"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

EU ministers akkoord over bescherming platformwerkers

Na bereikt akkoord moeten lidstaten nu gaan onderhandelen met Europees Parlement om te komen tot een richtlijn.

Minister Van Gennip (SZW) heeft vandaag tijdens een overleg met haar Europese collega’s een akkoord bereikt om platformwerkers beter te beschermen en schijnzelfstandigheid tegen te gaan.

Van Gennip: ,,Dit akkoord is een belangrijke stap vooruit voor platformwerkers. Veel van hen zien zich genoodzaakt te werken als zzp’er, terwijl ze eigenlijk werknemer zijn. Daardoor missen ze de bescherming waar ze recht op hebben. Nederland heeft daarom ingezet op een akkoord dat schijnzelfstandigheid tegengaat en platformwerkers meer controle geeft over de algoritmes die hun werk bepalen. Hiermee zorgen we in heel Europa voor een betere balans tussen de duurzame ontwikkeling van platformbedrijven en de bescherming van werknemers.”

Net als het Europees Parlement willen de lidstaten gaan werken met een omkering van de bewijslast. Wanneer iemand aan minimaal drie van zeven criteria uit de richtlijn voldoet, dan wordt iemand geacht werknemer te zijn.

  • Zie hier voor volledige officiële tekst van het voorstel. 

Criteria

De lidstaten zijn het nu eens geworden over zeven criteria (voorheen waren het er vijf):

  1. Het digitale arbeidsplatform bepaalt bovengrenzen voor de hoogte van de beloning;
  2.  Het digitale arbeidsplatform vereist dat de persoon die platformwerk verricht zich houdt aan specifieke regels met betrekking tot uiterlijk (bijvoorbeeld kleding);
  3.  Het digitale arbeidsplatform houdt toezicht op de uitvoering van het werk, ook met elektronische middelen;
  4. Beperkingen om zelf werktijden te kunnen bepalen;
  5. Beperkingen om werk te weigeren;
  6. Beperkingen om werk door anderen te laten doen;
  7. Het digitale arbeidsplatform beperkt de mogelijkheid om een klantenbestand op te bouwen.

Frankrijk, Duitsland terughoudend

Het heeft lang geduurd voordat de ministers op een lijn zaten. Voor akkoord op ministerniveau is een tweederde meerderheid nodig. Van Gennip is, samen met een aantal andere EU landen (Spanje, België, Italië, Portugal, Luxemburg, Slovenië en Malta zie hier), steeds voorstander geweest van stevige regulering.

Frankrijk heeft ingestemd met dit voorstel, maar wel met kanttekeningen. Duitsland, Spanje, Griekenland, Letland en Estland onthielden zich vandaag van stemming.

Omkering bewijslast

Het nu bereikte akkoord  is een belangrijke stap om te komen tot een EU-richtlijn. Maar klaar is het proces nog niet.  In februari stemde het Europees Parlement (EP) in met een eigen, strengere, versie van de richtlijn voor platformwerk (zie hier). In de versie van het EP wordt gewerkt met een ‘rechtsvermoeden van werknemerschap’, waarbij het aan het platform is om te bewijzen dat iemand geen werknemer is. De lidstaten nemen dat beginsel nu over.

De lidstaten gaan nu onderhandelingen opstarten met het parlement. Als die onderhandelingen slagen, dan moet zowel het EP als tweederde van de lidstaten instemmen met een nieuw voorstel voor een richtlijn. Zodra de richtlijn er is, hebben lidstaten twee jaar de tijd om de richtlijn te verwerken in eigen wetgeving.

In dit voorstel zitten een aantal opties om per land eigen invulling te geven aan de richtlijn, waarmee de wetgeving per land strenger of juist minder streng kan worden.

 

De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie