"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

“Vertrouwen van de burger herstellen met een eerlijke arbeidsmarkt? Breek de achterkamers open!”

Een eerlijke en betere arbeidsmarkt? Dat kan. En best eenvoudig, betogen Roos Wouters van de Werkvereniging en Edward Belgraver van Verloning.nl in hun opinieartikel.

Veel wijst erop dat minister Van Gennip gaat onderhandelen met de grote werkgevers en vakbonden over het eerlijker maken van de arbeidsmarkt. Onderhandelingen met de grote spelers hebben juist geleid tot de huidige tweedeling op de arbeidsmarkt. Wil minister Van Gennip het vertrouwen van de burger terugwinnen? Dan heeft ze een nieuwe aanpak nodig. Wij schetsen er één.

‘Krankzinnigheid’, zou Einstein hebben gezegd, ‘is keer op keer hetzelfde doen en andere resultaten verwachten.’ Nu heeft het openbaar bestuur in ons land best een goede reputatie. Maar hoe we in Nederland beleid maken voor de arbeidsmarkt, dat begint onderhand aan Einsteins omschrijving te voldoen. Kan het ook beter? Kan minister Karien van Gennip serieus gaan werken aan een eerlijke arbeidsmarkt? Uiteraard! Dat is zelfs best eenvoudig.

Vertrouwen van de burger

Nederlanders willen dat de overheid betrouwbaar is en levert. Het kabinet wil aan zo’n sterke overheid werken, aldus het coalitieakkoord, om zo het vertrouwen tussen de overheid en burgers te herstellen.

Mensen kunnen de overheid best weer gaan vertrouwen, stelt Kim Putters in zijn Van Slingelandtlezing. Maar dan moet de overheid voldoen aan “gerechtvaardigde verwachtingen over de uitkomsten van beleid en iemand die daarvoor verantwoordelijkheid neemt. Het is niet zomaar een beetje beter samenwerken en imago verbeteren van de politiek. Het gaat om hoe de overheid problemen van en met burgers oplost, waarbij een duurzame en voor iedereen een rechtvaardige oplossing ligt.”

De oneerlijke arbeidsmarkt hebben we zelf gemaakt

Doet de overheid dat, problemen van burgers oplossen? Op de arbeidsmarkt is dat zeer de vraag. Evaluaties van het ministerie van SZW leveren steevast de conclusie dat we mensen meer (inkomens)zekerheid willen geven en bedrijven wendbaarder moeten worden. Maar de aanbevelingen zijn steevast oplossingen uit het verleden.

Dat komt doordat we succes nooit hebben gedefinieerd. De doelen zijn vaag. Het Centraal Planbureau durft wel een conclusie te trekken. Die luidt dat zekerheden zo onrechtvaardig verdeeld zijn als gevolg van “de manier waarop we in Nederland de zaken geregeld hebben”.

Oudere witte mannen hebben meestal een contract voor onbepaalde tijd. Terwijl vrouwen, jongeren en burgers met een migratieachtergrond het veelal moeten doen met uitzendwerk of een tijdelijke baan. En dat ruim 1 miljoen Nederlanders langs de kant staan, dat hebben we dus zelf gedaan.

De traditionele aanpak is dood

Hoe zijn we dan gekomen tot de manier waarop we in Nederland de zaken geregeld hebben? Daar zijn we gekomen door een optelsom van akkoorden. Regeerakkoorden, gesloten in de politiek. En sociale akkoorden, gesloten met grote werkgevers en vakbonden.

Historisch gezien is dat geen slechte aanpak. Bij de oprichting van de SER in 1950 vertegenwoordigden werkgeversorganisaties en vakbonden nog het hele land. Zo was 40% van ‘s lands werknemers destijds vakbondslid. Zij vormden bij uitstek de partijen die Jan Tinbergen aan tafel moest hebben om acceptatie te kweken voor rationeel economisch beleid gericht op het algemeen belang.

Beleid maken draait niet meer om gedeelde doelen formuleren maar om samen vast te houden aan de oplossingen die ooit werkten

Anno nu is de situatie op alle fronten veranderd. Representatief zijn beide partijen niet meer. In 2013 splitste een deel van de werkgevers zich af. En slechts 1 op de 7 actieve werknemers is nog lid van de vakbeweging, die inmiddels overwegend uit oudere witte mannen bestaat. Beleid maken draait niet meer om gedeelde doelen formuleren maar om samen vast te houden aan de oplossingen die ooit werkten. Die aanpak van Tinbergen is ingeruild voor onderhandelingen. En tegenwoordig gebruiken we onderhandelingen waarin werkgevers en vakbonden vooral voor hun eigen lijfsbehoud gaan. En de politiek lijkt kritiekloos tevreden als er een deal uit rolt die men als een succes kan presenteren.

Een nieuwe aanpak: 3 praktische tips

Minister Van Gennip heeft nu de taak om het coalitieakkoord uit te voeren. Dat zal zij – volgens het akkoord zelf – in samenspraak met de sociale partners gaan doen. Dat is prima. Mits zij een paar dingen goed regelt. We noemen er drie:

  1. Zet de burger aan tafel

Samenspraak met de sociale partners is prima. Zolang het niet exclusieve samenspraak met sociale partners is. Laat ook jongeren, de werkzoekende, de migrant, de kleine ondernemer, de zelfstandige en de belastingbetaler mee praten. Iedereen die u aan tafel zet, staat niet langer enkel op het menu.

  1. Maak eerst een positief verhaal

Het verhaal van beter arbeidsmarktbeleid is altijd zo negatief! U moet werknemers rechten afpakken. Werkgevers laten afkicken van hun flexverslaving. Op zelfstandigen stuurt u de handhavingsbrigade af. Zou dat het gebrek aan enthousiasme verklaren?

Vraag dan eerst, voordat het gaat over de maatregelen uit het coalitieakkoord, om een positief verhaal over de arbeidsmarkt zoals we die voor ons zien. Lees eens de conclusies uit alle arbeidsmarktrapporten. In wat voor wereld willen we werken leven en wonen? Hoe ziet dat eruit als het gaat over participatie kansen, besteedbaar inkomen, zekerheid die werkenden ervaren, en werkplezier? En hoe veel beter willen we het hebben?

Zo’n positief verhaal biedt mensen houvast om zich te herkennen in het besloten beleid dat transparant en duidelijk is. Dat mensen in staat stelt weer perspectief te krijgen in een arbeidsmarkt die zo lang niet voor hun werkte. Het helpt straks ook om voorspelbaar en betrouwbaar over te komen, mocht handhaven of moeilijke keuzes maken nodig zijn.

  1. Behoud het politieke primaat

U wilt als minister het coalitieakkoord verder uitgewerkt zien? Vraag als kabinet dan niet om een deal gemaakt in achterkamers, maar om door alle deelnemers gedeelde adviezen over hoe die uitwerking vorm moet krijgen. U zult merken dat het onderhandelen over deelbelangen plaats maakt voor echte gesprekken over gedeelde belangen. Op deze manier zult u geen belangenbehartigers horen dreigen met weglopen van tafel. Wie wegloopt praat immers niet mee over het advies. Even goede vrienden. En maakt u zich geen zorgen. De burger snapt best dat het kabinet keuzes moet maken.

Leve de traditionele aanpak?

Bovenstaand voorstel is in het poldermodel opnieuw uitgevonden:

  • een moderne invulling van wat Tinbergen in 1950 in de SER voor ogen had.
  • een invulling van de maatschappelijke alliantie die de commissie Borstlap adviseerde. En waar Koolmees mee zei aan de slag te gaan.
  • een invulling van het gezamenlijk leerproces waar Paul de Beer en Ton Wilthagen voor pleiten: “Zo’n gezamenlijk leerproces zal ook bijdragen aan breed draagvlak voor een consistent en effectief arbeidsmarktbeleid, doordat alle betrokkenen op de arbeidsmarkt weten waarop zij kunnen (blijven) rekenen.”

Wij helpen u daar graag bij vanuit het platform Vernieuwen doen we Samen – een initiatief van de Werkvereniging.

Roos Wouters en Edward Belgraver

Roos Wouters
Roos Wouters (1974) is spreker, dagvoorzitter en aanjager bij de Werkvereniging, het belangenplatform voor Modern Werkenden. Daarnaast spreekt, adviseert en inspireert ze het bedrijfsleven en de overheid op het gebied van arbeid- en organisatievernieuwing. Vernieuwingen die leiden tot minder werkstress en betere prestaties van de organisatie en de medewerker, nu en in de toekomst. Bekijk alle berichten van Roos Wouters

Eén reactie op dit bericht