Kabinet gaat kamermotie over verlenging ‘zachte landing’ handhaving zzp niet uitvoeren.

Het kabinet voert de motie van de Tweede Kamer om de zogenoemde ‘zachte landing’ bij de handhaving van de Wet DBA te verlengen tot eind 2026 niet uit. Dat schrijft staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst Heijnen (BBB) in een brief aan de Kamer. Volgens Heijen zou een verlenging betekenen dat “de beoogde en afgesproken verbetering op de handhaving van schijnzelfstandigheid niet wordt gerealiseerd.”

Oproep Kamer

De Kamer nam vorige week de motie-Ergin c.s. aan, waarin werd gevraagd de huidige handhavingsstrategie – waarin “de menselijke maat en risicogerichte handhaving centraal staan” – met twee jaar te verlengen. Het kabinet wijst dat af. Heijnen stelt dat verlenging “goed gedrag ontmoedigt” en juist partijen bevoordeelt “die geen werk hebben gemaakt van de aanpak van schijnzelfstandigheid”.

Ook zou uitstel volgens het kabinet leiden tot “verdere onduidelijkheid”, terwijl bedrijven juist behoefte hebben aan “koersvastheid” en “voorspelbaarheid van het overheidsbeleid”. Bovendien wijst Heijnen op financiële risico’s: de opheffing van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 is vastgelegd als mijlpaal in het Europese Herstel- en Veerkrachtplan (HVP). “Indien er sprake zou zijn van het verlengen van de zachte landing zou de Europese Commissie dit kunnen zien als het terugdraaien van een reeds behaalde mijlpaal,” schrijft zij. Dat kan volgens haar leiden tot een korting “oplopend tot €600 miljoen” op Europese middelen.

Inzetten op communicatie om onnodige terughoudendheid te voorkomen

Heijnen zegt begrip te hebben voor signalen uit de praktijk over de gevolgen van het strikter handhaven, maar benadrukt dat veel organisaties inmiddels hun bedrijfsvoering hebben aangepast. “Ik realiseer me dat de opheffing van het handhavingsmoratorium inspanning vergt en een spannend moment kan zijn voor werkgevenden en werkenden,” schrijft de staatssecretaris. “Ondanks de uitdagingen zie ik veel werkgevers die de organisatie anders inrichten, zodat zij handelen conform wet- en regelgeving en daar (inmiddels) ook de voordelen van ervaren.”

Het kabinet blijft volgens haar inzetten op communicatie om bewustwording te vergroten en “onnodige terughoudendheid” bij werkgevers te voorkomen. De staatssecretaris zegt later dit najaar terug te komen op een andere motie, die oproept om de handhaving meer te richten op “structureel misbruik en kwetsbare situaties, waarbij bonafide ondernemers worden ontzien.”

De Belastingdienst zal volgens Heijnen blijven handhaven “conform de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie (…) waarbij de menselijke maat en risicogerichte handhaving centraal staan.”