"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Aantal zzp’ers eigen arbeid groeide in Q3 naar hoogste aantal ooit

Uit de eerste verdiepende analyse van de verse CBS-arbeidsmarktcijfers over het derde kwartaal, blijkt dat het aantal zzp’ers eigen arbeid (ea) in Q3 wéér is gegroeid. Ook hun aandeel in de totale werkzame beroepsbevolking (dat is de optelsom van werknemers vast plus werknemers flexibele arbeidsrelaties plus alle zelfstandigen) is gegroeid. Dat schrijft Wim Davidse.

Het aantal zzp’ers ea groeide volgens de cijfers van het CBS in het derde kwartaal van dit jaar naar 1.081.000. Dat is 10.000 meer dan in het vorige kwartaal en 38.000 meer dan een jaar eerder. Dat is het hoogste aantal ooit. Daarmee is het aandeel van zzp’ers ea in de totale werkzame beroepsbevolking opgelopen tot een fractie meer dan 11,0% – het hoogste aandeel ooit.

Wat is eigen arbeid? Zzp’ers kunnen in twee groepen worden onderscheiden: De ‘zzp-producten’, personen die als zzp’er producten verkopen, en ‘zzp-eigen arbeid’, personen die vooral eigen arbeid of diensten aanbieden. Overige zelfstandigen worden ook tot de zzp-eigen arbeid gerekend.

Er was niet overal groei van het aandeel zzp’ers ea. Bekijken we bijvoorbeeld de ontwikkelingen per beroepsniveau (van 1 elementair tot 4 middelbaar en hoger beroepsniveau), dan zijn stevige verschillen zichtbaar.

Op het elementaire beroepsniveau was het aandeel zzp’ers ea al laag, en dat is in Q3 verder gezakt, naar 2,3% van alle werkenden op dat niveau. Op de beroepsniveaus 2 en 3 (basisberoeps- respectievelijk vakbekwaam beroepsniveau) kwam het aandeel zzp’ers ea op 10,1% te liggen. Op beroepsniveau 4, waar het aandeel zzp’ers ea veruit het grootste is, veerde het aandeel weer iets op, naar 14,4%.

In welke beroepsgroepen werken al die 1.081.000 zzp’ers ea eigenlijk? Vooral in de technische beroepen, de economisch-administratieve beroepen, de zorgberoepen en de creatieve en taalkundige beroepen.

Uit de grafiek kan worden afgelezen dat het aantal zzp’ers ea in die vier grootste beroepsgroepen nog steeds groeit – dus ook in de zorgberoepen, waar zoveel onrust is ontstaan vanwege de aanstaande handhaving van de Wet DBA.

Al met al kan worden geconstateerd dat die handhaving in het derde kwartaal nog niet tot veel verandering van gedrag heeft aangezet.

Drs Wim Davidse is toekomstverteller en strategisch prestatie-adviseur. Hij gelooft heilig in de vitale mix van energiek ondernemen en aanstekelijk werkgeverschap en de essentiële rol van flexibiliteit (zonder flexibiliteit geen zekerheid!). Wim is director Trends & Insights bij de uitgever ZiPmedia en daar onder meer hoofdredacteur van HRMonitor, Bekijk alle berichten van Wim Davidse

9 reacties op dit bericht

  1. Fijn, eindelijk iemand die het containerbegrip ‘DE ZZPer’ uitpakt. Nu nog aanvullen met het percentage inkomen dat groepen als ZZPer verdienen zodat je kan zien hoe kwetsbaar de ene of andere groep is.

    Kan iemand dat aan van Milligen vragen ofzo?

    • Beste Jo,
      De Zelfstandigen Enquête Arbeid 2023 (d.i. de meest recente) geeft misschien een beetje houvast:
      > 16,0% van de responderende zelfstandigen zei niet tevreden te zijn met het inkomen (maar dat zegt natuurlijk niet dat het (te) weinig is) – dat lijkt best veel, maar van werknemers zei in de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2023 liefst 22,3% niet tevreden te zijn met het salaris;
      > 14,3% noemde de financiële situatie van haar/zijn bedrijf onvoldoende of matig.

  2. Een beetje in lijn met hetgeen Jo al schreef.
    Aantallen zzp-ers zeggen mij niet zoveel. Iemand kan zich zzp-er noemen en ingeschreven staan bij de KvK, maar hoe serieus zijn de inkomsten uit echte zzp-arbeid van die persoon?
    In mijn omgeving zie ik legio mensen die in loondienst werken, maar zich daarnaast ook als zzp-er inschrijven, met geen of nauwelijks inkomen uit het zzp-schap. In hoeverre is dat dan een zzp-er of een gewone loondienstmedewerkers?
    Het lijkk me dat je pas een echte zzp-er bent, als jouw inkomen grotendeels voortkomt uit het zzp-schap.

  3. Beste Wilfred,
    T.b.v. de tellingen heeft het CBS de volgende zin in de definitie van zzp’er (ea) opgenomen: Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
    Dan is er dus sprake van zzp’en als hoofdbaan. Van die zzp’ers werkt volgens het CBS 15% max. 20 uur per week. Bij werknemers is dat 16%.

    Daarnaast publiceert het CBS ook 1x per jaar data over zzp’en als nevenbaan, dat zijn er ook nog eens ruim 550.000 (2024-cijfers volgen pas later in 2025).

  4. Een groot deel van de zzp-ers is totaal geen ondernemer. Zij hebben gelukkig wel werk maar dat ligt voor t oprapen. Het wordt ze makkelijk gemaakt. Ze hoeven bijna niks te doen als werken. Zelfs geld krijgen ze binnen een week. Onderhandelen, marktonderzoek, offertes of een ondernemingsplan maken hebben velen nooit gedaan.

  5. Fijn dat het begrip zzp volgens de CBS definitie wordt ‘uitgepakt’.
    Is het mogelijk om nog één stap verder uit te pakken? De zzp-eigen arbeid omvat namelijk als deelverzameling de dga-eigen arbeid. En daar kan ik nergens cijfers over vinden.

    • Beste Ron,
      Volgens de data van het CBS is 13,3% van alle zzp’ers (die dat als hoofdbaan doen en niet als nevenbaan) een directeur-grootaandeelhouder (dga). Van de zzp’ers die dat als nevenbaan doen, is maar 2,5% dga.
      Verder zijn er geen verdere uitsplitsingen naar zzp-eigen arbeid (ea) en zzp-product.
      In de meest recente Zelfstandigen Enquête Arbeid (ZEA 2023) geeft maar 2,7% van de zzp’ers-ea aan dat zij dga zijn, maar dat is een vertekend beeld, omdat dga’s niet tot de ZEA-onderzoeksdoelgroep behoren.

      • Bedankt Wim,
        Verder kwam ik ook niet. Wellicht zijn de cijfers omtrent een uitsplitsing van zzp-eigen arbeid naar bedrijfsvorm dus nergens bekend en verklaart dat waarom ik ze nergens kan vinden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *