"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Staatssecretaris trekt te Snel conclusies

“Stop met het verspillen van tijd, geld en mensen aan het met moeite op de been houden van een slecht werkend systeem van modelovereenkomsten.” zegt Vincent van der Mark van Between.

Op 5 maart heeft staatssecretaris Snel de kamer geïnformeerd over de Rapportage toezichtsplan arbeidsrelaties. Dit bericht is door verschillende media al opgepakt en gedeeld. Vaak met als schokkende conclusie dat 6 op de 10 bedrijven onjuist handelen.

Dit is een even vreemde als onjuiste conclusie, maar bovenal volgens ons niet de belangrijkste conclusie. De staatssecretaris geeft aan dat bij slechts 45 bedrijven van de 104 bezochte bedrijven voldoende kennis is van de Wet DBA en deze ook juist wordt toegepast. Bij de overige 59 bedrijfsbezoeken lijkt sprake van in meer of mindere mate onjuist handelen. (Eerlijk is eerlijk de staatssecretaris geeft zelf aan dat er sprake is van vermoedelijk onjuist handelen. Maar hij wekt hier op zijn minst de schijn dat er strijdig met de wet wordt gehandeld.)

Hier mist echter de nuance. Wie de moeite neemt om het onderzoek zelf te raadplegen komt tot een andere conclusie.

Te snelle conclusie dat bedrijven fout zitten

Van de 104 onderzochte bedrijven handelen 45 bedrijven goed, bij 12 bedrijven wordt niet conform de huidige wet gehandeld en bij 47 bedrijven is het niet duidelijk of zij volgens de wet handelen. Onduidelijk betekent dat er meer onderzoek nodig is om tot een conclusie te komen over het al dan niet strijdig

handelen met de geldende wet- en regelgeving. Om dan in een land als Nederland, waar volgens ons nog steeds geldt ‘onschuldig tot de schuld bewezen is’, deze onduidelijke categorie te classificeren als in meer of mindere mate onjuist handelen lijkt mij niet juist.

Tot nader onderzoek anders uitwijst, is het dus ‘slechts’ 12 op de 57 oftewel 2 op de 10 die onjuist heeft gehandeld. Inderdaad van de 57 en niet 104, immers van de overige 47 bedrijven is het (nog) niet duidelijk of ze juist of onjuist handelen. Dit klinkt toch heel anders dan 6 op de 10.

Onduidelijkheid voert nog steeds de boventoon

Hoewel dit een stuk positiever klinkt is deze conclusie in onze ogen een stuk zorgelijker. Hoewel het een bevestiging is van wat al bekend is.

Hieruit blijkt namelijk dat de huidige wetgeving zo onduidelijk is dat het niet alleen voor de bedrijven maar ook voor de handhaver, namelijk de Belastingdienst, blijkbaar in bijna de helft van de gevallen (47 van de 104) onduidelijk is of juist of onjuist wordt gehandeld.

Het onderzoek biedt nog een andere interessante observatie over de huidige regeling, waar de staatssecretaris volledig aan voorbij gaat. In het onderzoek wordt namelijk onderscheid gemaakt tussen de bedrijven die een algemene modelovereenkomst hanteren, een branche modelovereenkomst, een eigen modelovereenkomst of geen modelovereenkomst hanteren.

Dit onderzoek wijst wederom uit dat de huidige wetgeving faalt.

Bij de implementatie van de Wet DBA en het stelsel van modelovereenkomsten is als een van de doelen aangemerkt dat het voor meer duidelijkheid vooraf zou moeten zorgen. De verwachting zou dus mogen zijn dat de gevallen van nader onderzoek zich met name concentreren bij de bedrijven die geen model hanteren. Maar dat is ook niet helemaal waar.

  • Algemene modelovereenkomst in 54% van de gevallen nader onderzoek nodig.
  • Branche modelovereenkomst in 38% van de gevallen nader onderzoek nodig.
  • Eigen modelovereenkomst in 61% van de gevallen nader onderzoek nodig.
  • Geen modelovereenkomst in 69% van de gevallen nader onderzoek nodig.

In mijn optiek kun je niet van duidelijkheid vooraf spreken als bij een controle van meer dan de helft van de gevallen niet direct duidelijk is of goed is gehandeld bij hantering van een modelovereenkomst. Wat ook niet verrassend is als je in ogenschouw neemt dat het onderscheid tussen zelfstandige en werknemer (dienstbetrekking) erg afhankelijk is van de specifieke feiten en omstandigheden. Dit valt niet te vangen in een generiek model. Zie hieromtrent ook ons blog uit 2015.

Kortom dit onderzoek wijst wederom uit dat de huidige wetgeving faalt. Dit ligt wat ons betreft niet aan de handhaver (Belastingdienst). Zij heeft net als de zzp’ers en opdrachtgevers te maken met een complex en daardoor onduidelijk toetsingskader.

Complexiteit maakt het onmogelijk het goed te doen

Dat de Wet DBA en de modelovereenkomsten geen succes zijn is natuurlijk al lang duidelijk. Eigenlijk van het begin af aan. Zoals altijd bij onduidelijke regelingen zijn het vooral de adviseurs en specialisten die hier voordeel uit kunnen halen. Dit is mooi voor deze partijen, maar lijkt ons niet helemaal de bedoeling van een wetgeving.

In het onderzoek komt ook duidelijk naar voren dat alle partijen (zzp’er, opdrachtgever en de Belastingdienst) het wel graag goed willen doen, maar dat de complexiteit van de wetgeving dit blijkbaar bijna onmogelijk maakt. Alle partijen zijn de onduidelijkheid zat. Gezien het sentiment bij alle partijen is alle verandering nu welkom.

Gebruik dit momentum en zet het probleem om in een kans. Vervang de huidige criteria door duidelijke criteria die meer bij deze tijd passen. Schenk daarbij alsjeblieft gelijk aandacht aan de samenhang met het sociale stelsel en de concurrentiepositie van Nederland ten opzichte van het buitenland, zie ook ons eerder geplaatste blog ‘Haastige spoed is… nogal Wiebes’. Ideeën zat als het aan ons ligt.

En stop met het verspillen van tijd, geld en mensen aan het met moeite op de been houden van een slecht werkend systeem van modelovereenkomsten.

 

 

mr. drs. Vincent van der Mark RA
Chief financial officer 

 

HeadFirst Group is marktleider in de Benelux op het gebied van het professioneel organiseren van externe inhuur. De organisatie biedt een diversiteit aan flexoplossingen, waaronder contracting, matchmaking, managed service providing (msp) en business consultancy. Er werken dagelijks ongeveer 15.000 professionals bij ruim vierhonderd opdrachtgevers in Europa, waarmee HeadFirst Group een jaaromzet realiseert van ongeveer 1,5 miljard euro. De bekendste merken van HeadFirst Group zijn de intermediairs HeadFirst, Between en Myler en MSP-dienstverlener Staffing Management Services. Door de unieke samenstelling van bedrijven – met ieder zijn eigen specialistische diensten - heeft HeadFirst Group een oplossing voor ieder inhuurvraagstuk. Zorgeloos inhuren, dat is onze belofte. Bekijk alle berichten van HeadFirst Group

3 reacties op dit bericht

  1. “In mijn optiek kun je niet van duidelijkheid vooraf spreken als bij een controle meer dan de helft van de gevallen niet direct duidelijk is of goed is gehandeld bij hantering van een modelovereenkomst.”

    Volgens mij een terechte conclusie op basis van de getallen. Zeker als je kijkt naar de verschillen tussen wel of geen modelovereenkomst.

  2. Model contract opstellen is 1, maar je vervolgens ook dusdanig te gedragen is natuurlijk een tweede.
    Het feit dat er goedgekeurde modelcontracten zijn betekend nog niet dat alles in orde is binnen een bedrijf.
    Ik zou zeggen als er geen model contracten zijn en het klopt niet, dan is het onwetendheid, als er wel model contracten zijn en het klopt niet, dan is het kwaadwillend.

  3. Annemarie Jorritsma verklaarde onlangs publiekelijk( tv) dat de wet DBA achteraf niet door de Eerste Kamer had gemogen.
    Te onduidelijk. Dus als de staatssecretaris dit stelt heeft hij er kennelijk belang bij om het boze vingertje te heffen.