"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Minister Van Gennip wil flex terugdringen: ‘Er zal altijd flex nodig blijven, maar niet zoveel als we nu hebben’

Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil de zwaar uit balans geraakte arbeidsmarkt weer in evenwicht brengen. Ze wil beginnen met het terugdringen van onzekere arbeid en schijnzelfstandigheid.

“We willen naar duurzame relaties toe, maar nu zijn flex en zzp samen goed voor 40% van de arbeidsmarkt”, zegt minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) woensdag in een interview met het Financieele Dagblad (FD).

Aanleiding voor het interview is dat ze haar uitgewerkte plannen voor hervorming van de arbeidsmarkt naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In het FD benadrukt ze dat de ‘zwaar uit balans geraakte arbeidsmarkt’ weer terug in evenwicht moet. Te beginnen met  het terugdringen van onzekere arbeid en schijnzelfstandigheid.

Flex aanpakken

Het terugdringen van de totale hoeveelheid ‘flex’ is een belangrijk onderdeel van de plannen van Van Gennip. “Van alle werkenden heeft 56% een contract voor onbepaalde tijd”, zegt ze. “Een kleine helft werkt dus op een heel andere basis en heeft minder toegang tot sociale zekerheid, minder vastigheid, vindt het moeilijker een hypotheek af te sluiten en weet minder hoe ze hun leven kunnen plannen rond hun rooster.”

Een hoog percentage flex verhevigt de conjunctuur en leidt tot kansenongelijkheid, zegt de minister. In haar aanpak wil Van Gennip inzoomen op kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. “Voor de mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt maakt het [red. de aanpak van flex] echt uit. Er zal altijd flex nodig blijven, maar zoveel als we nu hebben, omdat bedrijven ervoor kiezen hun wendbaarheid te vertalen in heel veel flexcontracten, moet je terugdringen.”

Rechtsvermoeden van werknemerschap

Ze wil schijnzelfstandigheid aanpakken zonder de echte zzp’er in de weg te zitten, benadrukt de minister in het FD. “Vooral aan de onderkant van de markt heb je concurrentie op arbeidsvoorwaarden en dat willen we zoveel mogelijk beperken.”

Dat wil ze onder andere doen met een rechtsvermoeden van werknemerschap. “Nu is het heel moeilijk voor mensen die als zzp’er zijn aangenomen, maar in een werknemerssituatie zitten, om dat te veranderen. Met het weerlegbare rechtsvermoeden, dat ook in de Europese richtlijn rondom platformwerk wordt opgenomen, kun je straks naar de rechter stappen en zeggen: ‘ik verdien minder dan, stel, €35 per uur’. Dan ben je werknemer en is het aan de werkgever om te bewijzen dat het niet zo is. Nu moeten schijnzelfstandigen procederen tot aan de Hoge Raad.”

Interne flexibiliteit voor werknemers

Meer zekerheid voor werkenden moet hand in hand gaan met meer interne flexibiliteit voor bedrijven, zegt Van Gennip. “Dat gaat over hoe je mensen via leven lang ontwikkelen gaat herplaatsen binnen je eigen bedrijf, maar het gaat ook bijvoorbeeld over je werknemers met deeltijd-WW kunnen sturen als het tegenzit en het verbeteren van het tweede jaar loondoorbetaling bij ziekte.”

De maatregelen om interne flexibiliteit te vergroten worden later uitgewerkt dan het beleid om de externe flexibiliteit af te remmen, maakt Van Gennip duidelijk. Lees hier het volledige interview.

De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie

3 reacties op dit bericht

  1. Het lijkt er op dat iemand die bij een nieuwe baan eerst een jaarcontract krijgt, als Flex gezien wordt in bovenstaand artikel. Wordt dat inderdaad als Flex gezien? Het is toch een volwaardige werknemer met alles wat daar bij hoort (recht op WW, pensioen etc.)?

    • Frank, interessant punt dat je aansnijdt. Ja, in de CBS statistieken (en dat zijn de cijfers die ook de politiek gebruikt) wordt de CBS categorie ‘tijdelijk contract met uitzicht op vast’ (het is tamelijk standaard dat men begint met een jaarcontract, in NL dan, niet daar buiten) als onderdeel van ‘flex’ gezien. Mijn inziens onterecht. Ook vanwege de punten die jij omschrijft.
      Wat trouwens in dat kader interessant is, is dat nu juist deze categorie de ‘flex’ cijfers omhoog trekt.
      *) in 2014 had 2,6% van beroepsbevolking een ‘tijdelijke contract met uitzicht op vast’,. in 2022 is dat 6.2% (meer dan verdubbeld dus)
      *) in 2014 had 27% een ‘overige flex contract (=oa. tijdelijk zonder uitzicht op vast, oproep, uitzend), in 2022 21,9%. Dat is toch een flink daling.
      Als we toch bezig zijn: CBS beschouwt ook alle zzp’ers als ‘flex’. Ook zzp’ers die producten verkopen of diensten leveren aan particulieren. Dat heb ik ook altijd vreemd gevonden.

  2. Zzpers zijn geen Flex…..ze zijn flexibel vwb hun inzetbaarheid…..werken meer uren als de gemiddelde medewerker in loondienst….ja dus…..

    Maar:

    Zzpers zijn simpelweg ondernemers….ondernemers waar onze politici….welke de meerderheid, vanuit een rol als ambtenaar door promoveren nog nooit van gehoord hebben, laat staan dat ze weten wat ondernemerschap feitelijk inhoud…..

    Alleen al het feit dat men de definitie van ondernemerschap en Flex met elkaar vermengd geeft al aan waar we als burgerij aan overgeleverd zijn als het gaat om het ontwikkelen van het juiste arbeidsmarkt beleid….

    Trieste zaak……