"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Goedkeuring WAB dwingt Koolmees tot snelheid nieuwe zzp-wetgeving en invoering minimum zzp-tarief.

Politieke ruimte voor uitstel vervanging Wet DBA lijkt met aannemen WAB te ontbreken.

Dinsdag 28 mei stemt de Eerste Kamer – naar verwachting – voor de Wet arbeidsmarkt in balans. Een wet die naast nieuwe afspraken voor werknemers met een vast contract ook nieuwe, en stringentere regels bevat over verschillende vormen van flexcontracten (zie hier voor uitleg).

In het debat tussen minister Koolmees en een kritische Eerste Kamer viel regelmatig het woord ‘waterbed-effect’. Zorgen strengere regels voor flexwerk niet voor een ongewenste groei van inhuur zzp’ers, met name in de meer kwetsbare beroepsgroepen met lage tarieven? En hoe zit het in dat kader met de vervanging van de Wet DBA?

In een brief aan de Eerste Kamer zet de minister nog eens uiteen hoe hij dat ziet en wat zijn ‘spoorboekje’ is. Die brief maakt nog maar eens duidelijk dat de WAB het kabinet dwingt om op korte termijn te komen met een nieuwe zzp-wetgeving. En dat met name om met een oplossing te komen hoe het inhuren tegen lage tarieven te ontmoedigen of zelfs de facto te verbieden.

Politieke ruimte om meer tijd te nemen voor een vervanging van de Wet DBA, waarover in het geruchtencircuit binnen de polder wel over gesproken wordt, lijkt hiermee wel tot het minimum beperkt.

Voor zomer duidelijkheid over invulling nieuwe zzp-wetgeving

Minister Koolmees herhaalt in zijn brief dat de Tweede Kamer per brief geïnformeerd wordt over de verdere uitwerking van de maatregelen uit het regeerakkoord die toezien op het werken als zelfstandige. Maatregelen die bestaan uit a. een webmodule, b. een opt-out mogelijkheid voor bovenkant van de markt en c. beperkende maatregelen om in te huren tegen laag tarief (zie voor uitvoerige uitleg hiervan deze ZiPconomy whitepaper ). Dit pakket aan maatregelen moet de Wet DBA gaan vervangen, zo staat in het regeerakkoord, of op zijn minst aanvullen.

De WAB heeft als doel om meer evenwicht te brengen tussen vaste en flexibele contracten. De maatregelen in deze wet zien op de relatie tussen werkgever en werknemer. Tegelijkertijd bestaat er een risico dat deze maatregelen leiden tot een waterbedeffect naar zzp’ers. Daarom neemt het kabinet deze kabinetsperiode diverse maatregelen die betrekking hebben op zelfstandigen” zo schrijft de Minister.

De inzet van het kabinet is in algemene zin gericht op het bieden van duidelijkheid over de aard van de arbeidsrelatie en het voorkomen van schijnzelfstandigheid. Specifiek heeft de maatregel die zich richt op de onderkant van de arbeidsmarkt, als doel een betere bescherming voor deze kwetsbare groep. Aan de bovenkant van de arbeidsmarkt moeten opdrachtgevers en opdrachtnemers zekerheid krijgen over de gevolgen van hun arbeidsrelatie. Ten slotte beoogt de opdrachtgeversverklaring opdrachtgevers en opdrachtnemers helderheid te geven over de kwalificatie van de arbeidsrelatie.”

Koolmees somt een aantal stappen op die er wat hem betreft al gezet zijn:

  • Het kabinet heeft de afgelopen tijd reeds een aantal stappen gezet om te komen tot meer duidelijkheid over de aard van de arbeidsrelatie.
  • Het gezagscriterium is per 1 januari 2019 verduidelijkt.
  • Het handboek loonheffingen, waarin dit is opgenomen, is verspreid en daarmee is beoogd om meer guidance te geven aan werkgevers en opdrachtgevers.
  • Bovendien wordt hard gewerkt aan de uitwerking van de webmodule op basis waarvan opdrachtgevers een opdrachtgeversverklaring kunnen verkrijgen als uit de beantwoording blijkt dat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Naar verwachting is dit instrument begin 2020 gereed.
  • De maatregelen ter bescherming van zelfstandigen aan de onderkant van de markt en de ruimte voor ondernemers aan de bovenkant van de markt worden door het kabinet verder uitgewerkt. Doel is deze maatregelen in 2021 in werking te laten treden.

Koolmees zal in zijn brief aan de Tweede Kamer een toelichting geven op de planning hiervan.

Overigens kan hierbij opgemerkt worden dat er onder deskundigen nog wel vraagtekens gezet worden in hoeverre het gezagscritirium nu echt verduidelijkt is. Er staat bijvoorbeeld in het handboek loonheffingen geen nieuwe, meer hedendaagse, visie op de term gezag. Een vernieuwde visie daarop lijkt ook te ontbreken in het eerste concept van de webmodule.

Komst minimumtarief

Koolmees benoemt in zijn brief nog maar eens dat: “de uitwerking van de maatregelen ter bescherming van zelfstandigen aan de onderkant van de arbeidsmarkt en de ruimte voor ondernemers aan de bovenkant (..) complex (is). Zoals ook in de voortgangsbrief van 26 november 2018 is beschreven, stuit de maatregel voor de onderkant van de arbeidsmarkt – naar verwachting van het kabinet – op Europeesrechtelijke bezwaren.”

Koolmees werkt daarom nu een alternatief uit, in de vorm van minimumtarief.

Dit tarief moet leiden tot een bestaansminimum. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat werkenden de mogelijkheid hebben om in hun levensonderhoud te voorzien én zich kunnen verzekeren of reserveringen kunnen maken voor risico’s op inkomensverlies bijvoorbeeld bij arbeidsongeschiktheid.

Handhaving Wet DBA opgevoerd

Koolmees schrijft verder nog dat de handhaving van de huidige Wet DBA opgevoerd is: “De Belastingdienst houdt toezicht op de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie in het kader van de loonheffingen. Sinds 1 juli 2018 is de handhaving niet meer beperkt tot de meest ernstige gevallen van kwaadwillendheid, maar is de handhaving verbreed tot alle kwaadwillenden. Dit betreft het zogenoemde handhavingsmoratorium. Zoals ook in het regeerakkoord staat beschreven zal het handhavingsmoratorium na invoering van genoemde maatregelen gefaseerd worden afgebouwd.

Beperkt waterbed effect

Met deze opsomming probeert Koolmees duidelijk te maken dat het risico op het ‘waterbed-effect’ beperkt is. “Het kabinet (werkt) langs verschillende routes (…) aan het herstel van de balans op de arbeidsmarkt. Het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans is hierin een onmisbaar, maar zeker niet het enige element. Met deze integrale aanpak en doordat de maatregelen ingaan in een kort tijdsbestek (2020 en 2021) wordt het risico op een waterbedeffect sterk beperkt en worden stappen gezet naar de arbeidsmarkt van de toekomst.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

2 reacties op dit bericht

  1. Ik heb het gevoel dat met name mijn sector in de aap is gelogeerd. Veel kortlopende klussen betekent veel administratie; overal elke keer een contract checken via een webmodule?
    Daarnaast kan ik nog steeds niet snappen waarom er inspraak en overleg is middels de commissie Borstlap, en dat Koolmees maar doorvliegt met zijn eigen maatregelen en regelgeving. Ik ben er niet gerust op…

    • @Dorien, ik snap je gevoel.
      De commissie Borstlap gaat vast iets opleveren, maar voordat daar politieke besluitvorming over is en omgezet naar wetgeving, dan zijn we echt 1-2 kabinetten verder. Het is wel te begrijpen (en ook waar de politiek om vraagt) dat Koolmees nu niet op zijn handen gaat zitten rond het zzp-dossier.