"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Belangenbehartigers teleurgesteld: ‘Handhaving nieuwe zzp-regels wordt mission impossible’

Belangenbehartigers van zzp’ers reageren teleurgesteld op de aangekondigde plannen van het kabinet. Ze noemen het minimumtarief ‘te laag’, de lastenverzwaring ‘onredelijk’ en de handhaving een ‘mission impossible’.

Zzp’ers krijgen een minimumtarief van 16 euro per uur en er komt een zelfstandigenverklaring voor ondernemers die meer dan 75 euro per uur verdienen. Daarnaast is de handhaving op de nieuwe zzp-wet een jaar uitgesteld: tot januari 2021.

Dat en meer staat in een kamerbrief van minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, staatssecretaris Snel van Financiën en Keijzer van Economische Zaken en Klimaat. Zij bespreken de plannen woensdagmiddag in de Tweede Kamer.

‘Niet boven de armoedegrens’

Belangenbehartigers zijn ontevreden met de plannen. “Er is werk aan de winkel qua berekening van het uurtarief”, vindt Josien van Breda, voorzitter van Platform zzp-dienstverleners. Volgens het Platform is dat te laag.

Dat vindt ook belangenhartiger PZO. Die ziet niet hoe een zzp’er met een tarief van 16 euro per uur boven de armoedegrens gaat komen, schrijft PZO op de website. Bovendien vindt PZO het vreemd dat het minimuminhuurtarief niet jaarlijks geïndexeerd wordt. De minister is dat namelijk wel van plan met het opt-out-tarief van 75 euro.

‘Niet genoeg voor een verzekering’

Met deze maatregelen geeft de minister onvoldoende duidelijkheid, vindt voorzitter Rick Schevers van Bovib. De branchevereniging voor intermediairs en brokers betwijfelt dat 16 euro genoeg is om je te verzekeren. “De minister gaat uit van de tarieven die gelden voor mensen in loondienst. In de praktijk zijn verzekeringen voor zzp’ers vele malen duurder.”

“Het positieve is dat men de onderkant een probleem vindt”, zegt hij. “Het is duidelijk welke groep de minister wil aanpakken. Maar het tarief is veel te laag.”

‘Ondoelmatig en niet handhaafbaar’

PZO noemt het minimumtarief verder ‘een onaanvaardbare administratieve lastenverzwaring’. Dat zzp’ers een nauwkeurige administratie van uren en kosten bij moeten houden om aan te tonen dat ze het tarief halen, vinden zij te veel werk. “We zijn teleurgesteld in deze plannen en voorzien dat de praktijk weerbarstiger is dan de minister beweert.”

Dat vindt ook voorzitter Maarten Post van ZZP Nederland. “Deze overheidsmaatregel met de focus op uurtarieven staat volledig buiten de realiteit van prijsvorming in de markt en zal daarmee ondoelmatig en niet handhaafbaar zijn”, zegt hij. “Het kabinet zadelt de handhavende instanties op met een ‘mission impossible’, waar in de praktijk weinig van terecht zal komen.”

Zelfstandigenverklaring

Van Breda zegt namens Platform zzp-dienstverleners dat ze positief is over de zelfstandigenverklaring voor ondernemers met een tarief boven de 75 euro. Die geeft vooraf zekerheid over loonheffing, werknemersverzekeringen en dienstbetrekking.

“De termijn van één jaar is natuurlijk arbitrair,” zegt ze. “Maar dat is iedere termijn. Het grootste deel van de opdrachtgevers en -nemers is hiermee wel geholpen.”

Daar is de Raad voor Interim Management (RIM) het niet mee eens. Johannes Arets zegt namens RIM dat de termijn van maximaal één jaar niet past bij de praktijk van interim-managers. “Echte veranderopdrachten en complexe projecten duren nu eenmaal langer dan een jaar. En dat terwijl er helemaal geen discussie is of deze interim-managers ondernemers zijn. Natuurlijk zijn ze dat.”

‘Uitstel is echt kansloos’

“De termijn van een jaar slaat nergens op”, vindt ook de Bovib-voorzitter. “Zzp’ers zullen hierdoor opdrachten mislopen.”

Ook het feit dat handhaving opnieuw is uitgesteld, kost Nederlandse zelfstandigen opdrachten. “Echt kansloos”, zegt Schevers namens Bovib. “Bedrijven die aan de wet willen voldoen, bedenken payroll-constructies of wijken uit naar het buitenland. Er is nu duidelijkheid nodig.”

Arets van RIM vindt dat de minister de discussie over het onderscheid tussen werknemer en ondernemer uit de weg gaat. “Daar kunnen we in een moderne maatschappij niet mee uit te voeten.”

6 reacties op dit bericht

  1. Het is voor sommigen ook nooit goed….

    Aan de onderkant:
    – de lastenverzwaring voor het berekenen van je werkelijke uurtarief valt best wel mee. Omzet minus kosten; gedeeld door je bestede uren. Omzet en kosten moest je al administeren. Bestede uren bijhouden was altijd al aan te raden. Bovendien verwacht ik best wel wat coulance van de BD als achteraf blijkt dat je resultaat (per uur) achteraf net onder de 16 euro blijft. Evident onrealiste tarieven kan de BD nu mooi aanpakken.

    Aan de bovenkant:
    – Ja, een termijn koppelen aan een zelfstandigenverklaring is arbitrair. Maar een termijn van één jaar is natuurlijk ook ruimhartig. Redelijkerwijs zou de termijn 1000 uur of 8 maanden moeten zijn. Vanwege het arbitraire heeft de BD deze waarschijnlijk op “extra ruim” gezet.
    -Als er iets arbitrair is dan is het wel het tarief. Maar daar heb ik op dit forum al genoeg over gezegd. Als je “slechts” 72,50 euro per uur vraagt moet uitegbreid getoetst worden op bijvoorbeeld gezag?
    -De Raad voor Interim Management heeft er echt totaal niets van begrepen. Een contractduur van langer dan een jaar is namelijk een belangrijke indicatie voor SCHIJNzelfstandigheid. Hoe haal je immers je 3 opdrachtgevers per jaar als je zo langdurig op één “project” zit? En hoe voorkom dat één van je opdrachtgevers meer dan 70% van je omzet genereert. Of omgedraait: Hoe kun je nog minimaal 30% van je tijd besteden aan minimaal twee andere opdrachtgevers. In de ondernemerscheck voor zelfstandig ondernemersschap is dit een keiharde knock-out.

    QUOTE: Johannes Arets zegt namens RIM dat de termijn van maximaal één jaar niet past bij de praktijk van interim-managers. “Echte veranderopdrachten en complexe projecten duren nu eenmaal langer dan een jaar. En dat terwijl er helemaal geen discussie is of deze interim-managers ondernemers zijn. Natuurlijk zijn ze dat.”

    Dit is grote omdraaing van de werkelijkheid. Het is als volgt:
    – De termijn van langer dan één jaar (eigenlijk langer dan 8 maanden) past NIET bij het zelfstandig ondernemerschap !
    -Er is wel degelijk een discussie of interim-managers ondernemers zijn! En natuurlijk zijn ze dat niet indien ze voor langere periode slechts voor één opdrachtgever werken !

  2. Mijn huidige opdracht omvat een programma voor 21 landen voor het implementeren van ERP software voor Telecom bedrijven. De (thans) geschatte duur van dit programma is 5 jaar met uitloop. Als zelfstandig project- en interim manager een fantastische opdracht waarvan ik nog minstens 3 jaar heb te gaan.
    Kan minister Koolmees mij uitleggen wat ik nu moet doen? De opdracht teruggeven omdat de nederlandse regering een ander beeld van ondernemers heeft?

    • Er is in de afgelopen jaren weinig tot niets veranderd in wetgeving voor wat betreft de vraag of je zelfstandig ondernemer bent of niet. Zie de ondernemerscheck wat de criteria zijn. Grote kans dat je dit ook niet bent gezien de lengte van je projecten.

      Er is wel een mogelijk tot “resultaat uit overige werkzaamheden”. Maar dan moet je contract wel als niet-arbeidscontract worden gezien. Dus of aantonen dat je geen verplichting hebt tot persoonlijke arbeid of aantonen dat er geen gezagsrelatie bestaat. En deze werkwijze ook 5 jaar lang in stand houden.

      En wellicht voor de nabije toekomst. Een tarief van meer dan 75euro kan meer mogelijkheden bieden voor het aangaan van een “niet-arbeidscontract” . Het is geen indicatie voor zelfstandig ondernemersschap.

  3. Misschien een domme vraag: maar wat is ook al weer precies het probleem met ‘schijnzelfstandigheid’, wiens probleem is dat en zijn de maatregelen die er nu worden bedacht ook een oplossing voor dát probleem? Gaat het om overheidsinkomsten? Gaat het om misbruik van werknemers (ontslaan en inhuren), gaat het om concurrentie op de arbeidsmarkt? Want of het ‘aanpakken’ van de interim manager nou de oplossing voor het probleem is, vraag ik me af..?

    • Saskia, het punt van schijnzelfstandigheid wordt gezien (afhankelijk ook wel van politieke kleur) als een probleem dat op verschillende sectoren in arbeidsmarkt anders uitpakt. Zo wordt genoemd: a. Wegvallen van werknemersrechten en sociale zekerheid voor meer kwetsbare werkenden aan de ene kant en b. uitholling van solidariteitsgedachte (sterksten in de arbeidsmarkt die uit sociaal bestel stappen) en evt misbruik van fiscale voorzieningen voor interim professionals (bedoeld voor ondernemers met meerdere opdrachtgevers) die langduriger (soms jaren) bij een opdrachtgever een opdrachten doen ipv daar in loondienst te zien.