"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

FNV wint rechtszaak tegen Uber. Een uitgebreide analyse over de gevolgen.

Uber moet chauffeurs in dienst nemen, zo bepaalde de rechtbank in een zaak die veel publiciteit kreeg. Nu het stof rondom die uitspraak is neergedaald maakte platformexpert Martijn Arets een uitgebreide analyse. Over de rol van FNV, de houding van Uber en de gevolgen voor anderen.

Alleen hij of zij die de afgelopen week zonder bereik onder een steen heeft gelegen, heeft het nieuws kunnen missen: de uitspraak van de rechtszaak die FNV tegen taxiplatform Uber heeft aangespannen. De inzet: de juridische status, met de hierbij behorende (on)zekerheden, van de chauffeurs. Het werd een duidelijke uitspraak. Een uitspraak die de toon zet, maar nog zeker veel vragen met zich meebrengt. In dit stuk ga ik in op de uitspraak, de zaak, de context en denk ik na over wat de gevolgen kunnen zijn.

Wat er voorafging

Er is al een flinke tijd veel onduidelijkheid rondom de vraag wie nu wel en wie nu geen ‘echte’ zzp’er is. Zoveel onduidelijkheid, dat ook een poging een nieuwe toets in te voeren faliekant dreigt te mislukken. Dat ook bij de overheid bekend is dat het zzp-dossier op zijn zachts gezegd niet lekker loopt is ook hier niet onopgemerkt gebleven. Zo is besloten om voorlopig niet te handhaven, wat in de praktijk betekent dat ‘de markt’ het dan maar zelf op moet lossen. En hoewel het er naar uit ziet dat iedereen het erover eens is dat alleen een grondige hervorming van de arbeidsmarkt een écht duurzame oplossing is, is er geen zicht op een oplossing. Iedereen blijft veilig in de eigen silo zitten en het ziet er naar uit dat de onduidelijkheid blijft.

In de kluseconomie speelt de discussie over de juridische status van de werkende ook. Het merendeel van de kluseconomie platformen heeft intussen erkend dat zij wel een bemiddelaar zijn, maar ziet zich niet als werkgever. Vakbond FNV (CNV is in dit debat onzichtbaar) is van mening dat platformwerkers in principe ‘werknemer zijn tenzij’ en probeert, met wisselend succes, haar gelijk te krijgen in de rechtszaal. In het geval van Uber, het taxiplatform waar chauffeurs als zzp’er voor rijden, heeft de rechter vorige week bepaald dat de chauffeurs ‘gewoon’ werknemers zijn. Een historische uitspraak. FNV wint. Uber verlies. En de chauffeur? Tja, dat is nog even afwachten.

De stelling en omstreden rol van FNV in dit debat

De zaak tegen Uber is aangespannen door de FNV. De vakbond voerde eerder rechtszaken tegen Deliveroo (verloren, gewonnen en gewonnen) en Helpling (verloren) en er staan nog een aantal andere zaken in de steigers. De inzet bij deze zaken: het erkennen van het werkgeverschap. Volgens FNV is flexibiliteit en zekerheid namelijk prima te combineren binnen een uitzendovereenkomst. Het begint ook intern bij de FNV op te vallen dat zij in dit debat wel erg vaak de uitzendsector promoten. Zo zei Erik Pentenga, sectorbestuurder FNV Flex, in een ABU-publicatie: “Dat is toch erg, nou moet ik als onderhandelaar van de vakbond de uitzendovereenkomst gaan lopen verdedigen.” Ja dus.

De rol van FNV in dit debat is niet onomstreden. Zo is het de vraag in hoeverre FNV ontvankelijk is om een zaak te voeren: het is niet duidelijk hoeveel platformwerkers door de bond worden vertegenwoordigd. Ook lijkt de keuze van de aan te klagen partijen soms wat selectief. De activiteiten en voorwaarden van kluseconomieplatformen zijn in veel gevallen namelijk echt niet nieuw en worden soms al tot 25 jaar gedoogd door FNV. Zo heeft Helping een 25 jaar oudere concurrent HomeWorks en is Uber echt niet de enige die gebruik maakt van freelancers. Taxicentrales als TCA doen dit al sinds jaar en dag. En ook de ‘oude rotten’ in het vak worden steeds meer technologie gedreven. Ik verwoorde dit in een eerder blog als volgt: “Als de FNV het belangrijk vindt om voor deze doelgroep op te komen, waarom hebben zij een organisatie als HomeWorks dan niet al veel eerder aangepakt?”

Als laatst is het de vraag in hoeverre de werkenden ook echt iets opschieten met de rechtszaken van FNV. Zo concurreert Helpling met de zwarte markt en zijn activiteiten van to-business platformen ook prima in een uitzendovereenkomst te gieten, maar bouwt de werkende ook hierin nagenoeg geen zekerheid op. Gekscherend zou je kunnen zeggen dat FNV tegen schijnzelfstandigheid vecht, maar daarmee soms iets te veel schijnzekerheid promoot.

Ben ik van mening dat alle rechtszaken tegen platformen onnodig zijn? Zeker niet: de uitspraken geven duidelijkheid. Het enige dat ik zonde vind is dat de nuance in het debat verdwijnt wanneer de strijd om het ene of andere hokje gaat. Valkbonden zien loondienst als heilige graal, terwijl de discussie gaat over zekerheid, beperken risico, continuïteit en eerlijkheid. Ik had (met mijn naïeve hoofd) gehoopt dat de opkomst van platformen als excuus zou worden gebruikt voor een bredere discussie over de toekomst van werk, maar die kans lijkt verkeken. En dat is ook niet in het belang van de werkende en daarmee ook niet van de vakbond.

De uitspraak

Dan de uitspraak van vorige week. In het verweer in de rechtszaak pleitte Uber geen werkgever te zijn: de taximarkt is immers al jaren een zzp-markt. Het enige dat Uber toevoegt in de markt van taxi bemiddelaars als centrales is een geavanceerde app. FNV gaf aan bekend te zijn met het gegeven dat deze markt een zzp-markt is, maar dat dat in deze zaak niet relevant is: de zaak gaat puur om Uber en wat er in de rest van de taximarkt ‘normaal’ is, was volgens FNV niet relevant. In de uitspraak kiest de rechter voor de invalshoek van FNV en beperkt zich puur op wat er bij Uber speelt.

Uber moet de taxichauffeurs per direct in dienst nemen en de taxi-cao respecteren. Ook moet het met terugwerkende kracht de chauffeurs compenseren alsof zij ook de jaren hiervoor in dienst zijn geweest.

Een uitspraak met grote gevolgen voor het bedrijf.

Een van de meest opvallende zaken in de uitspraak is wat de rechter heeft benoemd tot ‘modern werkgeversgezag’. Oftewel: ook al is een app je baas en het algoritme jouw manager: ook dan is er sprake van gezag. Immers: de technologie stuurt de werkende, bepaalt wie welke rit krijgt, wat de prijsstelling is en monitort de chauffeur en verbindt consequenties aan acties. Als laatst heeft de rechter ook bepaald dat het beoordelingssysteem onderdeel is van dit ‘moderne werkgeversgezag’. Het is uniek dat de rechter zo uitgebreid is ingegaan op de werking van de app. Waarbij overigens niets is gezegd over de mogelijkheid voor chauffeurs om voor meerdere apps tegelijk ingelogd te zijn, wat ook wel ‘multihomen’ wordt genoemd.

Waar in de Deliveroo-zaak de koerier nog zelf mag bepalen of deze aanspraak wil maken op het dienstverband, laat de rechter in de Uber-zaak geen ruimte voor de keuze van de werkende: iedereen moet in dienst. Direct, met terugwerkende kracht, maar zonder dwangsom als stok achter de deur.

De passage over ‘modern werkgeversgezag’ laat overigens zien dat een zaak over de contractvorm misschien de meest logische, concrete en uitlegbare was, maar dat een zaak rondom dit moderne werkgeverschap en de onzekerheden, onduidelijkheden en kwetsbaarheden die hierbij komen kijken voor een veel bredere groep relevant zou zijn geweest. Vraagstukken over transparantie van besluitvormingsprocessen, hoor- en wederhoor bij algoritmes en transparantie in algoritmes is voor een veel bredere groep werkenden, zowel binnen als buiten een dienstverband, ontzettend relevant.

Is dit het einde van de kluseconomie?

Ik hoorde direct al veel verhalen voorbijkomen dat dit het einde van de kluseconomie is. Ik ben van mening dat dat onzin is. De categorie platformen waar Uber bij hoort is de categorie waar de impact van het ‘modern werkgeversgezag’ het grootst is. Het algoritme bepaalt wie het klusje krijgt, wat de prijs is en hoe de klus moet worden uitgevoerd. De technologie controleert ook de werkende sterk. Dit soort ‘werkgeversgezag’ past bij platformen met een ‘on demand’ transactie op fysieke locatie. Oftewel: taxi, bezorging en logistiek waar de werkende per uitgevoerde klus wordt betaald. Het enige type platformen die dit overtreffen zijn de ‘micro task’ platformen als Amazon Mechanical Turk. Platformen waar onzichtbare werkenden online klusjes van een paar seconden tot een paar minuten uitvoeren, veelal om falende algoritmes te corrigeren. Online en internationaal opererende platformen en daardoor erg lastig (lees: nagenoeg onmogelijk) aan te pakken.

Uber zelf noemt de uitspraak ‘verrassend’ en ‘complex’. Dit is natuurlijk onzin.

Bij andere platformen in de to-business en to-consumer sector is de impact van dit werkgeversgezag veel en veel kleiner en wordt, een beetje afhankelijk van de definitie die je gebruikt, geen gebruik gemaakt van algoritmes. Ook staan hier de opdrachtgevers en -nemers vaak direct met elkaar in contact. Wat dat betreft gaat deze uitspraak dus specifiek over Uber en misschien indirect over andere on-demand platformen, maar zeker niet voor heel de kluseconomie. Maar dat de toon is gezet, dat is duidelijk.

Wat gaat er met en bij Uber gebeuren?

De grote vraag is nu: wat gaat Uber doen. Wat Uber ook gaat doen: deze zaak en de reactie van Uber hierop ligt wereldwijd onder een enorm vergrootglas. Als Uber een wijziging doorvoert, dan zal dat de ‘default’ worden in iedere discussie waar ook ter wereld die volgen gaat. Het is dan ook niet heel verrassend dat Uber nog geen actie heeft ondernomen.

Uber zelf noemt de uitspraak ‘verrassend’ en ‘complex’. Dit is natuurlijk onzin, maar een manier om tijd te kopen. Het heeft al aangegeven het vonnis voorlopig niet uit te voeren.

Wat wanneer Uber het vonnis wel uitvoert?  Het bedrijf kan de chauffeurs in dienst nemen en daarmee meer controle over de chauffeur krijgen. Zij kunnen direct in dienst komen of, en dat is waarschijnlijker, via tussenpartijen. Dit laatste zal ook de minst ingrijpende aanpassing zijn in het model. Het is als taxibedrijf namelijk al mogelijk om met een bedrijfsaccount via Uber te rijden. Het taxibedrijf heeft het hoofdaccount en de chauffeurs hebben een gebruikersaccount bij Uber. De chauffeurs voeren op eigen naam de ritjes uit, maar de inkomsten worden uitgekeerd aan het taxibedrijf. Het taxibedrijf is dan degene die de verloning (in dienst, freelance of zwart) met de chauffeur moet regelen. Het zou zelfs aannemelijk zijn dat Uber taxibedrijven (bestaande of nieuwe) gaat helpen om met deze accounts online te gaan.

Mocht Uber deze stap zetten, dan wordt het probleem eigenlijk simpelweg verlegd van Uber naar een honderdtal onderaannemers. Vervolgens wordt het voor de handhavers en vakbonden heel moeilijk om hier grip op te krijgen. Dat zou een tegenvaller zijn voor handhavers en vakbonden. Voor hen was het juist handig dat één partij een ontzettend gefragmenteerde markt centraliseerde. In dat geval zou de markt weer uiteenvallen in een gefragmenteerde en lastig te controleren markt. Het is dan ook de grote vraag wat er dan voor de chauffeurs zal veranderen. Met nog een tussenlaag die geld moet verdienen en risico moet absorberen is het de vraag of zij hiermee beter af zijn. Hiermee rechtvaardig ik niet de huidige strategie van Uber, maar geef ik wel de context van de markt.

De bal ligt nu – eindelijk –  bij de overheid

Uber heeft intussen de chauffeurs bericht dat het niet van plan is hen in dienst te nemen. En waarschuwt chauffeurs dat de switch naar werknemerschap “gevolgen kan hebben voor je bedrijf en je thuissituatie.” En zegt dat de “Belastingdienst mogelijk toeslagen en zakelijke fiscale zzp-aftrekposten terugvordert”. Zo creëert het bij alle stakeholders onduidelijkheid, wat vast geen onbewuste strategie is.

De bal ligt bij…

Het zal nog wel een tijd duren voordat we concreet weten wat er voor de Uber-chauffeurs zal veranderen. Want hoewel de uitspraak duidelijk is, zijn er nog genoeg vragen en is er nog een lange weg te gaan. Zo is het makkelijk om te zeggen dat chauffeurs met terugwerkende kracht moeten worden betaald, maar moeten voor die berekening ontzettend veel keuzes gemaakt worden waar nog veel discussie over moet worden gevoerd.

De bal ligt nu ook (of: juist, of: eindelijk) bij de overheid en handhaving. En dan heb ik het niet over Kamerleden die hun mening over de zaak geven, maar bij de mensen die hier iets concreets mee moeten. De uitspraak van de rechter is duidelijk en Uber heeft laten weten in hoger beroep te gaan en in de tussentijd de uitspraak niet te respecteren. Ik ben heel erg benieuwd wat de reactie vanuit Den Haag hierop gaat zijn en welke middelen zullen worden ingezet.

Tot slot

En die toekomst van de arbeidsmarkt? Daar heb ik nog steeds een hard hoofd in. Ook deze uitspraak heeft laten zien dat wat de werkende wil (even los van of deze in dienst wil of niet) niet relevant is in het debat. Het is hoog tijd voor een discussie over de waarde van werk. Of zoals het WRR het in 2020 nog verwoordde: “Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht.” Aan goede rapporten geen gebrek, aan een goede opvolging daarentegen wel.

Ik hoop dat er een tijd komt dat de discussie weer zal gaan over waar deze over zou moeten gaan: over hoe flexibiliteit, zekerheid en autonomie kan worden gecombineerd. Over hoe we een minder ongelijk speelveld kunnen creëren met verplichtingen en verzekeringen voor de werkenden. Ongeacht de vorm van het contract. Want als er iets is wat onze arbeidsmarkt nodig heeft, is het wendbaarheid en autonomie vanuit de werkende. Met een basislaag van zekerheid en een collectief stelsel. En dat kun je prima bereiken wanneer je dit combineert met zekerheid. Alleen ga je dat met de huidige houding van de verantwoordelijke instituties niet bereiken. Het wordt tijd dat ieder zijn of haar verantwoordelijkheid pakt. Wie begint?

Martijn Arets is internationaal platform expert en verkent sinds 2012 de opkomst van de platformeconomie en de impact op de samenleving. Bekijk alle berichten van Martijn Arets

Eén reactie op dit bericht

  1. Feitelijke opmerking, er wordt in het vonnis toch wel degelijk ingegaan op multihomen:
    “33. Op deze wijze gaat van het algoritme een financiële stimulans en een disciplinerende en instruerende werking uit. Dat de chauffeurs tot op zekere hoogte vrij zijn om een rit te weigeren, zelf hun uren mogen bepalen en gelijktijdig gebruik mogen maken van verschillende apps of andersoortige boekingssystemen doet daar niet aan af. Zodra zij gebruik maken van de Uberapp en daartoe ingelogd zijn, zijn zij onderworpen aan de werking van het door Uber ontworpen algoritme, en vallen zij daarmee onder een “modern werkgeversgezag” van Uber.” Het is dus juridisch niet relevant, net zoals het ‘meerdere opdrachtgevers’ geen materieel criterium is voor werken buiten gezag maar slechts een aanwijzing voor ondernemerschap.

    Overigens ook nog niet gezegd dat Uber via subcontracting hieronder zomaar uit kan komen. Vgl zaken rondom PostNL oa. Verschil rol FNV en beoordeling geschil volgt mede doordat er hier een CAO van toepassing is.