"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Aartsen (VVD) over de Zelfstandigenwet: “We kijken naar de zelfstandige zelf, in plaats van te focussen op inbedding”

Nu het wetsvoorstel en de memorie van toelichting openbaar zijn, komt er eindelijk zicht op de inhoud van de langverwachte Zelfstandigenwet. Terwijl de internetconsultatie loopt, klinkt zowel hoop als kritiek: is dit dé oplossing voor het zzp-dossier? VVD-Kamerlid Thierry Aartsen en arbeidsrechtjurist Johan Zwemmer delen hun visie in de podcast ZiPtalk.

De contouren van de nieuwe Zelfstandigenwet VBAR zijn inmiddels zichtbaar. Onlangs zijn het gewijzigde concept-wetsvoorstel en de memorie van toelichting gepubliceerd en tot 23 juni loopt de internetconsultatie, waarin iedereen zijn visie kan geven.

De Zelfstandigenwet is het alternatief voor de VBAR op initiatief van de VVD, D66, CDA en SGP. Volgens VVD-kamerlid en initiatiefnemer Thierry Aartsen waren er twee belangrijke redenen om met dit wetsvoorstel te komen. “Ten eerste: in Nederland is het goed geregeld wanneer je wél werknemer bent, maar niet wanneer je géén werknemer bent. ZZP’ers bestaan juridisch gezien eigenlijk niet, en dat zorgt voor veel onduidelijkheid”, vertelt hij in de podcast ZiPtalk. “Ten tweede: de politiek faalt al twintig jaar in het oplossen van dit probleem. Daarom zijn wij met vier partijen, van links tot rechts, uit de loopgraven gekomen om dit probleem eindelijk eens een keer op te lossen.” 

(Dit interview werd opgenomen voordat bekend werd dat Thierry Aartsen de Tweede Kamer verlaat om staatssecretaris Infrastructuur en Waterstate te worden)

In Nederland is het goed geregeld wanneer je wél werknemer bent, maar niet wanneer je géén werknemer bent

Zelfstandigenwet biedt rechtszekerheid vooraf

Volgens Aartsen onderscheidt de nieuwe Zelfstandigenwet zich op drie wezenlijke punten van eerdere wetgeving en voorstellen zoals de Wet VBAR. “We proberen ten eerste zoveel mogelijk duidelijkheid en rechtszekerheid aan de voorkant te bieden door zo objectief mogelijke criteria te formuleren waarmee opdrachtgevers en opdrachtnemers vooraf samen kunnen beoordelen of hun werkrelatie juridisch veilig en verantwoord is ingericht.”

Het tweede punt is de modernisering van het toetsingskader, waarbij de autonomie van de zelfstandige centraal komt te staan. Aartsen: “We kijken nadrukkelijk naar de zelfstandige zelf, in plaats van te focussen op organisatorische inbedding, iets wat in de praktijk veel onduidelijkheid en onrust veroorzaakt. Daarom kiezen we voor een toetsingskader dat lijkt op het Belgische model, met een zelfstandigen­toets en een werkrelatietoets.”

Het derde en laatste kernpunt is het creëren van een gelijk speelveld. “Iedereen moet iets geregeld hebben voor arbeidsongeschiktheid en pensioen, of je nu in loondienst bent of als zelfstandige werkt. Hoe je dat precies invult, mag je zelf bepalen, maar dát je iets regelt, is essentieel. Ik vind het best redelijk om te zeggen: u krijgt aan de ene kant de vrijheid en de ruimte om als zelfstandige te werken, duidelijkheid aan de voorkant zodat geen angst hoeft te hebben voor handhaving en de overheid. Maar dan vragen we wel van u, dat als u van een trap afvalt dat u dan niet gelijk uw handje komt ophouden bij de overheid, maar dat u dat ook gewoon zelf netjes hebt geregeld.”

Economisch risicodrager

Volgens Johan Zwemmer, universitair docent arbeidsrecht aan de UvA en advocaat bij DLA Piper, is het begrip ‘economisch risicodrager’ belangrijk in de discussie rond schijnzelfstandigheid. “Als jij niet het economische risico draagt van jouw werk, maar je opdrachtgever wel, dan ben je werknemer. Dit principe dateert al van 1909 en is de basis voor de bescherming via het arbeidsrecht. De focus ligt dus op wie het economische risico draagt, niet alleen op gezag.”

Zwemmer – lid van de Commissie Borstlap (2020-2021) – zegt daarbij dat hij in zijn denken over zzp nu anders kijkt dan vijf jaar terug. “Toen was ik gefocust op ongelijkheidscompensatie, nu meer op wat ik dan maar noem een gevoel van vrijheid ondernemerschap dat appelleert aan dat statuut van zelfstandige zijn. En dat heeft nu geen plaats in de kwalificatie van die arbeidsovereenkomst.”

In de kern zit het knelpunt vooral bij zelfstandigen die arbeid verrichten voor zakelijke opdrachtgevers. Aartsen: “Voor particuliere opdrachtgevers speelt het probleem eigenlijk niet. Daarom hebben we ervoor gekozen om iets te regelen in het arbeidsrecht, specifiek in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek. Dat sluit aan bij wat de commissie-Borstlap voorstelde en waarop ook de Wet VBAR was gebaseerd: we voegen een extra lid toe waarin staat dat je, als je aan bepaalde criteria voldoet, in elk geval géén werknemer bent. Dat geeft zelfstandigen die  voor zakelijke opdrachtgevers werken veel meer rechtszekerheid vooraf.”

De vier hoofdcriteria van de zelfstandigentoets

De nieuwe Zelfstandigenwet gaat om vier hoofdcriteria die bepalen of iemand als zelfstandige wordt gezien. Aartsen: “Het begint met de vraag: heb je de vrijheid om je eigen werk te organiseren of krijg je instructies? Daarnaast gaat het om de vrijheid van werktijden. Kun je zelf bepalen wanneer je werkt? Het volgende element: is er hiërarchische controle en moet je verantwoording afleggen over je werk? Tot slot gaat het erom of je het werk überhaupt doet wanneer jij dat wilt.”

Zwemmer ziet dat de scheidslijn tussen werknemer en zelfstandige vaag kan blijven, maar denkt wel dat de zelfstandigentoets hierbij kan helpen. “Op het moment dat iemand aan die criteria van die zelfstandige toets doet, geef je een status aan personen die echt zelfstandigen zijn. Maar in de werkrelatietoets staan toch weer een aantal open normen die ruimte houden voor interpretatie. Dan hebben we nog steeds geen volledige zekerheid.” 

Volgens Aartsen ontkom je met de Europese wetgeving niet aan open normen. “Het liefst zou je natuurlijk gewoon een checklist willen maken en zeggen: als je er aan zeven van de tien voldoet, praten we nergens meer over. Maar dat kan niet. Er is soms sprake van veelvoud en maatwerk, dat maakt het gewoon heel erg ingewikkeld Dus je zult altijd een vorm van openheid houden. Ik denk alleen dat die veel duidelijker gedefinieerd is in ons wetsvoorstel. Wij verwijzen ook naar de rechtspraktijk in België, waarin je ziet dat dit op een aantal plekken gewoon al jarenlang gewoon goed gaat. Ik denk dat de wet voor 95 tot 98 procent van de gevallen zal voldoen.”

Internetconsultatie: brede steun én zorgen over complexiteit

Uit een inventarisatie van de eerste ruim 400 reacties op de internetconsultatie blijkt brede steun voor de algemene uitgangspunten voor deze wet, maar er zijn ook bedenkingen bij de verplichtingen die de wet met zich meebrengt. Mensen vinden dat niet passen bij de vrijheid van het ondernemerschap en willen minder bemoeienis van de overheid. Aartsen: “Wij vragen van zelfstandigen dat ze iets hebben geregeld, maar we zeggen niet hoe je het moet regelen. Dat willen we bewust open laten. Daarom zetten we ook in op internetconsultatie, zodat we ideeën kunnen ophalen en daarin tot een werkbare balans komen.”

Ik wil niet pessimistisch zijn, maar als jurist zie ik een ontzettend ingewikkelde wet, met veel administratieve lasten

Zwemmer ziet aan de reacties van de internetconsultatie dat er vooral wordt gewezen op de ingewikkeldheid van deze wet en de eisen die daaraan zijn gekoppeld. “De huidige VBAR is al complex. Maar met dit wetsvoorstel komt daar nog een zelfstandigentest met verzekeringsplicht bovenop. Twee ingewikkelde regelingen dus, en dat zie je ook terug in de reacties: men wil iets simpels, iets wat duidelijk is. Ik wil niet pessimistisch zijn, het is goed dat we hierover nadenken, maar als jurist zie ik een ontzettend ingewikkelde wet, met veel administratieve lasten.”

Totale hervorming van de arbeidsmarkt

Zowel Zwemmer als Aartsen benadrukken de noodzaak tot modernisering van de totale arbeidsmarkt. Aartsen: “Mijn handen jeuken om mee te denken over een compleet nieuwe arbeidsmarkthervorming, en ik geloof dat veel mensen daar ook echt naar snakken. Die nieuwe verkiezingen bieden dus kansen. Tegelijkertijd is het maken van wetgeving vanuit de Kamer best ingewikkeld.”

Aartsen hoopt dat de nieuwe wet een kans krijgt. “Ik zeg tegen zzp’ers vaak: we moeten het ook niet moeilijker maken dan het is. Als je een paar opdrachten per jaar hebt, het risico loopt dat je facturen niet betaald worden en je wordt afgerekend op resultaat. Vinkje. Je hebt een inschrijving bij de KvK, een btw-nummer en een boekhouder. Vinkje. Je hebt een verzekering of een buffer. Vinkje. Je doet iets aan pensioenopbouw. Vinkje. De werkgerelateerde toets? Bepaal zelf hoe je die invult. Weer een vinkje. Omdat deze discussie al twintig jaar speelt, is alles geproblematiseerd. Maar als we het gewoon simpel houden, denk ik dat de meeste echte zelfstandigen met vlag en wimpel door die toets heen komen.”

Internetconsultatie

De Zelfstandigenwet is nog lang niet definitief en de reacties uit de internetconsultatie kunnen leiden tot aanpassingen. Daarna volgt nog de parlementaire behandeling. Maar het fundament ligt er en de contouren zijn helder. Is dit dé doorbraak waar het zzp-dossier al zo lang op wacht? 

Reactie geven op de wet? De internetconsultatie over het wetsvoorstel Zelfstandigenwet loopt tot 23 juni 2025. Iedereen kan reageren via op de website die daarvoor is aangemaakt. 

De volledige ZiPtalk luisteren? Bekijk de podcastopname op YouTube of beluister de podcast op Spotify.

De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *