SLUIT MENU

NSC blijft aanbevelingen commissie Borstlap volgen voor regulering van de arbeidsmarkt

Meer zekerheid op de arbeidsmarkt waarbij vaste dienstverbanden weer de norm moeten worden. Dat staat in het verkiezingsprogramma van NSC. Inzet bij ‘piek en ziek’ is voorbehouden aan uitzendkrachten, niet aan zzp’ers.

In het verkiezingsprogramma Zorgen voor zekerheid! dat  Nieuw Sociaal Contract (NSC) afgelopen zaterdag presenteerde, legt de partij (wederom) de nadruk op bestaanszekerheid. En aangezien “de eenvoudigste route naar bestaanszekerheid een betaalde baan [is]”, wil de partij “normale dienstverbanden de norm” maken. 

De wensen van NSC liggen dicht tegen het huidige kabinetsbeleid aan. Niet vreemd: de nieuwe partijleider van NSC, Eddy van Hijum, is nu nog de demissionair minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij wil dat “de fiscale en sociale behandeling van werknemers, uitzendkrachten en zelfstandigen zo veel mogelijk gelijk getrokken [wordt]”.

NSC over zzp

Het NSC beschouwt de adviezen van de commissie Regulering van Werk (2020) – onder leiding van voormalig topambtenaar Hans Borstlap – als “de basis voor een nieuw sociaal contract tussen werkgevers, werknemers en zelfstandigen”. De partij stelt dat “normale dienstverbanden” – zoals NSC het zelf noemt – de norm moeten worden. 

De partij wil maximale duur van uitzendarbeid beperken. “Uitzendarbeid is uitsluitend om piekte en ziekte op te vangen” zo schrijft NSC. De partij impliceert dat het inzet van zzp voor piek en ziek niet (meer) toegestaan is. 

Door de fiscale en sociale behandeling van werknemers, uitzendkrachten en zelfstandigen (zo veel mogelijk) gelijk te trekken, wil de partij voorkomen dat uitzendbureaus en zelfstandigen met werknemers kunnen “concurreren op arbeidsvoorwaarden”.

De partij wil daarnaast in de wet verankeren dat er “bij zelfstandigen die werken met een uurtarief onder €36 sprake is van een rechtsvermoeden van werknemerschap”.

Daarnaast wil NSC verduidelijken “onder welke voorwaarden mensen kunnen werken als zelfstandig ondernemer”. De partij legt niet uit hoe die verduidelijking eruit moet zien. Als minister heeft Van Hijum hiervoor het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) kort voor het zomerreces naar de Kamer gestuurd. Dat wetsvoorstel beoogt die voorwaarden te verduidelijken aan de hand van de huidige jurisprudentie.

Aanvullend wil het NSC dat het “ontslagrecht toekomstbestendig [wordt] en rechtszekerheid [wordt] geborgd voor werkenden en werkgevers.” Niet heel concreet, maar ook hier volgt NSC de adviezen van de commissie Borstlap.

Zekerheid voor flexwerkers

De partij pleit daarnaast voor het terugschalen van flexwerk, en het ontmoedigen van de uitstroom van zorgmedewerkers naar flexarbeid. Het NSC streeft “naar een economie en een arbeidsmarkt waaraan iedereen naar vermogen bijdraagt”. In zo’n economie is geen “tweedeling [mogelijk] tussen goed verzekerde mensen met een vast arbeidscontract en een schil van onderverzekerde flexibele arbeidskrachten zonder perspectief.”

Met het wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers, dat Van Hijum halverwege mei heeft ingediend bij de Tweede Kamer, wil de partij voorkomen dat “nadelen van de flexibele arbeidsmarkt [nog langer] worden afgewenteld op kwetsbare werknemers met minder inkomsten en weinig bescherming.”

Door een ‘stevige rem’ te zetten op externe inhuur bij ambtelijke functies wil NSC dat de overheid het juiste voorbeeld geeft. Ambtelijke functies moeten “uitdagend en motiverend zijn”, en “waar nodig [komen] flexwerkers in vaste dienst, zodat deskundigheid en ervaring binnen de overheidsorganisaties blijven.”

Strenger op arbeidsmigratie

Het NSC wil minder arbeidsmigratie en “misstanden en uitbuiting streng [aanpakken]”. Voor uitzendbureaus betekent dit ‘strengere eisen’ om ervoor te zorgen dat “zij geen misbruik kunnen maken van buitenlandse arbeidskrachten.” De partij wil een einde maken aan dit ‘verdienmodel’ van onderbetaalde arbeidsmigranten. 

Om malafide uitzendconstructies hard aan te pakken, houdt de partij vast aan het wetsvoorstel Toelating Terbeschikkingstelling van Arbeidskrachten (WTTA). Dit wetsvoorstel is eerder dit jaar met een ruime meerderheid aangenomen door de Tweede Kamer en zal na het zomerreces behandeld worden in de Eerste Kamer. 

Met name in de vleessector ziet NSC ‘grove misstanden’. De partij pleit voor een uitzendverbod in deze sector. Sectoren als de schoonmaak, transport en teelt “vereisen aandacht”. Als deze sectoren hun misstanden niet oplossen, wil NSC dat ook daar een uitzendverbod in werking treedt.

NSC wil dat het “minder aantrekkelijk wordt voor bedrijven om op grote schaal goedkope arbeidsmigranten hierheen te halen”. De lasten van dit ‘verdienmodel’ worden volgens de partij voornamelijk op de samenleving afgewenteld. Voor werkgevers komen er ook verantwoordelijkheden bij: zij worden verplicht arbeidsmigranten in te schrijven bij het basisregister. De partij wil daarnaast verbieden dat werkgevers een deel van het minimumloon (25%) inhouden voor huisvesting van arbeidsmigranten. Ook moet er een werkgeversheffing komen, waarvan “de opbrengsten worden benut om meer startbanen te creëren en voor het gebruik van arbeidsbesparende technologie.”

Sjoerd Ruts is (politiek) redacteur bij ZiPconomy Bekijk alle berichten van Sjoerd Ruts

9 reacties op dit bericht

  1. Hoewel ik het plan van NSC niet gelezen heb en niet alle ins en outs ken, ben ik toch bang dat ook NSC weinig tot geen nuancering aanbrengt. Het lijkt er op dat alle ZZP’ers over één kam geschoren worden. Voor tijdelijke vraagstukken vanuit opdrachtgevers is een uitzendkracht niet altijd de oplossing. Uitzendkrachten zijn veelal extra handjes in geval van piek en in mindere mate ziekte, ZZP’ers werken meestal op een ander niveau aan andere vraagstukken binnen de opdrachtgevers organisatie. Dat is geen nieuws maar jammer dat NSC daar overheen lijkt te kijken.

  2. NSC ? Bestaat die partij nog ? Volledig onbelangrijk wat zij vinden. Komen niet verder dan hooguit 1 zetel bij de verkiezingen.

  3. *Lacht heel hard in cultuursector*: “bij zelfstandigen die werken met een uurtarief onder €36 sprake is van een rechtsvermoeden van werknemerschap”. In dienst van wie dan? Juist, het slaat nergens op. De overheid moet fair pay invoeren en ophouden met dit soort onzin.

  4. Toch wel raar dat de hele club in Den Haag betaald wordt uit publieke middelen, en dat publieke middelen als argument wordt aangedragen als negatief rondom zelfstandigen wanneer deze bij de gemeente aan zouden kloppen voor steun. Misschien hebben ze een spiegel nodig in de tweede kamer.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *