HeadFirst Group 21 mei 2025 0 reacties Print NBBU-voorzitter Halbe Zijlstra: “Regeldrift werkt averechts in de arbeidsmarkt”De Wet TTA kan volgens de nieuwe voorzitter van de NBBU Halbe Zijlstra grote onbedoelde en ongewenste gevolgen kan hebben. In plaats van bestrijden van malafiditeit zorgt het vooral voor veel ‘stilstaand geld’ en oplopende administratieve lastendruk. Met als gevolg uitsluiting van bonafide ondernemingen. Een interview. De arbeidsmarktpolder kent een nieuwe topman: Halbe Zijlstra is sinds maart 2025 de voorzitter van de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU). Na zijn rol als fractievoorzitter van de VVD in Rutte II, een directiefunctie bij VolkerWessels en zelf actief te zijn geweest als zelfstandige, ziet hij hoe de intermediaire branche op een kruispunt staat door onder andere de mogelijke invoering van de Wet Toelating Terbeschikkingstelling van Arbeidskrachten (WTTA). Een stelselwijziging die volgens Zijlstra grote gevolgen kan hebben: van enorme sommen stilstaand geld, oplopende administratieve lastendruk en uitsluiting van bonafide ondernemingen. In gesprek met Sem Overduin van HeadFirst Group laat hij zijn licht schijnen op de WTTA, de regeldrift van Den Haag en een contractneutraal sociaal stelsel voor alle werkenden. Sem: U heeft veel gedaan in uw carrière. Van volksvertegenwoordiger op lokaal en landelijk niveau, tot aan bewindspersoon, directeur van een bouwbedrijf en zelfstandig ondernemer. Wat trok u tot het voorzitterschap van de NBBU? Halbe: Ik ben twee jaar geleden zelfstandig ondernemer geworden en deed een opdracht voor verschillende zorgbemiddelaars. Gaandeweg kwam ik in contact met de NBBU en leerde ik deze branchevereniging kennen als een organisatie die discussies altijd op feiten baseert en de uitvoerbaarheid van beleid en wetgeving centraal stelt. Toen de voorzitterspost vrijkwam, zag ik de kans om bij te dragen aan een organisatie met een sterk beleidsbureau en deskundige mensen. Met zo’n club is het prettig samenwerken. Sem: Veel mensen kennen u nog van uw tijd als volksvertegenwoordiger: hoe sluit uw politieke ervaring aan op deze functie? Halbe: Als fractievoorzitter van de VVD in het Kabinet-Rutte II ben je natuurlijk betrokken bij alle dossiers. Ik onderhandelde onder andere over sociale akkoorden en het streven om ‘vast minder vast en ‘flex minder flex’ te maken. In dat kabinet hebben we veel voor de arbeidsmarkt gedaan. Tegelijkertijd heb ik van dichtbij meegemaakt hoe weerbarstig het arbeidsmarktdossier kan zijn. Die kennis en inzichten gebruik ik om complexe wetten zoals de WTTA niet alleen inhoudelijk te begrijpen, maar ook te toetsen op nut en uitvoerbaarheid. Nog te vaak blijkt in Den Haag dat regels verzanden in administratieve verplichtingen, zonder de beoogde doelstellingen te bereiken. Eigenlijk is ons arbeidsmarktbeleid één groot regeltechnisch wantrouwen. De vraag die centraal moet staan: waartoe dient een regel? De connectie met de praktijk raakt namelijk best vaak zoek. Sem: Hoe zijn uw eerste weken verlopen? Halbe: Zeer intensief, maar erg goed. Ik viel gelijk met mijn neus in de boter, want er speelt natuurlijk het nodige. Ik werd direct betrokken bij de parlementaire behandeling van de WTTA in de Tweede Kamer. Met vele moties en amendementen moesten we als NBBU dus ook gelijk scherp zijn en een vinger aan de pols houden. Sem: Recentelijk heeft de Tweede Kamer met ruimte steun de WTTA aangenomen. Hoe verhoudt het standpunt van de NBBU zich ten opzichte van dit wetsvoorstel? Halbe: Laat ik allereerst benoemen dat het uitgangspunt van de WTTA, een vergunningsstelsel waarmee je het kaf van het koren probeert te scheiden, prima is. Maar we zijn er wel weer in geslaagd om er een ‘gedrocht’ van te maken. Denk bijvoorbeeld aan die 100.000 euro waarborgsom die gestort moet worden. Je krijgt straks letterlijk meer dan een miljard ‘stilstaand geld’ op de bank. Daarmee sla je de toetreding van nieuwe innovatieve ondernemers volledig plat. De gedachte om malafide partijen te weren en toetreding moeilijk te maken begrijp ik wel, maar één ding wil maar niet doordringen: malafiditeit bestaat en zal er altijd blijven. En dit soort partijen hebben een duidelijk kenmerk: ze negeren de regels. En wat is het antwoord hierop? Nog meer regels. Maar hoe groot is de kans dat die malafide partijen zich nu dan wel aan de regels gaan houden? Nul. Het zadelt bonafide partijen op met nog meer regels en verplichtingen. Wat we aan het organiseren zijn, is het faciliteren van nog meer misstanden door de opstapeling van regels. Regeldrift werkt hier averechts, want het zorgt voor steeds meer kosten voor de bonafide ondernemers, waardoor het concurrentievoordeel van de malafide partijen alleen maar groter wordt, want zij houden zich immers niet aan de regels. Er is één ding echt belangrijk om misstanden tegen te gaan en dat is handhaving! Wij onderschrijven als NBBU dus de uitgangspunten, maar zijn wel kritisch op alle regels en verplichtingen die er nog eens bij zijn gekomen. Sem: De WTTA is op z’n zachtst gezegd een complex en veelomvattend wetsvoorstel. Zijn uw leden voldoende voorbereid op alle verplichtingen en mogelijke gevolgen? Halbe: Binnen het ledenbestand van de NBBU is het bewustzijn hoog, maar ik heb het gevoel dat het ‘daarbuiten’ ontbreekt aan kennis. Daar maak ik mij overigens grote zorgen over. Ik vraag mij echt af of alle organisaties die hier straks mee te maken gaan krijgen voldoende op de hoogte zijn van alle details en verplichtingen. Dat geldt vooral voor bedrijven buiten de uitzend- en bemiddelingsbranche. Te veel ondernemingen weten niet dat de WTTA ook op hen van betrekking is. We moeten ons realiseren dat bijna ieder bedrijf die wel eens een werknemer uitleent, onder deze wet met al zijn verplichtingen gaat vallen. Er wordt gesproken over 15.000 tot 20.000 ondernemingen, maar ik ben bang dat die groep nog wel wat groter is. Sem: Een amendement om expliciet een uitzendverbod op te nemen in de wet werd ook met een ruime meerderheid door de Tweede Kamer aangenomen. Hiermee lijkt een sectoraal uitzendverbod weer een stap dichterbij. Wat vindt de NBBU van deze ontwikkeling? Zoals ik net al aangaf onderschrijven wij de conclusies van het rapport van Roemer en de uitgangspunten van de WTTA. Dat hebben wij eerder ook richting de Tweede Kamer gezegd. Maar ook nog uitzendverboden in de wet amenderen gaat voor ons echt een brug te ver. Het is in veel sectoren ook praktisch onhaalbaar. Wij werken mee aan de WTTA, maar alsjeblieft leg ons niet nóg meer regels en verplichtingen op. Ga er dus niet nóg een keertje overheen. Wij zijn dus mordicus tegen een uitzendverbod. Want waar leg je dan de grens? Waar stopt een sector? Daar zullen wij de Eerste Kamer ook op wijzen. Sem: Waar komt die Haagse regeldrift toch vandaan? En waarom is er steeds onvoldoende aandacht voor het handhaven van de regels? Halbe: Er is een politieke werkelijkheid en een praktische werkelijkheid. In de politieke werkelijkheid werkt er op papier van alles, maar is de praktische uitvoerbaarheid niet altijd voordelig en wenselijk. Het heeft ook deels te maken met een soort politieke reflex: er is ophef, er worden bijvoorbeeld misstanden gesignaleerd en dan komt er altijd een roep om extra maatregelen en regels. Het is immers een manier voor Kamerleden om te laten zien dat zij actief bezig zijn met een vraagstuk, vaak met hele goede bedoelingen. Maar de oplossing voor veel problemen is niet altijd te vinden in meer regels. Hoe werkt het uit in de praktijk? En gaat de regel het doel bereiken waarvoor die bedoeld is? Dat zijn hele cruciale vragen. En doordat we al die regels opstapelen, wordt het steeds moeilijker om dat allemaal te handhaven. Het is veel effectiever om bestaande regels te handhaven dan nieuwe regels op papier toe te voegen. Sem: De WTTA terzijde. Er is namelijk ook veel te doen rondom het thema schijnzelfstandigheid en de handhaving van de Belastingdienst sinds begin dit jaar. Merkt u onrust bij uw leden nu het handhavingsmoratorium is vervallen? Halbe: Zeker. Je zag, zeker na alle berichtgeving in de media, dat er toch wel paniek ontstond bij inhurende organisaties en dat er gestopt werd met het inhuren van zzp’ers. De paniek is er wel een beetje van af, maar de onzekerheid blijft wel bestaan. Ook hier zie je een scheiding tussen het wensdenken en wat de beoogde uitkomsten zijn in de praktijk. Het blijft voor organisaties een groot risico als blijkt dat een zzp’er achteraf toch een werknemer is, met alle gevolgen van dien. Ik wil overigens niet gaan ontkennen dat er geen misstanden zijn op de arbeidsmarkt, maar ik ben wel van mening dat deze schrijnende gevallen vooral voorkomen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Daar moeten we vooral de focus op leggen. Daarom zijn wij ook voorstander van het rechtsvermoeden van werknemerschap onder een bepaald uurtarief. Die grens van ongeveer €38 vind ik heel goed. Overigens vinden wij het dan wel fair om boven dat uurtarief bijvoorbeeld een rechtsvermoeden van ondernemerschap in te voeren. Sem: Tot slot wil ik het ook nog even hebben over een contractneutraal stelsel. De NBBU pleit al langer voor zo’n stelsel. Waarom is dat belangrijk? Halbe: Het merendeel van de zzp’ers heeft heel bewust gekozen voor het zelfstandig ondernemerschap. Ze hechten veel waarde aan autonomie en flexibiliteit. Dit werpt automatisch de vraag op in hoeverre onze arbeidsmarkt deze groep faciliteert. De discussie over schijnzelfstandigheid kent een sterk fiscaal en arbeidsrechtelijk karakter en we zijn al decennia bezig om op een goede manier om te gaan met het toetsen van de arbeidsrelatie. Je ontkomt er echt niet meer aan om na te denken over een contractneutraal stelsel, waarin alle werkenden ongeacht hun contractvorm gewoon bijdragen aan het stelsel van sociale zekerheid. Je bent dan van de hele discussie over de kwalificatievraag af. Je hebt geborgd dat alle werkenden bijdragen aan de sociale zekerheid en kwetsbare werkenden een vangnet hebben. Sem: Hoe gaat u Den Haag overtuigen van zo’n stelsel? Halbe: Ik blijf hier bescheiden in, ik denk namelijk niet dat ik in staat ben het politiek-maatschappelijke debat hierover direct om te gooien. Maar ik ga zeker een actieve bijdrage leveren aan de discussie. Het lastige is wel, dat deze discussie vanuit hele diep gegraven loopgraven wordt gevoerd. Vanuit de NBBU zullen wij continu blijven wijzen op de snelle veranderingen op de arbeidsmarkt, de gevolgen van alle regeldrift en de kansen van een contractneutraal stelsel, want die kansen zijn groot. Het sluit aan bij de behoeften van veel werkenden en biedt mensen meer keuzevrijheid. Verder wil ik veel coalities gaan smeden. We werken al prettig samen met partijen zoals de ABU, VvDN, Bovib en RIM, maar ik wil ook buiten dat veld allianties sluiten. Sem: Wat wilt u politici en beleidsmakers in Den Haag meegeven? Halbe: Als we een goed functionerende arbeidsmarkt willen, dan moeten we bereid zijn om regels te schrappen in plaats van nieuwe regels in te voeren. We moeten durven om met een frisse blik naar die arbeidsmarkt te kijken: wat willen werkenden anno 2025? En wat past daar dan bij qua regelgeving? En nog veel belangrijker: kunnen we die regels dan ook handhaven? Niet te handhaven regels zorgen lokken misbruik uit en dat is de kern van de huidige problematiek. Dit interview maakt deel uit van een reeks van HeadFirst Group, waarin het Public Affairs-team de afgelopen weken meerdere experts heeft geïnterviewd die nauw betrokken zijn bij onderwerpen rondom zzp’ers en de arbeidsmarkt. De serie bestaat uit interviews, die de komende weken gepubliceerd zullen worden. HeadFirst Group, Terugblik op het zzp-dossier 2024. Het jaar door de ogen van Print Over de auteur Over HeadFirst Group HeadFirst Group is marktleider in de Benelux op het gebied van het professioneel organiseren van externe inhuur. De organisatie biedt een diversiteit aan flexoplossingen, waaronder contracting, matchmaking, managed service providing (msp) en business consultancy. Er werken dagelijks ongeveer 15.000 professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van ongeveer 1,5 miljard euro. De bekendste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst, Between en Myler en MSP-dienstverlener Staffing Management Services. Door de unieke samenstelling van bedrijven – met ieder zijn eigen specialistische diensten - heeft HeadFirst Group een oplossing voor ieder inhuurvraagstuk. Zorgeloos inhuren, dat is onze belofte. Bekijk alle berichten van HeadFirst Group