"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

‘Zodra het belang van freelancers erkend wordt, komt ook de oplossing dichterbij’

Zolang het fenomeen zzp’er bestaat, zolang lijkt er ook al politieke commotie over. In een nieuw boek schetst Joop der Weduwen daarvan niet alleen de geschiedenis, maar probeert hij ook tot een nieuwe oplossing te komen.

Als je Joop der Weduwen iets níet kunt verwijten, is het dat hij niet zou weten waarover hij praat. Al ruim 30 jaar is de jurist namelijk op allerlei manieren bezig met het onderwerp ‘zelfstandigen’ en de beoordeling van arbeidsrelaties.

Dat het onderwerp bepaald complex is, dat hoef je hem dus ook zeker niet te vertellen. Dat merkte hij al toen hij ooit werkte bij het Lisv, het Landelijk instituut sociale verzekeringen, dat later opging in het UWV en daar verantwoordelijk was voor dat dossier. En dat is het nog steeds, merkte hij de afgelopen jaren als juridisch adviseur. ‘Toen ik in 2015 ineens het woord ‘modelovereenkomst’ hoorde vallen, en daarna de hele worsteling rond de Wet DBA zag, dacht ik eventjes: hé, we zijn weer terug in de jaren 80.’

Het oude vuur weer boven

Het hele ‘gedoe’ rondom de Wet DBA bracht het oude vuur weer in hem boven. Hij besloot over het onderwerp te gaan bloggen en besloot eind 2016 zelfs om er een boek over te gaan schrijven. ‘Ik wilde vastleggen wat we in al die tijd meegemaakt en geleerd hebben. Hoe is de BV Nederland omgegaan met het fenomeen ‘zelfstandigheid’? En ik wilde wat ideeën opperen hoe het dan wel zou kunnen.’

De plannen van het nieuwe kabinet, Rutte III, zorgden even voor vertraging in de verschijning van Vogelvrij verklaard, het boek dat nu officieel 17 januari gepresenteerd wordt. Maar door nog een flink hoofdstuk over de meest recente voorstellen op te nemen, is het boek wel actueel en urgent, hoopt Der Weduwen. ‘Er is nog steeds een ernstig structureel probleem rondom zelfstandigen. En dat terwijl freelancers een noodzakelijk gegeven zijn voor een soepel draaiende economie. Het wordt tijd dat we dat beseffen en het probleem dus oplossen.’

Drie assen

Het ‘probleem’ speelt zich in grote lijnen af langs drie assen, constateert Der Weduwen. Aan de ene kant hebben we het arbeidsrecht, aan de andere het fiscale recht, en dan hebben we ook nog de sociale zekerheid. Samen vormen ze het ‘oerdegelijke fundament’ onder de arbeidsmarkt. Maar tegelijkertijd zijn ze ‘onderling fundamenteel verschillend’.

Dat leidt tot een heuse ‘systeemclash’, schetst de auteur in zijn boek, omdat niet alle drie systemen via dezelfde criteria beoordelen of iemand zelfstandige is of niet en – de andere kant van de medaille: of iemand als werknemer aan te merken is of niet.

En dan wordt het in de praktijk dus lastig, zeker als ook de werkelijkheid nog eens snel verandert. En dat doet-ie, aldus Der Weduwen. Bedrijven bestaan steeds korter, en worden ook vaak snel groter en kleiner. Zonder flexibele schil, en zonder freelancers, loopt dat onherroepelijk in de soep.

Geen nieuw fenomeen

Die zelfstandige freelancer is overigens bepaald geen nieuw fenomeen, schetst hij in de meer humoristische passages van zijn boek. In 1850 was nog ongeveer de helft van de beroepsbevolking als zelfstandige aan te merken, 50 jaar later nog ongeveer een kwart. Dat is nog altijd bijna het dubbele van wat het nu is.

En wie wist eigenlijk dat we de naam ‘freelancer’ te danken hebben aan Sir Walter Scott, de schepper van Ivanhoe? Hij introduceerde het begrip ‘vrije lans’ voor een Middeleeuwse huursoldaat, die dus niet voor één opdrachtgever werkt. Pas veel later raakte de term in zwang voor iedereen die zich liet inlenen. Waarmee ook meteen het dilemma duidelijk werd: werknemer? Of toch niet?

Harde grens is nodig

Met dat dilemma kampen we nu dus nog steeds, aldus Der Weduwen. Met alle gevolgen van dien voor bijvoorbeeld premie-inning, arbeidsrechtelijke bescherming en fiscale opbrengsten. Het is ook een dilemma waar je niet zomaar kunt uitkomen, zegt hij. Je kunt weliswaar een goede indicatie krijgen van iemands status (door bijvoorbeeld te kijken naar de bedoeling van partijen, hun achtergronden, de theoretische indeling van het werk, de duur en omvang van hun relatie, de afgesproken beloning en de inhoud van het contract), maar een harde grens trekken? Dat is met al die criteria lastig.

En juist die harde grens is nodig, aldus de auteur. Als minste van alle kwaden kiest hij daarom voor duur van de relatie als onderscheidende factor. Is de opdracht minder dan 1 jaar? Dan is het nooit vreemd om van een zelfstandige te spreken zegt hij. Is de opdracht langer dan 2 jaar? Dan zal niemand meer over een freelancer spreken en ligt een werknemerschap in de rede. In de periode van 1 tot 2 jaar spreekt Der Weduwen van een ‘hybride opdrachtnemer, met rechten gerelateerd aan die van een werknemer’.

Of het ervan komt?

Een overzichtelijk en eenduidig systeem, snel en handig in te passen, voor iedereen begrijpelijk, en bovendien goed te handhaven, noemt Der Weduwen dit systeem.

Maar of het ook zover komt? Tja, hij loopt al lang genoeg mee om te weten dat het zo makkelijk vast niet gaat. Maar, zegt hij: ‘Ik ben tevreden als een paar mensen na het lezen van het boek zeggen: nou begrijp ik het. Politiek, opdrachtgevers, freelancers. De Belastingdienst misschien. Als mijn boek een bijdrage heeft geleverd aan inzicht, ben ik al blij. Want inzicht is de eerste stap naar een oplossing, altijd.’

Het boek ‘Vogelvrij verklaard’ is hier verkrijgbaar.

Peter Boerman was tussen 2016-2018 (eind)redacteur bij ZiPconomy. Hij is hoofdredacteur van Werf& ; over arbeidsmarktcommunicatie en recruitment. Hij is gefascineerd door de vraag hoe menselijk talent en organisaties bij elkaar worden gebracht, en wil met zijn verhalen bijdragen aan een wereld waarin mensen zoveel mogelijk van hun potentie kunnen verwezenlijken. Bekijk alle berichten van Peter Boerman

7 reacties op dit bericht

  1. De onderscheidende factor moet iig iets zijn wat ook makkelijk te controleren is.
    Naast duur van de opdracht, lijkt me het feit dat er significante neveninkomsten zijn naast een eventuele hoofdopdracht ook een onderscheidende factor voor zelfstandigen.
    Het feit dat er sprake is van een hoofdopdracht maakt de hele situatie in feite al verdacht trouwens, immers een normaal bedrijf zal.altijd proberen niet van 1 hoofdopdracht energie afhankelijk zijn.

    • Eens met beide opmerkingen. Makkelijk te controleren is daarbij belangrijk, maar naar mijn idee vooral het maatschappelijk draagvlak. Dat wil zeggen als het voor de marktpartijen werkbaar, invoelbaar en acceptabel is, dan zal het voor de handhavers een stuk makkelijker zijn om ook wat te doen aan grensbewaking (waar het nu aan schort).

  2. De duurtijd op zich is geen voldoende criterium. Iedereen, ook freelancers, is op zoek naar trouwe klanten waar je lang, en dus liefst langer dan 1 jaar voor kunt werken. Het zou beter zijn om het criterium voor freelance werk uit te breiden naar aantal gewerkte uur per maand (zodat men kan aantonen dat men op oproep werkt) in combinatie met aard van de relatie tussen 2 partijen (om aan te tonen dat er geen leiding, toezicht en gezag is zoals bij een werknemer).

    Het probleem stelt zich alleen bij ZZP’ers (zelfstandige freelancers). Freelancers die met een interimcontract werken, hebben de 3 as problematiek niet.

    De eenvoudigste oplossing is om zelfstandigen en werknemers dezelfde premies voor sociale zekerheid te laten betalen. Helaas is dit financieel en politiek niet haalbaar.

    • Als je langdurig ergens wil werken, kan je beter een arbeidscontract aangaan met die partij, ook al is het misschien deeltijd.

      Wat verstaan we eigenlijk onder freelancers? Ik lees die term hier regelmatig de laatste weken. Juridisch bestaat het geloof ik niet.

      Ik noemde mezelf altijd freelancer toen ik nog losse opdrachten deed via payroll contracties, maar wel een uurtarief afsprak met de klant.

      • Freelancer, net als zzp-er is geen juridische term, althans niet gedefinieerd in wet en regelgeving. Lees het boek over meer info over deze term en de achtergrond, zoal ook in het artikel aangegeven.

        Wat is langdurig in jouw optiek? Langer dan een jaar zoals Freelancenetwork aangeeft?

        • Ik denk dat de grens voor langdurig ergens rond 1 jaar ligt, maar het gaat ook om de intentie waarme je een opdracht/contract aangaat.
          Kom je met een specifieke opdracht, dan neigt het veel meer zelfstandigehid, kom je gewoon ergens werken om de kaliteiten die je hebt, dan is het meer loondienst denk ik. Dit zijn natuurlijk zaken die door de fiscus bijna niet te controleren ziijn, dus daar hebben we niks aan. Maar een ieder kan ze voor zichzelf misschien wel helder krijgen in welke categorie men valt.

    • Zou je kunnen toelichten wat je bedoelt met een interim contract? Waarom zou daar niet het arbeidsrecht op van toepassing zijn (als ik tenminste dit vertaal vanuit het niet van toepassing zijn van de 3 as problematiek)?