ZiPredactie 3 april 2023 6 reacties Print Zo gaat de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen eruitzienMinister Van Gennip stuurt uitwerking van plannen voor een verplichte verzekering naar de Tweede Kamer. De hoofdpunten. Het kabinet heeft de plannen voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) voor zelfstandigen verder uitgewerkt. De verzekering – die waarschijnlijk niet eerder dan in 2027 beschikbaar is – biedt een uitkering van maximaal het minimumloon en kent een wachttijd van 1 jaar. Zelfstandigen met een BV vallen buiten de verplichting. Lees ook: Met deze zes punten wil Kabinet flex terugdringen Doel Een verplichte aov voor zelfstandigen is een afspraak uit het pensioenakkoord en onderdeel van het regeerakkoord. “Het doel van een verplichting is meerledig,” schrijft minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) aan de Tweede Kamer. “Het biedt een financieel vangnet voor zelfstandigen die arbeidsongeschikt raken, het zorgt dat werkenden zich kunnen verzekeren tegen dit risico. De aov voorkomt ook dat risico’s worden afgewenteld op het collectief, waarbij niet-verzekerde zelfstandigen bij arbeidsongeschiktheid in de met publieke middelen gefinancierde bijstand terecht komen. Ten slotte draagt het bij aan het gelijker trekken van de bescherming en behandeling van zelfstandigen en werknemers.” Uitwerking In haar brief werkt de minister de plannen verder uit. Daarbij gaat ze uit van een akkoord van de Stichting van de Arbeid uit 2022 (zie hier). Dit is een afspraak tussen de sociale partners, waaronder zzp-organisaties PZO en FNV ZZP. De hoofdpunten van de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen: Het wordt een publieke verzekering (beoogde uitvoerder is het UWV), met een acceptatieplicht. De premie bedraagt naar wordt naar schatting 7,5% tot 8% van het ‘laatste verdiende’ ondernemersinkomen (grof gezegd: omzet min kosten). Je betaalt premie over het inkomen tot 143% van het minimumloon (minimumloon: 1.934 euro per maand). Je betaalt dus premie over het inkomen tot 33.187 euro. Daarboven betaal je geen premie. Het maximale premie per maand wordt dan iets meer dan 200 euro per maand (1,43 * 1.934 euro * 7,5% premie = 207.42 euro). De premies zijn fiscaal aftrekbaar (dit deel van de uitvoering ligt dat waarschijnlijk bij de Belastingdienst). De uitkering bedraagt 70% van het laatst verdiende inkomen, met een maximum van 100% van het minimumloon (70% van 1,43 * minimumloon = 1.934 euro). Wie bijvoorbeeld 120% van het het wettelijk minimumloon verdiende, betaalt minder premie (1,20 * 1.934 euro * 7,5% premie = 174,06 euro) maar krijgt ook een lagere uitkering (120% * 70% = 84% * minimumloon = 1.624 euro. Hoe lager het inkomen, hoe lager de premie, maar dus ook hoe lager de uitkering. Vooralsnog is er geen sprake van een ondergrens. Bij de WAZ (de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen die er was tussen 1998 en 2004) was er sprake van een ‘uitkeringsmiddeling’ (= niet naar het laatst verdiende inkomen kijken maar daar gemiddeld van afgelopen jaren). Ook dat zit nu nog niet in de plannen, maar mogelijk later wel in de definitieve uitwerking. Er komt een wachttijd van een jaar. Dat betekent dat zelfstandigen een jaar ziekte zelf moeten overbruggen voordat ze een uitkering krijgen. Natuurlijk kan iemand zich via een private partij verzekeren voor dat wachtjaar. De verplichting gaat gelden voor alle IB-ondernemers (ondernemers voor de inkomstenbelasting, met en zonder personeel) en de meewerkend echtgenoten. Een IB-ondernemer is bijvoorbeeld iemand met een eenmanszaak (ook dan kan je personeel in dienst hebben). Aanvankelijk was het plan om de verplichting te laten gelden voor ‘zzp’ers’, maar daar kan de Belastingdienst niet mee uit de voeten. De verplichting geldt niet voor directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) van BV en niet voor ‘resultaatgenieters’ (wanneer iemand geen ondernemer is, maar wel inkomsten heeft, bijvoorbeeld naast een baan). Mocht het uitvoeringstechnisch haalbaar worden, dan kunnen DGA’s alsnog onder de verplichting vallen. Het kabinet onderzoekt nog of een opt-out mogelijk is. Dat betekent dat een zelfstandige de keuze krijgt om in plaats van deze verzekering een private verzekering af te sluiten. Die moet minstens dezelfde dekking en premie hebben als de publieke verzekering. De minister wil daarbij dat deze privaatverzekerden via een ‘stabiliteitsbijdrage’ meebetalen aan het collectief. Het kabinet ziet onderlinge waarborgfondsen niet als mogelijkheid om complementair te zijn aan de verplichte verzekering. Volgens het kabinet doen zulke fondsen af aan de uitlegbaarheid van het stelsel. “Het is niet uitgesloten dat met een dergelijk waarborgfonds lagere inkomens de hogere inkomens subsidiëren, wat het kabinet niet wenselijk acht. (…) Aanvullend acht het kabinet zulke waarborgfondsen juridisch kwetsbaar.” In het akkoord van de Stichting van de Arbeid stond een uitzondering van de verplichte aov voor de agrarische sector. Die vervalt, omdat dit “de uitvoering van de verzekering compliceert en ook zelfstandigen in die sector niet altijd kunnen terugvallen op een voorziening bij arbeidsongeschiktheid.” Niet voor 2027 Het kabinet gaat nu samen met de ‘beoogd uitvoerders’ (de Belastingdienst en het UWV) van deze uitgangspunten een wetsvoorstel maken. De minister wil het voorstel in het voorjaar van 2024 naar de Tweede Kamer te sturen, zodat de wet begin 2025 in kan gaan. Dat betekent niet dat de verzekering dan ook beschikbaar is voor zelfstandigen. Dat gaat na 2025 nog een paar jaar duren. “Na publicatie van de wet zal er aanvullend tijd nodig zijn om het wetsvoorstel te implementeren en daarmee in werking te laten treden”, schrijft de minister. Lees ook: UWV-voorzitter: verplichte aov voor zelfstandigen voorlopig niet uitvoerbaar aov-zzp, april brief, arbeidsongeschiktheidsverzekering Print Over de auteur Over ZiPredactie De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie
Het hoofdpunt “laatstverdiende inkomen” zal ook wel bijgesteld worden. Als je veel jaren goed hebt verdiend en dus premie hebt betaald, zou het heel zuur zijn als je arbeidsongeschikt wordt na een matig jaar (kan ook door langdurige vakantie). En andersom, maar dan heb je (m.i. onterecht) mazzel.
Dat zal wel meevallen, aangezien het maximaal om 143% van het minimumloon lijkt te gaan. Het premieloon is ook gemaximeerd (op hetzelfde maximum zou fair zijn maar eerst zien dan geloven). Dit voorstel lijkt een kreupel compromis tussen een echte AO-verzekering (zoals de WIA voor werknemers, en commerciële AOV’s voor zelfstandigen) en een veredelde bijstandsuitkering. De WAZ opnieuw uitgevonden, zeg maar.
De WAZ als knipperlicht; in 1996 aan, in 2006 uit en in 2025 weer aan. Gokje: in 2035 weer uit? Krijgen we vast de zelfstandigenaftrek niet terug en is niemand beter af. Behalve dan al die beleidsmedewerkers, juristen, belangenbehartigers en politici. Fijn…
Het is goed dat iedereen zich verzekerd, maar……. “De premie voor de verzekering wordt naar schatting 7,5% tot 8% van het inkomen” ” De aov voorkomt ook dat risico’s worden afgewenteld op het collectief, waarbij niet-verzekerde zelfstandigen bij arbeidsongeschiktheid in de met publieke middelen gefinancierde bijstand terecht komen” Die 7,5% tot 8%, komt dus niet terecht in de kas van de publieke middelen, het saldo blijft dus dan gelijk. Alleen de naam van het potje veranderd. Och ja, en de zelfstandigenaftrek is ook nog weg waar je dit van kon betalen. “De minister wil daarbij dat deze privaatverzekerden via een ‘stabiliteitsbijdrage’ meebetalen aan het collectief.” Ah, daar wringt de schoen, extra belastingen. Er zullen wel veel BV-tjes worden opgericht in de toekomst.
Beste redactie van ZIPConomy, In jullie 1-na-laatste bullet geven jullie een verkeerde uitleg. Met waarborgfonds wordt NIET een schenkkring of broodfonds bedoeld. In de brief van de minister wordt weliswaar gesproken over een Waarborgfonds, maar NIET over schenkkringen. De minister vindt een (additioneel) Waarborgfonds voor een “aanvullende private verzekering“ geen goed idee. Omdat “Het is niet uitgesloten dat met een dergelijk waarborgfonds lagere inkomens de hogere inkomens subsidiëren” (het vervolg van uw zin staat niet in de brief, dus ik weet niet waar deze quote vandaan komt, wellicht een andere bron? En anders graag corrigeren om misverstanden te voorkomen!
Beste Cosmas, veel dank voor je reactie, de tekst is aangepast. ik denk dat we a/ een toelichting mogelijk niet helemaal goed hebben begrepen (voor punt broodfonds) en b/ (alternatief voor verplichting of aanvullen) we de brief idd op dat onderdeel onjuist gelezen hebben. Overigens komt het tweede deel van de quote ook uit de brief. (bijlage 1, pagina 24)