Joop der Weduwen 14 januari 2025 11 reacties Print Wat is ‘Opting-in’? En is het een goed alternatief voor de handhaving op schijnzelfstandigheid?Zelfstandig werken, maar voor de loonbelasting behandeld worden als werknemer. Dat is (kortweg) opting-in. Een variant die – gezien de handhaving – weer in de belangstelling staat. Verloning.nl is een grote speler die volgens deze manier werkt, maar ook 123verlonen.nl en detacheerders als Edulance en Freep bieden het aan. Maar wat is het precies? En weet je als opdrachtgever zeker dat deze ‘pseudo-werknemer’ niet als schijnzelfstandige gezien kan worden? Expert Joop der Weduwen legt het uit.Onlangs kreeg ik een vraag of ik bekend was met de ‘opting-in’ regeling en of dit een goed alternatief zou zijn om te bepalen of iemand wel of niet in een arbeidsovereenkomst werkt. In dit stuk probeer ik antwoord te geven op deze vragen. Ik geef uitleg over wat opting-in is en hoe dit zich verhoudt tot het arbeidsrecht aan de hand van een rechterlijke uitspraak. Wat is opting-in? De basis voor de opting-in regeling is terug te vinden in de Wet op de loonbelasting 1964 en wel in artikel 4. Daar is vastgelegd dat via een algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld waardoor een arbeidsverhouding ook als dienstbetrekking kan worden gezien. Ter toelichting: een dienstbetrekking is een andere benaming voor een arbeidsovereenkomst. Dit geldt voor diverse soorten werkzaamheden, maar ook voor die situatie waar er niet op basis van andere regels al sprake is van een dienstbetrekking of het verwerven van inkomen op basis van winst uit onderneming. Als iemand uit die werkzaamheden een beloning ontvangt, die niet als loon uit een dienstbetrekking of winst uit onderneming kan worden aangemerkt en diegene vooraf aan de inspecteur (van Belastingen) meldt in een gezamenlijke verklaring van hemzelf en de beoogde inhoudingsplichtige, dat zijn arbeidsverhouding als dienstbetrekking moet worden beschouwd (artikel 4 sub f), is er sprake van een fictieve dienstbetrekking. Deze regeling noemen we in de wandelgangen de opting-in regeling. Ingevolge artikel 4 aanhef en lid f is er in een besluit opgesteld, het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 waar de opting-in regeling nader in is uitgewerkt. Wat zijn de voorwaarden voor opting-in? Ingevolge artikel 4 aanhef en lid f van de Wet op de Loonbelasting is er een besluit opgesteld, het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 waar de opting-in regeling nader in is uitgewerkt. Met name In artikel 2g van dat besluit zijn de voorwaarden opgenoemd: De voorwaarden zijn: dat er geen sprake is van dat de werkzaamheden waar we het over hebben, op basis van de toepasselijke wettelijke bepalingen een arbeidsovereenkomst opleveren; noch dat er sprake is van belastbare winst; dat voorafgaand aan het verdienen er zo’n gezamenlijke verklaring (zie hiervoor) wordt ingediend bij de inspecteur. Zodra er wél sprake is van winst uit onderneming, meldt degene die de arbeid verricht, dit aan de inspecteur (en eindigt de opting-in). Degene die gebruikmaakt of kan maken van de opting-in regeling wordt aangeduid als een ‘pseudo-werknemer’. Daarvoor is het uitgangspunt dat de arbeidsverhouding van hen geen echte of fictieve dienstbetrekking is. Een pseudo-werknemer kan samen met zijn opdrachtgever/beoogde inhoudingsplichtige (hierna: werkgever) ervoor kiezen om de tussen hen bestaande arbeidsverhouding voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen aan te merken als een dienstbetrekking. Deze regeling geldt dus niet voor de premieheffing werknemersverzekeringen! De inkomsten van de pseudo-werknemer worden belast als resultaat uit overige werkzaamheden. (Een toelichting over deze regeling is te vinden in het Handboek Loonheffingen (hoofdstuk 18.14) en/of het Handboek Ondernemen (hoofdstuk 10.10) van de Belastingdienst.) In het verleden gold een besluit van het Ministerie van Financiën, waarin een vraag en antwoord gedeelte is opgenomen, ten behoeve van de toepassing van de opting-in regeling. Dit besluit van 23 augustus 2002 (nr. CPP2002/1834M) welke ondertussen weer is ingetrokken, bevatte een uitvoerige toelichting over de toepassing van de opting-in regeling. Voor een goed begrip van de opting-in is het aan te raden om deze te raadplegen, ondanks dat deze toelichting is ingetrokken. Opting-in in de praktijk Opting-in is dus in feite een regeling die geldt voor iemand die niet in een arbeidsovereenkomst werkzaam is, maar ook geen winst uit onderneming geniet (in de wandelgang een ondernemer is). Hoe zit dat dan als er sprake is van een opting-in en de beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst? Een uitspraak van Hof Den Haag van 24 september 2024 (met name punt 6.10) is in dit verband interessant en illustratief. Hierin verduidelijkt het hof de waarde van opting-in bij de beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen een opdrachtgever en opdrachtnemer die voor opting-in hebben gekozen. In deze zaak werd het nettoloon betaald via een verloningsbedrijf, waarbij de opdrachtnemer en het verloningsbedrijf fiscaal hadden geopteerd voor werknemerschap (opting-in). Het hof oordeelde dat de wijze van betaling aan de opdrachtnemer op zichzelf niet leidde tot een (stilzwijgende) overgang van de arbeidsovereenkomst naar het verloningsbedrijf, noch tot het werkgeverschap van het verloningsbedrijf in arbeidsrechtelijke zin. De werkzaamheden en de gezagsverhouding tussen de opdrachtnemer en opdrachtgever bleven namelijk ongewijzigd. Het feit dat de opdrachtnemer heeft ingestemd met werken op basis van een overeenkomst van opdracht (in plaats van de eerdere werkwijze) is niet relevant voor de vraag of de overeenkomst moet worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst. De uitspraak maakt duidelijk dat opting-in op zichzelf geen arbeidsrechtelijke relatie kan doorbreken. Met andere woorden: eerst moet worden beoordeeld of de relatie waarbij iemand persoonlijk werk verricht, kan worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. Is dat zo, dan is de contractuele vormgeving die daaronder wordt overeengekomen, van ondergeschikt belang. Dat geldt ook (misschien wel des te meer) voor de opting-in variant. loondienst, schijnzelfstandigheid Print Over de auteur Over Joop der Weduwen Mr. drs. Joop (A.M.) der Weduwen is juridisch adviseur en auteur van het boek ‘Vogelvrij verklaard. Het arbeidsrecht van de zzp-er. Hoe en waarom de freelancer verdwijnt.’ Met zijn bedrijf Juridisch Eerste Hulp Bij Ondernemen helpt hij ondernemers, met praktisch juridisch advies. Hij houdt van een heldere structuur om in samen te werken en gunt dat iedereen. Geen ‘gedoe’, maar weten waar je aan toe bent. Vooral voor freelancers en hun opdrachtgevers een uitdaging. Hij heeft in zijn hele carrière te maken gehad met beoordeling van arbeidsrelaties. Startend in de jaren ’80 met beoordelen en procederen daarover. Hierna in de jaren ’90 heeft hij aan de wieg gestaan van zelfstandigheids besluiten en is hij begin deze eeuw betrokken geweest bij de tot stand koming van de eerste versie van de Verklaring Arbeids Relatie. Nu schrijft en blogt hij over dit onderwerp en geeft geregeld presentaties hierover. Bekijk alle berichten van Joop der Weduwen
Hoi Joop, Dank voor je uitgebreide uitleg over de opting-in regeling en de waarde ervan binnen het complexe speelveld van arbeidsrelaties. Het blijft inderdaad een uitdaging om helderheid te scheppen in het kwalificatievraagstuk: is iemand nu zelfstandige of privaatrechtelijk werknemer? Overigens hebben we hiervoor een hele mooie DBA-check gebouwd die zelfstandigheid beoordeelt, inclusief een uitgebreid rapport (ook als je Verloning.nl niet gebruikt). Wat ik belangrijk vind om hieraan toe te voegen, is dat de opting-in regeling vooral is ontworpen met de bescherming van de opdrachtnemer in gedachten. Veel zelfstandigen zijn namelijk niet per definitie ondernemers, en deze regeling helpt hen om verrassingen achteraf te voorkomen, terwijl ze zich kunnen richten op waar ze goed in zijn, zonder afgeleid te worden door alle randzaken die soms ook wel noodzakelijk zijn, zoals belastingafdrachten, AOV, aansprakelijkheid en nu met de wet DBA ook de juiste kwalificatie van zelfstandigheid. Tegelijkertijd sluit deze regeling aan bij de doelstellingen van de wet door een onderscheid te maken tussen de echte ondernemer en de zelfstandige die meer ontzorging vraagt. Dank voor je bijdrage! Beantwoorden
Dag Edward, dank voor je reactie. Misschien goed om aandacht ervoor te vragen, dat bij opting-in er geen sprake is van afdracht premies werknemersverzekeringen. Verder geef je aan dat er sprake is van een onderscheid tussen een echte ondernemer en een (te ontzorgen) zelfstandige. Ik zie niet dat in enige wet een dergelijk onderscheid gemaakt wordt. Fiscaal hebben we het over een ondernemer en in sociaal verzekeringsrechtelijke zin over een zelfstandige. De bedoeling van de wetgever was (zogenoemde WAZ/HOZ operatie) om geen licht tussen deze begrippen te laten ontstaan. Middel (althans één daarvan) was om de toetsing (voor beide begrippen) in één hand te leggen (bij de Belastingdienst). Niet was de bedoeling (in mijn opinie) om het onderscheid te maken zoals door jou aangegeven. Een resultaat genieter is een rest categorie, dat aan de orde is als er geen sprake is van een werknemer of van een ondernemer (zelfstandige). Beantwoorden
Beste Edward, Volgens mij is opting-in geen volwaardige optie voor zzp’ers. In het Handboek Loonheffingen lees ik dat opting-in valt onder de noemer fictieve dienstbetrekking. Er staat echter ook dat Opting-in niet geldt als de opdrachtnemer werkt als zelfstandige/ondernemer. Dit betekent dat opting-in voor de opdrachtnemer altijd gezien wordt als inkomsten uit overige werkzaamheden zonder fiscale ondernemersvoordelen. Daarbij moet je, indien wenselijk voor deze inkomsten ook nog zelf verzekeringen regelen op het gebied van o.a. arbeidsongeschiktheid en pensioen. Wel mogelijk maar niet heel aantrekkelijk lijkt mij. Uit het artikel en de jurisprudentie begrijp ook dat opting-in achteraf op basis van de feitelijke situatie alsnog kan worden gezien als een arbeidsovereenkomst. Het beidt dus mijn inziens ook geen garantie tegen schijnzelfstandigheid. Beantwoorden
Goed geschreven Joop. Ik doe het advieswerk voor ZZP-ers/Freelancers al meer dan 30 jaar, maar toch vind ik de Opt-In materie nog moeilijk te begrijpen. Jij maakt het helder. Beantwoorden
Hoi Joop, er is inderdaad geen sprake van afdracht werknemersverzekeringen, goed dat je dat ook benoemt, kwam in ons beide stukken niet heel expliciet naar voren. Mijn bedoeling was niet om een juridisch onderscheid te maken zoals dat in wetgeving is vastgelegd, maar eerder om een praktisch onderscheid te duiden zoals dat in de arbeidsmarkt vaak wordt ervaren. Het is inderdaad zo dat het of een werknemer is (dwingend recht) of een zelfstandige. De resultaatgenieter is zeker geen rest categorie! Maar opting-in kan je toepassen bij zelfstandige die dit niet vanuit een onderneming (willen) doen (ook iets ongenuanceerd, zitten nog veel punten en komma’s in) . Ik hoop dat dit mijn standpunt iets helderder maakt. Nogmaals dank voor je waardevolle input! Beantwoorden
Beste mr. drs. Van Weduwen, Vanwege gezondheidsproblemen kan ik niet meer in dienst blijven bij mijn werkgever; de organisatorische omstandigheden vragen teveel van mij. Wel kan ik bepaalde exclusieve taken die ik daar doe, via inhuur blijven doen. Ik kan dan tijden etc zelf bepalen en heb verder geen druk. Is dit via Opting in te organiseren of is dat juist schijn? En blijft werkgever afdragen voor pensioenfonds bij opting in? Beantwoorden
Beste Jacqueline. Het door mij geschreven artikel is niet bedoeld als advies over of voor het gebruik van opting -in als alternatief voor een dienstbetrekking. Het artikel geeft aan onder welke omstandigheden opting-in aan de orde kan zijn (namelijk als er niet sprake is van een dienstbetrekking en ook geen winst uit onderneming). Uit jouw vraag maak ik op, dat je nu in dienstbetrekking werkzaam bent, maar je je werk vanwege gezondheidsproblemen niet (meer) kunt uitvoeren. Vervolgens geef je aan dat je niet meer in dienst kunt blijven. Die conclusie gaat mij wat snel en ik zou je aanraden om daarover (juridisch) advies in te winnen en je te laten bijstaan of dit wel aan de orde is of kan zijn. Ziekte of arbeidsongeschiktheid houdt niet direct in, dat er sprake is van het einde van een dienstbetrekking. Mogelijk zijn er aanpassingen mogelijk in het werk/dienstbetrekking, zodat je daar kunt blijven werken, dan wel als je dat niet kunt, dan is er mogelijk sprake van een recht op een uitkering. Zonder nadere gegevens kan ik daar niets over zeggen. Je vraagt verder dat als je via inhuur, blijkbaar bedoel je dat na einde van de dienstbetrekking (zie hiervoor de vraag is of deze zo maar kan eindigen) je op een andere basis werkzaam wil of zal blijven bij je voormalige werkgever. Vraag is wat voor een basis. Als dit niet meer als werknemer (in dienstbetrekking) is, maar als zelfstandig ondernemer is, dan is opting-in geen optie. Stel dat er wel sprake is van een mogelijkheid tot opting-in, dan is er geen sprake van een arbeidsrechtelijke relatie tussen beide partijen en zijn ook geen arbeidsrechtelijke verplichtingen (CAO) verbonden aan die relatie en dus ook geen pensioenplicht/verzekering. Beantwoorden
nieuws - VVD, BBB en D66 stellen Kamervragen over handhaving op schijnzelfstandigheid: ‘Hoop dat het gaat o...