ZiPredactie 27 januari 2025 10 reacties Print Onderzoek beleid schijnzelfstandigheid: werkgevers en zzp’ers snakken naar meer duidelijkheid en betere communicatieZowel zzp’ers als opdrachtgevers willen meer duidelijkheid na de commotie die is ontstaan door de nieuwe maatregelen om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Veel van hen denken dat zij veilig zijn. Dit blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Zowel werkgevers als zzp’ers hebben behoefte aan concrete informatie over hoe de regels rond schijnzelfstandigheid uitgelegd moeten worden. Onder hen leeft ook de vrees dat de maatregelen tegen schijnzelfstandigheid “negatieve effecten zullen hebben op bonafide zelfstandigen en flexibiliteit van de arbeidsmarkt. Het aanpakken van uitwassen lijkt de voorkeur te hebben.” Dat concludeert bureau Ipsos I&O in een onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken. Weten dat er ‘iets’ gaat veranderen, maar niet precies wat Het ministerie van SZW gaf Ipsos opdracht tot het onderzoek vanwege het opheffen van het het handhavingsmoratorium op schijnzelfstandigheid van 1 januari 2025. In totaal namen 669 zzp’ers en 549 werkgevers deel aan het onderzoek. De belangrijkste bevindingen tonen aan dat zzp’ers en werkgevers wel weten dat er iets gaat veranderen, maar niet altijd precies weten wat. Negen op de tien zzp’ers denken dat zij wel volgens de juiste contractvoorwaarden aan het werk zijn en ze zijn over het algemeen ook bekend met het begrip schijnzelfstandigheid. Tegelijk heeft een veel kleiner deel uitgezocht of zij daadwerkelijk volgens de juiste contractvorm werken en heeft een derde informatie gezocht over de aanstaande wijzigingen. Dit toont aan dat er mogelijk sprake is van een ‘false sense of security’ onder zzp’ers en werkgevers. Kennis over de voorwaarden van de contracten zzp’ers niet bij alle zzp’ers en werkgevers bekend. Schijnveiligheid Als we kijken naar de huidige situatie, dan denkt een ruime meerderheid (90 procent) van de zzp’ers momenteel volgens de juiste contractvorm te werken. Toch kan hier sprake zijn van een overschatting van de eigen kennis. Zes op de tien zzp’ers zochten uit of zij volgens de juiste contractvorm werken. Een derde (33 procent) heeft dit bij de ondertekening van het contract uitgezocht, een kwart (24 procent) heeft dit uitgezocht naar aanleiding van wijzigingen in de regelgeving en 14 procent op een ander moment. Met name zzp’ers die meer dan tien opdrachtgevers hebben en zzp’ers met meerdere jaren ervaring als zzp’er zoeken dit niet uit. Rond contracten van zzp’ers is meer onduidelijk. Iets minder dan de helft van de zzp’ers en een derde van de werkgevers denkt dat zzp’ers en opdrachtgevers zelf kunnen kiezen wat voor soort contract zij aangaan. Dit terwijl het in sommige gevallen niet toegestaan is om te werken als zzp’er, wanneer dit schijnzelfstandigheid betreft. Ruim de helft van de werkgevers en vier op de tien zzp’ers weten dat dit het geval is. Jonge zzp’ers verwachten dat werkgever het juiste contract aanbiedt Jonge zzp’ers (t/m 34 jaar) lijken minder bekend te zijn met de regelgeving omtrent het zzp’erschap. Zij denken vaker niet goed op de hoogte te zijn van de zaken die zij moeten regelen als zzp’er. Ook weten zij minder vaak of zij aanspraak kunnen maken op een uitkering bij arbeidsongeschiktheid of werkloosheid en zijn zij nog niet bezig met het regelen van hun pensioenopbouw. Daarnaast denken jonge zzp’ers vaker dat het de verantwoordelijkheid is van de opdrachtgever om het juiste contract voor te leggen aan een zzp’er. Zzp’ers zijn vaker bekend met schijnzelfstandigheid dan werkgevers Een ruime meerderheid van de werkgevers en zzp’ers kent het begrip schijnzelfstandigheid en weet wat dit inhoudt. Zzp’ers geven iets vaker aan te weten wat schijnzelfstandigheid inhoudt (79 procent) dan werkgevers (71 procent). Jonge zzp’ers weten juist relatief minder vaak wat schijnzelfstandigheid is (58 procent). Meerderheid zzp’ers weet dat er wijzigingen aankomen, maar niet precies welke Van de opheffing van het handhavingsmoratorium op schijnzelfstandigheid is een kleiner deel van de zzp’ers en werkgevers precies op de hoogte. Meer dan de helft weet wel dat er iets gaat veranderen in het zzp-landschap, maar niet precies wat. Een kwart van de zzp’ers en een vijfde van de werkgevers weet precies wat er gaat veranderen. Organisaties verwachten minder flexibel te kunnen zijn Als we kijken naar de verwachte effecten van de aankomende wijzigingen, denkt ongeveer een kwart van de zzp’ers en drie op de tien werkgevers dat de handhaving op schijnzelfstandigheid weinig tot geen effect zal hebben. Ook verwacht de helft van de zzp’ers en werkgevers niet dat meer handhaving de positie van zzp’ers op de arbeidsmarkt zal verbeteren. Aan de werkgeverskant verwacht wel de helft dat hun organisatie minder flexibel wordt in het personeelsbeheer door de handhaving. Een op de vijf zzp’ers verwacht meer zekerheid over hun status als zelfstandige te krijgen. Of de handhaving tot meer eerlijkheid op de arbeidsmarkt zal leiden is deze groep verdeeld. Drie op de tien zzp’ers achten de kans hierop (zeer) groot (30 procent), een even groot deel schat de kans (zeer) klein (31 procent). Gemis Samenvattend somt Ipsos op wat respondenten het meeste missen: Duidelijkheid en concreetheid: veel respondenten geven aan dat de informatie te vaag, onduidelijk of niet concreet genoeg is. Specifieke criteria en definities: er is een sterke behoefte aan duidelijke, meetbare criteria voor het bepalen van schijnzelfstandigheid. Praktische toepassing: respondenten missen informatie over hoe de regels in de praktijk toegepast zullen worden, vooral in specifieke situaties of sectoren. Handhaving en controle: er is onduidelijkheid over hoe de nieuwe regels gehandhaafd zullen worden. Juridische zekerheid: meer zekerheid over hun juridische positie. Beide groepen hebben behoefte aan concretere informatie over de invulling van de nieuwe regels in hun specifieke situatie. Print Over de auteur Over ZiPredactie De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie
De overheid stuurt bewust aan op zoveel mogelijk onduidelijkheid. Dat is het beleid. Zodra er duidelijkheid is komen alle zzp’ers in één of andere vorm weer terug, met tariefsverhoging, en groeit de overheid nog harder dan tevoren. Beantwoorden
6 Het gezagscriterium is een van de belangrijkste elementen bij het bepalen of iemand werknemer is of zelfstandig ondernemer. In sectoren zoals de beveiliging, waar opdrachten vaak binnen strakke kaders en protocollen worden uitgevoerd, is dit een bijzonder complex probleem. 7 Het kabinet zou enkele maatregelen kunnen overwegen om dit criterium beter toepasbaar te maken, met specifieke aandacht voor de beveiligingssector. Mogelijke maatregelen 1. Vrijstelling of uitzondering voor specifieke sectoren Het kabinet zou een tijdelijke of structurele vrijstelling kunnen invoeren voor bepaalde sectoren zoals de beveiliging. Hierin zou worden erkend dat het werken onder strikte regels (bijvoorbeeld veiligheidsprotocollen of uniformvoorschriften) niet automatisch een gezagsverhouding impliceert. Dit kan bijvoorbeeld betekenen: Het gezagscriterium wordt versoepeld voor beroepen waarin werken volgens externe richtlijnen gebruikelijk is, mits de zzp’er zelfstandig blijft in andere aspecten (zoals tariefbepaling, werktijden, en keuze van opdrachten). Het instellen van een “sectorcode” in overleg met sociale partners, waarin afspraken worden vastgelegd over wat zelfstandigheid betekent binnen de sector. 2. Herdefiniëring van het gezagscriterium Het kabinet kan het gezagscriterium herzien en explicieter maken. Bijvoorbeeld: Het criterium aanpassen zodat “functionele regels” (zoals veiligheidsvoorschriften) niet meetellen als aanwijzingen van gezag. Alleen wanneer een opdrachtgever direct invloed heeft op hoe en wanneer de zzp’er werkt, wordt dit beschouwd als gezag. 3. Invoeren van een zelfstandigenverklaring Voor de beveiligingssector kan een zelfstandigenverklaring worden ingevoerd. Dit document bevestigt dat beide partijen (opdrachtgever en zzp’er) expliciet hebben afgesproken dat er sprake is van ondernemerschap, mits voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden, zoals: Een vrijstelling of aanpassing van het gezagscriterium in de beveiligingssector is zeker denkbaar, maar moet zorgvuldig worden vormgegeven om de balans te bewaren tussen bescherming tegen schijnzelfstandigheid en ruimte voor echte zzp’ers. Dit vraagt om maatwerk dat rekening houdt met de specifieke kenmerken van de sector, terwijl het risico op misbruik wordt beperkt. Beantwoorden
Zolang de overheid /belastingdienst zelf met Zzp ers werkt en aangeeft daarmee door te gaan en de boetes voor lief te nemen,(die jij en ik overigens betalen), ben ik niet zo bang voor sancties. Alles zal eerst wel diverse keren voor de rechter komen. Staads meer gaat de rechter op de plaats van de politicus gaan zitten Beantwoorden
De overheid heeft ook op dit punt geen enkele autoriteit. WIJ bepalen hoe wij willen werken. En niemand anders. Waarom wij niet in de pas willen lopen? De pas deugt niet. Dat geldt overigens op alle terreinen. Het gehalte ‘wij van WC eend’ is honderd procent. Kortom, de pot op met al het gehannes. Maar goed, de oortjes zullen het wel niet doen. Beantwoorden
Ik vraag mij af?Hoe staat het met de oudere ( gepensioneerde)zzp,er die nauwelijks rond kan komen met zijn of haar pensioen En blij is om als zzp,er ergens te kunnen werken. Gelden ook dezelfde regels? Beantwoorden
als gepensioneerde zzp-er heb je hier geen last van. De vraag is echter of elke opdrachtgever dit weet. Beantwoorden
Handig middel voor zzp’ers om naar werkgevers te communiceren is de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2025:558 Hierin wordt beoordeeld of er wel of niet sprake is van schijnzelfstandigheid. In dit geval dus niet, terwijl de belastingdienst het nu bij werkgevers juist over laat komen alsof dit wel het geval is in zulke zaken. Beantwoorden
Rene, zoals veel arbeidsrechtjuristen op Linkedin al hebben gedaan, zou ik oppassen om al te veel waarde te hechten aan deze specifieke zaak. De aanleiding & context (iemand die zelf ooit had getekend voor zzp-contract en dan 2.5 jaar als werknemer gezien wil worden) is in deze civiele zaak wel vrij specifiek en kan je niet zo maar vertalen naar ‘een lange opdracht + inbedding’ kan dus wel. Het is ook pas een eerste uitspraak van een lagere rechter. Beantwoorden
Het veldwerk voor dit onderzoek is uitgevoerd medio september 2024. Inmiddels is er veel informatie beschikbaar op diverse websites. Beantwoorden
Is een nieuwe vorm van vrijheidsberoving, Worden al jaren voor de gek gehouden door overheid en banken. Ik ben 62 en zou dus nu nog in vaste dienst moeten . Terwijl ik juist niet meer in vaste dienst wilde omdat ik niet met mijn leiding gevenden door 1 deur kon. Ze kunnen beter denhaag later vullen met zzp’s. Beantwoorden