"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Onderzoek CBS en TNO: zzp’ers zijn verre van zielig. Tijd voor ander overheidsbeleid?

Maar een kleine groep zelfstandigen heeft negatieve startmotieven. Zelfs die groep is overwegend tevreden, zegt CBS/TNO in nieuw onderzoek. Aanleiding voor andere accenten in overheidsbeleid?

Het beeld van de zelfstandige zonder personeel als de zielige verschoppeling op de arbeidsmarkt kan definitief naar de prullenbak. Zelfs van de zzp’ers die gestart zijn met negatieve motieven, is slechts 13% ontevreden over hun werk. Onder ondernemers die om overwegend positieve redenen voor zelfstandigheid kozen, is dat 6 procent. Van alle werknemers is 8 procent ontevreden met hun werk. Verder blijkt de ontevredenheid onder zelfstandig ondernemers met negatieve startmotieven nauwelijks veranderd ten opzichte van 2015. Dat concluderen het CBS en TNO op grond van een nieuwe analyse van gegevens uit de Zelfstandigen Enquête Arbeid (ZEA).

In hun artikel in het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, waarin het onderzoek wordt beschreven, concluderen de auteurs Edith Josten en Jan Dirk Vlasblom dat er “vanuit het perspectief van werktevredenheid – geen aanleiding is om de groei van het aantal zzp’ers af te remmen”.

De resultaten van het onderzoek roepen de vraag op of  het niet tijd wordt voor andere accenten in het overheidsbeleid.

Startmotieven

Van alle zelfstandig ondernemers zonder personeel in 2017 gaf 9 procent aan om overwegend negatieve redenen gestart te zijn als zelfstandige. Twee derde van de ondernemers startte om overwegend positieve redenen een eigen bedrijf of praktijk.  Bijna een kwart van de zelfstandig ondernemers zonder personeel had evenveel positieve als negatieve redenen om te starten, of had andere redenen, bijvoorbeeld dat men was ingestapt in een familiebedrijf.

 

C:\Users\gebruiker\Downloads\Startmotieven-voor-zelfstandig-ondernemers-zonder-personeel-2017-17-10-30 (1).png

De overstap naar zelfstandig ondernemerschap verklaart tevredenheid

De onderzoekers concluderen in hun studie dat de daadwerkelijke overstap naar het zelfstandig ondernemerschap de belangrijkste reden is van de hogere werktevredenheid.  “De ervaren autonomie, tevredenheid met de inhoud van het werk en algemene werktevredenheid groeiden onder werknemers die zzp’er werden. Tevredenheid met het loon en aansluiting werktijden-privé veranderden niet. Ook bij werknemers die hun baan verloren hadden of verwachtten te verliezen, steeg de werktevredenheid bij een verandering naar zelfstandige. Blijkbaar kiezen ook in de groep met (dreigende) werkloosheid vooral die mensen voor zzp’er-schap, bij wie ondernemer zijn in het algemeen goed past” zo schrijven ze in hun artikel.

Tevreden, maar bezorgd

Zelfstandig ondernemers die om overwegend negatieve redenen zijn gestart maken zich relatief vaak zorgen over de huidige financiële situatie van hun bedrijf: bijna 36 procent beoordeelt die als matig of slecht, zo schrijft het CBS in hun bericht over deze analyse. Van de ondernemers met positieve startmotieven is dat 21 procent. Uit gegevens over het huishoudensinkomen blijkt verder dat zelfstandig ondernemers zonder personeel met negatieve startmotieven 10 procent minder te besteden hebben dan ondernemers met positieve startmotieven. Ook maken ondernemers met negatieve startmotieven zich vaker zorgen over de toekomst van hun bedrijf: bijna 65 procent doet dat. Van de ondernemers met positieve startmotieven is bijna de helft bezorgd over de toekomst van hun bedrijf.

Dat zijn best hoge cijfers van ‘bezorgdheid’. Dat een ondernemer per definitie wat minder onbezorgd is over de toekomst (van het eigen bedrijf) dan een werknemer, lijkt me tot op zeker hoogte ook een inherent onderdeel  van het ondernemerschap. Een aantrekkende economie is ook niet voor alle zzp’ers per definitie goed nieuws, opdrachtgevers kiezen dan ook weer wat vaker voor vast personeel. De blijvende onduidelijkheid rond de Wet DBA zal hier voor sommige groepen zzp’ers ook nog wel een rol spelen.

Aanleiding wellicht voor een aangepast overheidsbeleid.

Ander overheidsbeleid?

Josten en Vlasblom eindigen hun artikel met de conclusies dat er  “vanuit het perspectief van werktevredenheid – geen aanleiding is om de groei van het aantal zzp’ers af te remmen” .

“Ondanks verhalen dat noodgedwongen zzp’erschap bijna automatisch leidt tot ‘uitbuiting’ en dat vooral lager opgeleiden dus beter af zijn als werknemer in plaats van zelfstandige, laten onze resultaten zien dat – op de dimensie van waardering van het werk – werknemers die de overstap naar zzp’erschap maken in het algemeen gelukkig zijn. Betekent dit nu dat blijvend of zelfs extra stimuleren van zzp’erschap wenselijk is? Daar zijn een paar kanttekeningen bij te plaatsen. Uit veel onderzoek blijkt dat de inkomenspositie van zelfstandigen niet altijd rooskleurig is: er is een grotere kans op armoede, en een behoorlijk deel van hen heeft geen pensioenvoorziening of arbeidsongeschiktheidsverzekering geregeld.”

Dit roept de vraag op wat nu de inhoud van het overheidsbeleid richting zelfstandigen zou moeten zijn.

Tot nu toe valt dat beleid onder Sociale Zaken en de uitvoering vooral onder Financiën (lees de Wet DBA). Dat beleid gaat primair om zaken als het bestrijden van schijnzelfstandigheid en bescherming van kwetsbare zelfstandigen. Daar is niet direct iets mis mee, maar met het aangekondigde minimumtarief wordt de ernstige vorm van ‘social dumping’ wel aangepakt. Dit onderzoek geeft wel aanleiding om eens na te denken of het gros van de zelfstandigen niet meer gebaat is bij andere accenten in dat overheidsbeleid. Meer gericht op het ondersteunen en verbeteren van het ondernemersklimaat voor die – blijkbaar bewuste – zelfstandig ondernemers. Meer ’empowering’ en ondersteunende regelgeving vanuit EZ in plaats van te veel paternalisme en bescherming van die zielige zelfstandige vanuit Sociale Zaken. (Dan kan Wiebes gelijk wat goed maken, zoals ik al eerder schreef). Denk aan verbetering van de positie van zelfstandigen binnen aanbestedingsregels, meer mogelijkheid voor collectieve tariefafspraken onder mededingingsregels, snel duidelijkheid geven over Wet DBA,  opleidings- en innovatiefondsen toegankelijker maken voor zelfstandigen. U weet vast nog wel een paar suggesties te noemen. Ook voor lokale overheden ligt hier trouwens een schone taak.  Een mooie thema voor de aankomende gemeenteraadsverkiezingen.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts