ZiPredactie 17 december 2025 0 reacties Print In juli werkten er nog steeds 1.300 schijn-zzp’ers bij de RijksoverheidHet aantal schijnzelfstandigen bij ministeries is flink afgenomen. Het totale aantal zelfstandigen dat (rechtstreeks) actief is bij de Rijksoverheid groeit overigens wel. Op 1 juli 2025 werkten er nog 1.305 potentiële schijnzelfstandigen bij de Rijksoverheid. Dat was ongeveer een derde van het totale aantal zelfstandigen dat op de verschillende ministeries werd ingehuurd. Een half jaar eerder, op 1 januari 2025 – tevens de datum waarop het handhavingsmoratorium afliep – was dat aantal nog 2.510. Het aantal potentiële schijnzelfstandigen is dus al flink afgenomen, al zijn nog niet alle ministeries in staat cijfers over het aantal ingehuurde externen op te leveren. De ambitie blijft om het aantal schijnzelfstandigen per 1 januari 2026 terug te brengen naar nul. Dat schrijft minister Rijkaart van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het coördinerende departement als het gaat om personeelszaken en inhuur, aan de Tweede Kamer. Het gaat bij deze cijfers om rechtstreeks ingehuurde zzp’ers. Zelfstandigen die via bureaus worden ingehuurd en vervolgens bij ministeries worden ingezet, zijn niet in deze cijfers meegenomen. Ongeveer een kwart van alle inhuur bestaat uit rechtstreeks ingehuurde zzp’ers. Dat percentage is overigens niet gedaald tussen januari en juli. Het totale aantal externen is in die zes maanden gestegen van 15.779 naar 16.597. Het aantal zzp’ers steeg mee: van 3.778 naar 4.039. Niet alle ministeries hebben over heel 2025 een compleet beeld. Het streven is wel om deze informatievoorziening verder op orde te krijgen. Over de Belastingdienst wordt gemeld dat dit onderdeel al op 1 januari 2025 geen schijnzelfstandigen meer aan het werk had. Dat wist toenmalig staatssecretaris Van Oostenbruggen eind vorig jaar al te melden in een interview met ZiPconomy. Beleid Om zzp’ers op een juiste manier in te huren, heeft het ministerie van BZK beleidsinstrumenten ontwikkeld die door alle ministeries zijn vastgesteld. Daarin wordt onder andere bepaald dat departementen hun externe inhuur en welk deel daarvan kan worden aangemerkt als potentieel schijnzelfstandig moeten bijhouden, zo stelt Rijkaart. Die instrumenten moeten departementen ook ondersteunen bij de beoordeling van de arbeidsrelatie met ingehuurde zelfstandigen. Verder zorgt het ministerie ervoor dat departementen onderling van elkaar kunnen leren, zodat, schrijft de minister, “de afbouw van schijnzelfstandigheid zo zorgvuldig mogelijk gebeurt”. rijksoverheid Print Over de auteur Over ZiPredactie De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie