SLUIT MENU
Inkomen en Werk in de 21ste eeuw

‘Laten we het werk in deze eeuw eigentijdser bespreken’

Waarom praten we ook in deze eeuw nog steeds zo vaak over ‘vast’ en ‘flexibel’ werk, en zien we werk nog steeds als enige bron van inkomen? Het is tijd om het debat wat eigentijdser te voeren.

Het maatschappelijk debat over de arbeidsmarkt van morgen zit vast in de wereld van gisteren. Politici, beleidsmakers, vakbonden en werkgeversorganisaties (verenigd in de SER) kijken nog door een bril van de vorige eeuw naar de samenleving van deze eeuw.

 

In de SER gaan ze uit van juridische vormen en structuren die gemaakt zijn voor een sociaal-maatschappelijke context die niet meer bestaat. Men denkt nog te veel in sociaaleconomische doelen die zijn geformuleerd in de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Duidelijk is dat het huidige debat te weinig oog heeft voor de verschillende generaties en de sociaaleconomische realiteit van morgen, en dat het daardoor sociale innovatie zeer belemmert.

Een nieuw vocabulaire is nodig

Om met nieuwe verbeeldingskracht een werkelijk relevant debat over inkomen, werk en sociale relaties te voeren is allereerst een nieuw vocabulaire nodig. Het huidige debat wordt nog te veel gedomineerd door uitgeholde temen als “vaste contracten”, “flexwerkers” en “baanzekerheid”. Termen die hun waarde verloren hebben voor iedereen die de ogen voor de toekomst durft te openen. Wie met dit woord-instrumentarium nog de strijd wil winnen, moet beseffen dat hij een achterhoedegevecht voert. 

Niet werk, maar inkomen moet centraal staan

Maar we hebben niet alleen nieuwe woorden nodig. Het debat moet ook een andere focus krijgen, het doel moet worden verlegd. Niet werk, maar inkomen dient centraal te staan, en het begrip inkomen zullen we veel ruimer moeten opvatten dan we nu doen.

Calvinistisch als Nederlanders in veel opzichten nog steeds zijn, geloven velen in het oude adagium loon naar werken. Vanuit die culturele achtergrond hebben we veel tijd, geld en energie gestoken in het creëren van baan- en werkzekerheid. De afgelopen eeuw is een baan voor de meeste mensen hun enige bron van inkomen geweest. Kapitaal was ook altijd verbonden met arbeid. Er was menselijke activiteit nodig om kapitaal te laten groeien.

Inkomen moeten we ruimer interpreteren

Deze aloude realiteit is echter al aan het veranderen. Veel kapitaalsvormen zijn voor hun groei steeds minder afhankelijk van menselijke tussenkomst (arbeid). Met de opkomst van artificial intelligence (AI) wordt zelfs de afhankelijkheid van menselijke kennis kleiner. Door verschillende technische en sociale innovaties verandert de structuur van onze economie. In 2014 werd op het World Economic Forum al erkend dat velen van ons in die nieuwe economie nog wel inkomen uit werk zullen genereren, maar dat daarnaast zelf-productie, capital sharing en toegang tot co-creation networks steeds belangrijker worden. In de toekomst genereren mensen inkomen uit meer dan één bron. Voor een goed begrip van de gevolgen voor de arbeidsmarkt zullen we het begrip inkomen daarom veel ruimer moeten gaan interpreteren.

Wat kost alleen het ZZP-debat al een moeite…

De noodzaak om de randvoorwaarden veel eigentijdser te maken is dagelijks te zien. Kijk alleen maar eens naar hoeveel moeite het kost om een inmiddels noodzakelijk en geaccepteerd maatschappelijk verschijnsel als zelfstandig ZZP-ondernemerschap op de rit te krijgen.

Minister Koolmees denkt minimaal 3 jaar nodig te hebben om deze werkvorm te regelen. Logisch als je blijft uitgaan van begrippen die hun beste tijd gehad hebben en van belangenorganisaties die geen aansluiting meer hebben op de werkelijkheid waarmee wij nu te maken hebben. Denk bijvoorbeeld alleen maar eens aan de invloed en wensen van millennials.

Laat alle werkenden meebetalen

Een eerste stap om de impasse te doorbreken kan een regeling zijn waarin alle werkenden moeten meebetalen aan een eigentijds sociaal stelsel. Vervolgens kan hiermee de discussie een andere, meer maatschappelijk verantwoorde wending nemen. We moeten daarbij beseffen dat de stutten onder de nieuwe economie juist initiatief, risico, kunde en kennis zijn, en dat die momenteel niet voldoende door ons  belastingstelsel worden erkend en gefaciliteerd.

Belangrijk is dat we de komende jaren het debat niet uit angst voeren, maar met het oog op de mogelijkheden die de toekomst biedt. Alleen dan kunnen we die mogelijkheden ook daadwerkelijk samen benutten.

Dit verhaal van Leo Witvliet is naar aanleiding van de whitepaper “Inkomen en Werk in de 21ste eeuw” van de NBBU.

 

Prof. dr. mr. Leo Witvliet is onder andere hoogleraar interim management en flexibiliteit van kennis aan Nyenrode en mede oprichter van het Instituut Interventie Management (IIM). Bekijk alle berichten van Leo Witvliet

3 reacties op dit bericht

  1. Dag Leo, helemaal eens met strekking van je verhaal. We zitten nog allemaal in de ‘denkbubble’ rondom werk van de vorige eeuw . Terwijl we al alle kanten worden ingehaald door onderwerpen en begrippen die daar geheel niet meer inpassen. Een aantal aanvullende aspecten die daarbij van belang zijn: ook robots gaan ‘inkomen’ genereren, de discussie over basisinkomen hoort erbij, de 40-urige werkweek is totaal verouderd en tot slot alle beschermingsconstructie (wetgeving, cao’s etc.) zijn verouderd en dienen op de schop. Oplossingen komen uit wat zich aandient, niet uit wat is geweest. Dank voor je eerste voorzet.
    Groet, René

  2. Hele goede aanzet om weer over dit thema verder te denken. Het blijft natuurlijk gek dat op de arbeidsmarkt een omgekeerde economische logica geldt. Als je veel zekerheid hebt (vast) krijg je meer betaald en als je veel onzekerheid hebt (als flexwerker) krijg je minder.

    De vraag is wat zou een praktische volgende stap zijn? Laten we het onderscheid tussen vast en flex los? M.a.w. iedereen flexibel. Voor korte of langere opdrachten. Voor één dag of voor vijf jaar? En gaan we dan iedereen op dezelfde wijze mee laten betalen aan een eigentijds sociaal stelsel?
    Interessant ook dat het ontslagstelsel in zo’n constructie niet meer relevant is.

    • Het is niet perse zo dat vast beter betaald dan flex, iig niet om die reden.
      Hoe groter de schaarste of hoe hoger de vereiste skills, des te beter wordt er betaald. Flexwerk voor laag opgeleiden betaald slecht, Flex werk voor hoog opgeleiden betaald goed, beter dan vast vaak, precies de reden waarom veel hoog opgeleiden als interimmer aan de slag gaan.