"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Rapport: ‘Premie verplichte AOV kan lager dan de 6,5% van het ministerie’

De verplichte AOV voor zelfstandigen kan voor een lagere premie dan de 6,5% waar het ministerie mee rekent. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd rapport van het Koninklijk Actuarieel Genootschap. Daarin staat dat een premie van 5,6% realistisch is.

De verplichte Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid voor Zelfstandigen (BAZ) moet zelfstandigen beschermen tegen inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft de premie voor deze verzekering geschat op 6,5 procent.

Wat vooral commotie oplevert is de hoogte van de premie in verhouding tot de dekking van de verplichte verzekering: de uitkering bedraagt maximaal het minimumloon. Vanwege alle commotie heeft het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG) in 2024 een werkgroep ingesteld om hier onafhankelijk onderzoek naar te doen. De resultaten zijn vandaag gepubliceerd in het rapport ‘De prijs van de Baz: hoe aannames de premie bepalen.’

Premie van 3 procent niet realistisch

Volgens critici zou een arbeidsongeschiktheidsverzekering met gelijke dekking in de private markt tegen een premie van ongeveer 3 procent kunnen worden aangeboden. Daar sluiten de actuarissen zich overigens niet bij aan. “Ik durf wel te zeggen dat een premie van 3 procent flauwekul is”, zegt actuaris Max Kaspers, lid van de werkgroep achter het rapport, vandaag in het Financieele Dagblad (FD).

In het rapport komen de actuarissen tot een realistische premie van 5,6 procent bij een wachttijd van één jaar. Hierbij wordt een bandbreedte aangehouden van 5,3 tot 6,0 procent. Bij een wachttijd van twee jaar kan de premie nog verder omlaag, namelijk naar 5,0 procent, met een bandbreedte van 4,7 tot 5,3 procent. Ter vergelijking: het ministerie rekent met een premie van 5,5 procent bij een wachttijd van twee jaar.

Een wachttijd van twee jaar heeft volgens het rapport als voordelen dat het aansluit bij de wachttijd in de WIA, het uitvoeringstechnisch eenvoudiger is (belangrijk voor zowel UWV als Belastingdienst), de verplichte verzekering goedkoper wordt en zelfstandigen meer invulling kunnen geven aan de overbrugging. 

Minder psychische klachten zelfstandigen

Verschillende factoren zorgen ervoor dat het genootschap op een lagere premie uitkomt dan het ministerie. De verwachting is dat de instroom in de BAZ lager zal zijn dan bij de WIA, door de lagere uitkering, het strengere keuringscriterium en het betere arbeidsongeschiktheidsrisicoprofiel van zelfstandigen. Zo blijkt uit onderzoek dat zelfstandigen minder psychische klachten ervaren dan werknemers. “Als de WIA-criteria zouden gelden, dan zou de premiestelling omhoog moeten naar 7,1 procent bij twee jaar wachttijd”, zegt actuaris Job van Wassenberg, ook lid van de werkgroep, in het FD.

Lees ook: Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ)

Het Koninklijk Actuarieel Genootschap erkent dat het rekenkundig modelleren van de BAZ een uitdaging blijft, omdat veel elementen onzeker zijn. “Het is een geheel nieuwe verzekering met een nieuw keuringscriterium”, licht Kaspers in het FD toe. De huidige, privaat verzekerde zelfstandigen geven geen representatief beeld, omdat het maar een kleine groep betreft (een op de vijf) en de keuringscriteria afwijkend zijn. Het genootschap adviseert meer onderzoek te doen naar de twee grootste onzekerheden, omdat deze elementen aanzienlijke invloed op de premie hebben. Het gaat hierbij om het keuringscriterium en het arbeidsongeschiktheidsrisico. 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *