Aantal zzp’ers groeit minder hard dan aantal vaste werknemers

Het aantal zzp’ers eigen arbeid is sinds 2013 in absolute aantallen minder hard gegroeid dan het aantal werkenden met een vast contract. Dat schrijft Wim Davidse in een analyse van de CBS-cijfers over de arbeidsmarkt. In de periode 2013–2025 nam het aantal zzp’ers toe met 322.000, terwijl er 858.000 werknemers met een vast contract bij kwamen. 

Procentueel is de groei van zzp’ers nog steeds indrukwekkend, maar in absolute aantallen blijft deze achter bij de groei van vaste werknemers. Binnen de verschillende beroepsgroepen zijn de verschillen groot. Vooral in bedrijfseconomisch-administratieve beroepen, zorg- en welzijnsberoepen en ICT-beroepen is de groei sterk, zo blijkt uit recente cijfers. Samen met technische beroepen zijn deze vier groepen goed voor ongeveer driekwart (73,3%) van de toename van het aantal zzp’ers.

Sinds 1 januari dit jaar daalde het aantal zzp’ers licht: met 7,3 procent, naar 1,01 miljoen personen in het derde kwartaal. Vergeleken met begin 2013 ligt het aantal nog steeds 46,7 procent hoger, waarmee zzp’ers veruit de sterkst gegroeide groep binnen de werkkring vormen. De piek werd bereikt in het vierde kwartaal van 2024, toen het aantal zzp’ers op 1,09 miljoen lag, een groei van 58,3 procent sinds 2013.

De totale werkgelegenheid groeide dit jaar licht, met 0,4 procent. Die groei kwam volledig voor rekening van werknemers met een vast contract (+2,2%) en de interne flexschil, bestaande uit werknemers met een tijdelijk contract en oproepkrachten (totaal +1,3%). Tegelijkertijd nam het aantal uitzendkrachten en gedetacheerden met 3,6 procent af sinds eind 2024.