Light mogelijk maken tot een bepaalde omzet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *