"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Modern naoberschap, lessen voor Nederland?

dtf4488_vintage-versie-3Als Brabander heb ik niet direct een band met de achterhoek, behalve dat ‘helden’ als Robert Gesink en Guus Hiddink er vandaan komen weet ik er eigenlijk niets van. Vroeger dacht ik altijd dat het een andere naam voor Twente was. Toen Linda me vertelde dat ze een boek ging schrijven over modern Naoberschap dacht ik dan ook: het gaat over goed voor je buren zorgen, met nieuwe media. Niet helemaal dus, want ik heb weer iets geleerd uit dit boek over de geschiedenis van Nederland.

 

Geschiedenis

Ik houd van geschiedenis. Ik denk dat meer mensen zich zouden moeten verdiepen in het verleden om dingen in het heden te kunnen duiden. Niet dat alles beter is, niet dat we ‘zo is het nu eenmaal’ als verklaring moeten accepteren, maar het is goed om historisch perspectief te hebben. Een van de dingen die ik heb geleerd uit dit boek is waar Naoberschap dus echt voor staat. Het was niet een ‘zorg goed voor je buren’ idee, het was in het verleden zelfs een plicht. Da Naobers, niet per se je buren, maar een historisch gegroeide relatie tussen verschillende mensen die bij elkaar in de buurt woonde, hadden ‘morele en sociale’ plichten jegens elkaar. Van het elkaar helpen bij de oogst tot het wassen en aankleden van de overledene tot het organiseren van het trouwfeest of het maken van een ooievaar in de tuin bij een geboorte.

Er was ook een verdeling. De eerste naober, de tweede en zo tot de tiende. De eerste was meestal degene met het paard, die het vervoer kon regelen. Dit alles ging zo natuurlijk omdat er geen voorzieningen waren, dus moest je wel elkaar helpen. De zware tijden van weleer maakte het zo dat het overleven van een in verhouding stond tot het overleven van allen.

Heden

In het heden is deze ontwikkeling verdwenen. Er zijn nog wel genoeg naobers, maar de fysieke zorg bij ziekte, overlijden en positieve gebeurtenissen zoals geboorte en huwelijk zijn inmiddels over genomen door instituten als ziekenhuizen, huisartsen, vroedvrouwen en gemeenten. Er is in veel plekken op het platteland nog wel een sociale component, maar het is van een Naoberplicht naar een vrijwillige betrokkenheid gegaan.

In het boek komt naar voren dat het vaak een misbruikt woord is, om bezuinigingen bij gemeenten een positieve spin te geven en zo de ‘sociale onderlinge contacten’ te verhogen. Toch zitten er in het systeem ook hele positieve elementen, als deze van onderaf komen, ondersteund door de overheid, maar op initiatief van de burgers. Kultuhusen zijn prachtige voorbeelden van een nieuw dorpshuis, waarin veel sociale, maar ook educatieve en maatschappelijk belangrijke initiatieven samenkomen en niet enkel een dak delen, maar ook moeten samenwerken.

Nieuwe media komt er maar heel beperkt in voor, het is geen ‘social media roadshow’. Er worden voorbeelden gegeven van zorg via moderne communicatiemiddelen en de mogelijkheid om Naoberschap juist te stimuleren via middelen als Twitter en Skype. Niet dat men elkaar minder ziet, waarschijnlijk stimuleert het juist het fysieke contact omdat men kan zien wanneer het nodig is.

Conclusie

Het boek is bijzonder opgebouwd, met heel veel quotes en anekdotes. Het is erg ‘licht’ geschreven, waarbij de auteurs sterk proberen niet een eigen mening te geven. Iets dat ik soms wel jammer vind als ik eerlijk ben. Er zit wel visie in, maar ze proberen soms zo hard om niemand tegen zich in het harnas te jagen dat er teveel nuance in zit.

Ik denk dat het vooral heel interessant is voor beleidsmakers en andere ambtenaren / onderzoekers die bezig zijn met sociaal beleid. Het geeft de mogelijkheid om te leren van regio’s waar sociale verbondenheid in de genen zit.

Omdat ik geen Achterhoeker of Twent ben geeft het boek me enerzijds een inzicht in een stukje Nederland waar ik relatief weinig mee heb, maar anderzijds voel ik me er niet direct mee verbonden. Ik geef het daarom 3 van de 5 sterren, met de aantekening dat als ik meer met de regio zou hebben het er wel eens 4 hadden kunnen zijn. Het boek is hier te bestellen.

 

 

Bas van de Haterd is auteur, (internationaal) spreker en adviseur over de invloed van technologie op werk. Hij kijkt zowel naar het werk dat mensen nog gaan doen, de manier waarop we dit werk organiseren als de manier waarop we mensen voor dit werk aantrekken en motiveren. Hij schreef hierover o.a. boeken als 'Talent Acquisition Excellence', '10 banen die verdwijn & 10 banen die verschijnen', de maatschappelijke impact van de zelfrijdende auto en (R)evolutie van Werk. Ook organiseert hij jaarlijks het Digitaal-Werven event. Bekijk alle berichten van Bas van de Haterd