Martijn Arets 23 februari 2024 Eén reactie Print R.I.P. Platformwork Directive (en nu weer verder)Vorige week was de laatste poging om nog iets van de afgezwakte Europese ‘platformwork directive’ van de grond te krijgen. Wederom haalde het voorstel om een specifiek categorie platformwerkers in Europa beter te beschermen het niet. In deze blog blik platformexpert Martijn Arets terug én vooruit.Het doel van de Europese Platformwork Directive was om de rechten van werkenden van voornamelijk taxi- en bezorgplatforms beter te borgen. Hierbij werd gesproken over het omkeren van de bewijslast voor de arbeidsrelatie, waarbij niet de werkende, maar het platform moest bewijzen dat de werkende geen werknemer, maar freelancer was. Ook moest de directive bescherming bieden tegen de negatieve impact van technologie op de positie van de werkende. Na 800 dagen onderhandelen strandde de zwaar afgezwakte directive. Bezwaren tegen de Platformrichtlijn Ik schreef al meerdere keren over deze directive in mijn nieuwsbrieven over de platformeconomie, zoals in de eerste editie van 2024. Bottom line kwamen mijn bedenkingen op het volgende neer: Door het combineren van vermoeden van arbeidsrelatie én impact van technologie op de werkende was de directive al vanaf de start een lastige. Mijn advies was en is om de twee uit elkaar te trekken; De directive maakt onderscheid tussen hen die (veelal precair) werk vinden via een platform en hen die hetzelfde werk vinden via andere kanalen, ik zag een mogelijk succes van de directive dan ook echt als een beginpunt, maar wel een wat omslachtige (maar als het werkt, dan werkt het. Maar het werkt dus niet helaas…); Er is een gevaar dat platformbedrijven hun systemen en algoritmes zo aanpassen, dat ze niet onder de criteria vallen. Dit gebeurde ook bij de invoering van de AB5 wetgeving in California. Platformen Als Uber en Doordash pasten eenvoudig de regels van het spel aan, waardoor zij in no-time niet meer onder de criteria vielen. Een kleine ‘moeite’ met een mogelijk lang kat-en-muisspel als gevolg. En nu is er dus helemaal geen platformrichtlijn, wat laat zien dat Europees iets over arbeidsmarkt afspreken bijzonder moeilijk is. En het laat zien dat overheden de grootste kul-argumenten (hier en daar flink aangespoord door de lobby van platformbedrijven) op tafel gooien om hier onderuit te komen. Zo vond Frankrijk dat de directive een gevaar was voor innovatie. Ik ben benieuwd in welke definitie van innovatie ‘het ondermijnen van rechten van werkenden’ is meegenomen. Ik ontvang graag een linkje. Wat kunnen beleidsmakers nu doen? Wat nu? Ik kan mij niet voorstellen dat dit een eindpunt is en ik heb ook wel het gevoel dat te veel nationale stakeholders te lang hebben gewacht met eigen maatregelen, in de hoop dat de directive er toch zou komen. Ik verwacht (dit is geen voorspelling, maar een opdracht) dat deze stakeholders nu snel aan hun eigen plan werken en waar mogelijk ook samen gaan werken. Wat beleidsmakers op korte termijn zouden kunnen doen: Handhaven. In veel gevallen was er met betrekking tot het classificatievraagstuk namelijk helemaal geen nieuwe wet nodig, maar kan onder het huidige arbeidsrecht (even los van de vraag of de werkenden met een subcontractor model er beter vanaf zijn) worden opgelost. Er worden intussen meer zaken wel dan niet gewonnen in Europa; Van silo (verticaal) naar horizontale wetgeving. Eigenlijk was het al raar dat bepaalde wetten op een werkende van toepassing zouden zijn afhankelijk van hoe een transactie tot stand was gekomen. Een werkende die via een platform werd geboekt, zou meer rechten hebben dan een werkende die op een andere manier aan een klus zou komen. Daarnaast kan ik mij voorstellen dat er over onderdelen uit de directive waar men het wél over eens was, nu aparte afspraken gemaakt worden. Bijvoorbeeld het uitlegbaar maken van automatische besluitvormingsprocessen, het verbieden (en dit valt al onder AVG, dus: handhaven) van ‘robo-firing’ (door het algoritme ontslagen worden) en het sturen en aanmoedigen van dataportabiliteit (wat ook al onder AVG valt, dus wederom: handhaven). Meer focus op de nieuwe platformspecifieke pijnpunten. Taxichauffeurs waren in veel landen voor Uber al freelancers, dus het is de vraag waarom dat nu het probleem is. Wat wel het probleem is, is dat er een onduidelijke en niet-transparante prijsstelling is, werkenden niet goed geïnformeerd beslissingen nemen, er geen vaste prijzen zijn (niemand weet wat het tarief over 2 maanden is en er zijn signalen van ‘personal pricing’), de apps via gamification de chauffeur proberen te ‘nudgen’ om te doen wat in het belang is van de app en meer. Of in het geval van bezorging: de werkende die per klus wordt betaald (wat niet bijdraagt aan verkeersveiligheid) en tijdens de rit op de telefoon zit. En eigenlijk in het algemeen: hoe het risico op geen werk (en alles wat hierbij komt kijken) volledig op de schouders van de werkende wordt geschoven. Want misschien zou het een mooi streven zijn om iedereen in (subcontractor / uitzend) dienst te krijgen, maar er zijn ook nog andere manieren om hetgeen je wilt bereiken voor elkaar te krijgen. In New York is er bijvoorbeeld een minimumtarief afgesproken voor bezorgers met positieve resultaten (is in dit stuk te lezen): The city’s new minimum pay rate for delivery workers, which went into effect late in 2023 after numerous legal challenges, is incentivizing workers to slow down, stop at red lights, and follow the rules of the road — transgressions that have become commonplace within the industry as workers perilously rush to deliver someone’s chicken fingers before they get cold. Ik ben benieuwd wat de volgende stappen zullen zijn. Zoals vaker gezegd was ik geen fan van de directive, omdat die te generiek was en de niet-platformmarkt compleet negeerde, maar desondanks was het wel een mooi startpunt geweest van een verbetering van de arbeidsmarkt. En dat je dan als consument iets meer voor de bezorging van je pizza moet betalen (zoals in New York waar de platformen de prijzen van bezorging met 2 dollar ophoogden), dat is dan maar zo. Dat is de prijs van arbeid. Wat ik vooral hoop, is dat het proces van de platformwork directive het onderwerp van precaire werkenden op de kaart heeft gezet (voor platformen was er geen Europese of nationale aandacht voor bezorgers en taxichauffeurs), heeft laten zien wat de pijnpunten zijn en nationale overheden nu de schop onder de kont geeft om hier op nationaal niveau mee aan de slag te gaan. Als dat het geval is, dan is die 800 dagen gesteggel om die directive niet voor niets geweest. EU platformrichtlijn, EU richtlijn platformeconomie, schijnzelfstandigheid Print Over de auteur Over Martijn Arets Martijn Arets is internationaal platform expert en verkent sinds 2012 de opkomst van de platformeconomie en de impact op de samenleving. Bekijk alle berichten van Martijn Arets
Nog een nieuwste update in dit langlopend dossier. De richtlijn staat nu toch op de agenda van het overleg 11 maart wanneer de ministers van de EU landen bij elkaar komen. Nadat dus op ambassadeursniveau er geen overeenstemming was bereikt (zie hierboven). Maximale druk druk op met name Frankrijk en Duitsland dus.