"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Topambtenaar EZK: arbeidsmarktkrapte vraagt om betere verdeling bestaande arbeidsaanbod

“De huidige overheidsdoelen vragen bij elkaar meer arbeid dan haalbaar is.” Dat schrijft topambtenaar Sandor Gaastra in het vakblad Economisch Statistische Berichten. Volgens Gaastra moet daarom vooral kritischer worden gekeken naar de arbeidsvraag en een betere verdeling van het bestaande arbeidsaanbod. En daarvoor is ook een grotere wendbaarheid van werkgevers en werknemers gewenst.

Volgens Sandor Gaastra, de nieuwe secretaris-generaal en daarmee hoogste ambtenaar op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, stelt Nederland zichzelf vele doelen die door de verschillende soorten schaarsten niet allemaal gerealiseerd kunnen worden. Maar juist door te denken vanuit deze schaarsten, kan Nederland zich richten op welvaartsgroei. Daarom pleit Gaastra onder andere voor het bevorderen van productiviteitsgroei, vaste contracten minder vast maken, meer sturing op het onderwijsaanbod en gerichte arbeidsmigratie.

Productiviteitsgroei blijft voorkeursroute

De arbeidsmarktkrapte dient als een belangrijk voorbeeld voor de topambtenaar. Zo is sinds eind 2021 het aantal openstaande vacatures groter dan het aantal werklozen. “Dit is deels te verklaren uit het feit dat de economie zich nog steeds in een hoogconjunctuur bevindt. Het lijkt als gevolg van vergrijzing echter ook een langdurig verschijnsel: ouderen consumeren wel, maar werken doorgaans niet.” schrijft Gaastra.  

Door meer te produceren met dezelfde hoeveelheid arbeid kan de arbeidsschaarste afnemen.

Veel mogelijkheden om het effectieve arbeidsaanbod te vergroten zijn er niet, stelt Gaastra. Daardoor blijft de voorkeursroute om productiviteitsgroei te bevorderen. “Dit is een continue doelstelling van economisch beleid, maar extra belangrijk in tijden van arbeidsmarktkrapte: door meer te produceren met dezelfde hoeveelheid arbeid kan de arbeidsschaarste afnemen. Om de productiviteitsgroei te verhogen zullen we krachtiger moeten inzetten op verschillende instrumenten die tezamen een verschil kunnen maken. Zowel publieke als private investeringen in innovatie en R&D zijn nodig.”

Meer concreet doelt Gaastra op de inzet van maatregelen die een lagere (administratieve) regeldruk realiseren of op arbeidsbesparende technologie, zoals robotisering en kunstmatige intelligentie.

Betere verdeling arbeidsaanbod

Volgens de topambtenaar is het niet mogelijk om de arbeidsschaarste substantieel te verminderen. Hij richt daarom zijn pijlen op de arbeidsvraag en betere verdeling van het bestaande arbeidsaanbod. Het beste instrument om te sturen op waar de arbeidskracht terechtkomt, blijft daarbij de loonvorming. Maar “door fricties en de complexiteit van de markt is er evenwel meer nodig voor een goede allocatie”, stelt Gaastra.

Duidelijke prioritering overheidsdoelen

Hij noemt hierbij drie adviezen. Ten eerste vragen de huidige overheidsdoelen bij elkaar meer arbeid dan haalbaar. Daarom moet er een duidelijke prioritering gesteld worden. “In (semi-)publieke kraptesectoren (zoals de zorg, red.) kan dit loonsverhogingen impliceren; de beperkte beschikbaarheid van publieke middelen leidt dan automatisch tot prioritering.” Hierbij noemt Gaastra ook de mogelijkheid om juist de prioriteit lager te rangschikken, ook al gaat dit ten koste van de kwaliteit van de arbeid. Indien voor het tegendeel wordt gekozen, de kwaliteit van de zorg behouden, dan moet er rekening mee worden gehouden dat dit ten koste gaat van de arbeidskracht elders.

Grotere wendbaarheid werknemers en werkgevers

Ten tweede kan de overheid economische dynamiek op de arbeidsmarkt stimuleren en zo een efficiëntere toewijzing van arbeidskracht bevorderen. Hij echoot de adviezen van de commissie Borstlap: “Conform de adviezen van de Commissie-Borstlap is een grotere wendbaarheid van werkgevers en werknemers daarom gewenst. Vooralsnog ligt de nadruk bij de implementatie van deze adviezen erop om ‘flex minder flex’ te maken.”

Om de balans te behouden en de arbeidsmobiliteit te stimuleren is het raadzaam nu ook de vaste contracten minder vast te maken.

Juist daarom wijst Gaastra ook op vaste contracten: “Om de balans te behouden en de arbeidsmobiliteit te stimuleren, is het raadzaam nu ook de vaste contracten minder vast te maken.” Hij noemt hierbij een versoepeling van het ontslagrecht als een maatregel. “Een cruciale voorwaarde,” schrijft Gaastra, “Is een goed functionerende infrastructuur voor om- en bijscholing, zodat vrijgekomen arbeid ook daadwerkelijk terecht komt op productievere plekken.”

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt

De aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is daarbij het laatste puzzelstukje. Hij stelt dat de huidige aansluitingsproblematiek de werving in verschillende kraptesectoren bemoeilijkt. “Hoewel de arbeidsvraag van de toekomst niet precies te voorspellen is, kunnen we wel anticiperen op aannemelijke trends, zoals het groeiende belang van digitale vaardigheden, en een toenemende arbeidsvraag voor de energietransitie. Zowel loopbaanbegeleiding (ook door werkgevers) als het experimenteren met financiële prikkels voor studies met goede arbeidsmarktperspectieven kan helpen.” Ook adviseert hij om kaders te stellen voor het onderwijsaanbod, wat onderwijsinstellingen kan aansporen tot het instellen van een numerus fixus.

De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie

Eén reactie op dit bericht

  1. Kijk, dat is een TOP-ambtenaar en nog wel van EZ: hij kan tegelijkertijd “vaste contracten minder vast” en “flex minder flex”.

    Vraag en aanbod in balans brengen door meer flexibiliteit, hogere productiviteit, onder andere door robotisering en Ai. Briljant idee, denkt hij dat dit vanzelf gaat of dat dit gerealiseerd wordt door “loonsverhoging” bij krapte, let wel niet ZZP-tarief maar loon…

    Gelukkig heeft hij ook nog iets moois te zeggen: “aannemelijke trends, zoals het groeiende belang van digitale vaardigheden, en een toenemende arbeidsvraag voor de energietransitie”. Welkom in de werkelijkheid van de laatste 40 jaar. Hoe is dat nog een toekomstige trend voor EZ?