"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Adviseren is niet zonder risico, blijkt uit miljoenenschikking van McKinsey

McKinsey schikt voor 573 miljoen dollar voor haar rol in de opioid crisis in de Verenigde Staten. Deze schikking komt voort uit advisering van McKinsey aan farmaceut Purdue Pharma, de inmiddels failliet verklaarde producent van pijnstillers. Advieswerk is risicovol, zo blijkt

McKinsey is een van de oudste consultancybedrijven met wereldwijd locaties, waaronder in Amsterdam. Het bedrijf heeft ingestemd om 573 miljoen dollar (478 miljoen euro) te betalen als schikking in diverse onderzoeken naar zijn advisering van onder andere farmaceut Purdue Pharma. Deze geneesmiddelenmaker is producent van de pijnstiller OxyContin. Dit opiaat werd als gevolg van misleidende marketing te snel en te veel voorgeschreven met als gevolg een hoog aantal overdoses en sterfgevallen. Het misbruik van de opiaten en de verslaving daaraan raakte miljoenen gezinnen door de hele Verenigde Staten in de afgelopen twee decennia, beter bekend als de opioïde epidemie.

Purdue Pharma zelf is eind vorig jaar failliet verklaard. De farmaceut is akkoord gegaan met een schikking van meer dan acht miljard dollar (6,7 miljard euro), de grootste schikking ooit voor een farmaceutisch bedrijf in de Verenigde Staten.

Excuses

Hoewel McKinsey geen aansprakelijkheid erkent, heeft het eerder wel excuses aangeboden voor zijn rol bij het stimuleren van de verkoop van OxyContin. Dit gebeurde nadat diverse documenten werden onthuld in de rechtszaken van de afgelopen twee jaar. Het dossier gaat terug tot 2004 en benadrukt de nauwe relatie van McKinsey met Purdue. Dat blijkt bijvoorbeeld uit rapporten waarin McKinsey nieuwe verkooptechnieken adviseerde die de verkoop aanzienlijk zouden verhogen. Een daarvan was om Purdue’s distributeurs een korting te geven voor elk geval van verslaving of overdosis die toegeschreven kon worden aan OxyContin.

Nieuwe kwetsbaarheid

McKinsey stelt dat het alleen aanbevelingen doet en de acties daaruit door de klant zelf worden opgevolgd. Daarmee vermijdt het bedrijf al tientallen jaren wettelijke aansprakelijkheid voor betrokkenheid bij gevoelige kwesties of faillissementen van sommige klanten. Wel ligt het bedrijf regelmatig onder vuur, zoals bij de faillissementen van het energiebedrijf Enron en Swissair en recent de betrokkenheid bij het Amerikaanse immigratiebeleid (2019).

De kwestie van Purdue laat zien dat McKinsey niet alleen managementadvies geeft, maar bedrijven ook helpt hun suggesties te implementeren. De scheiding tussen advies en implementatie wordt daarmee kleiner en is niet langer een garantie voor vermeende onschendbaarheid. Deze schikking laat een nieuwe kwetsbaarheid zien. Namelijk dat een consultancybedrijf wel degelijk verantwoordelijk gehouden kan worden voor de adviezen die het geeft en deze adviezen zelfs tot een claim kunnen leiden. In het geval van McKinsey-Purdue betekent het ook dat het adviesbureau zal (moeten) instemmen met de door de rechter opgelegde beperkingen op werken in de farmaceutische sector en het openbaar maken van documenten. Vergelijkbaar met schikkingen in de tabaksindustrie van jaren geleden.

Niet Nederlands?

Zijn dit nu slechts Amerikaanse praktijken en loopt het in het nuchtere Nederland wel los? In elk beroep komen fouten, vergissingen of onzorgvuldigheden voor. Niemand wil in opspraak komen, zeker niet bij gevoelige kwesties of als menselijk welzijn in het geding is. Als ondernemer kun je om verschillende redenen aansprakelijk worden gesteld. Ook in organisatieadvisering, zo lichten de aanbieders van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering hun aanbod toe. Zo’n verzekering dekt de aansprakelijkheid voor schade door beroepsfouten bij adviserend werk. Met het simpelweg afsluiten van een verzekering zijn de financiële risico’s misschien wel afgedekt, maar niet de reputatieschade.

De casus McKinsey-Purdue laat zien dat de organisatieadviseringsbranche het bewustzijn mag aanscherpen: een advies gaat altijd gepaard met consequenties. Als deze misleidend of zelfs schadelijk zijn, dient de organisatieadviseur zich nog eens achter de oren te krabben of zijn advies de toets van ethiek kan verdragen. En dan geldt: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Joke Twigt was jarenlang zelfstandig interim-manager. Zij heeft uiteenlopende opdrachten uitgevoerd bij o.a. overheid, non-profit organisaties en financiële dienstverlening, zowel nationaal als internationaal. Zij stapte uit de opdrachtuitvoering en behield connectie met het vak door erover te gaan schrijven. Zij is redacteur interim-management voor ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Joke Twigt