SLUIT MENU

ING en Achmea maken echt werk van de Werkcode

Hoe zorg je ervoor dat uitzendkrachten gelijkwaardiger behandeld worden? En hoe geef je invulling aan goed opdrachtgeverschap bij de inhuur van zp’ers? ING en Achmea doen dat door in de CAO’s ook afspraken voor flexkrachten vast te leggen. Gebaseerd op de Werkcode.

De Werkcode is een initiatief van vijf financiële bedrijven en vakbonden, een ‘gedragscode’ bedoeld om niet alleen goed werkgeverschap, maar ook goed opdrachtgeverschap te stimuleren (zie kader). ING is een van de bedrijven. “Wij zijn gevraagd om mee te doen. Wij vinden het een mooi initiatief dat past bij onze visie op inhuur. We hebben een enorm web aan contractvormen binnen onze organisatie, dus de diversiteit op de arbeidsmarkt herkennen wij binnen onze eigen pool van externen”, zegt Arriette Kat, Expert Lead HR Talent bij ING.

Werkcode voor uitzendkrachten

Op 10 december 2019 vond de feestelijke ondertekening van de Werkcode plaats op het kantoor van Achmea. Daarna bleef het stil. De oorzaak: de coronacrisis. Maar toen de CAO (voor vaste medewerkers) in 2021 afliep bij ING was dat het moment om in de nieuwe CAO ook afspraken voor flexkrachten op te nemen volgens de uitgangspunten van de Werkcode.

Aan Kat te schone taak om dit voor elkaar te krijgen. Zij heeft hiervoor een werkgroep (Team CAO) samengesteld, waarin HR, lijnmanagers, directie en vakbonden zijn vertegenwoordigd. “Iedereen was enthousiast. Op alle niveaus werd de urgentie gevoeld om hiermee aan de slag te gaan. Dus het was niet moeilijk om iedereen mee te krijgen. Wel merkten wij dat er een verschil in kennisniveau over extern personeel is.”

ING heeft ervoor gekozen de Werkcode eerst te implementeren voor  uitzendkrachten. Kat: “Er lopen hier jaarlijks zo’n 4.000 externen rond. Dat is heel veel. Daarom hebben we het eerste project gericht op deze groep flexkrachten; de mensen met een uitzendovereenkomst met uitzendbeding (geen werk = geen contract, red.).”

ING streeft ernaar ook deze uitzendkrachten gelijkwaardigheid te bieden en hun inzetbaarheid (arbeidsmarktwaarde) te vergroten. “Maar wij hebben niet de illusie dat wij voor uitzendkrachten kunnen bepalen waar zij behoefte aan hebben”, legt Kat uit.

Wensen van uitzendkrachten

Dus heeft de bank een enquête gehouden onder 800 uitzendkrachten om erachter te komen wat zij graag terug zouden willen zien in een CAO. De respons: meer dan 50%. Er kwamen bij de uitzendkrachten drie duidelijke wensen naar voren: “Een betere beloning (zelfde salaris als vaste krachten), toegang tot opleidingsaanbod én tijdige informatie over contractverlenging.

“Het viel ons op dat contracten pas heel laat verlengd worden binnen ING. Dit bleek vaak pas twee weken van tevoren geregeld te worden. Uitzendkrachten willen graag eerder de zekerheid of zij kunnen blijven of niet”, licht Kat toe.

CAO voor uitzendkrachten

In de onderhandelingsresultaten van de CAO 2021-2022 zijn deze verzoeken grotendeels ingewilligd. Zo is in de CAO opgenomen:

  • Bonus per jaar voor uitzendkrachten
  • Verhoging minimumloon naar € 14,-
  • Schaalmatching
  • Duidelijker perspectief vooraf, versneld detacheren
  • Toegang tot ING’s purpose to impact-trainingsprogramma
  • Vergewisbepaling uitzendbureaus

Bereikt ING hiermee het streven naar goed opdrachtgeverschap voor deze uitzendkrachten? Kat: “Het is natuurlijk nooit klaar. Wil je echt meer zekerheid bieden, dan kan je beter gewoon detacheren.” Zo is ING vorig jaar overgestapt naar versneld detacheren voor uitzendkrachten waarbij langere opdrachten worden gegeven.

Het faillissement van TCP was voor ons een moment van reflectie.

Code voor z(z)p’ers

Het faillissement van contractbeheerder TCP in 2019 was voor ING eerder al  aanleiding de code ‘goed opdrachtgeverschap en goed opdrachtnemerschap’ op te stellen. Het bedrijf kwam landelijk in het nieuws omdat het zp’ers die bij ING een opdracht doen, niet meer kon uitbetalen.

“Wij hebben het destijds goed opgelost met de zp’ers die door het faillissement van TCP zijn getroffen. Maar wij zijn geschrokken van het effect dat dit op hen had. Door de problemen bij die broker realiseerden wij ons dat wanneer de betaling onverwacht stopt, dit snel tot financiële problemen kan leiden bij mensen”, vertelt Kat.

“Het faillissement van TCP was voor ons een moment van reflectie; wat is je rol als opdrachtgever in zo’n situatie? Wij hebben gekozen voor een actieve rol omdat wij goed opdrachtgeverschap nastreven.”

Wijzen op ondernemersrisico’s

Sinds begin 2020 vraagt ING alle zp’ers die aan de slag gaan bij de bank om een deze code te ondertekenen. Natuurlijk is een zp’er een zelfstandig ondernemer die voor eigen risico werkt, maar de bank vindt het belangrijk hen te wijzen op de ondernemersrisico’s. Hoe ga je om met financiële tegenvallers – wat als door een crisis het werk opeens wegvalt? Heb je een ontwikkelplan om jezelf relevant te houden op de arbeidsmarkt? Heb je een AOV voor het geval je arbeidsongeschikt raakt? – via een code, toegankelijk in de vorm van een A4 met een infographic, probeert ING dit extra bij zp’ers onder de aandacht te brengen. “De zp’ers die bij ons aan de slag gaan hoeven niet voor akkoord te tekenen, maar we willen wel dat zij zich hier bewust van zijn.”

Kat merkt dat de meeste zp’ers positief hierop reageren. “In het begin was er enige weerstand bij zelfstandigen – waar bemoei je je mee ING? – en een enkeling tekent deze code niet. Maar inmiddels is het veel meer geaccepteerd. Misschien dat zp’ers zelf hier ook anders over zijn gaan denken door de maatschappelijke discussie.”


De Werkcode

Arriette Kat (ING) en Robert Boulogne (Achmea) geven een presentatie over de Werkcode tijdens het Harvey Nash-seminar eind 2022.

De Werkcode is een initiatief van Achmea, a.s.r., ING, Nationale-Nederlanden, VGZ en de vakorganisaties De Unie, FNV Finance en CNV Vakmensen. Het ideële doel: één arbeidsmarkt voor alle werkenden. De uitgangspunten van de Werkcode zijn:

  1. Werkenden die gelijk werk verrichten worden gelijkwaardig beloond en gewaardeerd (gelijke beloning vast en flex)
  2. Werkenden hebben toegang tot voorzieningen voor arbeidsongeschiktheid en pensioen (voor zzp’er moet tarief hoog genoeg zijn om dit zelf te regelen)
  3. Werk wordt georganiseerd in duurzame arbeidsrelaties
  4. Goed werkgeverschap is ook goed opdrachtgeverschap
  5. Werken bij een van de aangesloten organisaties draagt bij aan het vergroten van arbeidsmarktwaarde van mensen (opleiding- en ontwikkelingsfaciliteiten ook ter beschikking stellen aan flexkrachten)

Deze uitgangspunten zijn richtinggevend bij de vijf financiële organisaties bij het maken van afspraken in de cao en met leveranciers (intermediairs).


Achmea: toegang tot opleidingen uitzendkrachten

Robert Boulogne

Ook Achmea is gestart met het vertalen van de uitgangspunten van de Werkcode naar concrete afspraken in de CAO. Zo is de ketenregeling ingeperkt (maximaal 2 jaar een contract voor bepaalde tijd), is de vergewisbepaling in de CAO opgenomen en uitzendkrachten ontvangen voortaan ook een kerstpakket en andere incentives. En uitzendkrachten die langer dan 3 maanden voor Achmea werken, krijgen toegang tot het opleidingsbudget, zo is nu in de CAO 2022-2023 afgesproken.

‘One workforce’-gedachte

“In de CAO-onderhandelingen gaat het als het erop aankomt ook gewoon om budget”, stelt Robert Boulogne, adviseur toekomst van werken bij Achmea. Maar het draait om meer dan alleen geld. De Werkcode gaat uit van de ‘one workforce’-gedachte en wil dus bijdragen aan een meer inclusieve arbeidsmarkt.

Wat de implementatie van de Werkcode volgens Boulogne lastig maakt, is dat in de praktijk HR vaak verantwoordelijk is voor het vaste cao-personeel en het HR-beleid inricht op basis van uitgangspunten als duurzame inzetbaarheid en ontwikkeling. En dat de inhuur van flexpersoneel vaak bij Inkoop ligt, dat meer kostengedreven is. “Door deze taakverdeling ontstaan er verschillen tussen arbeidsvoorwaarden van cao-personeel en flexibel personeel. Dankzij de Werkcode worden voor flexkrachten gelijkwaardige afspraken gemaakt.”

Boulogne hoopt dat het doel van de Werkcode van één arbeidsmarkt voor alle werkenden in de toekomst wordt bereikt. “Wij hebben als financiële bedrijven deze beweging geïnitieerd, ik hoop op een sneeuwbaleffect in de rest van de arbeidsmarkt. Want je kunt als gelijkgestemde bedrijven veel zelf doen, je hoeft niet te wachten op wetgeving.”

Zowel Arriette Kat (ING) als Robert Boulogne (Achmea) hebben hun ervaringen met de Werkcode gepresenteerd op het drukbezochte jubileum-seminar van Harvey Nash eind vorig jaar.