"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Het verhaal achter WageIndicator: 25 jaar transparantie over werk en inkomen wereldwijd

WageIndicator Foundation zorgt voor meer transparantie over werk en inkomen wereldwijd. Martijn Arets van The Gig Work Podcast spreekt mede-oprichter Paulien Osse over de successen, uitdagingen en doelen van deze ongewone organisatie.

Zodra je bekend bent met de WageIndicator Foundation, zie je het werk van deze organisatie overal terug. Deze stichting werkt al bijna 25 jaar vanuit de overtuiging dat alle werkenden, werkgevers en instituties toegang moeten hebben tot de juiste informatie over inkomen en rechten. WageIndicator is ervan overtuigd dat transparantie leidt tot eerlijkere inkomens en goede werkomstandigheden.

WageIndicator is een internationale organisatie waar honderden mensen voor werken. Zij doen dat allemaal op afstand vanuit hun eigen land. Ze verzamelen, analyseren en delen informatie over salarissenminimumloonleefbaar loon, leefbaar tarief, arbeidswettengig- en platformwerkcollectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) en nog veel meer. Wat begon met een inclusieve online Loonwijzer in Nederland is gegroeid naar meer dan 200 websites met arbeidsmarktinformatie over 208 landen. In 2021 hadden de websites samen meer dan 40 miljoen bezoekers.

In haar huis in Bussum ontmoet ik Paulien Osse, de mede-oprichter van deze bijzondere organisatie. In de nieuwste aflevering van de The Gig Work Podcast vertelt zij het verhaal van deze eigenwijze organisatie.

Salarischeck alleen voor witte mannen: ‘Dat kon beter’

Osse is van huis uit journalist. In het begin van haar carrière schreef ze vooral over poëzie, literatuur en theater, later vond ze sociaal-economische onderwerpen interessanter. Ze reisde de wereld over op zoek naar verhalen, vooral in Zuidelijk Afrika, Latijns-Amerika en Turkije. De loonkloof tussen mannen en vrouwen was 25 jaar geleden nog veel groter dan nu, vertelt Osse. “Ik kreeg voor een verhaal of foto altijd minder dan mannelijke journalisten”, zegt ze. “En in de landen die ik bezocht was de ongelijkheid nog erger.”

De inspiratie voor Loonwijzer kwam van het bestaande Salariskompas van Intermediair in Nederland. “Die was toen eigenlijk alleen van toepassing op blanke mannen uit de middenklasse”, vertelt Osse. “Dat kon beter.”

Op dat moment werkte ze voor de Nederlandse vakbond FNV aan een website met ledeninformatie. Ze overtuigde de vakbond dat een inclusieve salarischeck daar goed bij paste. Samen met wetenschapper Kea Tijdens van de Universiteit van Amsterdam verzamelde ze data en bouwde ze Vrouwenloonwijzer.nl. Later werd dat Loonwijzer.nl, een website met werk- en looninformatie voor iedereen. Omdat de loonwijzer alleen goed en onafhankelijk kon groeien, vonden zij het slimmer om deze in een aparte stichting buiten de bond verder te ontwikkelen.

‘Bijna’ wereldwijd

“Inmiddels hebben we websites in honderden landen”, vertelt Osse. Ze is streng op de feiten: WageIndicator Foundation werkt ‘bijna’ wereldwijd. Er missen nog maar een paar landen. “Groeien was niet eenvoudig, want we hadden lang geen geld”, vertelt ze. “We kregen vaak de tip om ons te focussen op rijkere landen, waar we makkelijker geldschieters zouden vinden. Maar dat wilden we juist niet en ik ben blij dat we altijd bij dat standpunt zijn gebleven. Ook in arme landen hebben mensen tenslotte behoefte aan informatie over inkomen en arbeidsrecht.”

WageIndicator heeft zelfs informatie over Noord-Korea en alle regio’s van China en Rusland, vertelt ze trots. “Wij willen echt inclusief zijn, we menen het.”

Hoe bouw je zo’n gigantisch internationaal netwerk? Osse krijgt die vraag vaak en ze heeft geen gouden tip. Het ging haast vanzelf, zegt ze. “Ik was internationaal journalist en had dus al een netwerk in diverse landen. De universiteit en de vakbonden brachten hun eigen internationale contacten met zich mee.”

‘We hoeven elkaar niet te zien en te ruiken’

Mensen werken graag voor WageIndicator en wie eenmaal voor de stichting aan de slag gaat, blijft lang betrokken. Er werken bijna 300 medewerkers in meer dan 100 landen. Het is een mix van fulltimers, parttimers en studenten. Er is geen bureaucratie en de inbreng van stagiaires wordt net zo gewaardeerd als die van oudgedienden.

Ik kan beamen dat het een leuke, eigenwijze organisatie is, want ik ben nu ruim twee jaar deel van het team. “Er heerst een creatieve sfeer”, vertelt Osse. “Iedereen houdt van maken en samenwerken. Als je hulp of informatie wilt, krijg je snel antwoord.” Iedereen werkt op afstand en misschien is dat wel het geheim, zegt Osse. “We hoeven elkaar niet te zien en te ruiken. Daardoor tolereren en waarderen we onze collega’s misschien wel langer.”

Van minimum- naar leefbaar loon

WageIndicator begon met informatie over salaris, arbeidswetten en minimumloon. Maar voor zo’n 80% van de wereldbevolking is een minimumloon niet voldoende om van te leven, weet Osse. Daarom publiceert de organisatie sinds 2014 ook het leefbaar loon of ‘living wage’. “Dat is het inkomen dat iemand nodig heeft om een huis, genoeg te eten en misschien een fiets te hebben”, zegt ze. “Het is het minimumsalaris voor een fatsoenlijk bestaan.”

Maar niet iedereen krijgt een salaris van een baas. Daarom berekent WageIndicator ook een ‘living income’, een leefbaar inkomen voor ondernemersgezinnen die bijvoorbeeld een winkel of boerderij hebben.

Derde categorie: leefbaar tarief voor platformwerkers

“Naast werknemers en ondernemers is er nog een groeiende groep werkenden: de gigworkers of platformwerkers”, zegt Osse. “Ze werken niet voor een vaste werkgever, maar ze zijn ook geen traditionele ondernemers. Ze werken eerder per minuut of per uur, dan per maand. Bij hun manier van werken hoort weer een ander soort inkomen: het ‘living tariff’ of leefbaar tarief.”

Platformbedrijven kwamen zelf met de vraag om een leefbaar tarief bij WageIndicator, vertelt Osse. “Ze willen wel fatsoenlijk betalen, maar wisten niet hoe dat moest. Het is ook ingewikkelder dan een leefbaar salaris berekenen. Wat een minimaal leefbaar uurtarief is, verschilt per persoon en situatie. Het heeft te maken met factoren zoals type werk, aantal werkbare uren, pensioen en benodigdheden zoals een fiets, laptop of computer.”

‘The joy is in the creation’

WageIndicator ontwikkelde het leefbaar tarief voor de Nederlandse markt en werkt dit nu samen met het Duitse GIZ uit voor Indonesië, Pakistan en Kenia. “We willen vooral onderzoeken onder welke voorwaarden zo’n tarief bruikbaar is voor werkenden en platformbedrijven”, zegt Osse. “We streven ernaar om eind dit jaar een leefbaar tarief voor 155 landen te publiceren.”

Osse benadrukt dat de informatie over leefbare salarissen, inkomen en tarieven niet per se voortkomt uit een missie om de wereld te verbeteren. “The joy is creation. We willen iets bruikbaars creëren van goede kwaliteit. Als we daarmee mensen op weg helpen naar een eerlijke vergoeding, is dat cool.”

‘Niet alle platformwerkers zijn slecht af’

Osse heeft een duidelijke visie op het politieke debat over zzp’ers en platformwerk. “De overheid en vakbonden proberen platformwerkers in een keurslijf te dwingen, maar dat is niet de oplossing”, zegt ze. “Niet alle platformen zijn boeven en niet alle platformwerkers zijn slecht af. Luister nou eens echt naar ze. Ze willen niet in dienst, ze willen vrijheid om te werken waar, voor wie en wanneer ze willen. Help ze met maatregelen die daarbij passen.”

Ze hoopt dat het leefbaar tarief kan bijdragen aan het politieke debat.

Ik werk mee aan dit project en ik verwacht uiteindelijk zelfs grotere impact van dit project buiten dan binnen de platformeconomie. Platformen ‘formaliseren’ veelal een bestaande markt als thuisschoonmaak en bezorging. Hiermee is dit tarief is ook toepasbaar op een enorme groep werkenden die niet via platformen werken. Voor een tarief is de manier waarop opdrachtgever en opdrachtnemer elkaar vinden tenslotte niet relevant.

Conclusie

Het verhaal van WageIndicator is op allerlei manieren inspirerend. De stichting draait om serieuze zaken, namelijk data en inkomen. Daar hoort een stevige structuur bij, maar die is niet hiërarchisch of stug. De samenwerking is creatief, plezierig en er is volop ruimte voor initiatief. De stevige structuur achter de schermen maakt het juist mogelijk om te experimenteren.

Terwijl veel organisaties wachten met innoveren totdat iemand anders zegt dat het mag of de rekening betaalt, werkt WageIndicator andersom. De stichting heeft een manier gevonden om nieuwe projecten zo te ontwikkelen dat ze bijdragen aan het grote geheel en weer nieuwe opdrachten en samenwerkingen opleveren. Deze ongewone werkwijze trekt juist de aandacht van partners die passen bij de stichting.

WageIndicator is ambitieus en nuchter. Iedereen werkt nog steeds met één doel: transparantie voor werkenden, werkgevers en beleidsmakers wereldwijd. Een onderwerp dat in het huidige debat over de arbeidsmarkt meer dan relevant is.

Meer weten? Luister ook naar de onderstaande aflevering van The Gig Work Podcast: 

Martijn Arets is internationaal platform expert en verkent sinds 2012 de opkomst van de platformeconomie en de impact op de samenleving. Bekijk alle berichten van Martijn Arets