SLUIT MENU

“Ik hoop dat deze affaire mensen aan het denken zet”. De ‘Perfect Storm’ die leidde tot het faillissement van TCP Nederland

Waar ging het mis met TCP? Wat was de rol van DeGraaf Contracting? Waar bleven de gelden van ING? Waarom is funding onmisbaar voor payrollers? En wat moet er veranderen in de flexbranche? Directeuren Rick Schevers en Evert van der Weijden gaan uitgebreid in op de gebeurtenissen die uiteindelijk de Nederlandse activiteiten van TCP de kop kostten en op de vraag wat ‘we’ ervan kunnen leren.

Twee maanden geleden werd bekend dat er problemen waren rondom ING en haar contractbeheerder TCP. TCP was niet in staat de facturen van zp’ers die bij ING werken maar bij hen onder contract stonden te betalen. Ruim een maand later bleek dat de negatieve spiraal waarin TCP was terechtgekomen de Nederlandse activiteiten de kop te kosten. Eerst ging TCP Direct failliet, later volgden de overige drie Nederlandse bv’s.

Een enorme betalingsachterstand van uitzender DeGraaf Contracting, een kredietlijn door RBS die als gevolg daarvan bevroren werd, terugtrekkende klanten en het verliezen van de NEN-certificering waren elkaar versterkende ingrediënten die de organisatie uiteindelijk te veel werden. Nu, weer een maand verder, blikken we met mede-eigenaar en CSO Evert van der Weijden en managing director Rick Schevers terug op een ‘Perfect Storm’.

Halfslachtig

Een van de grote vragen die de hele affaire oproept is hoe het mogelijk is dat Otto Cornelissen en zijn bedrijf DeGraaf Contracting überhaupt zo lang probleemloos zaken kunnen doen op de Nederlandse markt, vinden Schevers en Van der Weijden. Het Financieele Dagblad publiceerde vorige maand een artikel over Cornelissen, waarin wordt gemeld dat Cornelissen ‘al jaren tientallen schuldeisers achter zich aan heeft wegens een reeks dubieuze faillissementen via plof-bv’s.’

Rick Schevers: “In vergelijking met andere landen in Europa is dat raar. In België moet je aantonen dat je zo’n onderneming kunt runnen. Als uitzendbedrijf moet je voor een commissie komen die voor de helft bestaat uit vakbondsmensen. In Duitsland is een vergunningenstelsel met een zero tolerance-beleid ten aanzien van bestuurders die verantwoordelijk zijn. Als je doelbewust je belasting niet betaalt ga je de bak in. Dat is toch een hele andere benadering, en daarmee voorkom je wildgroei. De aanpak in Nederland is veel te halfslachtig. Ik hoop dat deze affaire mensen aan het denken zet en dat er feitelijk dingen gaan veranderen. Geef de ABU een mandaat om zelfregulering toe te passen. En als de ABU dat mandaat krijgt, moet de NEN ook mee.”

Evert van der Weijden: “Er moet een vorm van regulering komen die werkt. Je hebt nu aan de ene kant enorm veel regulering, er worden overal hekjes omheen gezet, maar al die regels lossen feitelijk niets op en DeGraaf kan keer op keer nieuwe certificeringen aanvragen en verkrijgen. Er moet veel meer gekeken worden naar de vraag wie iemand is als ondernemer, of hij al faillissementen op zijn naam heeft staan, hoe zijn ondernemersverleden eruit ziet. Zulke dingen komen in de keurmerken en certificeringen totaal niet naar voren.”

Er worden overal hekjes omheen gezet, maar al die regels lossen feitelijk niets op

Wat vinden Van der Weijden en Schevers van de kritiek dat TCP te gemakkelijk zaken is gaan doen met DeGraaf?  Van der Weijden: “Met de kennis van nu vraag ik me dat zelf ook regelmatig af. Aan de andere kant: Wat doe je op het moment dat je met iemand in zee gaat? We zijn gaan checken op certificeringen en dat was allemaal keurig in orde. Ook hebben we zekerheden gevraagd en gekregen middels een garantstelling van de holding Luxal Services SARL met een zichtbaar vermogen van vele miljoenen. De individuele kredietwaardigheidschecks waren ook prima. Dus alle boxjes waarop je een partij wilt afvinken waren in orde. We hadden meer te weten kunnen komen als we standaard naar alle partijen met wie we zakendoen veel meer vanuit wantrouwen zouden opereren. We kunnen nu veel dingen aan elkaar knopen die we toen nog niet wisten.”

Een tweede vraag die de affaire oproept is hoe het zover heeft kunnen komen dat DeGraaf nog een rekening van 8 miljoen euro bij TCP had openstaan. Hadden de alarmbellen niet al bij veel lagere bedragen moeten gaan rinkelen? Schevers: “We verlonen per maand 1,5 miljoen euro. Als je dan uitgaat van een door DeGraaf gewenste betaaltermijn van 90 dagen waar de contractuele afspraak 60 dagen was, dan heb je het al over 4,5 miljoen. Daar kwam nog een nafacturatie bij van vorig jaar en op die manier loopt het snel op. De situatie werd vooral ingewikkeld doordat we met een grote bak leugens het riet in zijn gestuurd. In januari hebben we om tafel gezeten omdat er een achterstand van 1,5 miljoen was ontstaan. DeGraaf gaf toen aan dat ze wachtten op een enorme teruggave van de Belastingdienst om aan ons door te  betalen. Dat verhaal bleek later grotendeels verzonnen te zijn.”

Onterecht beeld

Otto Cornelissen laat in een reactie weten zich totaal niet te herkennen in het over hem geschetste beeld. Volgens Cornelissen is het acute liquiditeitsprobleem waarmee TCP te maken kreeg ten onrechte op het bord van DeGraaf Contracting gelegd. Hij zegt: “De stelling had moeten zijn of TCP met hun ‘beperkte’ financiële middelen en beperkte kennis van de factor en uitzendbranche financieel en operationeel niet een te grote broek heeft aangedaan.” Cornelissen stelt dat het verhaal van Van der Weijden en Schevers veel “apert onjuiste feiten” bevat die tot doel hebben “een onjuiste suggestie te wekken.” Ook de bedragen die worden genoemd kloppen niet, aldus Cornelissen: “De rekensom is onjuist. Op basis van de op 31 juli 2019 gewezen uitspraak van de rechtbank was DeGraaf Contracting B.V. op die datum een bedrag van 2.650.000 euro aan TCP Payrolling and Consulting B.V. verschuldigd. Deze feiten stroken niet met het in de media geschetste beeld. Daar wordt gesproken over het onbetaald laten van circa 8 miljoen euro.

“De na-facturatie waaraan wordt gerefereerd is tot op de dag van vandaag door TCP nooit onderbouwd. Op 25 maart 2019 ontving DeGraaf Contracting B.V. out off the blue een na-facturatie over de 6 maanden samenwerking van 2018 waarvan het totaal bedrag maar liefs het immense bedrag van 2,4 miljoen bedroeg.”

Cornelissen zegt verder dat de ‘enorme teruggave’ door de Belastingdienst is geblokkeerd als gevolg van een foutieve wijze van facturatie door TCP. De constatering in het FD dat hij een serie dubieuze faillissementen via plof-bv’s op zijn naam heeft staan verwerpt hij eveneens:  “Deze blote stelling wekt bij de lezer de suggestie dat er bewust geacteerd is met als enige en bewuste doel niet te betalen. Keiharde aantijgingen dienen gepaard te gaan met keiharde bewijzen. Deze uitlatingen hebben geen ander doel dan mij in diskrediet te brengen. Deze werp ik dan ook verre van mij.”

Voor Schevers en Van der Weijden past de reactie van Cornelissen in het beeld dat ze van hem hebben. Evert van der Weijden: “Het is precies zoals die curator in het FD-artikel zegt. Hij (curator Michel Rompelberg, red.) noemt het de natuurlijke reflex van Cornelissen: rookgordijnen opwerpen en vol in de ontkenning.” Het bedrag van 2.650.000 euro dat Cornelissen vermeldt klopt niet en is ook een voorbeeld van zo’n rookgordijn, zegt Van der Weijden. Dat is namelijk het bedrag dat in artikel 5.1 van het vonnis kort geding vermeld staat. De facturen die in artikel 5.2 van het vonnis worden genoemd vormen samen ook een bedrag van ruim 3.340.000 euro, samen dus al een bedrag van 6 miljoen dat inmiddels volledig opeisbaar is, en daar komt de facturatie die na het kort geding is gedaan nog bovenop, legt hij uit.

Van der Weijden vervolgt: “Otto Cornelissen was er erg goed in om ons aan zijn kant te scharen. ‘We hebben samen een probleem en we moeten samen optrekken’, dat soort verhalen. Zo kocht hij tijd. We kregen ook informatie en cijfers te zien die suggereerden dat het bij DeGraaf crescendo ging. Toen we ontdekten dat er door Cornelissen stapje voor stapje een rookgordijn werd opgetrokken was het te laat.”

Oormerken

Vaak wordt in de verhouding zp’er – contractbeheerder  – opdrachtgever gewezen op de kwetsbare financiële positie van de contractbeheerder omdat die een betaaltermijn van de opdrachtgever als het ware moet overbruggen: Als de contractbeheerder de zp’er snel uitbetaalt maar zelf 60 of 90 dagen moet wachten, moet hij dus die bedragen – die vaak in de miljoenen lopen – voorschieten. Een van de bijzondere elementen in de TCP/ING-affaire was dat ING juist al wel de honoraria van de via TCP geplaatste zp’ers aan TCP had betaald. Ook dit element roept vragen op: Waar is dat geld gebleven? En zijn zulke betalingen niet te oormerken, zodat een betaling van een opdrachtgever alleen maar kan worden gebruikt voor het betalen van de zp’ers die voor die opdrachtgever werken?

Het antwoord waar het geld van ING is gebleven toont een volgende wrange realiteit in de affaire. Omdat TCP haar kredietlijn en crediteuren heeft verpand wordt het geld dat opdrachtgevers betalen namelijk niet overgemaakt naar TCP maar naar Royal Bank of Scotland (RBS). Daarom kon TCP het geld ook niet oormerken. Van der Weijden legt uit: “ING had al betaald, maar dat geld komt terecht op een rekening van  RBS.  Je moet dat zo zien: Die rekening van RBS biedt aan de ene kant een kredietfaciliteit en wordt aan de andere kant gebruikt om de betalingen van de inhurende partij te landen, zodat de lening weer naar 0 gaat. Zodra de lening op 0 stond heeft RBS de stekker eruit getrokken. Door deze actie kon er vervolgens geen krediet worden opgenomen om de ING-contractors te betalen.”

De opeenstapeling van gebeurtenissen hebben ze onder elkaar regelmatig als een ‘Perfect Storm’ getypeerd, vertellen Schevers en Van der Weijden. Eerst ontstonden de problemen bij DeGraaf. Voor RBS, dat sowieso al een strategische keuze wilde maken om afscheid te nemen van klanten van buiten het Verenigd Koninkrijk, waren de problemen met DeGraaf waarschijnlijk doorslaggevend in het kiezen van het moment om de stekker uit de kredietfaciliteit te trekken. Op de stroom van de ontwikkelingen verloor TCP ook haar NEN-certificering, waarna steeds meer klanten wegliepen. Uiteindelijk bleek de negatieve spiraal niet meer te keren en gingen – nadat eerst TCP Direct failliet ging – ook de overige Nederlandse bv’s van het bedrijf kopje onder.

Schevers en Van der Weijden hebben nog steeds het gevoel dat er mogelijk wat te redden was geweest als de Belastingdienst coulance had getoond. Tijd kopen bij de fiscus bleek onmogelijk en dat bleek uiteindelijk de genadeklap, zegt Schevers: “De Belastingdienst heeft zich ontzettend koel en formeel opgesteld en dat had niet gehoeven. Enige wil om mee te denken, enige vorm van ondernemerschap ontbraken daar volledig, en dat is frustrerend hoor. In 20 jaar draag je 100 miljoen af aan de Belastingdienst, altijd volgens het boekje en altijd stipt op tijd. Als je ze vervolgens één keer vraagt om mee te denken krijg je een figuurlijke dikke middelvinger.”

Beheer van geldstromen

Tot zover een reconstructie van de gebeurtenissen. Wat kan de branche volgens Schevers en Van der Weijden leren van hun ervaringen? Is een nieuwe TCP/ING-affaire in de toekomst te voorkomen? Wat zou er bijvoorbeeld kunnen veranderen in het beheer van de geldstromen? Schevers: “In payroll is het bijna onmogelijk om niet met funding te werken. En als je enige mate van krediet nodig hebt en dat klapt weg, dan sta je sowieso met je rug tegen de muur. Wat misschien zou kunnen werken is dat je gaat werken met een dekkingsgraad zoals de pensioenfondsen, maar dan wordt het veld wel waanzinnig veel verder verkleind. Dat zou leiden tot een branche waar je alleen kunt opereren als je heel groot of zeer kapitaalkrachtig bent of als je op de balans kunt laten zien dat je het al tien jaar doet met een eigen vermogen van 10 miljoen. Dan kun je dus 95 procent van de markt opdoeken en is er geen plek voor nieuwkomers.”

In payroll is het bijna onmogelijk om zonder funding te werken

Het wordt er niet leuker op in de Nederlandse flexbranche, vrezen de TCP-directeuren. Van der Weijden: “We staan midden in de bagger en stellen elkaar soms de vraag of we opnieuw in het Nederlandse domein zouden instappen. Maar er zijn momenteel zoveel onzekerheden waar niemand een antwoord op heeft. Neem de ontwikkelingen in wet- en regelgeving. Den Haag begrijpt niets van de WAB en jaagt zo’n wet er als een speer doorheen, zonder impactanalyse en zonder dat ze de definitie van payrolling kennen. Van hoeveel van die wetten is achteraf vastgesteld dat ze succesvol zijn geweest? Het zijn allemaal lapmiddelen, visieloos en niet faciliterend. Ik denk dan maak de vorm van werken ondergeschikt aan de visie die je wilt doorvoeren, maar daarvoor ontbreekt het lef. En neem al die certificeringen. Wij werden geschorst als lid van de SNA op hetzelfde moment dat Cornelissen zich opnieuw inschreef. Dat is toch wrang?  Als de dingen die wij bij TCP hebben meegemaakt ertoe leiden dat bij alle instanties die met wetgeving en certificering bezig zijn de wenkbrauwen gefronst worden zou dat in ieder geval nog een positief effect van deze hele affaire zijn.”

De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie

3 reacties op dit bericht

  1. Wat ik me afvraag is wat er nou met die claim richting Otto gebeurd? Hij is door de rechter veroordeeld tot een betaling van achterstallige facturen. Kortom ofwel hij laat de boel wederom ploffen en betaalt niets of hij komt over de brug in welk geval de ING toch ook gedeeltelijk gecompenseerd kan worden?

    Dit aspect blijft in alle artikelen mbt beroepscrimineel Otto Cornelissen onderbelicht.

    • @thijs, het afhandelen van de claim is nu taak van de curator. die zegt daar niets over.
      Vraag is dan overigens of ING gecompenseerd wordt, immers ze zijn geen crediteur. dat zijn de zp’ers. lijkt me een interessante casus voor faillissement-specialisten

      • De heer Cornelissen is een notoire leugenaar die wel degelijk alles wat krom is recht probeert te praten. De aard van fraude heeft iets weg van pyramide/ponzifraude .
        Daarnaast creëert deze zogenaamde succesvolle ondernemer zelf cijfers voor financiële instellingen om financiering rond te krijgen.