"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

ZiPtalk explainer: Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden

Een nieuw wetsvoorstel moet duidelijkheid geven over wanneer je een zzp’er mag inhuren. Wat staat daarin en wat betekent het voor jou? In een speciale aflevering van podcast ZiPtalk vertellen ZiPconomy-hoofdredacteur Hugo-Jan Ruts en arbeidsjurist Alexander Kist (W&RK advies) wat je te doen staat.

Moeten je uurtarieven omhoog? Is het tijd om anders te gaan samenwerken met zzp’ers? Actuele vragen, want demissionair minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakte in oktober het wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ (VBAR) bekend. Deze wet moet het duidelijker maken of een opdrachtgever een zzp’er mag inhuren of dat hij iemand in loondienst moet nemen.

Lees alles over dit wetsvoorstel in ons dossier Wet VBAR.

In een speciale aflevering van de podcast ZiPtalk geven ZiPconomy-hoofdredacteur Hugo-Jan Ruts en arbeidsjurist Alexander Kist (W&RK advies) antwoord op de meest prangende vragen.

Het wetsvoorstel is namelijk best ingewikkeld. Te beginnen met de naam. Kist en Ruts spreken af om de nieuwe wet voortaan de ‘ABC-wet’ te noemen. “Al klopt die naam niet helemaal”, zegt Ruts. “Het voorstel bestaat namelijk uit twee delen: een ABC-som om te bepalen of werk door een zzp’er gedaan mag worden en een rechtsvermoeden van werknemerschap.”

Rechtsvermoeden van werknemerschap

De rechtsvermoeden is het eenvoudigste en minst controversiële onderdeel. Het houdt in dat als een zakelijke opdrachtgever een zzp’er minder dan 32,24 per uur betaalt, deze zzp’er werknemersrechten mag opeisen. Als de opdrachtgever het er niet mee eens is, dan moet hij bewijzen dat het gaat om een zzp-opdracht.

“Als je in een zzp-constructie gedwongen bent, terwijl je een vast contract wilt, kun je daar makkelijk wat aan doen”, vat Kist samen. “Belangrijk om te weten: de werkende moet zelf initiatief nemen om zijn recht op te eisen. Het is namelijk civiel recht, dus de Belastingdienst kan hier bijvoorbeeld niets mee doen.”

Ruts verwacht dat deze wet wordt aangenomen, maar dat zal nog wel even duren. Zeker tot 2026, verwacht hij. Toch adviseert Ruts opdrachtgevers toch nu al actie te ondernemen. Wie nu zzp’ers inhuurt voor minder dan het minimumuurtarief, kan beter de tarieven verhogen of een loondienstverband aanbieden.

ABC-formule

Op het tweede deel van het wetsvoorstel is veel commentaar. Dat blijkt onder andere uit de internetconsultatie en een kamerdebat. “In de wet staat in principe weinig nieuws”, zegt Kist. “Deze ABC-som moet een samenvatting en verduidelijking zijn van rechterlijke uitspraken over wanneer je wel en niet mag werken met zzp’ers.”

De wet bestaat ten eerste uit nieuwe termen om het criterium ‘werken onder gezag’ te verduidelijken: ‘werkinhoudelijke instructies’ (A) en ‘inbedding’ (B). Als die beide aanwezig zijn, dan hoort er een loondienstverband bij het werk. In de wet staat ook een contra-indicatie van werknemerschap, namelijk ‘ondernemerschap binnen de opdracht’ (C). Is er geen sprake van A en B, dan mag een zzp’er een opdracht uitvoeren. Wegen A en B samen zwaarder dan C, dan mag het niet.

Hoe de puntentelling precies in elkaar zit is nog niet duidelijk. “Dit geeft vooral hoe het kabinet denkt over de inzet van zzp’ers”, zegt Ruts. “Het gaat om de hoofdlijn. De wegingsfactoren komen later pas.”

A: Werkinhoudelijke instructies

Van A is sprake als een zakelijke opdrachtgever een werkende precies vertelt hoe hij zijn werk moet doen en dat ook controleert. Ruts: “Als je als zakelijk opdrachtgever tegen een zzp-schilder zegt dat een muur wit moet worden, dan is dat oké. Maar als je zegt dat hij zijn kwast van links naar rechts moet bewegen en hem erop aanspreekt als hij dat niet doet, dan is dat een aanwijzing voor werk dat in loondienst hoort.”

B: Organisatorische inbedding

Als iemand precies hetzelfde werk doet als werknemers in loondienst van de organisatie, dan is dat een aanwijzing dat ook deze persoon in dienst moet zijn. “Het gaat hier om werken op locatie van de opdrachtgever aan een zogenaamde kernactiviteit van het bedrijf”, zegt Ruts. “Dat kan ook gelden voor interim-managers of een HR- of IT-expert die invallen voor een medewerker bij drukte, ziekte of verlof.”

C: Ondernemerschap binnen de opdracht

Loopt de werkenden debiteurenrisico? Gebruikt hij zijn eigen bedrijfswagen, kwast en laptop? Weet of kan hij bepaalde dingen die niemand anders weet of kan in het inhurende bedrijf? Gebruikt hij zijn eigen mailadres en bedrijfslogo? Dan zal hij wel ondernemer zijn.

“Het gaat echt om hoe je jezelf gedraagt binnen een bepaalde opdracht”, zegt Ruts. “Het heeft dus niks te maken met je ondernemerschap in het algemeen. Verder kijkt de Belastingdienst pas ten derde naar deze criteria. Als A en B in grote mate gelden, dan is C irrelevant.”

C+: Algemeen ondernemerschap

Is er na een analyse van A, B en C nog steeds twijfel? Dan kijkt een inspecteur of rechter naar C+, ondernemerschap in algemene zin. Bijvoorbeeld: heb je een eigen website, werk je voor meerdere opdrachtgevers en investeer je in jouw onderneming?

Onenigheid in de politiek over C+

Criterium C+ speelt een hele kleine rol, benadrukt Ruts. “Politieke partijen zijn het ook niet eens over het belang van algemeen ondernemerschap bij de beoordeling van arbeidsrelaties”, zegt hij.

Een voorbeeld: een zzp’er geeft Franse les aan particulieren, doet vertaalopdrachten en werkt als tolk. Daarnaast valt ze weleens in als lerares Frans op school. “Een partij zoals de VVD vindt dat zij overduidelijk zzp’er is in alle gevallen”, vertelt Ruts. “Maar bijvoorbeeld Minister Van Gennip van het CDA vindt dat deze zzp’er vaak werkt als ondernemer maar in loondienst moet zijn als ze voor de klas staat.”

Kist waarschuwt dat deze nieuwe wet in bepaalde sectoren tot een groter tekort aan mensen kan leiden. “In het onderwijs vallen bijvoorbeeld gepensioneerden soms in als zzp’er”, zegt hij. “Volgens dit wetsvoorstel mag dat niet meer, zij moeten in dienst of via een uitzendbureau werken. Velen zullen zeggen: dat is te veel gedoe, laat dan maar.”

Internetconsultatie

Of de nieuwe wet er ook komt en hoe die eruit gaat zien, dat is nog afwachten. Ruts legt uit dat er nog geen breed draagvlak is in de politiek. “Links vindt het te makkelijk, rechts te ingewikkeld”, zegt hij. “Er komt zeker nog een nieuw wetsvoorstel en het kan nog lang duren voordat dit ingaat.”

Toch is het slim om je nu alvast voor te bereiden. Het voorstel is tenslotte gebaseerd op jurisprudentie en het laat zien hoe het kabinet denkt over werken met zzp’ers. “Zorg bijvoorbeeld dat je geen werkinhoudelijke instructies geeft, dat past bovendien helemaal niet in een moderne organisatie”, adviseert Ruts. “Er is geen aanleiding om nu je hele inhuurbeleid om te gooien, maar weet wel: er gaat iets veranderen.”

Beluister hier de volledige podcast of bekijk hieronder de video.

De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie

Eén reactie op dit bericht

  1. Leuke uitleg, jammer dat het tarief wordt opgepakt als bodem.

    Jammer? Ja want niet iedereen heeft een fulltime overeenkomst. Niet degene met een uurtarief van 30, ook niet degene met een uurtarief van 120.

    Ja het tarief doet ertoe maar het gaat om wat iemand per maand aan inkomsten heeft. Dat zou bepalend moeten zijn voor tarieven, drempels, toeslagen, kortingen etc.

    Of noemen we iemand ondernemer als diegene een overeenkomst heeft voor 1 uur per week @ EUR 50
    en degene met een overeenkomst van 1 uur per week @ EUR 30 noemen we werknemer… fijn verhaal