Tweede Kamer wil verlenging ‘zachte landing’ handhaving zzp tot eind 2026.

De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen waarin het kabinet wordt gevraagd de periode van de ‘zachte landing’ van de handhaving op schijnzelfstandigheid met een jaar te verlengen. Die zachte landing werd door het kabinet eerder toegezegd voor dit jaar. De Kamer wil de periode dus verlengen met een jaar.

Volgens de indiener van de motie is er op dit moment “veel onduidelijkheid en onrust onder zzp’ers en opdrachtgevers, waardoor veel opdrachtgevers preventief afzien van samenwerking met zzp’ers, terwijl dat wettelijk gezien niet nodig is.”

Met de zachte landing wordt onder meer bedoeld dat de Belastingdienst bij haar handhaving in eerste instantie inzet op bedrijfsbezoeken, met voorlichting en eventuele waarschuwingen, en niet direct overgaat tot het zwaardere instrument van boekenonderzoek en eventuele naheffingen. Ook worden er in 2025 nog geen boetes uitgedeeld.

De motie, ingediend door DENK, D66 en SGP, werd aangenomen met steun van VVD, FvD, JA21 en PVV.

Kabinet tegen verlenging

In een Kamerbrief naar aanleiding van de motie wijst het kabinet het verlengen van de periode van de zachte landing af. “Door verlenging van de zachte landing zullen de goede inspanningen van veel organisaties stagneren. Zij krijgen te maken met een onaangekondigde koerswijziging die ‘goed gedrag’ ontmoedigt. Hiermee ondersteunen we bonafide organisaties niet en wordt schijnzelfstandigheid en misbruik onvoldoende aangepakt,” aldus verantwoordelijk staatssecretaris Heijnen (BBB) van Financiën. Hij vindt ook dat verder uitstel zorgt voor “verdere onduidelijkheid”: “Zoals uw Kamer regelmatig benadrukt, is voorspelbaarheid van het overheidsbeleid belangrijk voor burgers en bedrijven.”

Heijnen wijst er verder op dat het verlengen van de periode van de zachte landing door de Europese Commissie mogelijk gezien kan worden als het terugdraaien van een reeds behaalde mijlpaal. Dat kan als “consequentie hebben dat de Europese Commissie een korting (oplopend tot €600 miljoen) toepast op de te ontvangen HVP-middelen.” Aldus de staatssecretaris. De aanpak van schijnzelfstandigheid maakt onderdeel uit van het door Nederland ingediende pakket om in aanmerking te komen voor Europees geld uit het coronaherstelfonds.

Handhaving focussen op misbruik

Een meerderheid van de Kamer legt dit advies van het kabinet dus naast zich neer en roept via de motie op de periode van een milde handhaving te verlengen tot eind 2026.

In een andere motie, ingediend door de BBB en die een ruimere meerderheid kreeg, wordt het kabinet gevraagd om te onderzoeken “hoe de handhaving door de Belastingdienst zodanig kan worden ingericht dat deze zich uitsluitend richt op structureel misbruik en schijnzelfstandigheid, met prioriteit bij kwetsbare situaties, en er geen jacht wordt gemaakt op bonafide ondernemers.” Die motie roept het kabinet ook op om “de communicatie richting zzp’ers en opdrachtgevers te verbeteren.”