"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

“Nederland heeft veel meer zzp’ers dan andere landen. En dat komt door de fiscale voordelen.” Klopt dat?

Pak zzp’ers in Nederland hun fiscale voordelen af, en hun aantal zal rap afnemen. Dat stelt Jos Jansen, werkzaam bij het Ministerie van Financiën, in een artikel in ESB. Maar waarop baseert hij die aanname en kloppen de cijfers en analyse? Een factcheck.

Schaf de fiscale voordelen voor zelfstandigen zonder personeel af, en het aantal zal rap afnemen. Dan loopt Nederland qua aantal zzp’ers weer internationaal in de pas. Dat stelt Jos Jansen, werkzaam bij het Ministerie van Financiën, in een artikel in het economenblad ESB.

Maar klopt die conclusie? We leggen een aantal van zijn beweringen onder de loep.

Beweringen

Samengevat schrijft Jansen in het artikel :

  • In Nederland is het aandeel zelfstandigen in de beroepsbevolking flink gestegen, terwijl het in de landen om ons heen is gedaald.
  • Ook in die andere landen doen zelfstandigen veelal ‘slechts zeer beperkt mee’ met het sociale stelstel.
  • Ze worden – net als in Nederland – ook ’niet of nauwelijks beschermd door het arbeidsrecht’.
  • Dus: het is ‘aannemelijk’ dat de ‘afwijkende trend’ in Nederland komt door de ‘verschillende fiscale behandelingen van zelfstandigen en werknemers’
  • Schaf die fiscale voordelen af, het aantal zzp’ers zal dalen naar het niveau dat ‘gebruikelijk’ is.

Zzp’ers in Nederland

We kijken in de factcheck naar twee zaken. Hoe zit het met de Nederlandse zzp-cijfers ten opzichte van het buitenland. En in hoeverre klopt de aanname van Jansen dat het Nederland alleen op fiscaal gebied anders is dan andere landen?

Heeft Nederland inderdaad meer zelfstandigen?

Jansen zoomt in zijn vergelijking van het aantal zzp’ers in op de landen om ons heen: de Noord/West regio van Europa. Daar valt zeker iets voor te zeggen. Immers, dan vergelijk je landen met ongeveer dezelfde economische structuur. En filter je landen eruit waar het aandeel zzp’ers aanzienlijke hoger ligt dan in Nederland. Bijvoorbeeld Griekenland en Italië, maar daar komt het zzp-schap nog vooral voor in de basis van de arbeidsmarkt, in Nederland heeft ondertussen ongeveer de helft minimaal een HBO opleiding.

Jansen berekende het gemiddeld aandeel zzp’ers (met leeftijd 15-65) van de werkzame beroepsbevolking van de landen om ons heen en vergelijkt dat cijfer (6,9%) met dat van Nederland (11,6%).

Bezwaren

Die berekening klopt. Maar er kleven ook twee bezwaren aan.

Ten eerste is het vergelijken van landelijke statistieken (waar Eurostat het mee moet doen) minder makkelijk dan het wellicht lijkt. Definities verschillen soms per land. Zo staat de VS in zzp-cijfers van de OESO stijf onderaan, omdat daar alleen een bepaalde fiscale categorie wordt meegerekend. De UK kent een soort tussencategorie van ‘workers’, een flink deel daarvan zou in Nederland als zzp’er werken. België kent het systeem van ‘dienstencheques’, waarbij de werkenden een arbeidsovereenkomst hebben, voor het type werkzaamheden dat in Nederland ook door zzp’ers gedaan wordt. In weer andere landen is de informele economie veel groter, waardoor ‘niet-werknemers’ helemaal niet in dit soort statistieken terechtkomen.

Een ander – relevanter – bezwaar is dat, wanneer je zoals Jansen een hele groep landen bij elkaar veegt om een vergelijking te maken, de nuance verdwijnt. Die is wel nodig wanneer je landen en regelgeving met elkaar gaat vergelijken.

Zo zitten er in de groep landen die Jansen noemt ook landen waar het aandeel zzp’ers ten opzichte van de werkzame beroepsbevolking juist groter is dan in Nederland of vrijwel gelijk.

Een paar voorbeelden:

  • Het VK heeft niet minder, maar juist meer zzp’ers dan Nederland. Dat was 20 jaar geleden zo en dat is nog steeds zo (2019: VK 12,2% van de beroepsbevolking, in Nederland 10,3%). Dat terwijl er in het VK geen fiscale voordelen zijn zoals zelfstandigenaftrek of MKB-winstvrijstelling.
  • België heeft wat minder zzp’ers dan Nederland (9,4%). Maar als je inzoomt op het westen van Vlaanderen, een deel van het land met ongeveer dezelfde economische structuur (handel, diensten, leisure) als in Nederland, dan vallen die verschillen in het niet. Belgische zelfstandigen hebben ook geen extra fiscale voorzieningen. Belgische zelfstandigen dragen ook zo’n 20% van hun inkomen af voor een ruim (en verplicht) sociale-zekerheidspakket.
  • Die forse regionale verschillen binnen een aantal landen (UK, Frankrijk en België) geeft sowieso te denken. Blijkbaar speelt er meer dan sec fiscale prikkels.
  • Duitsland heeft dan weer veel minder zzp’ers. Deels omdat in de b-to-b-markt het vrijwel uitsluitend kan als je met een BV werkt, wat dan juist weer zo zijn fiscale voordelen heeft.
  • Het aantal zzp’ers in Frankrijk is in de periode 2008-2019 met 38% gegroeid! In Nederland stijgt het aandeel zzp ten opzichte van de beroepsbevolking niet tussen 2015-2019. In beide landen is er niets veranderd in de fiscale regels.

Een andere grafiek, op basis van dezelfde data, geeft toch een ander beeld:

Verschillen in stelsels

Hoe je ook tegen deze cijfers aankijkt en hoe je ze ook presenteert, evident is natuurlijk dat het aandeel zzp van de beroepsbevolking in Nederland gestegen is. En dat die stijging, althans tussen 2005 en 2015, groter is dan in de landen om ons heen.

Jansen wijst terecht op een aantal wijzigingen in Nederland. Het tweede paarse kabinet vond dat Nederland te weinig ondernemers had ten opzichte van de rest van Europa. Dus werden er een aantal zaken veranderd: MKB-winstvrijstelling, verruiming zelfstandigenaftrek, afschaffing van de WAZ en de komst van de VAR.

Het kabinetsbeleid uit 2003 is geslaagd: het aantal zelfstandigen (met en zonder personeel) steeg daarna. Waarbij overigens nog wel interessant is te constateren dat in de 17 jaar voor 2003 het percentage zelfstandigen harder groeide dan in de 17 jaar na 2003. Maar dat terzijde. 

Jansen stelt vervolgens dat die groei alleen maar te verklaren is door de fiscale verschillen tussen Nederland en andere landen. Immers, volgens hem doen zelfstandigen in het buitenland ook ‘slechts zeer beperkt mee’ aan het sociaal stelsel. En hebben ze geen arbeidsrechtelijke bescherming.

Nu, dat is wel erg kort door de bocht.

Er is een grote diversiteit aan sociale zekerheidssystemen voor zelfstandigen in de landen om ons heen. Daarbij is er wel degelijk de nodige arbeidsrechtelijke regelgeving in die landen die het werken als zzp’ers kan beperken.

Zo kent België de ‘Arbeidsrelatiewet’ die de zzp-markt reguleert. Die geeft aan de ene kant een stuk meer duidelijkheid (en zekerheid) dan ons juridische systeem, maar is dan weer een stuk strikter voor sectoren als de bouw en het vervoer.

Daarbij kent België ten opzichte van Nederland dus een zeer uitgebreid sociaal vangnet voor zelfstandigen. Dat wordt betaald uit de sociale bijdrage (>20% van het inkomen) van zelfstandigen zelf. Ook Frankrijk, de UK en Duitsland hebben meer sociale zekerheid voor zelfstandigen dan in Nederland. Denemarken kent geen verschil tussen werknemers en zelfstandigen.

Duitsland kent dan weer een splitsing tussen de ‘zelfstandige ondernemer’ (Selbstständiger) en een ‘vrije beroepsuitoefenaar’ (Freiberufler). Voor de ‘Selbstständiger’ gelden hogere drempels (niet overal kunnen werken, startkapitaal nodig), de status van ‘Freiberufler’ is alleen beschikbaar voor een beperkte lijst beroepen.

Duitsland heeft daarnaast een apart systeem voor bijvoorbeeld de kunstensector, voor andere sectoren zijn er stevige drempels die het werken als en met zzp’ers fors beperken. Werken als zelfstandig ondernemer zonder personeel kan vaak alleen via een BV en daarvoor is in Duitsland een flink startkapitaal nodig.

Het VK (via IR 35) beperkt sinds kort het werken met zzp’ers. Frankrijk heeft de regels een aantal jaren geleden juist verruimd.

Wanneer we – in het kort – de verschillen tussen een aantal landen op een rij zetten, dan ontstaat dit schema. Het laat zien dat – anders dan wat Jansen stelt – de landen op verschillende manieren juist zeer verschillend zijn:

Land Fiscale extra’s Collectieve sociale zekerheid voor zzp Regelgeving
NL
  • Veel voordelen (via Zelfstandigenaftrek en MBK wv)
  • Zeer beperkt: basispensioen (AOW) en andere volks-verzekeringen
  • Lage toetredingsdrempel
  • Weinig beperkingen (tot Wet DBA)
BE
  • Nauwelijks
  • Zeer ruim: stelsel vrijwel gelijk tov werknemers (premie: 20% van omzet)
  • Arbeidsrelatiewet: ruimte voor professionals.
  • Ook: grote beperkingen voor aantal specifieke sectoren (met lage tarieven)
DU
  • Via BV (vaak verplicht)
  • Nauwelijks
  • Hoge toetredingsdrempel.
  • Flinke beperkingen zzp voor werken in b-to-b.
VK
  • Beperkt
  • Regelingen deels gelijk als met werknemers (behalve WW en pensioen)
  • Beperkt (wordt strenger via IR35)
  • Workers status (=geen zzp, geen werknemer) als tussencategorie
FR
  • Geen
  • Ruim
  • Was streng, liberaler geworden
DEN
  • Geen
  • Zeer ruim (geen verschil tussen werknemers en zzp)
  • Lage toetredingsdrempel

(bronnen: zie onderaan artikel)

Culturele verschillen

Een aspect dat in vergelijkingen tussen landen steevast niet wordt meegenomen, zijn de culturele verschillen. Het meer collectieve (en risicomijdende) Scandinavië en het hiërarchische Duitsland lijken een minder aantrekkelijke voedingsbodem dan ons Nederland. Historicus Pleij noemde Nederland niet voor niets ooit ‘een land van zzp’ers’. Ons individualisme zit volgens Pleij heel sterk in onze cultuur en komt voort uit onze koopmansgeest. “Een koopman moest zich losmaken uit traditionele structuren waar de kerk en de adel de dienst uitmaakten, en moest dus een individualist zijn.”

Vanuit de jaren zeventig steeg het aantal individuele werkenden in Nederland weer als vanouds. Die stelselwijzingen aan het begin van deze eeuw waren wellicht meer een aanjager dan de oorzaak van de groei van het aantal zelfstandigen in Nederland.

Conclusie: de rekensom klopt, de conclusie niet

Kortom, het rekenwerk van Jansen klopt. Het geeft wel een vertekend beeld. De veronderstelling dat Nederland alleen qua fiscaal stelsel afwijkt klopt niet. En daarmee ook zijn slotconclusie (haal de fiscale voordelen weg en Nederland loopt weer in de pas) ook niet.

Los dan nog van de opmerking dat hij er in het artikel (zoals beleidsmarkers vaker doen) a priori van uitgaat dat veel zzp’ers een probleem is dat blijkbaar bestreden moet worden.


Meer weten & bronnen:


Webinars

Het thema freelancen & het buitenland komt op donderdag 17 februari aan bod in verschillende webinars tijdens de ZiPconomy WebinarWeek. Zie bijvoorbeeld:

  • Freelancen buiten Nederland – hoe ziet het eruit? – Dustin Robinson – Malt
  • Inhuren uit het buitenland – Maarten de Jong – Bureau Cicero

Zie deze pagina voor mogelijkheid tot (gratis) inschrijven.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

8 reacties op dit bericht

  1. Bij mij blijft de vraag rijzen. Wat is hebben deze personen (en organisaties (zoals FNV en andere soliciale partners)) tegen ZZPers?
    Het beklijft mij ieder keer weer dat men van de ZZPers af wil.
    Maar waarom is mij nog niet duidelijk. Om de ZZPer tegenzichzelf in bescherming te nemen, maar dat betwijfel ik…

  2. ZZP mogen zeker wel. Ook in nl. Echter het is mij en de bonden een doorn in het oog dat ZZP ers aan de onderkant, dat wil zeggen met een uurtarief beneden 35 euro er zeer slecht aan toe zijn. Niet in staat een deugdelijke arbeidsongeschiktheid verzekering af te sluiten, een pensioentje op te bouwen. (ww is discutabel) Vaak veel teveel uren moeten werken om alle bedrijfskosten te kunnen financieren. En wanneer deze zzp ers onverhoopt toch afhankelijk worden van de sociale voorzieningen, dat dan de lasten daarvan voor weer drukken op overheidsinkomsten voornamelijk uit de inkomsten belasting. Zelf had ik het met een tarief van 45 euro per uur (toezicht op de bouw) een 36 uurige werkweek een bikkelharde tijd.

  3. Hans, ik snap je punt. Ook wel lastig dan om juist voor die groep te pleiten voor afschaffing zelfstandigenaftrek – zoals de vakbonden doen – omdat die afschaffing het hardst inhakt op de groep met lagere omzetten.
    Ik heb overigens 5,5 jaar geleden als een gepleit om Wet DBA hard te handhaven in geval van tarief onder de 40 euro per uur: https://www.zipconomy.nl/2016/11/de-wijsheid-ligt-op-straat-met-drie-interim-kaders-kan-wiebes-de-kopersstaking-ivm-wet-dba-breken/

  4. Beste iedereen

    Ik ga na deze reactie het artikel pas lezen….maar de conclusie zal na lezing niet anders zijn…..de kop van het artikel klopt niet en dat komt omdat deze is opgetekend door een ambtenaar van Financiën en dan weet je t al……geen beeld vanbwat er in de maatschappij speelt en totaal geen beeld van wat “de burger” daadwerkelijk wil of kan……
    En het mooiste is nog dat deze persoon niet door heeft dat zijn waarschijnlijk onterechte hoge salaris betaald wordt door de burgers van dit land waarvan een groot deel als zzper aan het werk is….

    En nu ga ik aan t werk…als zzper…..en misschien ga ik t artikel later nog eens lezen…..en ws krijg ik dan een bevestiging van mijn bovenstaande conclusie…..

  5. De grootste groepen zzp’ers in NL zijn hoogopgeleiden (HO) en 45-plussers – zij hebben ook voor het grootste deel van de zzp-groei gezorgd in het afgelopen decennium.
    Is zo’n beeld ook zichtbaar in de landen om ons heen?
    Jazeker: ook in België, Duitsland en Zwitserland geldt dat, blijkt uit de Eurostat-cijfers (voor andere landen heb ik het niet geanalyseerd).
    Kortom, in ons welvarende deel van de wereld geldt: hoe hoger opgeleid, hoe zzp-er.
    Mogelijke verklaring(en)?
    = Krachtige positie op de arbeidsmarkt (o.a. zeer lage werkloosheid onder HO) met (enige) financiële zekerheid, en met goed perspectief (en Nederland heeft met Tsjechië en Duitsland de laagste werkloosheid in de EU),
    = HO met ervaring heeft meer behoefte aan autonomie,
    = en variatie en uitdaging en bewijsdrang,
    = …

  6. Toch maar even snel diagonaal artikel gelezen…..en ja hoor…..een ambtenaar die zijn eigen werkelijkheid wil creëeren……niets nieuws…..maar feitelijk wel heel slecht en ook onacceptabel…….
    Ongeschikt…….