SLUIT MENU

Waar blijft de innovatie op de inhuur van de overheid?

Bij de werving van vast personeel staat de kandidaat inmiddels behoorlijk centraal. Voor ingehuurd personeel is dat nog wel anders. Waar blijft op dat gebied de innovatie bij de (semi-)overheid?

Je kunt er veel van vinden, van de dynamische aankoopsystemen, die inmiddels bij veel gemeentes en semi-overheden in zwang zijn. Maar dat die zogenoemde ‘dassen’ gebruiksvriendelijk zijn? De kandidaat-leverancier centraal stellen? Of het leven van de zzp’er of van het bureau makkelijk maken?

Nee, dat niet echt. En dat zegt bijvoorbeeld ook Mark Bassie, oprichter van het Comité van Marktplaatsgebruikers, en als zodanig een van degenen die juist voor die leveranciers in de bres springt.

Zo ziet hij een ‘enorme versnippering’ van alle systemen. En die systemen hebben dan ook nog eens allemaal verschillende inschrijfvoorwaarden. Bij de werving en selectie van vast personeel wordt tegenwoordig in seconden berekend hoe lang het duurt een sollicitatie te versturen. Als je via een DAS wilt inschrijven op een overheidsopdracht, reken dan minimaal op een halve dag werk.

Enorme verrijking is mogelijk

En ook in andere innovaties blijft de inhuurwereld achterlopen op de wereld van het vaste personeel, constateert Bassie. ‘Een mooi voorbeeld: videorecruitment. Als een kandidaat solliciteert voor een baan, vinden we het nu al volstrekt normaal om te vragen of hij thuis een filmpje wil opnemen om zich te presenteren. Ook als werkgever vinden we het heel gewoon om in een videootje te laten zien wat voor leuk bedrijf we zijn.

Waarom kan het afdelingshoofd niet gewoon in een filmpje op YouTube even uitleggen wat voor projectleider ze zoeken?

Waarom doen we dat niet bij de inhuur van personeel? Kan het afdelingshoofd niet gewoon in een filmpje op YouTube even uitleggen wat voor projectleider ze zoeken, en wat er nou precies speelt bij de organisatie? Dan weet je echt wat ze zoeken. Dat zou een enorme verrijking zijn.’

De match komt in zicht

Zulke innovaties zouden de kans vergroten op een match tussen aanbestedende dienst en leverancier, stelt Bassie.

En juist die match, daar zou het om moeten gaan, vult Paul Oldenburg aan. Oldenburg werkt bij Staffing Management Services, leverancier van de inhuursystemen waarmee bijvoorbeeld veel gemeenten en ziekenhuizen werken. Hij hoort de innovatiedrang van Bassie graag aan. ‘Maar innovatie zal wel vanuit de markt moeten komen’, zegt hij. ‘Wij proberen te maken waar onze opdrachtgevers om vragen.’

Zelf gelooft hij erg in een andere innovatie, zegt hij: zoektechnologie om kandidaten te vinden die nog niet hebben gereageerd. Oftewel: sourcing. ‘Denk aan een slim zoekalgoritme op LinkedIn, waarmee je mogelijke leveranciers vraagt: zeg, waarom heb jij je nog niet ingeschreven en gereageerd? Of dat je projectleiders opzoekt en aanschrijft: binnenkort komt hier een interessante opdracht, schrijf je dus nu in op deze DAS en doe mee. Wedden dat zo 10 projectleiders dan in elk geval gaan kijken?’

‘We hebben voor ons brood zowel een leverancier als een klant nodig. Anders werkt het niet’

Daarmee kun je kwaliteit leveren, en opdrachtgevers helpen aan een ruimere keuze. Want de krapper wordende arbeidsmarkt is ook goed te merken bij de inhuur van flexibel personeel, dat merkt ook Oldenburg aan den lijve. ‘Die leverancier is voor ons net zo belangrijk als onze klant’, zegt hij. ‘We hebben voor ons brood zowel een leverancier als een klant nodig. Anders werkt het niet. En leveranciers laten het nu soms al afweten. Alle verbetersuggesties op dat gebied zullen we dan ook serieus bekijken. We hebben sinds kort zelfs een dedicated leveranciersmanager aangesteld, om ook dit soort dingen te clusteren en beet te pakken.’

Innovatie: maar één keer registreren

Voor Bassie zou het al veel schelen als de dassen het leven van de leverancier wat makkelijker maken, zegt hij. ‘Dat je je maar één keer hoeft te registreren, en niet bij al die verschillende dassen apart. En dat je dan met vinkjes kunt aangeven waarvoor je in aanmerking wil komen.’

Daar wordt momenteel overigens ook aan gewerkt, weet hij. ‘De onderlinge contacten zijn in elk geval gelegd. De platformleveranciers willen ook allemaal wel, zo lijkt het.’

Ook ziet hij er wel heil in om zzp’ers en andere mogelijke inschrijvers wat meer ‘op te voeden’. ‘Misschien moeten we cursussen geven’, zegt hij. ‘In co-productie met alle platformen gezamenlijk, om leveranciers goed voor te bereiden op dit kanaal.’

Ideale kandidaat toch niet door de selectie

Ook Oldenburg ziet hier wel wat in. ‘Daar staan wij zeker voor open. Bijvoorbeeld ook door samen webinars te organiseren, waarbij we ook een recruiter aan het woord laten. Hoe kijkt hij of zij naar zo’n cv? Waarop word je als aanbieder beoordeeld? Wat wordt er van je verwacht?’

Oldenburg zegt leveranciers graag te helpen om zich ‘in de spelregels te verdiepen’. Want, zegt hij, ‘hoe meer het snappen, hoe groter de kans dat er wél goede matches gemaakt worden.’

‘Hoe meer mensen het snappen, hoe groter de kans dat er wél goede matches gemaakt worden’

Ook hij heeft namelijk meegemaakt dat ‘de ideale kandidaat’ wel eens níet door de selectie kwam. ‘Omdat die gunningscriteria op een bepaalde manier waren opgesteld, en hij gewoon niet gewend was om zich in te schrijven in een aanbesteding. Hij zei: ‘Uit mijn cv blijkt toch gewoon mijn leidinggevende ervaring, dat ziet toch elke nono?’ Ja, zei ik daarop, maar als je het niet nadrukkelijk opneemt in je inschrijving, dan staat het er niet, en dan is het er dus ook niet.’

Proportionaliteit: hoeveel werk kun je vragen?

Daar komt meteen wel het vraagstuk van ‘proportionaliteit’ om de hoek kijken. Want hoe redelijk is het om van 25 mensen (zzp’ers of bureaus) een halve dag tot een hele dag (onbetaald) werk te vragen, om in te schrijven op een klus van 6 maanden?

Oldenburg: ‘Ik lees wel eens dat leveranciers marktplaatsen niet proportioneel meer vinden. Ze moeten er te veel tijd in stoppen, zeggen ze, met te weinig kans op succes. Maar dat je er al gauw een halve dag voor moet uittrekken, dat vind ik persoonlijk niet zo gek. Als je vroeger een opdracht zocht, dan was je ook gauw een dag aan het bellen, rondrijden en links en recht koffie drinken. Hier zit je gewoon in je stoel, even je CV in te dienen.’

Als je vroeger een opdracht zocht, dan was je ook gauw een dag aan het bellen, rondrijden en links en recht koffie drinken.

Natuurlijk, zegt hij, ‘hoe makkelijker, hoe beter. Dat is ook in ons belang. Want zonder leverancier geen match.’

Maar in 30 seconden inschrijven? Nee, dat ziet hij ook weer niet zitten. Is ook niet aan de orde, zegt Bassie. ‘De discussie over proportionaliteit ligt voor mij op een ander vlak. Het punt is denk ik vooral dat je voor één opdracht van 6 maanden potentieel duizenden leveranciers vraagt om een inschrijving te doen. Je kunt je afvragen: is dat nou wel in verhouding?’

Zzp’ers: maken ze nou kans of niet?

Dat raakt meteen een andere discussie: is de hele figuur van marktplaatsen, dassen en openbare aanbestedingen nu wel of niet een kans voor zzp’ers? Het idee was: zelfstandigen kunnen nu ook meedoen bij opdrachten van de overheid. De realiteit is: ze vissen nog steeds vaak achter het net. Hoe zit dat nou eigenlijk?

Oldenburg: ‘Eén ding is zeker: in de procedure van vroeger kwamen kleine leveranciers er helemaal niet aan te pas. Nu kunnen ze in theorie in elk geval meedingen naar een opdracht. Ze maken misschien niet véél kans, maar ze maken wel enige kans.’

Bij de opdrachten die lopen via de systemen van zijn werkgever, wordt ongeveer een kwart gegund aan zzp’ers, merkt hij op. Dat daalt wel. Was het in 2015 nog 26 procent, dit jaar stokt het op 20 procent. ‘Maar dat heeft waarschijnlijk met de Wet DBA te maken.’

Blijf altijd in gesprek

Oldenburg pleit ook voor een meer open houding van de overheden die met een DAS of marktplaats werken. ‘Ik zie heel veel organisaties die de afgelopen 5, 6 jaar die marktplaats hebben gebruikt als een scherm. Zo van: die leveranciers hoef ik nu in elk geval niet meer te zien, het gaat nu achter gesloten deuren. Maar wij zeggen nu tegen onze klanten: blijf juist altijd met je leveranciers in gesprek. Hoe beter zij jou kennen, hoe betere kandidaten zij kunnen voorstellen. Hou die dialoog dus open. Ik zie dat ook bureaus dit spel steeds beter snappen. Ze leren duidelijk te maken wat hun toegevoegde waarde is.’

‘Door het economisch tij is het vechten om de leveranciers. Daar moet ook een marktplaatspartij wel in mee.’

Het is niet alleen een vrijblijvend advies, zegt hij, het is ook hartstikke noodzakelijk. ‘Door het economisch tij is het vechten om de leveranciers. Daar moet ook een marktplaatspartij wel in mee.’

Een pleidooi dat Mark Bassie uit het hart gegrepen is. ‘Als je jouw DAS aantrekkelijker kunt maken voor leveranciers, dan krijg je betere aanbiedingen, en meer waar voor hetzelfde geld. Dat zou de goede discussie zijn, denk ik. Dan krijg je ook een stukje concurrentie. Nu lijken de platformen veel te veel op elkaar. Als er wat keuze komt, dan wordt het voor iedereen interessanter.’

Dit is de derde en laatste aflevering in een korte interviewserie over dynamische aankoopsystemen.

Lees ook:

En verder over een DAS:

 

Peter Boerman was tussen 2016-2018 (eind)redacteur bij ZiPconomy. Hij is hoofdredacteur van Werf& ; over arbeidsmarktcommunicatie en recruitment. Hij is gefascineerd door de vraag hoe menselijk talent en organisaties bij elkaar worden gebracht, en wil met zijn verhalen bijdragen aan een wereld waarin mensen zoveel mogelijk van hun potentie kunnen verwezenlijken. Bekijk alle berichten van Peter Boerman