"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Kevin Klinkspoor CDJA : ‘Het flexibele contract is onmenselijk voor onze generatie’

Jongeren hebben heel erg veel behoefte aan een vorm van vastigheid. “Hierdoor heb je zekerheid waarop je kunt staan en dus ook je leven op kunt voortbouwen.” Een eerste aflevering in een serie interviews met jongerenafdelingen van politieke partijen, in het kader van de verkiezingen.

“Wat ik in ieder geval merk, is dat er heel erg veel behoefte is aan een vorm van vastigheid, “ zegt Kevin Klinkspoor, landelijke voorzitter van het CDJA, de jongerentak van CDA. “Wij analyseren de ‘giftige cocktail’ aan factoren die deze generatie tegenzitten. Los van flexcontracten zijn er ook andere obstakels zoals een lastige woningmarkt en de hoge studieschulden.” Toch streeft CDJA naar een middenweg tussen de nodige flexibilisering en de gewenste zekerheid op de arbeidsmarkt.

ZiPconomy sprak met hen in een serie gesprekken met de jongerenafdeling van een aantal partijen en hun visie over de arbeidsmarkt en de positie van jongeren (lees hier de andere afleveringen).

Doorgeslagen flex

“Ik denk dat we misschien iets te ver zijn doorgeslagen in het flexwerk. Daarom kunnen we ons ook vinden in de reactie van het CDA. Hier moeten we iets aan veranderen, want deze situatie is onwenselijk,” vertelt Kevin Klinkspoor, voorzitter bij het CDJA.

In de zorg gaat het vaak fout, waar juist de mensen met vaste contracten regelmatig in het weekend en ’s avonds moeten werken. Dat komt omdat collega’s die voor het zelfstandig ondernemerschap kiezen veeleisend zijn in de diensten die ze wel en niet willen doen.

Daarom pleit CDJA voor meer vaste contracten in sectoren met een publieke voorziening. “Wij maken een duidelijk onderscheid tussen onderwijs, zorg en openbaar bestuur; dit zijn dingen die we allemaal willen waarborgen. Daar hebben we toch een andere set aan waarden en een ander verwachtingspatroon bij dan bij bijvoorbeeld de hoge kennissectoren en technologie.”

Het CDJA streeft naar een middenweg tussen de nodige flexibilisering en de gewenste zekerheid op de arbeidsmarkt. “We vinden dat er in publieke sectoren meer vastigheid moet zijn, terwijl in hoog kennisgerichte sectoren ruimte moet zijn voor flexibiliteit. Wij noemen dat het zoeken naar een balans.”

Klinkspoor wijst op de recente debatten in juni waarin Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) sprak over flexwerk en de arbeidsmarkt. Daarin legde ze de nadruk op de tendens naar meer zekerheid. “Ik denk dat het ook in deze tijd, met bestaanszekerheid en dergelijke, heel goed in dat plaatje past.”

Wij analyseren de ‘giftige cocktail’ aan factoren die de jongere generatie tegenzitten. Het flexibele contract is daar onderdeel van.

Stabiliteit in onzekere tijden

In het licht van de uitdagingen waarmee jongeren worden geconfronteerd, zegt Klinkspoor: “Wat ik in ieder geval merk, is dat er ook heel erg veel behoefte is aan een vorm van vastigheid. Hierdoor heb je zekerheid waarop je kunt staan en dus ook je leven op kunt voortbouwen.”

“Wij analyseren de giftige cocktail aan factoren die deze generatie tegenzitten. Het flexibele contract zien we als onderdeel van de factoren die wij als onmenselijk beschouwen voor deze generatie. Los van flexcontracten zijn er ook andere obstakels, zoals uitdagingen op een koophuis en enorme studieschuld.”

Klinkspoor wijst erop dat het CDJA maatregelen overweegt, zoals het zakelijk aflossen van studieschulden door werkgevers, om ‘kansen te creëren voor een generatie die weinig perspectieven heeft en weinig kansen ziet’.

Platforms zoals Temper en zzp-wetgeving

Hoewel het CDJA niet van plan is de keuzevrijheid in te perken, staan ze terughoudend tegenover platformen zoals Temper, die zij zien als ‘een uitvloeisel van een systeem waar we geen voorstander van zijn.’

Klinkspoor pleit voor een verschuiving naar meer vastigheid en staat positief tegenover wetgeving die deze koers ondersteunt. “Dat valt in lijn met de bredere analyse die we maken, waaronder ook flexibele contracten vallen, iets is dat wij per definitie ongewenst vinden.”

We moeten het idee loslaten dat bepaalde beroepen minderwaardig zijn

Van waardering tot werk

Klinkspoor ziet geen actieve rol voor de overheid in het onderwijs. Volgens hem zal de kloof tussen studiekeuzes en de arbeidsmarkt zichzelf oplossen door vraag en aanbod. “Bijvoorbeeld wanneer mensen aan het einde van hun studie merken dat ze vastlopen, er geen banen beschikbaar zijn, en ze zich willen omscholen.”

Hij hamert erop dat functies in sectoren met personeelstekorten meer erkenning verdienen. “En niet alleen omdat er momenteel een tekort is. Dat moet de standaard zijn, en ik denk dat we dat te lang hebben verwaarloosd.”

Door die tekorten raken we nu in de problemen bij de uitdagingen van deze tijd. “We hebben monteurs nodig voor warmtepompen, elektriciens, installateurs die het elektriciteitsnet uitbreiden. Deze mensen zijn ontzettend belangrijk in de energietransitie die we doormaken.”

Klinkspoor pleit voor een cultuuromslag in Nederland, waarbij we moeten afstappen van het idee dat ‘bepaalde beroepen als minderwaardig worden beschouwd, dat vaak al begint op de middelbare school’.

Maatschappelijke diensttijd

“Het idee achter de maatschappelijke diensttijd is niet zozeer een directe baanoptie, maar eerder een kans voor jongeren om uit hun comfortzone te stappen en verschillende sectoren te verkennen. Dit omvat al lang niet meer alleen defensie. Ook bij de zorg en onderwijs,” legt Klinkspoor uit.

Klinkspoor vindt dat het niet de bedoeling is om tekorten in bepaalde sectoren direct op te vullen door jongeren onbetaald te laten werken. “Dankzij de diensttijd leren jongeren kennismaken met dat soort sectoren. En wellicht komt daar automatisch uit voort dat ze daar willen blijven werken.”

Fotografie: Dirk Hol

Christina Kwarten is redacteur bij ZiPconomy en doet momenteel de master Journalistiek en Nieuwe Media van Universiteit Leiden. Bekijk alle berichten van Christina Kwarten