"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Staatssecretaris Van Oostenbruggen over handhaving schijnzelfstandigheid: “Wij zijn niet tegen zzp’ers, maar voor naleven van de loonbelastingwetgeving.”

Drie maanden na de opheffing van het handhavingsmoratorium en een paar dagen voor het Kamerdebat, een gesprek met staatssecretaris Belastingdienst Tjebbe van Oostenbruggen (NSC). Over de effecten van die handhaving, de duidelijkheid die een (aangepaste) Wet VBAR moet brengen, en zijn reactie op de eigen wet waar VVD-Kamerlid Thierry Aartsen aan werkt.

Het opheffen van het handhavingsmoratorium heeft voor 1 januari veel aandacht gekregen. Hoe loopt dat nu in de praktijk?  

“We hebben afgelopen najaar met de Kamer een aantal debatten gehad, waarbij we heel expliciet ook de opdracht hebben meegekregen van de Kamer om rustig aan te doen. Een zachte landing. Dat is waar op dit moment op wordt ingezet. Inspecteurs gaan momenteel bedrijfsbezoeken afleggen en na die eerste bezoeken wordt er geen boetes uitgedeeld of wat dan ook. Hooguit een aanwijzing, een opmerking van: ‘Hé, dit moet je wel echt anders gaan doen.’ We zien ook dat heel veel inspecteurs terugkomen met voorbeelden van organisaties die het gewoon goed doen, en ook al jaren goed doen. Daarnaast is het ook netjes om ondernemers gewoon even de tijd te gunnen om die aanbeveling op te volgen. We zijn nog niet aan de zogenaamde tweede ronde toegekomen. Er zijn dus ook nog geen naheffingsaanslagen opgelegd in de afgelopen tijd.”

Welk beeld komt er uit al die gesprekken?
“Dat is heel wisselend. Het beeld dat terugkomt is uiteindelijk – denk ik – dat een heel grote groep het al jaren heel goed doet. Dan is er een vrij forse groep die het afgelopen jaar heel goed is gaan doen. Ja, en dan heb je inderdaad ook een groepje, en dat is een klein groepje, dat geschrokken is afgelopen najaar. Geschrokken van het feit dat ze gebeld werden voor een onderzoekje. En dat is natuurlijk niet goed, maar dat is natuurlijk wel waar je het over hebt bij belastinghandhaving.”

Ik denk dat je hier en daar een bepaalde overreactie ziet

In een interview op ZiPconomy vlak voor de kerst had u al aangegeven dat de intermediairs van zzp’ers op extra aandacht konden rekenen. Dat blijkt in de praktijk nu ook: de nodige hebben al een bezoekje gehad, of zelfs al een controle.
“Jazeker. De intermediairs is een branche die de Belastingdienst heeft uitgezocht om extra aandacht te geven. Net als bekende sectoren als zorg, onderwijs, kinderopvang. Ik denk dat dat goed is. De intermediaire branche heeft een hele belangrijke rol in het voorlichten van hun klanten over hoe je nou precies met flexarbeid moet omgaan.”

Welk effect zien we nu in de markt als het gaat om de handhaving?
“De bekendheid met de termen schijnzelfstandigheid is zowel onder zelfstandigen als werkgevers het afgelopen jaar aanzienlijk beter geworden. Dat is een goede zaak. Tegelijkertijd denk ik ook dat je hier en daar een bepaalde overreactie ziet. Dat zie je heel vaak bij nieuw beleid. Ik denk dat daar een nieuw evenwicht in gevonden moet worden. Uiteindelijk is de handhaving echt bedoeld om de schijnzelfstandigheid aan te pakken. Als dat goed gebeurt, krijgen zelfstandigen automatisch ruim baan.”

Wanneer staat hier een tevreden staatssecretaris als je het hebt over het handhavingsbeleid?
“Dat is een goede vraag. Dat soort onderzoeken doen we natuurlijk ook binnen de Belastingdienst: of de naleving van een bepaalde belastingsoort op orde is. Wij zijn tevreden als mensen zich houden aan de loonbelastingwetgeving, netjes de premies betalen die horen bij de arbeid die wordt verricht. Dan ben ik blij, dat is mijn verantwoordelijkheid.”

We gaan het iets anders doen dan wat Van Gennip ooit heeft bedacht

Inzet van het beleid is ook dat mensen zelf begrijpen wat er in de regels staat, zelf begrijpen wat mag en wat niet mag. Dat mag allemaal nog wel wat duidelijker, lijkt me. In dat kader zijn er ook mensen die zeggen: steek nu alle tijd en energie in het duidelijker maken van de bestaande criteria via communicatie, betere informatie, in plaats van met nieuwe wetgeving te komen.
Volgens mij wil je een bruggetje maken naar de VBAR, de Wet verduidelijking, beoordeling, arbeidsrelaties en rechtsvermoeden. Wij denken dat die wet, die uitgaat van de criteria van het Deliveroo-arrest (van de Hoge Raad, red.), uiteindelijk zal leiden tot meer duidelijkheid. Een wet is niet alleen een wet. Een wet is allereerst een nette opsomming van de criteria en alle relevante artikelen die erbij horen. Maar bij een wet zit ook een memorie van toelichting. Een toelichting op de wet en hoe je bepaalde artikelen moet lezen. Die is heel erg belangrijk voor de uitleg. Dat is precies waar wij heel veel energie in gaan stoppen. In die memorie van toelichting ga je eigenlijk aan Nederland vertellen hoe je moet omgaan met de weging van die criteria.
Ik denk dat juristen dat momenteel heel goed kunnen op basis van de Hoge Raad-uitspraak in de Deliveroo-zaak. Ik heb hem zelf ook doorgenomen. Maar ik ben geen jurist, dat is echt pittige kost. Het is aan ons de taak om in de toelichting heel scherp en goed te omschrijven wat we nou precies bedoelen met die criteria en hoe die te wegen.”

Minister Van Gennip heeft een opzet van de wet VBAR gemaakt. Het kabinet heeft nu aangekondigd dat er ten opzichte van die variant veranderingen komen. Aanleiding is een recente uitspraak van de Hoge Raad.
We gaan het inderdaad iets anders doen dan wat Van Gennip ooit heeft bedacht. Toen ik nog Kamerlid was, hebben we elkaar al eens over gesproken in een podcast. Toen hebben we vooruitgeblikt op die Hoge Raad-uitspraak en dat kon natuurlijk twee kanten opgaan. Dat kon uitpakken in de richting dat ondernemerschap echt heel zwaar zou wegen. Ja, als je ondernemer bent, dan zijn andere criteria misschien wel minder relevant. Of andersom: we hebben eerst criteria rond werknemerschap en zelfstandigheid, en als je daar echt niet uitkomt, dan kun je altijd nog naar ondernemerschap kijken.
Wat de rechters nu hebben gedaan – zoals overigens heel veel rechters altijd doen – is dat ze netjes midden door zijn gegaan. Ze zeggen: alle criteria zijn even zwaar. We denken dat we aan de markt de meeste helderheid en duidelijkheid verschaffen door in de wet die koers te volgen.

Als politiek kun je er ook voor kiezen om via wetgeving juist af te wijken van wat rechters vinden. De PvdA wil bijvoorbeeld duidelijker vastleggen dat zij-aan-zij werk niet mag, de VVD wil juist het ondernemerschap centraler zetten.
“Dat klopt, maar daar heeft het kabinet niet voor gekozen. Ik denk dat er op dit moment in de politiek zeker geen meerderheid is om ondernemerschap ondergeschikt te maken. En ik denk dat het op dit moment ook heel lastig is om ondernemerschap bovengeschikt te maken.
Vanuit die koers denken wij: waar heeft Nederland behoefte aan? Nu, een duidelijke kadering van wat goed is en wat fout. Die kadering gaan we aanbrengen in de VBAR.”

Hoe ziet dat er dan precies uit, ook ten opzichte van het eerdere voorstel?
“Ik denk dat de wet er heel erg uit gaat zien zoals die er nu ook ligt. Met natuurlijk de aanpassingen die we hebben uitgelegd in de brief die afgelopen week is verstuurd. Het zal heel erg lijken op wat de Hoge Raad beschrijft.”

De VBAR is niet bedoeld om de wijze van beoordelen van arbeidsrelaties radicaal om te gooien

De vraag is dan wat het effect zal zijn op de markt.
“Ik ben niet van de winkel die tegen zzp’ers is. Ik ben ook niet van de winkel die vindt dat iedereen maar ondernemer moet worden. Wij zijn van het handhaven van loonbelastingwetgeving en dat volgen we. En binnen die kaders van de wet heb je uiteindelijk de keuze hoe je een arbeidsrelatie invult.
En ja, op het moment dat iemand ingebed werkt, onder gezag, vaste werktijden heeft, jaar in, jaar uit, dan zit je natuurlijk al heel gauw in de hoek dat iemand in loondienst is. Heb je iemand die meerdere opdrachtgevers heeft, heel autonoom kan werken, zelf risico draagt en zich gedraagt als ondernemer, dan zit je direct aan de goede kant.
Ik denk dat zo’n wet heel erg gaat helpen om die twee groepen van elkaar te scheiden. Ik heb het zelf altijd over een waterscheiding. En dat is dan de duidelijkheid. De VBAR is niet bedoeld om de wijze van beoordelen van arbeidsrelaties radicaal om te gooien. Dan had de wet ook wel anders geheten.”

Op dit moment is het zo dat van alle keren dat de webmodule wordt ingevuld, er nog steeds in 3 van de 10 gevallen uitkomt dat de webmodule ook niet weet of het goed of fout is. Dat is niet echt een waterscheiding?
Ik denk ook dat dat beter kan. Juist in de memorie van toelichting kunnen wij als wetgever, samen met de Kamer, heel goed beschrijven wat we willen en bedoelen. In duidelijke voorbeelden wat goed is en wat fout. Daarin hebben we een belangrijke opdracht.
Maar het blijft heel moeilijk om in het arbeidsrecht een zwart-wit oordeel te vellen over een arbeidsrelatie. Dan zou je echt de hele arbeidswetgeving moeten verbouwen, en dat is momenteel niet waar we voor kiezen. Ik denk ook dat je daar veel langer mee bezig bent en dat het heel ingewikkeld is om daar politiek draagvlak voor te krijgen.

Een initiatiefwet is een pittige route

Dat lijkt dan wel precies wat de VVD voor ogen heeft. VVD-Kamerlid Thierry Aartsen heeft aangekondigd met een aparte wet voor zelfstandigen te komen. En hij zegt niets te zien in het voorstel waar het kabinet nu mee komt.
Ik heb zijn wet nog niet gezien. Hij geeft aan dat hij daar binnenkort mee komt. Dus zeggen dat zijn wet of die van de regering niet goed is, is wat voorbarig. Tegelijkertijd hebben we in het hoofdlijnenakkoord ook afspraken gemaakt dat we verder gaan met de wetsbehandeling van de VBAR.
Waarbij we overigens nu vooral praten over het VBA-deel. Maar wat ik ook heel belangrijk vind, is het R-deel. Want uiteindelijk zit daar het grootste probleem, waardoor wij vinden dat we iets aan schijnzelfstandigheid moeten doen: het uitbuiten aan de onderkant.

Als Kamerlid heeft u nog gepleit om de wet VBAR in tweeën te knippen. Eerst meer eens het R-deel van het rechtsvermoeden doorvoeren, en daarnaast nog eens goed nadenken over het VBA-deel.
“Ik was niet zo enthousiast over het VBA-deel van het vorige kabinet, omdat het ondernemerschap daarin een ondergeschikte rol had. Daarin maken we nu een andere keuze. In lijn ook met de uitspraak van de Hoge Raad.”

Als we het dan toch over duidelijkheid hebben, is het niet verwarrend dat het kabinet met een wet komt en tegelijkertijd een coalitiepartij een andere wet aankondigt? Ik zag op LinkedIn dat mensen nu al die wetten door elkaar halen.
“Dat is extraparlementair, om dat woord er maar even in te gooien. Uiteindelijk kan elk Kamerlid een wetsvoorstel indienen. We weten waar dit Kamerlid (Aartsen, red.) de afgelopen jaren campagne mee heeft gevoerd. De VVD heeft een bepaalde kijk op de arbeidsmarkt. Als ze uiteindelijk met andere fracties tot een compromis kunnen komen om de arbeidsmarkt te verbouwen, en er is een meerderheid voor, dan juich ik dat vanuit de Belastingdienst alleen maar toe. Waarbij wij natuurlijk daarna opgesteld staan voor implementatie en handhaving.
Maar het is wel heel goed om te bedenken dat je voor het verbouwen van de arbeidsmarkt altijd heel veel actoren moet betrekken. De SER, werkgeversorganisaties, vakbonden, andere politieke partijen. We hebben ook nog een Eerste Kamer, een Raad van State. Een initiatiefwet is een pittige route.”

Luister het gehele gesprek (met nog meer toelichting op de rol en aanpak van de Belastingdienst en bijvoorbeeld de webmodule) terug op Spotify https://lnkd.in/ehTNNBK7 of bekijk

De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie

8 reacties op dit bericht

  1. Zoals we al wisten…..het is gewoon een ordinaire geldkwestie…..
    Ik ben benieuwd hoe ze, zoals bij de boeren en leveranciers van vuurwerk, de gedupeerde zzpers gaan compenseren……?!?!?!

  2. Diep teleurstellend is deze oplossingsrichting van NSC. Steeds wordt er verstopt achter oude achterhaalde arbeidswetgeving uit de jaren 60.

    Waarom niet een minimumtarief afspreken om gedwongen schijnzelfstandigheid te voorkomen. Daarna de tijd nemen om een moderne wet te maken waarin mensen zelf kunnen bepalen onder welke contractsvorm ze willen werken.

    Je zou verwachten dat NSC wakker wordt nu ze op 2 zetels staan in de peilingen. Dit moet toch een signaal zijn dat je het als partij heel slecht doet. Luister nu eens naar al die adviezen. Straks moet iedereen weer allemaal moeilijk doen vanwege regeltjes waar niemand op zit te wachten. Dan zitten er straks een hoop zzp’ers net als Omzigt overspannen thuis.
    Is dit wat NSC wil voor Nederland?

    Hopelijk komt Thierry Aartsen met een goed voorstel…

    • Waarom niet een minimumtarief afspreken om gedwongen schijnzelfstandigheid te voorkomen =

      – Werkt niet voor de cultuursector o.a. als er geen geld bij komt.
      – Werkt niet voor veel sectors met subsidies (ook landbouw)
      – Werkt niet voor PT zzp’ers (want dat mag) en bijverdieners
      – Werkt nu niet voor oa tolken en vertalers vanwege problemen met oa bemiddelaars.

        • Per sector kijken, vooral sectoren met veel subsidies. Veel mensen werken niet met uurtarieven (per project, stuk, woord etc). Voor de tolken en vertalers bij de rechtbank zijn de bemiddelaars en onderbetaling een probleem = de overheid creëert schijnzelfstandigen. Ze mogen niet in loondienst. Beeldkunstenaars verdienen heel weinig. Als je hen de VBAR-norm oplegt heb je geen beeldkunstenaars meer. En zij kunnen niet in loondienst. Dus graag kijken naar alle criteria, niet alleen geld. Sjoemelen op een factuur om tot een soort van €33 pu uit te komen is heel makkelijk.

  3. Wie dien je eigenlijk?

    Het enige dat duidelijk is, is het enorme verlies aan opdrachten bij zzp’ers.
    Je staat er bij, kijkt er naar en vindt dat je lekker bezig bent.

    Er is helemaal niets duidelijk. Het enige beleid is wanbeleid.

  4. NSC heeft het over bestaanszekerheid
    Daar hebben ze de verkiezingen mee gewonnen ? Welk bestaanszekerheid heb ik nu als ZZper . Wettelijk hou ik mij aan alle regels maar kan door de bangmakerij en onduidelijke misleidingen op de betercontract. Nl van de belastingdienst geen of nauwelijks werk .
    Na jaren energie en geïnvesteerd te hebben in mijn eigen onderneming wordt dit nu opeens gestopt door dit beleid .
    In de zorg is er nu minder handen aan bed en de kwaliteit holt achteruit . De zorg kan niet zonder flexibiliteit , voor de continuïteit zijn er zzpers nodig .
    Het aanpakken van schijnzelfstandigen ben ik voor maar niet op deze manier .
    Kunnen wij als zelfstandigen de belastingdienst niet aanklagen ? Gezien geen of weinig inkomen hierdoor en misleiding van de markt

  5. Dit blijft toch heel bijzonder:
    Officieel roept de BD “het is zo duidelijk” en tegelijkertijd roept dan een staatssecretaris: “Maar het blijft heel moeilijk om in het arbeidsrecht een zwart-wit oordeel te vellen over een arbeidsrelatie”

    Vervolgens verwachten we wel dat de gemiddelde ZZPer en opdrachtgever wel tot het perfecte antwoord kunnen komen.
    Als je pech hebt, kijkt er 5 jaar later iemand van de BD er net anders tegenaan en wordt je (mogelijk indirect) gepresenteerd met een grote financiële consequentie.

    Ondertussen maakt de BD “angst aanjagen” een beleids/sturingsmiddel. De zogenaamde gepercipieerde pakkans.

    Dat is toch een extreem rare gang van handelen voor een overheidsorgaan in NL?

    Mijn vermoeden is dat bedrijven sowieso schrikken als de belastingdienst belt voor een gezellig rondje Russische roulette.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *