"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Zelfstandige sociaal werkers hebben meer werkplezier dan collega’s in loondienst

Het aantal zelfstandigen in de branche sociaal werk neemt toe. Wat motiveert hen en hoe ervaren zij hun werk als zelfstandige in deze branche? Movisie deed een peiling.

Het aantal zzp’ers in de branche sociaal werk stijgt en ook het aandeel zelfstandigen onder de totale groep werkenden in deze branche neemt toe, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In 2021 was ongeveer 17 procent van de sociaal werkers zzp’er. In 2022 is dit opgelopen tot ruim 22 procent. In totaal werkten er in 2022 13.000 zzp’ers in de branche sociaal werk.

Uit een peiling van Movisie blijkt dat de overgrote meerderheid van de zzp’ers die zij ondervroegen eerst in loondienst heeft gewerkt. Autonomie en eigen regie zijn voor hen belangrijke elementen geweest om over te stappen naar het zelfstandig ondernemerschap. Flexibiliteit in het inrichten van het eigen werk en zelf de werkinhoud kunnen bepalen vormden de belangrijkste motivatie. Ook werkplezier was een belangrijke motivatie. Dit uit zich ook in onvrede over bureaucratie, regels en organisatie en onrust.

Werkplezier zzp’ers hoger

Zzp’ers hebben meer plezier in hun werk dan sociaal werkers in loondienst, zo blijkt uit de peiling. Op de stelling “Ik beleef plezier aan mijn werk” reageerde 94 procent van de zzp’ers met (helemaal) mee eens, tegenover 74 procent van de respondenten in loondienst. Ook ervaren zzp’er meer waardering voor hun werk en een lagere administratie- en regeldruk dan medewerkers in loondienst.

De zelfstandige sociaal werkers zijn dan ook niet zo snel geneigd om van contractvorm te veranderen. Bijna twee derde van de zelfstandigen zegt nooit te overwegen terug te keren in loondienst. Daarentegen geeft twee derde van de sociaal werkers in loondienst aan weleens te overwegen om zzp’er te worden.

Bijna drie kwart van de zelfstandigen geeft aan over 5 jaar nog steeds sociaal werker zijn. Onder de sociaal werkers in loondienst ligt dit aantal fors lager, namelijk minder dan de helft. Ook lijkt er bij hen meer twijfel te zijn over de toekomst.

Gevolgen voor de werkvloer

Aan sociaal werkers in loondienst werd gevraagd wat de gevolgen op de werkvloer zijn van de (steeds grotere) inzet van zzp’ers. Hierop kwamen zowel positieve als negatieve reacties. Sociaal werkers in loondienst ervaren minder binding bij hun zelfstandige collega’s, maar prijzen daarentegen de flexibiliteit als toegevoegde waarde voor het werk. Door de vaak tijdelijke aard van het werk, is er echter minder continuïteit, wat bij cliënten resulteert in een gebrek aan vertrouwde gezichten en structuur.

Er zijn verschillen in taken tussen zzp’ers en medewerkers in loondienst. Hierdoor ontstaat er oneerlijkheid onderling, gevoel van concurrentie en afgunst. En mede door dit verschil in taken ontstaat er volgens sociaal werkers in loondienst een hogere werkdruk.

Positief is dat zzp’ers kunnen doorpakken en niet gehinderd worden door een arbeidsrelatie, dat ze gedreven zijn, een frisse blik en kennis van buiten hebben, die het werk ten goede kunnen komen.

De inzet van zzp’ers wordt gezien als een waardevolle oplossing voor de huidige krapte op de arbeidsmarkt. De kwaliteit van het beroep kan echter ook in het geding komen. Juist in deze tijden van krapte worden steeds vaker mensen aangenomen zonder specifieke achtergrond of opleiding in sociaal werk.

Goed werkgeverschap en opdrachtgeverschap voor beide groepen

Hoewel het hier om een peiling ging en de resultaten niet per definitie zijn te generaliseren, lijken de cijfers wel richtinggevend, aldus Movisie. Zelfstandigen in het sociaal werk hebben duidelijk een toegevoegde waarde in het sociaal domein. Een gezonde arbeidsmarkt zal uit zowel vast personeel als zzp’ers bestaan. Dit vraagt om aandacht en zorg voor beide groepen.

Idealiter zouden zowel zzp’ers als sociaal werkers in loondienst in de basis als gelijkwaardig behandeld moeten worden, en waar dit verschilt is transparantie daarin en onderbouwing daarvan belangrijk. Zo kunnen collega’s onderling (in loondienst en zelfstandigen) ook meer op basis van gelijkwaardigheid en acceptatie met elkaar samenwerken. En ontstaat er een eerlijker en realistischer beeld van elkaars inzet, rol en verantwoordelijkheden en de invloed daarop. Mogelijk dat dialoog hierbij gefaciliteerd kan worden.

In lijn hiermee staat de focus op kwaliteit. De zzp’er voelt regelmatig een zekere vorm van wantrouwen, mogelijk mede ontstaan door negatieve beeldvorming. Dit leidt soms tot veel vragen om verantwoording. Een organisatie kan er zelf op toezien dat de zelfstandigen die zij inhuren voldoende matchen met de organisatie en de rol die zij vragen.

Werkgevers zouden voldoende aandacht moeten geven aan personeel in loondienst. En bij het maken van keuzes zowel hun perspectief, als dat van de zzp’er als van de client mee moeten nemen. Kunnen de elementen die zzp’ers motiveerden om zelfstandige te worden, zoals flexibeler omgaan met werktijden en verlof, ook voor sociaal werkers in loondienst gaan gelden?

De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie

Eén reactie op dit bericht

  1. Leuk onderzoekje, pijnpunten in samenwerking worden genoemd. Fijn als ook de verschillen in arbeidsvoorwaarden, beloningsstructuur zouden worden benoemd. In de inleiding definiëren wat voor werk er precies gedaan wordt. Branche sociaal werk is voor een willekeurige lezer wel erg breed.