"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU
wet arbeidsmarkt in balans

Hij komt, hij komt, die nieuwe wet DBA. Of toch niet? Een opfrisartikel.

Binnenkort valt hij op de mat: de hoofdlijnenbrief van minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Hierin vertelt hij hoe hij het hoofdpijndossier Wet DBA wil oplossen. In aanloop naar die brief even een opfrissertje over plannen en pijnpunten.

De Wet Arbeidsmarkt in Balans heeft afgelopen vrijdag groen licht gekregen van de ministerraad, de wet over vaste en flexbile arbeidscontracten, inclusief uitzend en payroll. Een nieuwe Wet DBA moet het andere deel van de arbeidsmarkt meer in balans brengen, het deel rond inhuur van zelfstandigen. De hoofdlijnenbrief over de vervanging van die Wet DBA komt waarschijnlijk de komende weken, al zou het ook zomaar kunnen dat minister Koolmees meer tijd nodig heeft. Wat was ook al weer het idee van het kabinet over de vervanging van de wet DBA? Wat zijn de discussiepunten? En wanneer komt er meer duidelijkheid?

Inzet Kabinet : een nieuwe Wet

Het kabinet Rutte III was duidelijk in het regeerakkoord: “De Wet DBA wordt (…) vervangen. De nieuwe wet moet enerzijds (de inhuurder van) echte zelfstandigen zekerheid bieden dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en anderzijds schijnzelfstandigheid (vooral aan de onderkant) voorkomen.”

Aanpakken wat niet gewenst is, bewust zelfstandige ondernemers niet te veel in de weg leggen, opdrachtgevers meer duidelijkheid geven. Zeker niet terug naar de VAR, waarbij de verantwoordelijkheid of het wel of niet om een dienstbetrekking ging bij de opdrachtnemer lag. Het element van de wet DBA dat in elk geval overeind blijft, is dat die verantwoordelijkheid meer bij de opdrachtgever ligt.

Drie nieuwe criteria: tarief, lengte opdracht en aard van de werkzaamheden

Op te bepalen wanneer een opdrachtgever iemand als zelfstandigen kan inhuren, komt het kabinet met drie criteria: Het tarief dat een opdrachtgever betaalt, de lengte van de opdracht en de aard van de werkzaamheden. Het zijn normen die rechters overigens ook vaak gebruiken. Drie criteria die in samenhang uitwijzen of iemand wel of niet als zelfstandige ingehuurd mag worden.

Tarief

Als iemand ingehuurd wordt tegen een laag tarief (het kabinet denkt aan 15-18 euro per uur), dat ziet de regering dat als een arbeidsovereenkomst. Dit betekent geen algemeen minimumtarief voor zzp’ers, maar een minimuminhuurtarief voor opdrachtgevers.  Het gaat immers alleen om de discussie over er nu wel of loonheffing ingehouden moet worden, zo maakte minister Koolmees in zijn laatste overleg met de veldpartijen nog eens duidelijk. Het onderwerp van tarief speelt dus niet bij zzp’ers die bijvoorbeeld producten verkopen of (behoudens uitzonderingen) diensten leveren aan particulieren.

Boven een inhuurtarief van 75 euro per uur geldt een opt-out. Boven dat tarief is er geen discussie of iemand werknemer is of niet.

Voor inhuur tussen dat minimumtarief en het opt-outbedrag komt er een webmodule met vragen om te bepalen of iemand als zelfstandige ingehuurd mag worden.

Aard werkzaamheden en lengte opdracht

De inhoud van het werk speelt ook een rol: gaat het om reguliere of niet-reguliere werkzaamheden?

Die vraag komt waarschijnlijk terug in de webmodule, maar vermoedelijk niet als doorslaggevend criterium.

In combinatie van de lengte van de opdracht speelt de aard van de werkzaamheden ook een rol bij het minimumtarief en de opt-out.  Zo geldt het minimale inhuurtarief niet voor korte opdrachten die niet-reguliere werkzaamheden omvatten. En geldt de opt-out-optie bij reguliere werkzaamheden, alleen als de opdracht niet langer duurt dan een jaar.

Schematisch ziet dat er dan als volgt uit :

Tot zo ver niets nieuws. Deze plannen stonden tot in detail ook al in het regeerakkoord. Zie voor een nog wat uitgebreidere uitleg dit artikel.

Hobbels en valkuilen

De mate van gedetailleerdheid in deze plannen uit het regeerakkoord gaf duidelijkheid, maar maakte het ook lastig om uit te voeren. De minister stuit in de vertaling op veel weerstand.

Het minimumtarief van op de nodige steun rekenen. De linkse oppositie wilt dat graag, maar wel met een hoger minimum. Zij vinden daarin steun van bijvoorbeeld brancheorganisaties Bovib en ABU.

Maar het gerucht gaat dat het Koolmees niet lukt akkoord te krijgen van de Europese Commissie. De plannen zouden tegen concurrentieregels in kunnen gaan. Dat het woord ‘minimumtarief’ niet meer terugkomt in de begroting van het ministerie van SZW, is wellicht een stille aanwijzing.

Daarbij is een minimuminhuurtarief makkelijker gezegd dan gedaan. Wat te doen met ‘stukloon’, wat zit er in dat tarief en wat niet (ambtenaren willen graag alleen een vergelijking op arbeidskosten, niet bedrijfskosten, maar dat is in de praktijk onhaalbaar) en waar is dat minimumtarief op gebaseerd? In een vraag van SP-kamerlid Bart van Kent over de onderbouwing verwees minister Koolmees naar bijlage 4 van het IBO/ZZP rapport. Maar in die bijlage staat toch echt geen onderbouwing waarom dat minimumtarief 15 tot 18 euro zou moeten zijn.

Als dat minimumtarief wegvalt, valt een basisuitgangspunt van het hele plan weg. De linkse oppositie en het CDA, gaan mogelijk alleen schoorvoetend akkoord met de opt-out als er een duidelijke grens ligt aan de onderkant.

Over de aard van de werkzaamheden zijn veel polderpartijen het eens: die is onwerkbaar. Dat element zou, ook als wisselgeld, wel eens kunnen verdwijnen.

De webmodule is ook een gruwel voor velen. Alles boven het minimum een opt-out geven lijkt politiek niet haalbaar.  Wie weet komt die optie er wel voor de echt korte opdrachten, dat zou het middengebied een stuk kleiner maken.

Voor de webmodule moet ook nog ‘even’ het arbeidsrecht aangepast worden. Duidelijkere, explicietere en ruimere mogelijkheden voor samenwerking tussen opdrachtgevers en zelfstandigen, zonder dat die samenwerking gezien wordt als werkgever/werknemer-relatie.

Sleutelrol oppositie Eerste Kamer

20 maart 2019 zijn er verkiezingen voor de Provinciale Staten. Na wat steeds meer een ‘midterm-verkiezing’ lijkt te gaan worden, komt er een nieuwe Eerst Kamer. En raakt Rutte III waarschijnlijk zijn meerderheid kwijt.

Als Koolmees al vasthoudt aan deze plannen, dan is nog de vraag of hij die plannen ongeschonden door de Eerste Kamer krijgt.

Bij het Pensioendossier speelt dat ook. De sociale partners komen daar niet uit. Dus is Koolmees nu in gesprek met SP, PvdA en GroenLinks om steun te wervenDe SP heeft vast aangekondigd dat ze best met de minister willen onderhandelen over het pensioendossier, maar dan ook over de verschillende zzp-dossiers.

Zo dreigt de oplossing rond de wet DBA meegetrokken te worden in een groter spel van onderhandelingen. Het redelijk liberale uitgangspunt van Rutte III, zeker voor de bovenkant van de interim-markt, zou zo onder druk kunnen komen te staan.

Doet ‘ie het of doet ‘ie het niet

Minister Koolmees heeft de Kamer twee dingen belooft rond de Wet DBA: goed luisteren naar bezwaren van het werkveld, en voor eind oktober/begin november (nu dus) zijn plannen uitwerken in wat een ‘hoofdlijnenbrief’ heet. Een brief met concretere voorstellen, waar dan – voordat het vertaald wordt naar een wet – over gedebatteerd kan worden en waar belangenorganisaties en experts op kunnen reageren.

Die brief zou er dus nu snel moeten zijn. 26 november is de behandeling van de begroting van het ministerie SZW in de Tweede Kamer. Kamerleden willen dit soort concrete plannen tijdig vooraf inzien.

De vraag is wat minister Koolmees nu met de genoemde bezwaren doet. Zijn de ambtenaren uit de verschillende lastige puzzelstukken gekomen?

In een eerder artikel over een groot overleg tussen de betrokken bewindslieden en belangenbehartigers (zie hier voor uitgebreid verslag daarvan ), beschreef ik drie opties waar de minister de afgelopen weken een knopen over moest doorhakken. Hoe hij dat heeft gedaan, zal nu snel duidelijk worden.

Doorgaan of stopzetten

“We proeven draagvlak voor de wensen van het kabinet (bescherming onderkant, vrijheid bovenkant, zekerheid vooraf), maar horen ook twijfels over de instrumenten hoe dat voor elkaar te krijgen”, stelde Martin Flier, directeur Arbeidsverhoudingen van het ministerie van SZW aan het begin van die bijeenkomst nog optimistisch.

Maar de weerstand tegen een deel van die instrumenten is wel wat steviger dat Flier suggereert. De roep om toch eerst een debat over een toekomstig stelsel te voeren is groot. Ondertussen lijkt de grootste ongewenste pijn van het wet DBA, die voormalig staatssecretaris Wiebes ertoe bracht om de wet de facto in de ijskast te zetten, verdwenen. Dat zzp’ers nauwelijks meer aan opdrachten konden komen, lijkt verleden tijd. Dat bevestigden althans diverse vertegenwoordigers van brancheorganisaties van zzp’ers.

Ondertussen wordt het op de departementen duidelijker dat wat aan de coalitietafel bedacht is, nog niet zo eenvoudig in de praktijk is om te zetten. “Hoe meer denkkracht we organiseren hoe complexer het wordt”, bekend staatssecretaris Snel. Arbeidsrechtspecialisten buitelen over elkaar met tegenstrijdige adviezen. De relatie met Europese wetgeving lijkt onderschat. “Criteria voor de webmodule vaststellen is ingewikkeld, maar ik ben nog niet zo ver om te concluderen dat het niet mogelijk is”, zo probeerde staatssecretaris Snel nog. Maar het is wel duidelijk dat het lastig is, inclusief de angst voor – na de BGL en Wet DBA – een derde zeperd.

Het gebrek aan draagvlak kan Koolmees vertalen naar een bericht richting de Kamer dat toch een andere aanpak nodig is. De uitwerking wordt dan voor een volgend kabinet. “We gaan voor een nieuwe wet DBA voor 1-1-2020. Maar stap voor stap, eerst de hoofdlijnenbrief”, zo stelde Koolmees. Wat toch net iets minder stellig klinkt dan: ‘Er komt een nieuwe wet’.

Het is lastig voor te stellen dat de minister de vervanging van de wet wil uitstellen, immers deze hangt ook samen met de Wet Arbeidsmarkt in Balans, maar daar wordt in de polder nu toch rekening mee gehouden.

Stap voor stap

Een alternatief voor uitstel is niet het gehele plan integraal invoeren, maar stap voor stap.

Onderkant, bovenkant, middengroep. Met aparte accenten op tarief, duur en wel/niet reguliere arbeid. Met noodzakelijke aanpassing van arbeidsrecht. Een samenhangend pakket, ook in relatie met andere wetgeving als de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) en bijvoorbeeld de aanscherping van de payrollwetgeving. Dat is het mantra van Koolmees.

Begin met dat deel van de markt waar de pijn het grootst in: de onderkant. Voer een minimumtarief in. En neem tijd voor de rest, stellen veel werkveldpartijen daartegenover. Van uitstel komt afstel, hoopt een deel.

Het draagvlak voor het minimumtarief in de polder is vrij breed, zeker als het bedrag wat omhoog gaat. Ook de oppositiepartijen in de Kamer zijn daar wel voor. En dat is niet onbelangrijk, als de coalitie mogelijk straks een minderheid in de Eerste Kamer heeft. Al is het CDA misschien te bang dat ze dan nooit meer grip krijgen op de zzp-markt boven het minimumtarief.

Doorzetten met paar kleine aanpassingen

De laatste optie: de plannen doorzetten met een paar veranderingen.

Maximale duur van een opdracht op twee jaar zetten. Het minimumtarief wat hoger. Het opt-out-tarief wat lager. De opt-out ook voor korte opdrachten. Het onderscheid tussen regulier en niet-regulier werk loslaten. Het zijn zomaar een paar ingebrachte voorstellen vanuit de polder  die de basis van de kabinetsplannen niet aantasten. Ze verhogen wel de uitvoerbaarheid van de plannen, maken het complexe tussengebied (= de webmodule) kleiner en geven meer duidelijkheid vooraf.

Is er politieke bereidheid om dit soort zaken uit het regeerakkoord aan te passen? Kunnen er mikadostokjes weggehaald worden, zodanig dat de rest in tact blijft, zo werd gevraagd? Ja, was het duidelijke antwoord van de bewindslieden. En niet onlogisch. Als het kabinet niet kiest voor intrekking van de plannen of een fasegewijze invoer, dan zal het iets moeten doen met alle opmerkingen en weerstand.

Het is nog even afwachten waar de minister concreet mee komt. En dan zien hoe politiek en belangenpartijen daarop weer gaan reageren. We houden je hier op ZiPconomy natuurlijk uitvoerig op de hoogte.

 

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

8 reacties op dit bericht

  1. Wat bij opt-out, regulier werk en langer dan een jaar? Die smaak staat niet vermeld.

    • Daar was Prof. Boot twee jaar (!) geleden alweer vrij duidelijk over. Daar waar het tarief ‘hoog’ is, is er geen maatschappelijk probleem. Daar zat toen een afvaardiging van de Tweede Kamer bij, dus hopelijk hebben die opgelet en wordt dit meegenomen in de nieuwe voorstellen. Zelf merk ik dat er nog altijd veel negatieve effecten rondwaren van de Wet DBA: het aantal beschikbare opdrachten is nog altijd flink minder dan vroeger en de tarieven zijn fors lager dan tot zo’n twee jaar geleden…

    • @Frans, dat geldt er dus geen opt-out. Onduidelijk is of dat de webmodule geldt of dat er dan een dienstverband is.

  2. Hallo Hugo-Jan,

    Een interessante optie die je niet noemt, maar waar de minister ook voor zou kunnen kiezen is stapsgewijze intensivering van handhaving en afbouw de gedoogconstructie. En zo vanuit de handhavingscasuistiek bottom up werken aan nieuwe regels. Feitelijk heeft de minister ook al een (voorzichtige) stap in die richting gezet met de verruiming van de aanpak kwaadwillenden per 1 juli 2018. Voordeel is dat het uitvoering is (en voeren van juridische procedures) en geen nieuwe wetgeving vereist. Het is interessant om te bedenken wat dit pad de markt en de minister zou kunnen opleveren (en zou kosten).

    • @Peter, dat zou een optie zijn waarbij geconstateerd wordt dat de Wet DBA dus niet vervangen moet worden. Dat gaat wel helemaal tegen regeerakkoord in.

      • @Hugo-Jan, dat hoeft niet: je verandert vooral de volgorde. Het Kabinet houdt van het regeerakkoord de ambitie vervangen vast, net als de denkrichting beschermen en faciliteren, maar vanwege de wetgevingsproblemen die het kabinet nu ervaart het pad varen om eerst een nieuwe wet in te voeren, en dan gedogen af te bouwen en de wet te implementeren. Het pad wordt gedogen gecontroleerd(!) afbouwen, en daar lering uit trekken voor vormgeving van nieuwe wetgeving, en tot slot die nieuwe wet implementeren. Omdat de nieuwe wet stoelt op de praktijk hoeft dan ook nieuw DBAkel te ontstaan.

        • Zie nu dat in de haast (zelden goed) mijn antwoord slordig heb geformuleerd, waardoor het onduidelijk leest. Hierbij nogmaals.

          @Hugo-Jan, dat hoeft niet: je verandert vooral de volgorde. Het Kabinet houdt uit het regeerakkoord de ambitie de wet DBA te vervangen vast, net als de denkrichting beschermen en faciliteren, prijs van arbeid als indicatie voor (on)zelfstandigheid, maar vanwege de wetgevingsproblemen die het kabinet nu ervaart verandert het kabinet vooral de procesvolgorde. Niet eerst een nieuwe wet ontwerpen, invoeren en dan gedogen afbouwen plus implementeren. Dat is vragen om nieuwe uitvoeringsproblemen. Het pad wordt eerst gedogen gecontroleerd(!) afbouwen, en uit de handhavingspraktijk lering uit trekken voor vormgeving en inhoud van nieuwe wetgeving, en daarna die nieuwe wet implementeren. Omdat de nieuwe wet stoelt op de praktijk hoeft dan ook geen nieuw DBAkel te ontstaan.

  3. Wat de belangenbehartigers willen is onrealistisch. Wat het regeerakkoord wil is tijdrovend.
    Groot nieuws over grote stappen valt er niet te verwachten.

    -Wellicht inderdaad een andere aanscherping van de (toch al lichte vorm van) handhaving. Handhavingsfocus ook naar de combinatie “regulier en langer dan een jaar”? Dat lijkt mij de meest logische stap.
    -Wellicht de duidelijke stelling dat er voor de middengroep en de bovenkant geen beleid komt, zolang er geen beleid is voor de onderkant. Dat is trouwens eigenlijk al eerder gezegd.

    Overigens ben ik er allang van overtuigd dat er geen opt-out (ondernemer worden via een hoog tarief!?) komt. Alleen is er (nog) geen enkele reden voor het kabinet om dat nieuws nu al te vertellen.