"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

De Commissie-Boot en de Wet DBA. Je kunt erop wachten…

Staatssecretaris Wiebes ligt onder vuur in de Kamer. Maar er wacht ook de bevindingen van de Commissie Boot. Fiscalist Boris Emmerig legt uit wat de impact van die commissie kan zijn,

De Tweede Kamer legt het vuur aan de schenen van Staatssecretaris Wiebes omtrent de Wet DBA. Maar ondertussen er er ook de commissie Boot die hard bezig is om een oordeel te vellen over hoe de Belastingdienst met de Wet DBA omgaat. De commissie Boot komt uiterlijk eind december met haar oordeel en gaat mogelijk voor het nodige vuurwerk zorgen.

De commissie Boot richt zich met name op arbeidsrechtelijke kwaliteit van de modelovereenkomsten is. Op een seminar over de Wet DBA vorige week, georganiseerd door Source, ging fiscalist Boris Emmerig in op de mogelijk impact van deze commissie, die is ingesteld op verzoek van de Eerste Kamer. Die commissie is mogelijk nog wat onbekend maar kan volgens Emmerig een flinke impact hebben op hoe de Wet DBA wordt uitgevoerd.

De commissie Boot zou volgens Emmerig de Belastingdienst wel eens stevig op de vingers kunnen gaan tikken omdat die Belastingdienst een wel erg simpele werkelijkheid hanteert bij de beoordeling of er wel of geen arbeidsrelatie is, door te stellen dat bij het ontbreken van arbeid, loon of gezag er geen arbeidsrelatie is. Het arbeidsrecht is wel iets complexer dan dat.

In het onderstaande artikel licht Emmerig zijn verwachting toe op basis hetgeen Staatssecretaris Wiebes over de commissie-Boot heeft opgemerkt in het debat met de Tweede Kamer over de Wet DBA op 29 september jl. Wiebes doet daarin een aantal opmerkelijke uitspraken. 

Leest u mee.

“Toen is de commissie-Boot ingesteld. De heer Boot, professor Arbeidsrecht in Leiden en rechter, zit die commissie voor. Daar zitten deskundigen in die bij de Belastingdienst overeenkomsten die goedgekeurd of afgekeurd zijn uit de bak pakken en er een eigen beoordeling aan wijden om na te gaan of het niet te soepel of te streng is. Met dat proces zijn we nog niet klaar. Ik heb nog niets gehoord van de commissie-Boot.”

OK, nog niets gehoord van de Commissie-Boot. Maar hoe moet ik dit dan duiden?

“De handleiding DBA, waar de heer Van Weyenberg uit put, is voorafgaand aan deze hele exercitie getoetst door de commissie-Boot, en voldoet aan de laatste jurisprudentie.”

“Zonet waren de heer Van Weyenberg en ik het er met elkaar over eens dat de Belastingdienst het wel volgens de wet moet doen, dus volgens het Burgerlijk Wetboek, maar ook volgens de laatste jurisprudentie. Dat doen we. Daar is dat toetsingskader ook mee in overeenstemming gebracht na Boot.”

Het opmerkelijke is dat de Handreiking DBA begin maart is gepubliceerd en de commissie-Boot pas op 15 april is ingesteld (hier het instellingsbesluit). De vraag is dan (1) hoe het in de tijdlijn mogelijk is dat de commissie-Boot de Handreiking DBA heeft getoetst en (2) dat Wiebes desondanks nog niets heeft gehoord van de Commissie. Pieter Omtzigt pikte dit punt in het debat op. Hij vroeg het volgende.

“De commissie-Boot heeft de handreiking DBA inzake gezag getoetst. Ik zou graag willen dat die toetsing ook openbaar wordt, want die handreiking bestond al voor de commissie-Boot.”

Ik denk dat Pieter Omtzigt niet de enige is die graag ziet dat de toetsing openbaar wordt gemaakt. Wiebes reageert niet op de wens van Omtzigt, niet tijdens het debat en ook niet daarna. Het is van tweeën één: ofwel Wiebes maakt de toetsing openbaar, ofwel er is geen toetsing (en dan heeft Wiebes de Kamer onjuist geïnformeerd). Nu lijkt me dat nog geen politieke doodzonde, maar Wiebes zou er goed aan doen om inzake de Wet DBA maximale transparantie te betrachten gezien de onzekerheid die deze wet veroorzaakt.

economische sanctiesV3
Stef Ringoot

Wiebes deed nog meer uitlatingen in het debat die mijn aandacht trokken.

“Ik noem […] de toetsing door de commissie-Boot. Wij weten allemaal wat daar uitkomt. Men zal vast hier iets te soepel zijn en daar iets te streng. Dan weten wij dat ook. De Belastingdienst zal niet feilloos zijn, maar op een gegeven moment staat vast wat conform de wet is en wat niet.”

Wij weten allemaal wat daar uitkomt? Ik weet het niet, maar zou Wiebes het dan al wel weten?

“Het derde punt gaat over de commissie-Boot, die een en ander heel streng gaat bekijken. De ene helft van de Eerste Kamer dacht: ze worden te soepel. De andere helft dacht: ze worden te streng. Ongetwijfeld komen daar dingen uit. Vast niet alles is perfect. De commissie-Boot bestaat uit heel geleerde, heel zelfstandige en eigenwijze mensen, dus zij gaat vast ook nog een aantal andere dingen zeggen. Je kunt erop wachten. Academici heb je immers niet in de hand. De commissie denkt er in december mee klaar te zijn. Ik heb haar gevraagd om dat zo te doen dat ik nog een soort bestuurlijke reactie kan geven bij het rapport waarin ik de Kamer meld wat ik met de toetsing wil doen. Ik streef ernaar om dat voor de kerst aan de Kamer te sturen, zodat we dan weten wat de expert vindt van de toetsing door de Belastingdienst en UWV.”

Wiebes reflecteert op wat kan gaan komen of gaat komen. De Belastingdienst zal niet feilloos zijn en vast niet alles is perfect. De commissie gaat vast ook nog een aantal andere dingen zeggen. Academici heb je immers niet in de hand. Dat is opmerkelijk omdat Wiebes eerder hoog opgaf over de arbeidsrechtelijke expertise van de Belastingdienst.

“Ik denk dat uitzendorganisaties, misschien samen met het UWV en de Belastingdienst, tot de drie typen instanties in Nederland behoren die het meest verstand hebben van arbeidsrecht.”

Wiebes gaat een discussie over het arbeidsrecht in het debat met de Tweede Kamer echter uit de weg.

“Het is een beetje te laat voor de heer Van Weyenberg om nu via mij met professor Boot over het arbeidsrecht te discussiëren, terwijl we het hier eigenlijk hebben over de voortgang van de implementatie. Ik ben bereid om er schriftelijk nog heel precies iets over te melden, maar laten we dat diepgaande, arbeidsrechtelijke debat hier niet voeren, want daar leent de collegezaal zich meer voor. Een specifieke vraag daarover zal ik schriftelijk beantwoorden, maar dan wordt het een arbeidsrechtelijke discussie.”

Een diepgaande discussie over het arbeidsrecht kan zeker in de collegezaal gevoerd worden, maar waarom zou die niet in de Tweede Kamer gevoerd kunnen worden? Omdat het een beetje te laat is? Dat is geen valide argument. Wiebes vraagt om geduld.

“Nou ja, we moeten ook een aantal dingen leren uit dat loket  (het meldpunt DBA bedoelt Wiebes) dat nog operationeel moet worden. Daar gaan we zien dat in branche x, y en z mensen moeilijk aan het werk komen. Misschien dat Boot dan zegt dat hij het toevallig net in die branches een beetje te streng vindt. Dus dan hebben we een oplossing.”

“Bij deze groep (de groep die nog geen zekerheid heeft) speelt heel erg de vraag: klopt het oordeel van de Belastingdienst? Zoals gezegd, laten wij even geduldig zijn, ten minste tot en met de commissie-Boot.”

Klopt het oordeel van de Belastingdienst? Misschien dat Boot zegt dat hij het een beetje te streng vindt. Wiebes komt op mij onzeker over, alsof hij zich indekt. Dat beeld versterkt hij met de volgende uitspraak.

“We hebben een commissie en die bepaalt eigenstandig welke overeenkomsten zij nader wil toetsen en bespreken. Ik ga die commissie ook niet sturen, want dan maak ik mijzelf verdacht. Een onafhankelijke commissie laat ik de Belastingdienst toetsen en vervolgens geef ik die commissie allerlei orders. Ik geef mevrouw Mei Li Vos in overweging om haar motie  (over PostNL) in te trekken en genoegen te nemen met de toezegging die ik als volgt wil formuleren. Ik zal de heer Boot overbrengen dat er bij het parlement de wens bestaat dat hiernaar heel goed wordt gekeken. Dan laat ik aan hem over of hij het doet. Ik wil echter niet mijn eigen toetser gaan sturen of met dit soort dingen op pad sturen. Dat maakt het rommelig. We hebben nu net onafhankelijkheid ingebouwd. Die mijnheer kan mij alle hoeken van de Kamer laten zien als hij dat wenst, en dat moet ook. Ik ga dan niet sturen, dat vind ik in deze relatie heel ongemakkelijk. Ik wil de toezegging doen dat ik de wens van de Kamer overbreng aan de heer Boot. Ik laat het aan hem over of hij hierop ingaat. De mensen die met de commissie-Boot werken, zitten nu werkelijk met een prullenbak over het hoofd nee te roepen, maar dat is dan aan hen.”

Boot kan Wiebes dus alle hoeken van de kamer laten zien. En met een Belastingdienst die niet feilloos is, zou dat zomaar kunnen gebeuren. Op mij komt het weifelend over. Het lijkt wel alsof Wiebes al weet wat de opvattingen van de commissie zijn. Wiebes zou juist voor de Belastingdienst moeten gaan staan en als hij twijfelt of de Belastingdienst het goed doet, dan zou hij zelf kunnen bijsturen en niet wachten op de commissie-Boot. Wiebes geeft het zelf nog eens kernachtig weer. “Ik heb de commissie-Boot niet aan een touwtje.”

 Boris Emmerig is fiscalist bij Holla Advocaten en  werkt sinds 1990 als belastingadviseur.

Boris Emmerig werkt sinds 1990 als belastingadviseur en sinds 1996 als advocaat. Hij heeft ruim dertien jaar ervaring als raadsheer-plaatsvervanger bij de Belastingkamer van het Gerechtshof te Amsterdam. Hij is als docent verbonden aan de Specialisatieopleiding Arbeidsrecht van het Leids Juridisch PAO, de beroepsopleiding van de Nederlandse Orde van Advocaten en LexLumen. Regelmatig verschijnen publicaties van zijn hand in de fiscale en juridische vakpers. Emmerig is een fiscalist pur sang. Zijn specialismen liggen op het terrein van de loonbelasting, vennootschapsbelasting en fiscale procedures. Hij is verbonden aan het kantoor Holla Advocaten. Bekijk alle berichten van Boris Emmerig

8 reacties op dit bericht

  1. Als ik het zo lees, niet gehinderd door veel kennis over fiscaal- en arbeidsrecht, zou Wiebes dan niet gewoon moeten wachten op de uitkomst van dit onderzoek?

    • @Willem, terecht punt. Het verslag van de Cie Boot zou worden meegenomen in de brief van december en aansluitend Kamerdebat. Opvallend dat gisteren in het vragenuurtje niemand er naar vroeg. Maar ik neem aan de Wiebes idd het wel meeneemt in zijn oplossingen. Gerucht gaat dat het verslag ook al klaar is,

  2. Achterliggende oorzaak is dat het bij de belastingdienst allemaal heel snel georganiseerd moest worden. Eerst was er namelijk het voorstel webmodule, daarna voorstel voor Beschikking Geen Loonheffingen. Beide afgeschoten, maar wel voorbereid door belastingdienst. Toen kwam halsoverkop wet DBA met de hakken over de sloot erdoorheen… En daar heeft de belastingdienst weinig voorbereidingstijd voor gehad.

    Door die snelheid zijn er ongetwijfeld fouten gemaakt aan de kant van de belastingdienst… maar dat valt ze niet zo zwaar aan te rekenen.

    Dus ik verwacht dat de commissie niet teveel impact zal hebben.

    • @Corne, tja, de commissie Boot kijkt niet naar het functioneren van de BD, maar analyseert de output. Als die juridisch slecht is, is die slecht. Los van wiens schuld dat is. Je hebt overigens een punt. Niet de eerste keer dat de politiek te weinig rekening houdt met wat de BD aankan. Het was wel met name Wiebes die haast had en pas onder druk van de ‘polder’ de invoeringsdatum heeft uitgesteld naar 1 mei 2016 en het transitiejaar heeft ingesteld.

  3. Wiebes weet al meer over de bevindingen. Vergeet niet dat de commissie ondersteund werd door zijn ambtenaren.

    De opdracht van de commissie is het toetsen van de overeenkomsten aan het wettelijk kader. Ik denk dat op dat gebied niet veel vuurwerk te verwachten is.

    Interessant in dit kader is het onderstaande artikel waarin de (wetenschappleijke) visie van Boot wordt belicht.
    https://fnvzzp.nl/nieuws/2016/11/wat-denktschrijft-de-commissie-boot

  4. Even voor mijn historisch besef.

    Door wie is die Beschikking Geen Loonheffingen eigenlijk afgeschoten?

    Ook door de ZZP-ers zelf?