"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Arbeidsongeschiktheid en zelfstandige arbeid: een publieke verantwoordelijkheid

Maar weinig zelfstandigen zijn verzekerd voor arbeidsongeschiktheid. Is dat maatschappelijk ‘erg’? Moet de overheid zich dit aanrekenen? Ja, zegt hoogleraar Sociale Verzekeringsrecht Mies Westerveld. Ze ziet twee opties.

“De Nederlandse arbeidsmarkt kent een groot aantal ‘zelfstandigen zonder personeel’ (zzp’ers)!” Maar we hoeven het natuurlijk ook niet te overdrijven. De werkzame beroepsbevolking in Nederland bedroeg in 2016 iets meer dan acht miljoen; daarvan is ongeveer een miljoen zzp’er voor wie het ondernemerschap de hoofdbaan is (CPB 2016). Wel kunnen we rustig stellen dat het kleine ondernemerschap een blijvertje is.

Voordeel overheid groei aantal zzp’ers

Sinds de jaren negentig maakt ‘de’ zzp’er een gestage opmars op de arbeidsmarkt. Zelfstandig zijn appelleert aan de behoeften van veel werkenden. Je kan je eigen werktijden inrichten (handig als je de zorg hebt voor kleine kinderen of zorgafhankelijke ouders) en je kan zelf bepalen tegen wie (welke opdracht) je ‘ja’ of ‘nee’ zegt. Kom daar maar eens om in de gemiddelde baan.

Keerzijde is het zelf achter opdrachten aan moeten lopen, blijven zorgen dat je marktwaarde op peil is, altijd op je toppen lopen (behalve als je gespaard hebt om dat even niet te hoeven), een transparante boekhouding voeren, reserves aanleggen voor mindere tijden en er altijd op voorbereid zijn dat er ‘iets’ kan gebeuren waardoor je inkomensstroom opeens stokt.

Voor de overheid heeft de toename van het ondernemerschap ook voordelen. Zzp’ers zorgen als het ware voor een privatisering van de verzorgingsstaat. Voor hen geen recht op een uitkering bij ziekte, langdurende arbeidsongeschiktheid of een plotse terugval van werk. Ook de bijstand is afgesloten voor kleine ondernemers. Slechts in uitzonderlijke gevallen kunnen zzp’ers een beroep doen op het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen en ‘echte’ bijstand (als uitkering) komt hun niet toe. Dat komt mooi uit in een tijd waarin de kosten van de verzorgingsstaat onder druk staan.

Hoofdpijndossier

De reden waarom de overheid de groei van het zzp-schap toch tot hoofdpijndossier heeft verklaard heet belastingvoordeel in relatie tot schijnzelfstandigheid. De overheid heeft het werken als ondernemer aantrekkelijk gemaakt met fiscale incentives zoals de MKB-winstvrijstelling en de startersaftrek en het beroep op die regelingen wordt nu wel erg hoog. Er bestaan dan ook gerede twijfels of achter die acht, negen en nu tien honderdduizend zzp’ers niet een flink aantal pseudo-ondernemers schuilgaat (IBO 2015).

Minister Asscher heeft dan ook geruime tijd geleden de oorlog verklaard aan schijnzelfstandigheid en een belangrijk instrument daarbij was de afschaffing van het entreebiljet tot ondernemerschap, de Verklaring Arbeidsrelatie Winst Uit Onderneming (VAR-WUO). Deze verklaring gaf de werkende toegang tot de eerder genoemde belastingvoordelen en zijn opdrachtgever een volstrekte vrijwaring tegen naheffingen LB en premies werknemersverzekeringen. Wel kon de zzp’er – in theorie – zo’n naheffing verwachten, maar in de praktijk gebeurde dit maar zelden.

Dit systeem is met ingang van mei 2016 vervangen door de verplichting voor zelfstandigen en hun opdrachtgevers om hun werkrelatie vooraf neer te leggen in een modelcontract en vervolgens ook volgens dit contract te gaan werken. Daarmee verdween de vanzelfsprekende vrijwaring voor het werken met zelfstandigen die ‘eigenlijk’ in dienst zijn. De gevolgen waren meteen merkbaar: werkgevers besloten massaal zzp-arbeid te mijden en liever in zee te gaan met andere flexibele krachten, bijvoorbeeld op uitzendbasis, of middels payroll. Tja, en dat was nou ook weer niet de bedoeling…. De wet (DBA) die dit alles bewerkstelligde, raakte nog voor hij goed en wel gehandhaafd werd in diskrediet en verdwijnt op termijn misschien wel in de prullenbak.

Onverzekerde zzp’ers

Al die commotie rondom ‘echt’ of ‘schijn’ heeft het zicht ontnomen op wat misschien nog wel een groter maatschappelijk probleem is rondom zzp-arbeid: de onverzekerde status van veel (ongeveer de helft) van de zzp’ers tegen arbeidsongeschiktheid. Werkloosheid is een risico dat vriend en vijand bestempelt als ondernemersrisico en dat ook voor werknemers maar beperkt verzekerd is.

Ziekte of kortdurende ongeschiktheid laat zich heel goed ‘verzekeren’ (Broodfondsen) of met eigen reserves afdekken. Maar langdurende arbeidsongeschiktheid is een ander verhaal: hier vallen gaten die de markt niet gaat oplossen. Zo verzekeren veel particuliere verzekeraars het risico slechts tot een bepaalde leeftijd (60 jaar, fijn nu de AOW-leeftijd is opgetrokken naar 67), is de premie in bepaalde sectoren onbetaalbaar (niet toevallig juist daar, waar het slijtage- en uitvalrisico het grootst is) en lopen zzp’ers die al wat mankeren op tegen brandend-huis-clausules.

De arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) is dan ook vooral een product voor de happy few onder de zelfstandigen: met goed gevulde portefeuilles, in een niet al te risicovol beroep en, op het moment dat ze bij de verzekeraar aankloppen, zonder medische beperkingen en op een nog aangenaam jeugdige leeftijd. Ik ben hangende dit betoog overgestapt van ‘zzp’er’ naar ‘zelfstandige’, want dit onderwerp betreft ook de klassieke zelfstandige zoals de winkelier, de huisarts, of de agrariër.

We kunnen ten aanzien van dit risico dan ook twee zaken vaststellen. Eén, dit is een risico voor werkenden (werknemers en zelfstandigen) van jewelste. En twee, de markt gaat dit niet oplossen.

Maatschappelijke verantwoordelijkheid?

Is dat maatschappelijk ‘erg’? Moet de overheid zich dit aanrekenen? Mijn antwoord is op beide vragen bevestigend. Ten aanzien van de eerste vraag: Ja, ik vind het ‘erg’ een kleine zelfstandige die wordt getroffen door een verkeersongeval of een gezondheidscalamiteit en die daardoor langdurig en misschien zelfs voorgoed buiten staat is zijn brood te verdienen naar de bijstand te verwijzen (eigen huis en alle andere reserves opeten), omdat hij zo ‘dom’ is geweest zich niet te verzekeren, of omdat die mogelijkheid er voor hem niet in zat.

En mijn bevestigende antwoord op vraag twee is mede ingegeven door het feit dat de overheid het ondernemerschap zelf zo sterk promoot en gepromoot heeft met fiscale stimuli en startersregelingen in de sociale zekerheid zoals de WW. Dat schept verplichtingen, als blijkt dat hier toch een aantal lelijke schaduwzijden aan verbonden zijn.

Twee modellen

Het is verleidelijk aan dit betoog een format te verbinden van de manier waarop de overheid zich dit zou moeten aantrekken, een blauwdruk voor regelgeving als het ware. Maar dat is tegelijk een valkuil. Zo’n blauwdruk suggereert namelijk dat er hierbij geen keuzes voorliggen en die keuzes zijn er wel degelijk.

Wel zijn er grosso modo twee modellen, elk met eigen keuzemomenten. De ene is een sociale zelfstandigenverzekering tegen arbeidsongeschiktheid, voor iedereen voor wie de arbeid als zelfstandige de ‘hoofdbaan’ is, zoals het CPB dat formuleert. En nee, ik denk dan niet aan een wederopstanding van de Waz, die regeling is destijds niet voor niets afgeschaft.Deze nieuwe variant zou voorzien kunnen worden van een opt-out, zoals we die sinds de wet PEMBA kennen in de werknemersverzekering tegen arbeidsongeschiktheid. Maar meedoen moet iedereen, daar helpt geen lieve moeder aan.

Optie twee is een verzekeringsplicht voor zelfstandigen, met de overheid als achtervang en medefinancier voor de verzekering van onverzekerbare gevallen. Zoiets als de Zorgverzekeringswet dus. De keuzes die bij beide modellen voorliggen betreffen de omvang van het te verzekeren risico, de financiering en de uitvoering en controle.

Het te verzekeren risico kan breed zijn, zoiets als de Wga (inkomensverlies als gevolg van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid) of smal à la de IVA (duurzame en volledige arbeidsongeschiktheid). De te verstrekken vergoeding kan inkomen gerelateerd zijn zoals in de WIA, of naar een minimumniveau zoals in de AOW. Zzp’ers die meer willen kunnen dat meerdere dan desgewenst privaat verzekeren.

Solidariteit en controle

Ten aanzien van de financiering speelt het thema premiesolidariteit. Solidariteit van jong met oud, dus op individueel niveau, is voor een sociale verzekering een vanzelfsprekend uitgangspunt, maar moet er ook risicosolidariteit komen tussen de bedrijfstakken? Hier kan verschillend over gedacht worden. Een ontkennend antwoord betekent de doodsteek voor het kleine ondernemerschap in bijvoorbeeld de bouw. De verplichte premie wordt daar dan namelijk onbetaalbaar. Anderzijds bestaat waarschijnlijk weinig draagvlak voor een risicosolidariteit onder alle zzp’ers, dus over de beroepsgroepen heen. En in alle eerlijkheid: ik zie de rechtvaardiging van een dergelijke ‘groeps’-solidariteit ook niet meteen. Een alternatief kan zijn een stukje medefinanciering van ‘dure’ bedrijfstakken door de overheid of door de werkgevers in deze bedrijfstak.

Het thema ‘uitvoering en controle’ zal eveneens goed zijn voor een hoop gebakkelei. Moet de controle op arbeidsongeschiktheid een publieke taak zijn, zoals in de WIA of kan dit worden overgelaten aan marktpartijen? Zo ja, wie zijn dat dan? Kortom, zeer veel water door de zee, voor er een min of meer voldragen voorstel van wet kan liggen.

Overtuigingskracht

Wil zo’n voorstel er ooit komen, dan is het nu aan de belangenorganisaties van zzp’ers (FNV-Z, PZO, ZZP Nederland en misschien zijn er nog andere) om hun achterbannen te overtuigen van de noodzaak dit gat in de sociale bescherming van zelfstandigen te dichten en van daaruit met constructieve voorstellen te komen waar een flink deel van hun achterban iets in ziet.

Stap twee is het aangaan van de onderhandeling met het bedrijfsleven, dat nu al geruime profiteert van kunstmatig goedkope zzp-arbeid. Kunstmatig jawel, want op zoiets basaals als de aan- of afwezigheid van een dekking tegen arbeidsongeschiktheid zou je als werkende niet op moeten willen concurreren.

En als ‘de’ sociale partners met sociale akkoorden kunnen komen die resulteren in grote wetten als Flex-en-Zeker, WIA en WWZ, waarom zou dat dan niet kunnen op het speelveld van de zelfstandige arbeid?

Mies Westerveld, hoogleraar Sociaal Verzekeringsrecht aan de UvA 

Prof. Dr. Mies Westerveld is sinds 1998 verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Zij bekleedt hier twee leerstoelen, de leerstoel socialeverzekeringsrecht en de bijzondere leerstoel sociale rechtshulp. Haar interesse gaat uit naar vraagstukken op het snijvlak van verschillende rechtsgebieden, zoals het re-integratierecht (arbeidsrecht, sociale verzekeringen en voorzieningen) en zzp-arbeid (arbeidsrecht, sociale verzekeringen, ondernemingsrecht). Aan dit laatste thema was haar oratie gewijd die zij op 2 december 2011 uitsprak. Bekijk alle berichten van Mies Westerveld

16 reacties op dit bericht

  1. Als zelfstandige ben je geneigd te zeggen: dat regel ik zelf wel. Maar denk dat we inderdaad ook niet de ogen moeten sluiten voor mogelijke maatschappelijke gevolgen en feit dat er door niet-verzekeren ook (zeker bij lage tarieven) ook verkeerde concurrentie effecten heeft.

    • Ja eens. En er zijn ook zelfstandigen die moeite hebben met verzekeren door een medische indicatie bijvoorbeeld. Die zijn nu vaak onverzekerd voor arbeidsongeschiktheid, omdat de premie torenhoog is. En terwijl ze wel een groter risico lopen…
      En ook voor oudere zzp’ers is een AOV onbetaalbaar. Dus wat meer collectieve risicodeling is wel nodig voor zzp’ers, denk ik.

      Al hoeven zzp’ers niet hun volledige jaaropbrengst te verzekeren.

      • Klopt, je moet alleen verzekeren wat nodig is, dus wat je minimaal denkt nodig te hebben als je arbeidsongeschikt bent.

        Waar ik altijd wel bang voor ben, is dat je jaren premie betaald, en als je er denkt aanspraak op te kunnen maken, dan blijken er allerlei uitzonderingen te zijn, of je bent niet genoeg arbeidsongeschikt (je kan nog bonsai bomen kweken bv) en krijg je uiteindelijk toch niks.

        Als IT-e bijvoorbeeld, ben je met 1 arm of zonder benen niet perse arbeidsongeschikt…. iig niet 100%

  2. Als ‘arbeidsongeschiktheid van zelfstandigen’ een publieke verantwoordelijkheid is waarom heeft men dan in vredesnaam ooit de Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen afgeschaft? De belangrijkste reden voor de afschaffing van de WAZ was dat “de markt” dat veel beter zou kunnen regelen (een illussie natuurlijk ..). En dan nu weer een oproep om daarvan terug te komen; ook organisaties van grote werkgevers hebben hier al een pleidooi voor gehouden. Ik kan me eigenlijk maar één reden voorstellen en dat is dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering van werknemers te duur wordt en er dus meer mensen premies moeten gaan betalen. Werkgevers willen de premiebetaling voor hun werknemers naar beneden, dus spreiden over meer mensen. En om het dan allemaal “betaalbaar” te houden moeten de uitkeringen naar beneden, zodat het allemaal budgettair neutraal kan (voor de werkgevers dan).

  3. Ik vind het hebben van een vangnet voor arbeidsongeschiktheid zeker een publieke verantwoordelijkheid is. Waarbij ik wel graag zou zien dat je deze met het behoud van keuzevrijheid mag invullen, zoals ook bij de ziektekostenverzekering. Een verplichte basis bij een maatschappij naar keuze en de vrijheid deze al dan niet op te plussen voor iedereen ongeacht de werkvorm en of arbeidsovereenkomst.

  4. Laten we het ‘probleem’ even in perspectief zien. Van de 6,8 miljoen werknemers zitten er ca 250k in de WIA. Dat is 3,7% van het aantal werknemers. Verwachten we dit cijfer ook bij de zzp-ers, dan praten we over in totaal tussen de 15.000 en 37.000 personen. Is dat mastschappelijk probleem zo groot dat de noodklok geluid moet worden?

    Bij een geschat aantal van 150.000 zzp-ers zonder opdracht ligt de politiek nauwelijks wakker. Waarom nu dan wel? Misschien omdat van die 1 miljoen wel wat premie te plukken is.

    Het verschil tussen een werknemer en een onverzekerde zzp-er is dat de zzp-er zekerheid heeft. Hij krijgt niets. De werknemer heeft een schijnzekerheid, want na een lijdensweg komt die er achter dat er voor hem ook niets in het vat zit. Want die afgekeurde bouwvakker kan nog administratief werk doen en de ict-er kan zonder arm ook nog wel wat vinden.

    Ik kies ervoor om mij niet te verzekeren. Daar ben ik verstandig genoeg voor en kan de risico’s afwegen. Dat hoeft de overheid of de polderpartijen niet voor mij te doen.

    Wat ik nu zie gebeuren is dat de zzp-er een leuke melkkoe geworden is, terwijl ze geen gebruik kunnen en vaak willen maken van die voorzieningen. Schaf die fiscale voorzieningen maar af, ga ze verplicht verzekeren en beperk de mogelijkheid om opdrachten te verkrijgen. Resultaat zal zijn dat het sociale stelsel overbelast gaat worden.

    • Beste Paul,
      Je antwoord vraagt om een reactie. Eerst het perspectief. Uiteraard, zou ik haast zeggen, is het aantal werknemers dat een beroep doet op de Wia bescheiden. Dat is – gelukkig – kenmerkend voor elke verzekering, anders zou het ook geen verzekering zijn. Het luiden van de noodklok is dan ook niet ingegeven door de hoge aantallen, maar door de impact van het risico als zich dat manifesteert.
      Wakker liggen van zzp’ers zonder opdracht doe ik ook niet. Zzp’ers zien het uitblijven van opdrachten – terecht – als ondernemersrisico en als blijkt dat de markt te slap is voor wat zij te bieden hebben, kunnen ze zelf besluiten wat anders te gaan doen. Net als elke andere (gezonde) werkzoekende.
      Of een werknemer met de huidige regeling ‘schijnzekerheid’ heeft, hangt ervan af hoe goed hij geïnformeerd is. Want inderdaad, de Wia geeft geen vergoeding aan een werknemer die zijn vroegere werk niet meer kan doen maar wel ander passend werk. Behalve als hij met dat passende werk substantieel minder kan verdienen. Dat zou bij een verzekering voor zzp’ers niet anders zijn, of het nu een markt-gereguleerde verzekering is of een sociale verzekering.
      Of het verstandig is dat je je niet verzekert kan ik niet beoordelen. Wat ik wel weet is dat er in het verleden voor sociale verzekeringen is gekozen, denk aan de AOW, omdat zeer velen geen vrijwillige voorziening afsloten terwijl ze die achteraf bezien wel nodig bleken te hebben. Het oud-en-arm risico is toen met andere woorden tot een zaak van publiek belang verklaard en er zijn maar weinigen die het bestaansrecht van de AOW nu nog in twijfel trekken.
      En tja, die fiscale voorzieningen. Ik snap dat een voornemen die af te schaffen een majeur pijnpunt is voor veel zzp’ers. Maar dat heeft wat mij betreft weinig met dit onderwerp te maken. Ik zou zeggen: laten we geen appels en peren bij elkaar optellen…
      Vr gr

      Mies Westerveld

      • Arbeidsongeschiktheid is voor een zzp-er ook een ondernemers risico, dat goed op de particuliere markt verzekerd kan worden. Dat was de stelling van de overheid bij de afschaffing van de WAZ. Verder bleek de WAZ interessant te zijn voor zzp-ers met een laag inkomen en een hoog gezondheidsrisico. Dus waarom dit nu weer opnieuw proberen. Overigens was de premie van 8,8% relatief hoog.

        De stelling het niet hebben van opdrachten door de onzekerheid rondom de wet DBA tot het ondernemersrisico behoort, deel ik (en met mij vele anderen) niet. Hier is de politiek flink de mist ingegaan.

        Wat de huidige tendens is, is dat de Zzp-er moet gaan lijken op de werknemer. Dit is voor velen niet de eigen keuze, juist het tegenovergestelde.

        Op dit moment is er voor zzp-ers een scala van initiatieven, waaronder verplicht verzekeren, beperken van toegang tot de markt en aanschaffen van fiscale tegemoetkomingen. Dit kan alleen in samenhang bekeken worden, dus zowel de appels als de peren. Zouden zowel de verplichte verzekering als de ondernemersfaciliteiren verdwijnen, dan raak je een groep met tietallen procenten in hun inkomen.

        • Rode draad: overheid vergist zich. Dit was het geval bij de Waz (foute uitwerking, uit balans zijnde solidariteit), het was het geval bij de formulering van de grondslag voor afschaffing van de Waz (“Risico is goed verzekerbaar op de markt.” Niet dus, zie mijn blog) en het was het geval bij het onderschatten van de effecten van Dba. Blijft wat mij betreft: subsidiëring van starters (aftrek) en van alle zzp’ers (winstvrijstelling) is een ander issue dan het onverzekerdenrisico tegen a.o.

          • Deze discussie klinkt als PvdA vs. VVD.
            Zzp’ers durven gewoon wat meer risico’s te NEMEN in het leven. Ze willen alleen het hoogstnoodzakelijke verzekeren of helemaal niets als ze voldoende buffer hebben.
            PvdA wil bemoederen en beschermen. Ook willen ze op dit moment flex onaantrekkelijker maken. En het invoeren van verplichte ao-verzekering is één van de opties.

            • Opmerking dat zzp’ers meer risico’s willen NEMEN (en dus ook dit risico) wordt weersproken door onderzoek. Uit enquêtes (in meerdere landen) komt naar voren dat meerderheid graag ziet dat 2 risico’s bij hen worden weggenomen: ziekte- & zorgkosten en blijvende arbeidsongeschiktheid. Rest: korte ziekte en slappe tijd (werkloosheid), beschouwen ze als ondernemersrisico.

  5. De zzp-er kan zich verzekeren. Een groot deel doet dat niet en neemt dus bewust een risico. Dat is geen onderzoek, maar de praktijk. Onderzoek eerst waarom ze dat niet doen.

    Waak overigens voor de fout die de laatste tijd veel gemaakt wordt. De groep zzp-ers is niet homogeen en zeker niet georganiseerd. Ookal willen zzp-nederland, fnv-z en anderen ons iets anders doen geloven.

    • Dit gaat niet helemaal op, een grote groep, mijzelf incluis, KAN zich helemaal niet verzekeren. Ik heb getracht een AOV af te sluiten en werd afgewezen op mijn gewicht (ja, ik ben wat zwaar, maar verder wel gewoon gezond). Ik heb derhalve slechts een zeer uitgeklede ongevallen-AOV afgesloten met zeer veel beperkingen. Voor mij zou een mogelijkheid om een ‘collectieve’ AOV af te sluiten dus ideaal zijn. Ik neem gemakshalve aan dat veel mede ZZP’ers tegen dit probleem aanlopen vanwege de uitgesproken risico-aversie van verzekeraars. Voor de vrijwillige verzekering bij het UWV ben ik te laat, want al 22 jaar zelfstandig…

      • @Erwin, misschien zou je het via een gespecialiseerde adviseur kunnen doen. Ik ben zelf ook iets te zwaar. Ik moest heel veel vragen invullen en een medisch onderzoek, maar kreeg m uiteindelijk wel. Ik betaal wel meer premie dan gemiddeld en heb alleen het inkomen verzekerd dat ik echt minimaal nodig heb om mijzelf en gezin te kunnen onderhouden.

        Wat ik ook weet van commerciële AOV’s, is dat ze per jaar ongeveer 4-5% stijgen qua premie (los van inflatie). Dus voor mensen boven 50 is het bijna niet te betalen. Daar zit dus wel een probleem.

        • Heb ik inderdaad geprobeerd, maar mijn BMI is 45 momenteel (toen ik 25 was en ultra veel sportte en geen grammetje vet had was die overigens ook al 35…) Daarnaast is mijn leeftijd ook 50, dus vonden de verzekeraars het risico te groot… Als er een mogelijkheid zou zijn om alsnog via het UWV te verzekeren dan zou ik dat direct doen.