SLUIT MENU

Is ondernemerschap besmettelijk? Wetenschap denkt van wel

Worden mensen met ondernemers in hun omgeving zelf ook sneller ondernemer? Of met andere woorden: is ondernemerschap besmettelijk? Verschillende onderzoeken lijken dit aan te tonen.

Werkt ondernemerschap aanstekelijk? Volgens schrijver en onderzoeker Matt Clancy blijkt uit verschillende onderzoeken dat mensen die in contact staan met ondernemers zelf een grotere kans hebben om ook te gaan ondernemen. In een artikel op de site New Things onder de sun geeft Clancy een overzicht van die onderzoeken.

Wetenschappers in start-ups

Zo is er het onderzoek van Marx en Hsu (2021). Zij vergeleken teams van wetenschappers, waarbij gekeken werd hoe vaak de wetenschappers hun ontdekking commercialiseerden via een start-up en welke factoren hier van invloed op waren. Uit het onderzoek kwam naar voren dat wetenschappers die al eerder een ontdekking gecommercialiseerd hadden, dit vaker nog een keer doen. Maar ook als de wetenschapper heeft samengewerkt met een wetenschapper met een geschiedenis van commercialisering, is de kans groter dat de ontdekking gecommercialiseerd zal worden via een start-up.

Ondernemers onder collega’s

Een ander onderzoek naar de ‘besmettelijkheid’ van ondernemerschap werd gehouden onder werknemers (Nanda en Sørensen, 2010). Ook uit dit onderzoek bleek dat de kans groter is dat mensen van wie de collega’s een geschiedenis van ondernemerschap hebben, zelf ook ondernemer worden. Kritiekpunt bij dit onderzoek is wel dat we alleen weten dat de collega’s op dezelfde vestiging werkten en niet of zij ook daadwerkelijk samenwerkten of andere vormen van interactie hebben gehad.

Ondernemerschap in de buurt

Giannetti en Simonov (2009) onderzochten hoe de mate van ondernemerschap in een bepaalde buurt van invloed is op de beslissing van een individu om ondernemer te worden. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat inwoners een grotere kans hebben om nieuwe ondernemers te worden als er in het voorgaande jaar meer bestaande ondernemers in de buurt waren. Ook hier is niet duidelijk of er ook daadwerkelijk sprake is geweest van interactie tussen de nieuwe en bestaande ondernemer.

Causaal verband

Volgens Clancy is de grote uitdaging om vast te stellen of er sprake is van een causaal verband: dat interactie met ondernemers ervoor zorgt dat mensen eerder ondernemer worden. Het kan ook zijn dat mensen die graag ondernemer willen worden, op zoek gaan naar ondernemers of naar mensen met een geschiedenis in het ondernemerschap. Wetenschappers die hun onderzoek willen commercialiseren, voelen zich misschien aangetrokken tot wetenschappers die dit ooit al hebben gedaan. En mensen die willen ondernemen vestigen zich wellicht in plaatsen met veel ondernemers, zoals aspirant-acteurs vaak naar Hollywood verhuizen. Volgens Clancy is het niet zo dat ondernemerschap besmettelijk is, het is alleen zo dat ondernemerstypen clusteren.

Niet-gekozen relaties

De bevindingen uit bovengenoemde onderzoeken kunnen dus veroorzaakt zijn doordat mensen die de wens hebben om ondernemer te worden, andere ondernemers opzoeken. Er zijn ook onderzoekers die gekeken hebben naar de ‘besmettelijkheid’ van ondernemerschap in situaties waarin mensen niet voor de relatie konden kiezen. Bijvoorbeeld in het geval van familie. Je familie kun je niet kiezen, er is sprake van een relatie waar je niets over te zeggen hebt.

Ondernemerschap in de genen

Lindquist, Sol en Van Praag (2015) constateren dat kinderen van ondernemers op een bepaald moment in hun leven ongeveer 12 procentpunten meer kans hebben om ondernemer te worden dan de kinderen van niet-ondernemers. De vraag rijst dan of het ondernemerschap in de genen zit. Dat blijkt deels het geval. De onderzoekers hebben namelijk ook naar geadopteerde kinderen gekeken. Kinderen die geadopteerd zijn, met een biologische ouder die een ondernemer is, hebben ongeveer 4 procentpunten meer kans om ooit ondernemer te worden dan degenen zonder. Kinderen van wie de adoptieouder ondernemer is, hebben ongeveer 8 procentpunten meer kans om zelf ondernemer te worden. Zowel genen als opvoeding lijken hierbij dus een rol te spelen.

Ondernemer als mentor

Ook bij het onderzoek van Eesley en Wang (2017) hadden de mensen geen inspraak in de beslissing om een relatie aan te gaan met een ondernemer. In dit onderzoek werkten studenten tijdens een universitaire studie in kleine teams met een mentor uit de industrie aan een start-upproject. Een aantal mentoren was ondernemer, anderen niet. Eesley en Wang volgden de studenten twee jaar na hun afstuderen om te zien of ze een kleine start-up hadden opgericht of zich daarbij hadden aangesloten. De studenten die gekoppeld waren aan een ondernemer hadden in 37 procent van de gevallen een start-up opgericht of zich daarbij aangesloten, tegenover 28 procent van degenen die een mentor hadden die geen ondernemer was.

Tegengestelde resultaten

Alle genoemde onderzoeken leveren bewijs voor de stelling dat ondernemerschap besmettelijk is. Maar Clancy noemt in zijn artikel ook een onderzoek dat dit tegenspreekt. Lerner en Malmendier (2013) keken naar bijna 6.000 studenten die in de periode 1997-2004 de Harvard Business School hebben bezocht. Groepen waarvan veel studenten in het verleden al ondernemer waren, zorgden er daarbij niet voor dat meer studenten, die voorheen nog geen ondernemer waren, aangaven na hun afstuderen een bedrijf op te willen richten. Sterker nog, het waren er juist minder. Lerner en Malmendier leveren allerlei bewijzen dat ondernemers die de Harvard Business School volgen, hun collega’s ervan weerhouden bedrijven op te richten die waarschijnlijk geen succes zullen hebben.

Bewust worden van de mogelijkheid

Matt Clancy vermoedt op basis van de genoemde onderzoeken dat ondernemerschap alleen ‘besmettelijk’ is voor degenen die er normaal gesproken niet over nadenken. Als je in de buurt bent van iemand die ondernemer is, plant zich het zaadje in je geest dat dat ook voor jou een optie is, iets dat je echt zou kunnen doen.

Kritische medestudenten

Maar studenten die een MBA behalen aan de Harvard Business School zijn geen typische studenten; misschien wordt deze groep door alumni en docenten wel voortdurend blootgesteld aan het idee om een bedrijf te starten. Dit in de volste overtuiging dat zij het soort mensen zijn dat met succes een bedrijf zou kunnen starten, als ze dat zouden willen. Deze studenten hebben geen behoefte aan de bevestiging dat ook zij in staat zijn om een onderneming te starten. Wat in plaats daarvan de grootste impact op hen heeft, is een betrouwbare medestudent, die hen vertelt dat hun idee eigenlijk geen kans van slagen heeft.

Dit artikel is een vertaling van ‘Entrepreneurship is contagious‘. 

De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie