"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Rechtbank: Interim manager die via bemiddelingsbureau werkte is geen zelfstandige. Conclusies en aanbevelingen.

Een interim-manager die bij een aantal organisaties opdrachten deed is geen zelfstandige ondernemer voor de inkomstenbelasting omdat hij dat deed via bemiddeling van één interim-management bureau. Dat heeft het Gerechtshof Den Haag onlangs in hoger beroep beslist. Een behoorlijk aantal zelfstandige interim managers en andere interim-professionals komen op een zelfde manier aan hun opdrachten. Interessant om eens te bekijken waarom deze situatie dus kennelijk kan leiden tot een beoordeling dat je als zelfstandige interim professional toch niet als (economisch) zelfstandige gezien wordt, met alle fiscale gevolgen van dien.

 De situatie

Kort omschreven is de situatie van deze man het volgende: In 2004 vestigt hij zich als zelfstandig interim-manager. Vraagt een VAR aan en krijgt deze. Meldt zich bij bemiddelingsbureaus voor interim-managers en krijgt via één van die bureaus een interim opdracht bij een organisatie. Via hetzelfde bureau volgen nog twee opdrachten bij andere opdrachtgevers. Hij factureert als zelfstandige naar dat bureau, die de uren door factureert naar de opeenvolgende opdrachtgevers. In 2007 gaat hij weer in loondienst.

Niet veel bijzonders aan deze situatie. Je moet de interim professionals de kost geven die op een zelfde manier werken. En waarom ook niet. Acquisitie is niet echt een ‘ding’ van veel interim-managers. Je bent blij als een bureau je een opdracht gunt. Blijkbaar kwam hij daarmee in de ‘inner circle’ van het bureau en kreeg zo zijn vervolgopdrachten. Dat de interim manager naast zijn interim opdracht tegelijker tijd geen andere opdrachten hebt is zeker voor een interim manager eerder regel dan uitzondering. Genoeg om handen. Eén pittig interim management opdracht per jaar is ook geen uitzondering. Facturering via het bureau is natuurlijk ook zeer gebruikelijk. Dat de interim manager na een paar jaar weer in loondienst trad is ook een verre van ongebruikelijke situatie. Het overstappen van ‘vast’ naar ‘interim’ en weer terug komt meer en meer voor. Vorm contract volgt op inhoud.

Als aanvulling nog aangemerkt dat de interim manager na zijn eerste VAR geen nieuwe VAR had aangevraagd. Kennelijk vergeten, slordig en niet slim. Zoals we verder op zullen zien speelde dat feit echter geen doorslag in de beoordeling van de situatie. Belangrijk omdat er nog al eens het misverstand bestaat dat zolang je maar een VAR hebt, alles in orde is. Niet dus. Maar goed, eerst de beoordeling van de Inspecteur van de belastingdienst.

De beoordeling

De inspecteur van de belastingdienst beoordeelt dat over het jaar 2006 de interim manager gezien bovenstaande situatie niet als zelfstandige aangemerkt kan worden, vooral omdat hij maar één opdrachtgever had. Namelijk het bemiddelingsbureau.
Deze beoordeling is nu dus in hoger beroep bekrachtigd door het Gerechtshof. Interessant is het om te zien welke argumenten de Rechtbank en Hof gebruiken om de Inspecteur in het gelijk te stellen.

Het feit dat de interim manager professionele zelfstandigheid had in de opdrachten (eigen uren bepalen, zelf tijd en plaats van werkzaamheden bepalen, inhoudelijk zelfstandig werken etc.) plus dat hij bijvoorbeeld niet doorbetaald werd bij vakantie en dergelijke wordt niet betwist. Deze professionele zelfstandigheid (en het ontbreken van een gezagsverhouding) zegt volgens de uitspraak niets over de economische zelfstandigheid. Goed om dat onderscheid te zien. Professionele zelfstandigheid alleen is dus niet voldoende.
Het feit dat de interim manager geen geldige VAR had over het jaar 2006 wordt niet als doorslaggevend feit aangevoerd. Wel de feitelijke situatie van het ontbreken van ‘drie tot zeven’ opdrachtgevers zoals was opgegeven bij het aanvragen van de eerste VAR (Dat moet je wel opgeven, anders krijg je dit VAR niet die weer nodig is om aan opdrachten te komen). Het gaat dus niet alleen om het hebben van een VAR, maar of de informatie klopt op basis waarvan de VAR is afgegeven.

Dat de interim-manager streefde naar continuïteit van zijn onderneming wordt niet betwist. Het feit dat hij na drie jaar weer in loondienst ging, speelt ook geen rol.

De casus spitst zich dus toe op de verhouding en contracten die er waren tussen de interim manager en het bemiddelingsbureau. De Rechtbank en het Hof gaat mee in de beoordeling van de Inspecteur dat niet de organisatie waar de interim manager zijn opdracht deed gezien moet worden als ‘opdrachtgever’ maar het bemiddelingsbureau. Hij doet niet zelfstandig aan acquisitie maar laat dat over een het bureau. Dat de interim manager daarbij afhankelijk is (en dus niet economisch zelfstandig) ten opzichte van het bureau wordt volgens de Rechtbank onderstreept door een aantal bepalingen in het contract tussen het bureau en de interim manager. Daarbij wordt expliciet gewezen op drie bepalingen uit die overeenkomst:

  • A. Concurrentiebeding: De interim manager mag tot twee jaar na afloop van het contract niet rechtstreeks zaken doen met organisatie waar hij een opdracht gedaan heeft via het bureau.
  • B. Intellectueel eigendom/geheimhouding: Alle verkregen informatie en bescheiden blijven in eigendom van het bureau, de interim manager mag niet zonder toestemming van het bureau informatie over de interim opdracht delen.
  • C. Voorbehoud zelfstandigheid: in het contract staat een bepaling opgenomen dat het bureau loonbelasting, premies volksverzekeringen en premies werknemersverzekeringen op de vergoeding zal inhouden, tenzij de interim manager een VAR overlegt. De Rechtbank beoordeelt deze passage als bevestiging van het feit dat het bureau kennelijk ook twijfelt aan de economische zelfstandigheid van de interim-manager.
    “Uit de tussen belanghebbende en [bureau] per opdracht gesloten overeenkomst blijkt, zo begrijpt het Hof de Inspecteur, dat de werkzaamheden in opdracht van [een bureau] werden verricht. Belanghebbende bezit dan ook niet de vereiste zelfstandigheid ten opzichte van zijn enige opdrachtgever”, zo oordeelt het Hof. Het feit dat de interim-manager en het bureau voor de drie opdrachten steeds eenzelfde overeenkomst afsloten ziet de Rechtbank verder ook nog als argument van het ontbreken van zelfstandigheid.

Hier zit wel de crux van de hele casus. Immers dit zijn nu net drie bepalingen die in heel veel overeenkomsten tussen bureaus en hun interim managers/professionals staan! Sterker nog, de exacte formuleringen uit de overeenkomst zoals die in de uitspraak te vinden zijn zie ik terug in de modelovereenkomsten tussen bureau en interim-managers/professionals die zo her en der circuleren.

De markt reageert met verbazing

Ron Steens, directeur van GITP Interim Management en voorzitter van de RIM (de brancheorganisatie voor de Interim Management bureaus) reageert desgevraagd met een mix van verbazing en ergernis. “Ik dacht dat we de hele discussie rond zelfstandigheid van interim-managers en de positie van bureaus al in 1997 hadden afgerond. Er wordt in deze uitspraak onterecht een aantal zaken naar voren gehaald die ik heel goed kan uitleggen en niets afdoen aan de zelfstandigheid van interim-managers. Zo is het natuurlijk heel gebruikelijk dat een interim-manager soms maar één opdracht per jaar heeft. Een stevige veranderopdracht kost alle tijd en aandacht. Ik wil ook liever niet dat hij of zij er nog een opdrachtje naast doet. Daarnaast doe ik als bureau helemaal niet aan acquisitie voor een interim-manager; ik zoek in opdracht van een organisatie de juiste man/vrouw voor de opdracht. Dat is iets heel anders.” Steens gaat nog nader bekijken in hoeverre deze uitspraak aanleiding is om de model-contracten van de RIM-bureaus aan te passen. “Wat wij in ieder geval adviseren is om in overeenkomsten op te nemen dat het debiteurenrisico bij de interim-manager ligt. Dat zet duidelijk neer dat de interim-manager een zelfstandig ondernemer is.”

Ik vroeg ook de NVIM (vereniging interim managers) en het PZO (Platform Zelfstandig Ondernemers) om een reactie. Ook zij hebben de uitspraak bestudeerd en komen tot de conclusie dat men zich niet direct zorgen hoeft te maken, zolang men maar voldoet aan de eisen van een zelfstandige. “Hierbij is dus niet alleen het verwerven van opdrachtgevers het doorslaggevende punt, dit mag immers best middels een tussenpersoon. Als er maar geen sprake is van een gezagsrelatie, er geen loonheffingen worden ingehouden door de tussenpersoon en er geen andere contractuele afspraken zijn, zoals een concurrentiebeding. Deze elementen tasten de economische zelfstandigheid aan en zijn naar de mening van de NVIM inderdaad in tegenspraak met het zelfstandig ondernemerschap” (zie hier voor uitgebreidere reactie van NVIM/PZO).

Conclusies en aanbevelingen

Ik geloof inderdaad niet dat met deze uitspraak de hele interim gemeenschap wakker hoeft te liggen. Het werken via een bemiddelingsbureau is hiermee niet in eens per definitief aanleiding om je zelfstandigheid kwijt te raken. Het is wel aanleiding om een paar zaken onder ogen te zien.
Het feit dat deze interim manager in de drie jaar dat hij zelfstandig was uitsluitend via één bemiddelingsbureau gewerkt heeft maakt zijn zaak er niet sterker op. Hij zal echter niet de enige zijn! Denk maar aan bijvoorbeeld al die zelfstandige ICT’ers die vaak langdurig via één en dezelfde bemiddelaar werken… (en dan soms ook nog bij dezelfde opdrachtgever). En hoe kijkt een Inspecteur dan eigenlijk aan tegen een situatie waar een interim manager die wel al langer zelfstandig is maar vervolgens in een periode van zeg vier jaar twee langere interim opdrachten doet via een en het zelfde bemiddelingsbureau, al dan niet met een wat langere leegloopperiode er tussen. Een verre van ongebruikelijke situatie. En dan heb ik het nog niet eens over de positie van de ‘brokers’. Bureaus die de administratieve afhandeling doen tussen een opdrachtgever en een interim professional. Ook daar geldt dat een interim professional een overeenkomst heeft met de broker, niet met de organisatie waar hij werkt. Wat als je een aantal jaar bij verschillende opdrachtgevers maar wel via dezelfde broker werkt…?

Een en ander brengt mij tot een aantal conclusies en aanbevelingen, waarbij ik ook iedereen oproep die aan te vullen en/of er op te reageren.

  1. Het hebben van een geldige VAR had deze interim manager in deze casus m.i. niet per se geholpen. Bij de beoordeling van de zelfstandigheid gaat het om de feitelijke situatie. Daarmee is niet gezegd dat een VAR geen nut heeft. Wanneer deze interim-manager zijn administratieve zaken (zoals VAR) beter op orde had gehad dan had hij vast minder aandacht gekregen van de Inspecteur en was deze zaak wellicht niet zo voor de rechter gekomen. Het gerechtshof in Arnhem heeft onlangs in een andere zaak wel bekrachtigt dat het hebben van een VAR je zelfstandigheid aangeeft. In hoeverre dat dan weer haaks staat op deze uitspraak lijkt me voer voor jurisiten.
  2. Het is niet verstandig om langdurig via uitsluitend één bemiddelingsbureau te werken. Het is natuurlijk aantrekkelijk om een uitstekende relatie te hebben met een bureau en vaker via hen te werken. Deze casus maakt het risico wel duidelijk (overigens ook voor de bureaus zelf, zou de inspecteur in deze casus ook bij het bureau langs gaan…). Bij economische zelfstandigheid hoort ‘ondernemerschap’, bij ondernemerschap hoort acquisitie en risico dragen. Kleinere opdrachten doen via eigen klanten kan de situatie al veranderen. Aantoonbaar (bewijs!) aan eigen acquisitie doen, ook al heeft dat geen succes, zal ook zeker helpen bij het bewijzen het streven naar economische zelfstandigheid en continuïteit.
  3. Kritisch kijken naar overeenkomst met bureau. De aanleiding van deze hele zaak mag anders zijn geweest, de uitspraak spitst zich wel toe op de inhoud van die overeenkomst. En interimmers zijn soms nogal nonchalant als het gaat om de overeenkomsten die ze sluiten met bureaus. Immers het psychologische contract is al gesloten, de deal is al gemaakt. Deze casus wijst nog maar eens op het feit dat dat niet altijd even verstandig is. Let daarbij met name op de genoemde bepaling rond ‘concurrentiebeding’, ‘intellectueel eigendom’ en de ‘mogelijkheid loonheffing/premies in te houden’. Met hierbij ook de oproep aan de bureaus om met deze uitspraak in de hand kritisch te kijken naar hun overeenkomst. Al was het maar als bescherming van de interim professionals die ze zo graag bemiddelen…
Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

30 reacties op dit bericht

  1. Hugo-Jan,

    Dank voor je uitgebreide uiteenzetting. Ik vraag me wel af of de hele aanleiding van deze zaak (niet op orde hebben van aangifte, ontbreken van VAR) hier niet cruciaal is geweest

    Peter

    • Beste Peter,

      Dank voor je reactie. Het zou inderdaad kunnen dat de Inspecteur minder was gaan spitten wanneer de aangifte wel in orde was. Daarna zijn er meer en meer argumenten naar voren gebracht, die door de rechtbank en hof zijn bekrachtigt. Nu ligt er wel een uitspraak over de overeenkomst, die verder los staat van de aanleiding.

      Hugo-Jan

    • Ik ben het eens met Peter dat door het niet aanvragen (met correcte gegevens) van een VAR _en_ als persoon de aangifte IB “vergeten” in te dienen, er voor zorgt dat de belastingdienst een fiscaal appeltje met deze persoon te schillen heeft.

      Dit zorgt voor een onderbouwing van de belastingdienst met meerdere redenen, waarbij niet alle argumenten even zwaar hoeven te tellen.

      Goed; nu de uitspraak van de rechter er ligt, moeten we de verschillende argumenten inderdaad goed nagaan. In mijn optiek is punt C (dat het bureau loonbelasting, premies volksverzekeringen en premies werknemersverzekeringen inhoudt en betaalt aan de belastingdienst) cruciaal.

      Het inhouden van werknemersverzekeringen en loonbelasting toont aan dat het bureau de betreffende persoon ook behandelt als werknemer, dus mag deze door de belastingdienst ook gezien worden als werknemer.

      “If it looks like a duck, swims like a duck, and quacks like a duck, then it probably is a duck.” (The ducktest)

      Met andere woorden: de zelfstandige is verantwoordelijk voor de correcte afdracht van belastingen van zijn/haar bedrijf!

      By the way: mooi artikel; mijn complimenten hiervoor omdat de discussie omtrent zelfstandigheid goed aanscherpt.

      • Jan, Dank voor je reactie.

        Even voor de goede orde (is wel essentieel): Het bureau heeft GEEN loonheffing etc ingehouden. Dreigt er in het contract alleen mee mits IM-er zijn zaken niet op orde heeft. (Dat had hij overigens niet, maar bureau heeft daar blijkbaar niets mee gedaan, hadden hun zaakjes dus ook niet op orde). De inspecteur en rechtbank gebruiken alleen al het feit dat bureau dit voorbehoud in contract zet (en dat doen heeel veel bureaus!) uit als argument dat zie zelfstandigheid er dus niet is.

        • Hugo-Jan,

          Je hebt gelijk; bedankt voor de aanscherping. De bepaling in het contract is (in dit geval) aangevoerd als argument. Het bureau had geen loonheffing ingehouden, maar zou dat contractueel kunnen doen als er geen VAR was. (Hmmm, ik had al mijn bedenkingen bij de administratie van de interimmer, maar het bureau merkte de afwezigheid van een VAR dus ook niet op.)

          (Snel even mijn eigen contract doorgelezen)

          In de contracten die ik ken 😉 staat een bepaling dat per kwartaal een accountantsverklaring vereist is inzake correcte afdracht (omzet- en/of) loonbelasting. Zonder een dergelijke verklaring kunnen betalingen opgeschort worden.

          Met name de deugdelijkheid van de administratie, de bijbehorende controles en de contractuele consequenties zijn belangrijke punten voor de tussenbureaus en interimmers.

          Voor de belastingdienst geldt: geen VAR of met onjuiste gegevens verkregen VAR, dan zit je in de gevarenzone (of met de gebakken peren).

          • In de werkwijze van bureaus wreekt hier het verschil tussen de papieren werkelijkheid in de contracten en de daadwerkelijke handeling. Krijgen die bureaus idd elk kwartaal een accountantsverklaring en kijken de die ook goed na…? (hoef je niet te antwoorden 😉 )

            Gaat het mis (zoals in deze casus) dat is in eerste instantie de interim professional de ‘klos’. Maar ook het bureau loopt natuurlijk een risico. Worden hier alsnog premies bij het bureau terug gehaald….? En kan dan vervolgens de interimmer alsnog zaken als vakantiegeld en WW claimen…? Immers: hij is toch werknemer….

  2. Beste Hugo-Jan,

    Hartelijk dank voor dit zeer informatieve stuk. Ik heb echter een vraag over het concurrentiebeding, er staat dat de IM na afloop van het contract tot 2 jaar rechtstreeks zaken mag doen met de organisatie waar hij via het bureau werkt. Dat lijkt mij geen concurrentiebeding en duidt toch juist wel op economische zelfstandigheid of op z’n minst op onafhankelijkheid?

    • Cynthia: oeps, foutje. bedankt. Een zetduiveltje. Het woord ‘niet’ was weggevallen. (Staat er nu weer in). In het concurrentiebeding (relatiebeding zou een beter woord zijn, in de uitspraak staat echter concurrentiebeding) staat dus dat hij GEEN rechtstreeks zaken met mocht doen in een periode van twee jaar.
      Niet onlogisch vanuit bureau kant., daarom staat het ook vaak in contracten. Je kan dus niet na bijv drie maanden via het bureau gewerkt te hebben een rechtstreekse een deal met de klant maken. Dat wordt dus door de rechtbank wel als zwaar argument gezien om interim professionals niet als zelfstandige te zien. Ook de jurist van PZO (zie commentaar in artikel) wijst daar op.

  3. Goed stuk. Hopelijk gaan Zelfstandigen nu ook minder licht om met concurentie bedingen e.d. Ze zijn zelfstandig ondernemer en moeten dus ook de gelegenheid krijgen om te ondernemen. Dit soort zaken beperkt hen. En nu met dit verhaal van de belasting wordt het helemaal belangrijk dat het niet meer kan.
    En ik hoop dat de bemiddelingbureaus hierin ook hun rol pakken.

    • Ha Lisette,

      Dank voor je reactie. Jij gaat als opdrachtgever natuurlijk graag een rechtstreekse relatie aan met de interim professional. Hoe kijk jij in dat kader aan tegen een ‘fixed-fee’ model voor interim bureaus ipv het marge-model. Dus eenmalig afrekenen voor search & match ipv de veel gehanteerde opslag op het tarief.

      Hugo-Jan

  4. Beste Hugo Jan,
    H. Dank voor de scherpe analyse: chapeau! Wij zullen er met de door ons bemiddelde interimmers graag ons voordeel mee doen.
    Mvg, Marcel L. Bos (directeur ScoliX)

  5. hi Hugo jan,
    Dank voor dit artikel. Zet mij toch weer aan het nadenken.
    Ik lees nergens terug dat de opdrachtgever hier ook nog een rol heeft gespeeld. Behoort een opdrachtgever vanuit de ketenaansprakelijkheid ook niet te controleren of de persoon zie zij (al dan niet via een bemiddelingsbureau) inschakelen daadwerkelijk loonbelasting afdragen (of een VAR hebben)?
    gr, Marielle

  6. Marielle,

    – De opdrachtgever heeft in deze zaak inderdaad geen rol gespeeld. Als je de uitspraak doortrekt (niet zelfstandig = in loondienst) dan zou dat wellicht aanleiding zijn om bij het bureau premies te innen. Of ze aan te spreken dat zij loonheffing hadden moeten inhouden.

    – Belangrijk is hier te constateren dat het bemiddelingsbureau als opdrachtgever wordt gezien, niet de organisatie waar de interimmer zijn opdracht deed. Dat maakt dat die dus in ieder geval buiten beeld blijft.

    – Het bureau is zeker aanspreekbaar op feit dat ze niet voldoende gecontroleerd hebben of deze IM- er een VAR had. Die VAR is er immers voor als inlener (hier bureau) te kunnen weten of de IM-er zelfstandig is. Er zijn bureaus (zie ook eerder commentaar) die een stap verder gaan en een accountsverklaring per kwartaal aanvragen).

    – Huur je als organisatie rechtstreeks een zefltstandige interim professional in (eenmalig, of vaker) dan moet je inderdaad die check zelf doen! (overigens is het risico dat iemand als ‘niet zelfstandig’ wordt gezien voor interim professionals die langdurig [jaren] en alleen bij 1 organisatie opdracht[en] doen hoger dan in deze casus!) Huur je iemand in via een bureau dan mag je er van uitgaan dat zij dat doen, immers dat is hun verantwoordelijkheid en taak. Zij zullen ook als eerste worden aangesproken. Extra controle kan geen kwaad. Ik zou er in ieder geval iets over opnemen in de overeenkomst met het bemiddelingsbureau.

  7. Mooie bende Hugo-Jan. Ik herken de situatie van eind jaren negentig. Zo lezende zie ik dat:

    1. De VAR verklaring geen zekerheid biedt. Immers, de aanvraag kan uitgaan van opdrachten die niet komen. Op voorhand spreekt de zzp-er de waarheid (verwachting) maar achteraf blijkt die verwachting niet te zijn waargemaakt waardoor de VAR verklaring haar zekerheid heeft verloren. Dat heb ik zelf overigens al die tijd al gezien – het staat in de relevante overheidsteksten en -bepalingen.

    2. Relatiebedingen zijn cruciaal voor bureaus. Zelf vijftien jaar bureaudirecteur geweest zijnde weet ik dat de investeringen die een bureau doet in het aanleggen en onderhouden van langdurige relaties met opdrachtgevers beschermd moeten worden – alle bureaus hebben hun voorbeelden van interim-managers die na een paar maanden het bureau eruit snijden en daarmee het imago van het bureau aantasten. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat bureaus zo kunnen overleven.

    3. Zelf werven van opdrachten is voor “normale” ondernemingen de gewoonste zaak van de wereld. Terecht is dat voor interim-managers lastiger – zeker als je een stevige opdracht hebt – maar het hof heeft toch gelijk als zij zegt dat ook zzp-ers moeten acquireren om in hun continuïteit te voorzien – zie daarvoor ook het recente bericht van NVIM/ATOS dat interim-managers te weinig ondernemen!

    4. Terecht merk je in het commentaar op dat de aanleiding (slordige interim-manager) niet relevant is. De uitspraak staat en kan worden gebruikt in andere zaken. We moeten daarmee dealen en de argumenten van het hof ter harte nemen.

    5. Leuk dat je een fixed-price model voor bureaus noemt. De huidige kostenmodellen van bureaus staan dat niet toe denk ik – overleven is dan een probleem. Immers, werving en selectiebureaus hanteren dat model en het aantal W&S bureaus fluctueert dramatisch met de fluctuaties van de markt (meer dan de helft verwdijnt in moeilijk tijden). Ik denkt dat je daarvoor naar nieuwe toetreders moet kijken die andere kosten- en verdienmodellen kunnen hanteren.

    6. Geinig is, dat het hof de feitelijke situatie EN de overeenkomst gebruikt voor haar uitspraak. De “duck test” geldt als het haar uitkomt, de contractuele afspraken als de “duck-test” haar niet uitkomt.

    Al met al uitkijken geblazen … als het bureau de afdracht moet doen en de interim-manager kan of wil dat niet vergoeden dan kan een bureau kopje-onder gaan met alle gevolgen voor de andere interim-managers. Immers, de bedragen zullen er (het gaat om een periode van drie jaar!) niet om liegen.

  8. Beste Hugo-Jan, beste Rob,

    Helemaal met jullie eens. Dit is overigens wel een reden dat wij al jaren van mening zijn dat ZZP’ers ook zelf moeten acquireren. Je bent ondernemer of niet.

    Wij werken met slechts een paar ZZP ‘ers. Heel bewust, d.w.z. dat zij soms een opdracht voor ons doen, soms via hun eigen acquisitie etc.. En daarbij zorgen wij ervoor dat wij altijd hun jaarlijkse kopie-VAR WUO ontvangen, en alle ‘oude’ bewaren natuurlijk.

    Dit levert ons (en daarmee alle betrokken partijen) de beste samenwerking op. Wij zijn loyaal naar elkaar, en zorgen tegelijkertijd wel voor de eigen aantoonbare zelfstandigheid. Het concurrentie- c.q. relatiebeding geldt bij ons wel zeker. Wij hebben de acquisitie gedaan, dus is het onze klant en geldt er en concurrentie- c.q. relatiebeding. Duidelijke en logische zaak, toch?

    Voorts bemiddelen wij voornamelijk via W&S en detachering. Een hele bewuste keuze vanwege het bovenstaande en de gebleken loyaliteit.

    Bottom line:
    Zorg dat je administratie altijd in orde is en conform de algemeen geldende (boekhoud)regels. Als je met ‘iemand’ geen ruzie wilt, is het wel de Belastingdienst!

  9. Een probleem dat al jaren boven de markt hangt. Aardig te weten is dat eind vorige eeuw de ZZP door toedoen van het GAK Amsterdam is ontstaan. Het in- en doorlenen van personeel was destijds niet mogelijk. Het gebeurde natuurlijk wel maar het GAK Amsterdam accepteerde dat wel en vroeg een fee per gewerkte dag!

    Ik hoop niet dat de bewuste interim manager fiscaal of financieel actief is.

  10. Een Freelance Manager (ZZP) geniet winst uit onderneming indien hij zijn interimwerkzaamheden zelfstandig uitoefent. Daarvan is sprake indien hij de werkzaamheden zelfstandig verricht ten opzichte van zijn opdrachtgever(s), hij niet slechts incidenteel opdrachten aanvaardt maar streeft naar continuïteit door het verkrijgen van verschillende opdrachten, en daarbij ondernemersrisico loopt. Voor het antwoord op de vraag of zodanig risico zich voordoet, is van belang of belanghebbende voor de verwerving van opbrengsten afhankelijk is van het zelfstandig aantrekken en behouden van klanten en of in het kader van de beroepsuitoefening risico’s van enige betekenis worden gelopen ter zake van investeringen in bedrijfsmiddelen of ter zake van debiteuren (vgl. HR 16 september 1992, nr. 27.830, BNB 1992/370 en HR 21 april 1993, nr. 28.257, BNB 1993/187).

    Zorg aldus voor voldoende opdrachtgevers, aantoonbare acquisitieactiviteiten, reëel ondernemingsrisico, debiteurenrisico en kwalificerende investeringen.
    Zie ook GERECHTSHOF ARNHEM, Sector belastingrecht , nummer 11/00775

    • Remco,

      Dank voor je verdere uitleg. Wat is – in vervolg op je uitleg – dat jouw advies c.q. conclusie ten aanzien van het werken via een bemiddelingsbureau?

      Hugo-Jan

  11. Ik denk niet dat het zo’n vaart zal lopen. Ik heb het gevoel dat de feitelijke situatie in deze zaak onvoldoende de zelfstandigheid van de zzp’er kon bewijzen en de rechter daardoor meer leunde op de juridische kernbepalingen voor zelfstandigheid. De balans sloeg daardoor negatief door voor de zzp’er.

    Wel denk ik dat er nieuwe oplossingen nodig zijn voor ondersteuning van het begrip zelfstandigheid. Zou het bijvoorbeeld helpen als het bureau in plaats van een marge te berekenen een factuur stuurt aan de zzp’er ter hoogte van die marge voor acquisitie en bemiddelkosten? Dat zou dan uitgelegd moeten worden als ondernemingen die bij elkaar diensten afnemen…..

    • Beste Gert,
      Dat is zeker een oplossing (in combi met rechtstreeks factureren van de interimmer naar de opdrachtgever) omdat dan helder is wie wat doet en waar voor vergoedt wordt. Een bureau als Compagnon doet zo iets sinds kort ook. Veel bureaus zijn nog wel wat huiverig om transparant te zijn over de marge die je maken over een opdracht. Maar goed, dat is natuurlijk ook niet meer van deze tijd.

      Hugo/Jan

  12. Het werken via een “bemiddelings”-bureau is een uitstekende mogelijkheid voor de freelancer om opdrachten te verkrijgen. Dit is voor veel freelancers een onderdeel van de marktbenadering en positionering (acquisitie). Hier heeft de rechter ook geen enkel probleem mee. Van belang is echter dat de freelance-ondernemer wel alle “spelregels” voor het zelfstandig ondernemerschap blijft uitvoeren. Hier kan het weleens aan schorten. Een geldige VAR-verklaring is voor een opdrachtgever voldoende (zie ook de rechtbank-uitspraken) om vast te stellen dat de freelancer hieraan voldoet. De opdrachtgever zal in de schriftelijke overeenkomst met de freelancer hier ook blijk van moeten geven en zelf twijfel gaan zaaien. De overeenkomst moet zijn opgesteld rondom de artikelen 400 t/m 413 van titel 7, boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

    Bij de aanvraag van de VAR-verklaring, worden 26 vragen door de Belastingdienst gesteld omtrent de werkzaamheden en het inkomen. Dit zijn gewoonweg de “spelregels” om als zelfstandig ondernemer aangemerkt te worden én te blijven voor de Belastingdienst. De VAR-aanvraag moet dus niet als een administratieve invuloefening gezien worden. De freelancer met VAR zal dan ook echt als ondernemer moeten opereren, met alle voordelen hiervan, maar juist ook met alle risico’s en investeringen die erbij horen. De freelancer (en het bemiddelingsbureau) zal zich bewust moeten zijn dat hij/zij met deze spelregels geen “nieuwe” werknemer is maar ondernemer!

    Een aantal “spelregels” die voortkomen uit de VAR-verklaring:
    U zal (financieel) risico moeten lopen als een opdrachtgever niet tevreden is over het resultaat van uw werk. Zorg dat u niet alleen maar via bemiddelingbureaus werkt. Maak reclame en wees actief met het verwerven en behouden van meerdere opdrachtgevers. Zorg dat u in een jaar maximaal 70% van u inkomsten behaald bij één opdrachtgever. Investeer per jaar meer dan €2.500. Geen doorbetaling bij ziekte of vakantie. Streef naar meer dan 3 opdrachtgevers per jaar.

    De Belastingdienst kijkt naar het totaalbeeld en houdt bijvoorbeeld rekening met uw werkzaamheden. Een interim-manager die maar 1 of 2 opdrachtgevers heeft, kan nog steeds een VAR-wuo krijgen. Het gaat dus vooral om het ondernemersrisico. Dat betekent dat u werkt voor eigen rekening en risico.

  13. Beste Hugo-Jan,

    Goed artikel en nog steeds actueel.
    Hieruit blijkt dat de interpretatie van ‘Zelfstandigheid’ nogal lokaal gebonden is! Blijkbaar is de discussie uit 1997 nog niet helemaal beslecht. Ligt het aan de vele schijven en belangen(?).

    Wat je aanbevelingen betreft lees ik bij punt 3 dat ‘de’ professionele interim manager erg naïef kan zijn. ‘Deal al gesloten’ of niet, altijd alert zijn, extra in deze fase. Het is de basis voor je opdracht, relatie met je opdrachtgever, recommendation. Als opdrachtgever zou ik zo’n professional niet in mijn organisatie werkzaam willen hebben. Maar ik lees ook dat de bemiddelingsbureaus (nog steeds niet) niet flexibel zijn en erg veel voorwaarden stellen (ondernemerschap?). De aangehaalde items spelen al jaren. Het effect is dat de zelfstandige de klos is. Zoals ook uit deze case blijkt. Jammer!

    met vriendelijke groet,

    Hans Slaats

  14. Op zich niet zo’n hele vreemde uitspraak. Het door een detacheringbureau bemiddelen van een ZZP’er valt onder de noemer pseudodetacheren en dat mag niet volgens de wet. Er is een hele makkelijke oplossing. Maak als detacheerder goede afspraken met de ZZP’er en speel open kaart met de klant en de ZZP’er. Regel alles en maak de deal rond en zorg dan dat de ZZP’er rechtstreeks een contract afsluit met de opdrachtgever. De ZZP’er betaalt dan voor de acquisitie door het bureau per gewerkt uur een bepaald bedrag aan advieskosten/acquisitiekosten te betalen. Vertrouwen en openheid geven naar zowel opdrachtgever als ZZP’er is hierin essentieel en daar schort het nou juist te vaak aan…….

    • Laat het betrokken ‘bureau voor interim management’ niet horen dat ze een detacheringsbureau zijn. Dat zijn ze ook niet zijn, dus dat punt is niet direct van toepassing. Anders zouden zij ook wel aangesproken zijn (gaat hier om rechtszaak tegen de interim-manager).

      Voor de rest geef je een simpele en transparante oplossing voor dit soort situaties.

  15. Beste Hugo-Jan,

    Mooi artikel en boeiende uitspraak en zo bekeken ook een terechte uitspraak. Misschien zet het ‘ondernemerschap’ weer wat meer op de kaart in de vergaarbak van ZZP’ers/ interim managers. En ergens heeft Hans natuurlijk gelijk, hoewel de zaak niet tegen het bureau is, ‘wegzetten (ik zoek een andere term) van interimmers met een opslag op het uurtarief is natuurlijk een soort detachering/ uitzenden en haalt (ondanks de eigen verantwoordelijkheid van de ‘ZZP’er’ voor bel. e.d.) een groot deel van van eigen ondernemer zijn weg. Wat er overblijft voor de interimmer is dat je BTW betaald en aftrekt en iets met je eigen pensioen/ verzekering e.d. regelt en evt nog een visitekaartje laat drukken. Hoop dat ondernemen (als ZZP’er) wel wat meer inhoudt dan dat.

    Eenmalig bedrag bij bemiddeling klinkt mij overigens al veel logischer, zou een goede ontwikkeling zijn.

    Vr. grt

    Albert